Hoe belangrijk is de eerste indruk bij een sollicitatie nou precies?

Recruiters kiezen vaak in minder dan een seconde of ze verder willen met een kandidaat. Wat moet je weten over die eerste indruk om er goed mee om te kunnen gaan?

De eerste indruk wordt meestal in minder dan een seconde gemaakt. Zo weten we als mens al binnen 0,2 seconde of we iemand aantrekkelijk vinden, aldus onderzoek. En wat we nog meer weten over de eerste indruk? Nou, bijvoorbeeld dat je hem onbewust vormt. Dat het geen enkele aandacht vraagt om die indruk te creëren. Dat het ook helemaal niet je bedoeling is zo’n indruk van iemand te krijgen. En ja, zelfs dat je er niets aan kunt doen. Zelfs als je zou willen, dan zou het je nog niet lukken géén eerste indruk te vormen.

roos vonk de eerste indruk‘Fenomenale prestaties’

Die eerste indruk vormen we bij onszelf aan de hand van stereotypen. Dat is handig, want als we iemand in ‘een hokje’ kunnen stoppen, kunnen we ook ons gedrag daarop afstellen. Psychologiehoogleraar Roos Vonk heeft het in haar onlangs volledig herziene boek De eerste indruk zelfs over ‘fenomenale prestaties’ die we als mens leveren door zo flexibel met ons gedrag om te gaan, aan de hand van al die stereotypes. Probleem is alleen, zo schrijft ze: die eerste indruk houdt ons ook nogal eens voor de gek.

Uitdaging en avontuur

Dat heeft behoorlijk wat consequenties, onder meer bij sollicitaties, aldus Vonk. Zo haalt ze een executive searcher aan die een afspraak had gemaakt met een kandidaat die in zijn brief schreef ‘avontuurlijk’ te zijn en van uitdaging te houden. Maar al toen hij uit zijn auto stapte, zag de recruiter in kwestie het al. ‘Ik zag zijn auto, zijn pak, hoe hij om zich heen keek. Ik dacht: avontuur en uitdaging? Echt niet!’

Onbewust en onbedoeld

En de eerste indruk wordt zelfs al eerder gevormd, bij de brief en het CV. Naam, leeftijd, geslacht, naar welke school je bent geweest, het heeft allemaal nogal wat invloed op het oordeel van de recruiter. ‘Bijkomend probleem’, schrijft Vonk, ‘is dat het bij selectie steeds vaker gaat om moeilijk kwantificeerbare variabelen zoals de persoonlijkheid, de waarden en de soft skills van de kandidaat. Dergelijke criteria geven meer ruimte aan de intuïtie van beoordelaars en dus, ongemerkt en onbedoeld, ook aan stereotypen en vooroordeel.’

‘lastig kwantificeerbare variabelen als soft skills geven meer ruimte aan de intuïtie van beoordelaars’

Gesprek is ‘zeer gebrekkig’

Ook in andere opzichten noemt Vonk sollicitatiegesprekken ‘een zeer gebrekkige methode’ om een goed beeld van iemand te krijgen. Wat volgens haar wél tot ‘een meer rationele beslissing’ kan leiden is: bij selecties duidelijk vooraf vaststellen wat de functie-eisen zijn en hoe belangrijk elke eis is. En vervolgens hierop elke kandidaat per punt te scoren. Zo haal je in elk geval iets van stereotypes eruit.

Competentie ingeschat

Het blijft nochtans lastig, schrijft ze. Want onze indruk van competentie wordt nogal sterk bepaald door onze eerste indruk. Zo blijkt uit onderzoek dat duidelijk bekwame vrouwen minder positief beoordeeld worden dan mannen als het gaat om functies in een typisch mannelijk werkveld, zoals sport of techniek.

Queen-bee-effect

En ook de kenmerken van de recruiter in kwestie spelen een belangrijke rol. Als het gaat om vrouwelijke kandidaten, dan kiezen mannen eerder een aantrekkelijke vrouw, maar vrouwen juist liever de mínst aantrekkelijke vrouw, zo blijkt uit onderzoek (een variant van het zogeheten queen bee-effect, waarbij de koningin zelf de mooiste wil blijven).

Aanvulling en bevestiging

Kandidaten zoveel mogelijk testen dan maar? Dat is al een stuk beter, aldus Vonk. Al ziet ze in de praktijk ook nogal eens dat recruiters de resultaten uit zo’n test naast zich neerleggen als ze niet stroken met de eerste indruk die hij of zij al van de kandidaat had. ‘Dit betekent dat ze testen eigenlijk vooral zien als een aanvulling en bevestiging van hun eigen indrukken, en dat ze aan hun eigen indruk uiteindelijk toch iets meer waarde hechten.’

Mensen gaan zich gedragen naar het soort test dat ze denken te maken

‘Stereotype-bedreiging’

En testen leidt bovendien nogal eens onder ‘stereotype-bedreiging’, schrijft Vonk. Oftewel: mensen gaan zich gedragen naar het soort test dat ze denken te maken. Vrouwen presteren bijvoorbeeld gemiddeld slechter als je hen vertelt dat je hun wiskundig talent gaat testen, maar gemiddeld net zo goed als mannen (op dezelfde test!) als je de test anders introduceert. Dus zelfs als je besluit te gaan testen, dan is de eerste indruk nóg van belang, aldus Vonk. Maar goed, nu ben je je daarvan in elk geval bewust…

roos vonk de eerste indrukLees het boek

Meer weten over eerste indrukken? Vonk gaat erop in in de zevende, hernieuwde editie van haar haar boek, dat voor het eerst verscheen in 1998.

Lees ook:

 

Raakt LinkedIn langzaamaan zijn ‘magic touch’ kwijt?

Veel recruiters staan ermee op en gaan ermee naar bed: LinkedIn. Toch is er ook steeds meer kritiek te horen. Want de prijzen stijgen, terwijl de resultaten onder druk staan. De grote vraag: kunnen we nog wel zonder?

‘Ik ken een groot bedrijf met 20 recruiters’, zegt Olfertjan Niemeijer, directeur van Independent Recruiters. ‘In dat bedrijf hebben ze heel LinkedIn eruit gehaald. De recruiters moesten maar zien hoe ze het zonder betaald account deden. Binnen drie maanden waren ze compleet afgekickt. Het kan dus wél.’

Een snaar geraakt

Niet dat Niemeijer dat zelf van plan is, een leven zonder LinkedIn. En ook het bureau waar hij werkt, is bepaald nog niet van zins het sociale medium volledig on hold te zetten. Maar hij postte recent wel een bericht – op LinkedIn! – dat duidelijk een snaar raakte. Heeft LinkedIn zijn hand overspeeld?

Nemen de resultaten af?

‘Vandaag kwam mijn accountmanager op bezoek’, schreef Niemeijer. ‘Ik klaagde dat we met meer (en duurdere) producten minder resultaat (lees: omzet) genereerden dan hiervoor met een minder groot (en dus goedkoper) pakket aan producten. Volgens haar moest ik meer engagement zoeken op LinkedIn. Mijn vraag is nu: zien jullie ook dat resultaten op LinkedIn afnemen?’

Soms meer profitcenter dan klant

Er ontspon zich vervolgens meteen een levendige discussie die zowel mede- als tegenstanders opleverde. ‘In elk geval het bewijs dat LinkedIn als netwerktool om te sparren met je vakgenoten nog steeds werkt’, schreef Niemeijer daarna grappend.

‘Ik ben nu nog steeds tevreden. Alleen: ik zie het wel verslechteren’

Maar telefonisch licht hij toe wel degelijk serieus te zijn geweest. ‘Ik wil niet dat LinkedIn doodgaat. Maar ik voel me nu soms meer profitcenter dan klant. Ik betaal hen voor een dienst, en dan vraag je je natuurlijk altijd af of het dat bedrag nog waard is. Op een gegeven moment komt er dan een omslagpunt. Ik ben nu nog steeds tevreden. Alleen: ik zie het verslechteren. En ik wil dus wel tevreden blijven. Vandaar mijn oproep. Ik bén heel tevreden. Maar wel bezorgd.’

Nieuwe bronnen aanboren

De opmerking van Niemeijer wordt gedeeld door andere prominenten in het recruitmentvak. ‘Helemaal met Olfertjan eens’, zegt bijvoorbeeld Heleen Stoevelaar, momenteel recruitmentmanager bij consultancybedrijf Conclusion, waar LinkedIn niet langer als belangrijkste wervingskanaal wordt gezien.

‘LinkedIn wordt vaak als te arrogant gezien’

Geert-Jan Waasdorp, directeur van de Intelligence Group, ziet in de markt ook dat steeds meer bedrijven hun pakket verkleinen, ‘zeker de bedrijven van het eerste uur’, zegt hij. ‘Ervaren recruitmentmanagers weten nieuwe bronnen aan te boren met tools als Lusha.co, whatsapp, en Talentbin. LinkedIn wordt vaak als te arrogant gezien.’

Meer aanvallen afgeslagen

Het is bepaald niet de eerste keer dat er vraagtekens worden gezet bij het in de recruitmentwereld alomtegenwoordige netwerk. Toch staat de positie nog redelijk overeind. De teloorgang is al jaren geleden voorspeld, maar die kwam toen ook niet. Zelfs de overname door Microsoft heeft de populariteit van de site nauwelijks geschaad, en ook de (verwachte) aanvallen op de dominantie door partijen als Facebook en Indeed hebben tot nog toe geen deuk in LinkedIns pakje boter geslagen.

Massale vertrek van IT’ers

Het enige dat de afgelopen jaren wél echt pijn deed was het massale vertrek van IT’ers, die hun profiel van de site verwijderden omdat ze werden sufgebeld door recruiters. En nu lijken het dus diezelfde recruiters bij wie de onvrede groeit. Ook dat kan serieuze gevolgen hebben voor LinkedIn. Zelfs in het buitenland worden recruiters al opgeroepen zich een leven zonder het sociale netwerk voor te stellen en zich daarop voor te bereiden.

‘Krankzinnige bedragen’

In Nederland gooide ‘professioneel bemoeial’ Bas van de Haterd recent nog wat olie op het vuur, in een artikel over de komst van Google for Jobs. ‘Ja, ook LinkedIn zal het waarschijnlijk zwaar krijgen’, schreef hij. ‘De krankzinnige bedragen die men vraagt, in combinatie met de extreem gesloten strategie en gebrekkige (of onbestaande) samenwerkingsmogelijkheden, maakt LinkedIn misschien wel een van de eerste slachtoffers van Google for Jobs.’

‘Leuk, maar niet meer de absolute nummer 1’

Zijn voorspelling: ‘Binnen 5 jaar is LinkedIn voor werving wat Monsterboard nu is. Leuk, maar niet meer de absolute nummer 1 waar niemand omheen kan.’

‘LinkedIn wordt misschien wel een van de eerste slachtoffers van Google for Jobs

Het is al met al op dit moment waarschijnlijk – wéér – te vroeg om het definitieve einde van de grootste CV-database ter wereld aan te kondigen. Zover is het nog lang niet. Maar aan de andere kant: geen enkele dominantie is voor eeuwig, toch? En als zelfs de (betalende) recruiters gaan afhaken, dan wordt het wel heel lastig voor het netwerk om nog inkomsten te genereren…

Lees ook: