Zo dynamisch is de Nederlandse arbeidsmarkt! (in 8 verrassende cijfers)

Dat de Nederlandse arbeidsmarkt dynamisch was, dat wisten we al. Maar zó dynamisch? Da’s toch wel verrassend. De arbeidsmarkt uitgelegd in 8 opmerkelijke cijfers.

Eerder deze maand verscheen van TNO en het CBS een rapport over de dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het rapport, de vierde in een serie, waarbij elke 2 jaar een nieuwe aflevering verschijnt, is in de eerste plaats bedoeld voor beleidsmakers en onderzoekers op dit terrein, aldus het voorwoord. Maar ook voor recruiters staan er genoeg interessante wetenswaardigheden in. Een aantal van de meest opvallende.

#1. Steeds minder vast

Tussen 2006 en 2016 is het aandeel werkenden met een vaste arbeidsrelatie met 10 procentpunt gedaald, van 71 procent naar 61 procent, oftewel gemiddeld 1 procentpunt per jaar. Als dat zo doorgaat, heeft in 2028 nog minder dan de helft van de Nederlanders een vaste baan.

Als dit zo doorgaat, heeft in 2028 minder dan de helft van de Nederlanders nog een vaste baan

#2. Vooral meer oproepkrachten

Tegenover de daling van het aantal mensen met een vast contract, staat een flinke groei van enerzijds het aantal zelfstandigen (met en zonder personeel), maar anderzijds vooral ook van het aantal mensen met een flexibel dienstverband. Zo’n dienstverband kan een tijdelijk contract zijn, of een variabel aantal uren per week.

Ruim 1,8 miljoen mensen hebben een flexibel dienstverband

Sinds 2006 is het aandeel werknemers met een dergelijk flexibel dienstverband met 6 procentpunt gestegen, van 16 naar 22 procent. Dat zijn ruim 1,8 miljoen werknemers. De grootste groep van hen is in 2016 oproep- of invalkracht. Bijna 3 op de 10 flexwerkers behoren nu tot deze groep.

#3. Steeds minder schoolverlaters

Bedrijven die hun hoop vooral richten op jonge instroom, krijgen het steeds moeilijker. De jeugd ‘droogt op’: al sinds 2010/11 daalt het aantal jongeren dat de schoolbanken verlaat. Was de instroom op de arbeidsmarkt in 2010/2011 nog bijna 190.000 jongeren, in 2014 (waar de laatste cijfers van bekend zijn) was dit gedaald tot onder de 160.000. En dat worden er de komende jaren waarschijnlijk niet meer veel meer.

#4. Steeds meer jobgehop

Zoals dat gaat met een aantrekkende economie: dan neemt ook het verkeer op de arbeidsmarkt weer flink toe. In 2014 was al een stijging te zien van wisseling van werkgever, in 2015 en 2016 zette dat door. Het was voor het eerst sinds 2008 dat die stijging zo sterk zichtbaar was.

Gemiddeld blijkt een werknemer zo eens in de 10 jaar van baan te wisselen

In totaal hadden in 2016 zo’n 646 duizend werknemers een andere werkgever dan het jaar ervoor. Dit is ongeveer 10 procent van alle werknemers die in beide jaren werkzaam waren. Anders gezegd: gemiddeld wisselt een werknemer zo eens in de 10 jaar van baan.

#5. Jonge laagopgeleiden zijn het meest mobiel

Altijd al gedacht dat jongeren vaker van baan wisselen dan ouderen? Dat klopt. En behoorlijk ook. Van de jongeren tussen 15 en 25 jaar wisselde ruim een kwart in 2016 van werkgever. Van de 25- tot 45-jarigen en van de 45- tot 75-jarigen was dit respectievelijk slechts 11 en 4 procent.

ruim een kwart van de jongeren tussen 15 en 25 wisselde in 2016 van baan

Ook vind je meer jobhoppers onder mensen met een flexibele arbeidsrelatie, en (iets meer) onder laagopgeleiden. Van alle mensen die zowel in 2015 als 2016 een baan hadden, wisselde 7 procent vanuit een flexibele baan en 3 procent vanuit een vaste baan. Onder laagopgeleiden was het jobhop-percentage 12 procent, onder hoogopgeleiden 9 procent.

#6. Een heel ander beroep, dat loont het meest

Opvallend: wie erop vooruit wil gaan, kan het best een héél ander beroep bij een andere werkgever proberen te bemachtigen. De werknemers die tussen 2014 en 2015 gewoon in hetzelfde beroep bij hun baas bleven gingen er gemiddeld 5,7 procent op vooruit. Werknemers die hetzelfde beroep bij een andere werkgever gingen uitvoeren, maakten een sprongetje van slechts 2,2 procent; werknemers die binnen hetzelfde bedrijf een ander beroep kregen kenden daarentegen een loonstijging van 6,3 procent.

Een nieuw beroep, een nieuwe baas, en toch in 1 jaar 7,4% meer loon

De echt grote sprongen vind je echter bij de radicale ommezwaaiers: een nieuw beroep, een nieuwe baas, en toch in 1 jaar gemiddeld 7,4 procent meer loon. Beroepen waarin de meeste werknemers van beroep veranderden zijn sportinstructeurs, hulpkrachten in het transport of de logistiek of landbouw en verkopers. Onder jongeren is het aandeel beroepswisselaars – weinig verrassend – het grootst, met 31 procent.

#7. De groei zit echt aan de boven- en onderkant

De groei van de werkgelegenheid zit in Nederland vooral aan de boven- en de onderkant van de arbeidsmarkt. Delen we de arbeidsmarkt op in vijven, met bovenin de 20 procent die het meest verdient en onderin de 20 procent die het minst verdient, dan nemen die beide uiterste groepen het hardst toe, terwijl de middelste 60 procent relatief krimpt.

Tussen 1996 en 2015 bedroeg de groei in de hoogst betaalde beroepen gemiddeld 2,6 procent per jaar, in totaal ruim 60 procent. Dan gaat het bijvoorbeeld om bedrijfskundigen, organisatieadviseurs, financieel-specialisten, economen, juristen, ingenieurs en accountants. De werkgelegenheid in veel van deze beroepen groeide met minstens 5 procent per jaar.

Bij de laagst betaalde beroepen was de groei de afgelopen 2 decennia gemiddeld zo’n 1,6 procent per jaar. Sterke groeiers waren hier de kelners, het barpersoneel, laders, lossers en vakkenvullers. De groei van de beroepen in het middensegment was daarentegen veel geringer, met gemiddeld minder dan 0,5 procent per jaar.

#8. We werken wéér minder uren

Deeltijd is de norm in Nederland. En dat is te zien ook. Het aantal uren dat de gemiddelde werknemer in Nederland werkte, liep tussen 2007 en 2015 terug van 31,4 uur naar 29,4 uur per week, een teruggang van gemiddeld 2 uur per week. Iemand in de beroepsbevolking besteedt dus nog ‘slechts’ 17,5 procent van al zijn tijd aan werk, omgerekend ook wel: 4,2 uur per dag van de week.

Een werknemer besteedt gemiddeld 4,2 uur per dag aan werk

Daar staat overigens wel iets anders tegenover: het percentage werknemers met twee of meer betaalde banen nam tegelijkertijd ook significant toe; tussen 2007 en 2015 van 5 naar 7 procent.

Meer lezen?

Hippe Gorillaz moeten Jaguar Land Rover aan meer technisch talent helpen

Om de komende 12 maanden maar liefst 5.000 nieuwe mensen te vinden, heeft autofabrikant Jaguar Land Rover de hulp ingeschakeld van de Gorillaz.

De gitariste van de hippe en virtuele Britse band, Noodle geheten, treedt de komende tijd officieel op als ‘ambassadeur’ van het merk. Zij moet vooral jonge technici en softwareontwikkelaars aanspreken, die tezamen een vijfde van het nieuwe personeelsbestand moeten uitmaken. Juist deze STEM-opgeleide jongeren zijn hard nodig, omdat de autofabrikant de komende jaren elektrisch rijden en zelfsturende auto’s steeds belangrijker ziet worden.

Er is een app en er is een game

Jaguar Land Rover werkt al langer samen met de Gorillaz, volgens het Guinness Book of Records officieel de ‘meest succesvolle virtuele band van de wereld’. De band wordt nu ingezet om nieuwe mensen te werven via een heuse Gorillaz-app en een game. Het gaat naar eigen zeggen om ‘a major change in the way the business looks for candidates‘. Sollicitanten worden in het spel uitgedaagd ‘to crack the code‘. Daarmee valt ‘the most BADASS job you can imagine‘ te verdienen.

In de virtuele garage van de Gorillaz

De game speelt zich af in de garage van de band, die onlangs zijn vijfde album uitbracht. Die garage is in 360 graden te bezichtigen. Er zijn onder meer enkele iconische auto’s te zien die eerder in clips van de Gorillaz voorbijkwamen. De uitdaging die kandidaten hier krijgen bestaat uit twee delen. Het eerste deel wil de kijker alles laten zien over de elektrische auto’s, waarop de automaker zijn toekomst bouwt.

Kraak de code in de Alternate Reality Game

Het tweede deel is het meer uitdagende deel. Daar mogen kandidaten de code in het Alternate Reality Game-format proberen op te lossen. Deze uitdaging brengt hen door een serie puzzels, die onder meer hun nieuwsgierigheid, vasthoudendheid, lateraal denken en probleemoplossend vermogen moet testen. Succesvolle spelers zullen niet meteen een baan krijgen. Wel zullen ze het recruitmentproces van Jaguar Land Rover sneller kunnen doorlopen dan kandidaten die op de ‘traditionele’ manier solliciteren.

jaguar land rover gorillaz noodle

Een cutting edge mixed reality mobiele ervaring

Volgens Alex Heslop, hoofd van de engineers bij Jaguar Land Rover gaat het bij de recruitmentgame om ‘the first of its kind’ en een ‘radical rethink of how we recruit‘. De ontwerper van de app Davor Krvavac heeft het over een nieuwe laag die wordt toegevoegd aan een ‘cutting edge mixed reality mobile experience‘, die AR, VR en 360 combineert. De app is te vinden in de iTunes store of via Google Play.

‘Dit gaat om een radicale rethink van hoe we recruiten

604.000 auto’s verkocht

De 5.000 nieuwe werknemers die het komende jaar worden geworven moeten het totaal aantal medewerkers brengen op 42.000. Dat komt neer op een stijging van liefst 15 procent. Jaguar Land Rover behoort tot de grootste exporterende bedrijven van Groot-Brittannië en groeit bovendien hard. De autofabrikant bracht in het in maart afgesloten boekjaar een recordaantal van ruim 604.000 auto’s in 136 landen aan de man. Dat zorgde voor een omzet van ruim 28 miljard euro.

Lees ook

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment! Doe het nu, het is gratis en het komt gewoon in je mailbox!

Waarom diversiteit voor elke organisatie van levensbelang is

Wil je als organisatie over 20 jaar nog bestaan, dan móet je diversiteit en inclusiviteit (D&I) omarmen, stelt Joost Fortuin, managing director bij de PageGroup. Waarom eigenlijk?

Veel Nederlandse werkgevers raken ervan overtuigd dat de voordelen van een divers personeelsbestand direct meetbaar zijn in de bedrijfsresultaten. Toch is in het Nederlandse bedrijfsleven nog veel winst te behalen als het gaat om gelijkheid, openheid en acceptatie. En dat is zeker niet alleen idealisme. Goed nieuws: we worden er allemaal beter van.

Vooruitstrevendheid kan valkuil zijn

Nederlanders zien zichzelf als een vooruitstrevend en modern volk, maar dat kan ook een valkuil zijn. Het kan ervoor zorgen dat we geen actie meer ondernemen. We zijn toch al heel ver qua gelijkheid en acceptatie? Helaas is dat zeker niet altijd het geval. Zo zien we bijvoorbeeld in de hogere managementposities nog altijd relatief erg veel witte mannen, terwijl niemand zou durven te beweren dat vrouwen of mensen van kleur minder capabel zijn.

Waarom zijn diversiteit en inclusiviteit belangrijk?

Dat iedereen gelijke kansen verdient ligt voor de hand. Maar er zijn ook strategische voordelen te behalen met een actief diversiteitsbeleid. De strijd om talent op de arbeidsmarkt woedt nog altijd in alle hevigheid en kandidaten kijken allang niet meer alleen naar het salaris en de functieomschrijving. Werkgevers moeten steeds harder hun best doen om interessant te blijven voor potentiële werknemers; kandidaten hebben immers een keuze.

Kandidaten kijken allang niet meer alleen naar het salaris en de functieomschrijving

Is er duidelijk beleid?

Bied je bijvoorbeeld flexibele werktijden? Of de mogelijkheid om vanaf huis in te loggen? Wordt er begeleiding geboden bij de terugkeer na het zwangerschapsverlof? Zijn er genoeg groeimogelijkheden, voor iedereen? Kunnen je mensen opleidingen volgen? Voert je onderneming een duidelijk beleid op het gebied van diversiteit en inclusiviteit?

Bredere klantenbase

De arbeidsomstandigheden bij een organisatie zijn niet alleen belangrijk om nieuw talent te vinden, maar ook om de mensen te behouden die al voor je organisatie werken, de mensen in wie je geïnvesteerd hebt en die je niet wilt kwijtraken. Bovendien zorgt een divers personeelsbestand voor een betere afstemming van je personeelsbestand op je klanten, voor aansluiting op een breder klantenbestand, voor toegang tot meer investeerders, voor een sterkere reputatie en voor een hogere productiviteit.

Hoe ga je te werk?

Genoeg reden dus om jezelf eens goed onder de loep te nemen en te kijken waar het beter kan. Maar hoe doe je dat dan? Allereerst moet je bewustwording creëren. Bij ons en bij veel andere grote, internationale organisaties is een speciaal team aanwezig dat hiervoor verantwoordelijk is. Maar is je organisatie kleinschaliger, dan kan ook HR of het algemeen management het onderwerp Diversiteit & Inclusiviteit op de agenda zetten. Agenderen is erkennen en erkennen leidt tot praten. En dat is nodig. Want als je denkt dat je er al bent, dan verzuim je vaak om het erover te hebben.

Als je denkt dat je er al bent, dan verzuim je vaak om het erover te hebben

Begin bij de top

Verantwoordelijkheid voor de D&I-strategie moet in de eerste plaats bij de top van de organisatie liggen. De leidinggevenden moeten de doelen steunen en propageren. Ze moeten als rolmodellen fungeren en zorgen dat regelgeving, bedrijfsprocessen en metrics op het gebied van diversiteit en inclusiviteit zijn geïmplementeerd en worden nageleefd. Dit naleven geldt voor alle managementlagen. De directe leidinggevenden hebben immers de meeste invloed op de cultuur en de dagelijkse gang van zaken.

Feedback is essentieel

Tot slot moet ook het personeel het beleid onderschrijven. Stel bijvoorbeeld een discussieforum open, waar iedereen zijn of haar mening kan geven en waar je relevante onderwerpen op een open manier kunt bespreken. Vergeet in elk geval niet om te zorgen voor communicatie in twee richtingen: luisteren naar feedback is essentieel om je medewerkers te betrekken bij zaken die zo belangrijk zijn voor het hele bedrijf.

Luisteren naar feedback is essentieel om je medewerkers te betrekken bij belangrijke zaken

Stel doelen op

Het is nuttig om vooraf duidelijke doelen te formuleren en de voortgang van de inspanningen goed te monitoren. Wil je een bepaald percentage aan vrouwen op senior posities? Stel dan een realistisch plan op. Dat betekent niet alleen dat je het doel formuleert, maar ook dat je onderzoekt hoe je daar gaat komen. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat je waar nodig coaching en training biedt. Of dat je flexibiliteit introduceert om aan het tijdschema van ouders tegemoet te komen.

Pluk de vruchten

Ik kan zeggen dat onze eigen inspanningen op D&I-gebied PageGroup veel goeds hebben gebracht. We zagen bijvoorbeeld veel meer jonge moeders hun loopbaan bij ons voortzetten na hun zwangerschapsverlof. Ook wisten we een hoger percentage topvrouwen te bereiken. Hiermee werken we aan essentiële onderdelen van onze bedrijfsstrategie: een grotere eigen managementpool, behoud van getalenteerde mensen en continuïteit in de langetermijnrelaties met onze klanten. De waarde hiervan… die valt niet in geld uit te drukken.

joost fortuin page groupDit blog is geschreven door Joost Fortuin, managing director bij de PageGroup.

Lees ook:

Zelf ook bloggen?

Werf& is altijd op zoek naar mensen die een mooi verhaal over recruitment te vertellen hebben. Een nieuwe trend delen, ergens enthousiast over geworden of gewoon je onvrede over een ontwikkeling kwijt? Laat het gerust weten!

 

Dave Vervoord: Corporate Recruiter

Oude situatie

Oude functie : Manager Expertwerving
Oude werkgever Guidion

Nieuwe situatie

Nieuwe functie : Corporate Recruiter
Nieuwe werkgever : VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling

Ingangsdatum : 6 juni 2017

Verantwoordelijk voor opzet recruitmentstrategie, bureaumanagementstructuur, employer branding en job branding voor 6 bouwbedrijven hangend onder Koninklijke Volker Wessels Stevin

Een kandidaat bij een vacature zoeken? Doe het eens andersom!

Al jaren zoeken we kandidaten bij vacatures. Maar volgens Marjolein Kalter is de arbeidsmarkt klaar voor de benadering andersom: de kandidaat ziet een probleem, de werkgever gaat daarna aan de slag.

Nee, noem het vooral geen open-sollicitatie-benadering. Dat is volgens Kalter echt iets anders. Het gaat er haar om als werkzoekende ‘je eigen baan te creëren’, door – kort gezegd – eerst zelf goed te weten waarin je je onderscheidt van je concurrentie, dan op zoek te gaan naar een werkgever die in zijn business een probleem heeft waar jij mee kunt helpen, en vervolgens aan te bieden dat jij dat probleem kunt oplossen.

baan als business andersom Baan als business

Ze noemt het zelf de ‘Baan als Business-methode’, of ‘de sollicitatiemethode van nu’, en schreef er recent een boek over: Creëer je volgende baan – Kom als enige aan tafel bij je volgende werkgever. Dat is ook een uitkomst voor recruiters, denkt ze, want met haar methode kunnen die sneller betere matches maken. Tijd voor een interview.

> Voorspel je het eind van de vacature?

‘Volgens mij gaan we inderdaad toe naar een situatie waarbij sollicitanten hun eigen (ideale) baan creëren. Vervolgens zullen ze – los van een vacature – solliciteren bij een werkgever die hen aanspreekt. Ze creëren een baan op een manier zoals ook een ondernemer werkt: ze stellen eerst vast wat ze te bieden hebben, en bepalen vervolgens welk probleem van een potentiële klant ze kunnen oplossen.’

> Waar is dan nog de recruiter voor nodig?

‘Deze sollicitatiemethode brengt kandidaten inderdaad voorbij de recruiter, rechtstreeks naar de lijnmanager. Maar de recruiter kan er ook iets mee, namelijk: veel scherper de match tussen een kandidaat en een werkgever maken. Een kandidaat die deze methode hanteert begrijpt zijn positie in relatie tot de recruiter en de werkgever.’

> Hoe helpt dit de recruiter dan beter matchen?

‘Hoe duidelijker de kandidaat heeft wat voor hem of haar essentieel is, hoe groter de kans op zo’n juiste match. Al is het daarbij natuurlijk wel belangrijk dat het beeld dat de recruiter van een kandidaat heeft en het beeld dat de kandidaat van zichzelf heeft met elkaar overeenkomt.

‘Hoe beter de kandidaat weet wat voor hem of haar essentieel is, hoe groter de kans op een juiste match

Ik hoor wel eens van recruiters dat ze het lastig vinden om echt te weten te komen waar iemand het beste inzetbaar is. Een kandidaat die weet wat voor werk hij graag wil doen, voor wat voor soort werkgever hij wil werken en welke problemen hij graag voor een werkgever oplost is misschien bij minder werkgevers te plaatsen. Maar als de kandidaat voorgedragen wordt voor een functie, kan de recruiter nog beter de match maken.’

marjolein kalter auteur van baan als business> Wat betekent dat voor werkzoekenden?

‘Mijn boek helpt werkzoekenden om in de huidige arbeidsmarkt het juiste perspectief te nemen: dat van een ondernemer. Ze leren dat een recruiter geen leverancier is, waar ze mee kunnen omgaan zoals ze in hun baan met bellende leveranciers konden omgaan, maar dat de recruiter een potentiële klant is die hen aan de ideale baan kan helpen.

Veel sollicitanten weten eigenlijk niet wat ze te bieden hebben wat van waarde is voor de werkgever. Ze hebben kennis, ervaring, competenties en voorkeuren, maar dat is nog geen functie. Ik wil werkzoekenden in staat stellen om aan te geven wat ze echt willen, waar ze voor staan. Zodat ze weten welk ‘product’ ze primair aanbieden en hoe ze hun toekomst voor zich zien. De recruiter hoeft dan niet meer uit een gesprek en een CV te halen wat een kandidaat echt graag wil leveren.’

> Heb je je methode ook getest?

‘Ik heb 5 groepen werkzoekenden gecoacht, allen tussen de 39 en 62 jaar. Hun gemiddelde leeftijd was 48 jaar. Toch was binnen een half jaar bijna 70% aan het werk.

‘Ik heb 5 groepen werkzoekenden  van gemiddeld 48 jaar gecoacht. Binnen een half jaar was bijna 70% aan de slag’

Heel belangrijk is in deze methode dat ze de werkgever als klant gaan zien en benaderen. Veel sollicitanten handelen vanuit hun eigen probleem: ik ben werkzoekend, mijn probleem moet opgelost worden, ik heb ervaring en wil goed betaald worden. Dat maakt hen voor een werkgever tot een verkapte bedelaar. Zodra ze de werkgever gaan zien en behandelen als een eigen entiteit die zij kunnen helpen om diens ‘problemen’ op te lossen zijn ze niet zo gefixeerd op hun eigen gedoe.’

> Met open sollicitaties gebeurt toch zelden wat?

‘Deze methode is ook heel anders. Sollicitanten zijn – onparlementair gezegd – vaker jammerende bedelaars dan mensen die zien dat een leidinggevende of directeur iemand is met een doel dat zij kunnen helpen realiseren. Als je wel een voorstel voor de business kunt formuleren, heb je een heel grote kans om aan tafel te komen. Directeuren en managers voelen zich dan gezien. Vooral voor 45-plussers biedt deze methode de mogelijkheid om de ander te laten ervaren welke waardevolle ervaring zij hebben.’

> Hoe bedoel je dat?

‘Het idee is dat een sollicitant een oplossing voorstelt voor een probleem dat hij door bestudering van de organisatie op het spoor gekomen is. Of hij ziet een mogelijkheid voor innovatie of productuitbreiding. Hij schrijft dus een open sollicitatie, maar met een voorstel daarbij.

blokken andersomEen ‘normale’ open sollicitatie is iets in de trant van: beste directeur, ik vind jullie bedrijf hartstikke leuk en ik zou graag bij jullie werken. Dit is mijn CV, zullen we eens een kop koffie drinken? Een ‘gesloten’ open sollicitatie, zoals ik die bepleit, voegt daar nog iets aan toe. Iets in de trant van: ‘Ik heb gezien dat dit en dat een belangrijk thema voor jullie is, ik kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren door …… Zullen we een kop koffie drinken?’

De sollicitant heeft zich dus in de organisatie verdiept en verplaatst zich in de positie van de beslisser. Dus niet proberen een vierkant door een rond gat te duwen, maar duidelijk maken dat je een vierkant bent, en hoe juist dat vierkant de organisatie kan helpen.’

> Waarom leidt jouw methode volgens jou tot snellere matching? De werkgever moet toch een baan ‘creëren’, dat gaat toch niet zo snel?

‘Als de kandidaat de methode kent, kan hij met die kennis ervoor zorgen dat bij een ‘normaal recruitmentproces’ met een vacature de kandidaat

  • zich succesvoller opstelt als dienstverlener naar de werkgever
  • zodanig helder is over wat voor werk hij zoekt dat hij specifieker inzetbaar is voor de recruiter. De recruiter hoeft niet zelf chocola te maken van een dosis ingrediënten uit een CV en een gesprek.

Dan kan het wel degelijk sneller gaan dan bij een traditionele methode.’

> Is je methode voor iedereen geschikt?

‘Mijn ‘Baan-als-business’-methode is het best toepasbaar op MKB-bedrijven. Die zijn nog relatief overzichtelijk, ze zijn gericht op resultaat en winst, en daarbij is het ook nog wel eens mogelijk om direct met een beslisser te praten.

‘Ik zie HR en intern recruitment meestal als noodzakelijk kwaad’

Ik zie HR en intern recruitment meestal als noodzakelijk kwaad. Zeker heel jonge recruiters hebben zelden kennis en ervaring in de business waarvoor ze werven. Zij weten ook niet wat het probleem van de directeur écht is. Ze zoeken naar profielen die voldoen aan criteria van lijstjes. Maar de klik, of de toegevoegde waarde, dat kun je zelden uit zulke lijstjes halen.’

Marjolein Kalter helpt als coach en trainer werkzoekenden met de transformatie van het klassieke solliciteren naar ondernemend solliciteren.

Lees ook:

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment! Doe het nu, het is gratis en je mist nooit meer iets!

Hoe steeds meer recruiters Snapchat ontdekken als wervingskanaal

Jongeren zitten en masse op Snapchat. En dus wint de app ook aan belang als wervingskanaal. Ter inspiratie: 7 voorbeelden uit de hele wereld, tot nu toe.

Liefkozend wordt het al ‘snaplications‘ genoemd; de mogelijkheid om te solliciteren via de razend populaire app Snapchat. In Nederland is het aantal voorbeelden ervan nog beperkt, maar over de grens zijn de kansen ervan al aardig ontdekt. Vooral McDonald’s kwam er de laatste tijd flink mee in het nieuws. Niet zo gek, omdat de fastfoodketen Snapchat wil inzetten om maar liefst 250.000 mensen voor de zomer te werven.

20 keer per dag checken

En die kwart miljoen mensen, dat zijn natuurlijk vooral jongeren. En laat dat nou net ook de belangrijkste doelgroep van McDonald’s zijn. Jongeren onder de 25 zouden gemiddeld wel 20 keer per dag de app checken, blijkt uit onderzoek. Het sociale medium is onder tieners zelfs een stuk populairder dan bijvoorbeeld Instagram en Facebook. Daarom: een zevental voorbeelden van bedrijven die via de app jongeren willen bereiken:

#1. McDonald’s: een virtueel uniform

In april had Australië de primeur, nu zijn de ‘snaplications‘ ook overgewaaid naar de Verenigde Staten. Er zijn onder meer videootjes van 10 seconden waarin McDonald’s-medewerkers vertellen over hun baan. En iedereen die (daarna) geïnteresseerd is, kan zo swipen naar de carrièrepagina van McDonald’s die gewoon in de app is ingebouwd. Op die pagina kan de kandidaat een (virtueel) uniform passen en via een eigen video van 10 seconden uitleggen waarom hij of zij een geweldige medewerker zou zijn.

snapchat snaplication

In Nederland deed McDonald’s trouwens vorig jaar ook al proeven met Snapchat. Een crewlid deelde korte items over zijn werk en activiteiten binnen de restaurantketen. Tussen deze verhalen werden letters doorgegeven, die een speciale wincode opleverden. Wie deze als eerste invulde op de recruitmentsite maakte kans op een leuke prijs. Zo kon het bedrijf, in slechts 4 dagen tijd, al ruim 1.000 Snapchatters aan zich binden.

#2. Nog meer Nederlandse ideeën: Animatiewerk

In Nederland maakte het relatief kleine Animatiewerk.nl uit Assen en Groningen eind februari bekend personeel voor animatieteams te gaan werven via de populaire app. Het medium is bij hen vooral bedoeld ‘om de drempel lager te maken’, legde eigenaar Wendy Oude Veldhuis destijds uit.

‘Wij gebruiken Snapchat vooral om de drempel lager te maken’

Het bedrijf zei toen Snapchat vooral te gebruiken omdat ‘zo’n 80 procent van de doelgroep er te vinden is’ en ‘omdat het makkelijk werkt’. Kandidaten vertellen in twee ‘snaps’ van 10 seconden iets over zichzelf. ‘Na deze ‘sollicitatie’ krijgen kandidaten te horen of het zinvol is om zich in te schrijven of niet.’

snapchat in nederland

#3. Taco Bell: 224 miljoen views in 1 dag

Het filter waarmee je iemands hoofd in een gigantische taco kunt veranderen, is nog steeds recordhouder voor een advertentie op Snapchat: het is in één dag maar liefst 224 miljoen keer bekeken en gebruikt.

taco bell snapchat

Ook de recruitmentmogelijkheden van het medium werden door de taco-keten al snel ontdekt. Al meer dan 2 jaar geleden werden kandidaten voor stageplaatsen in Californië opgeroepen om via Snapchat stories te solliciteren. Het leverde binnen een paar dagen ruim 200 sollicitaties op, met name te danken aan de grote fanbase die het merk op Snapchat daarvoor al had weten op te bouwen.

#4. Goldman Sachs, JP Morgan Chase: geo-filters

Goldman Sachs en JP Morgan Chase, twee van de grootste bedrijven in de financiële dienstverlening ter wereld, gebruiken weer een heel andere feature van Snapchat: het zogeheten ‘geo-filter’. Hiermee kun je gericht targeten op mensen wiens telefoon de laatste 24 uur op een bepaalde plek is geweest.

Met het ‘geo-filter’ kun je targeten op mensen die de laatste 24 uur op een bepaalde plek zijn geweest

Goldman Sachs gebruikt de optie van Campus Stories in de app, waarbij korte gesponsorde elementen opduiken als een Snapchat-gebruiker foto’s en video’s bekijkt die op een bepaalde campus zijn opgenomen. JP Morgan Chase ging nog een stapje verder en feliciteerde pas geslaagden, en bood hen tegelijk de kans een ‘gefeliciteerd’-filter toe te passen op hun eigen video’s en foto’s.

jp morgan chase snapchat

#5. Cisco: employer branding 2.0

Er zijn ook bedrijven die Snapchat iets meer straightforward gebruiken. Een paar van de grote: Cisco en AOL. De eerste laat bijvoorbeeld elke dag een andere medewerker het WeAreCisco-Snapchat-account overnemen. Het resultaat: meer dan 6 miljoen minuten video zijn al bekeken.

https://www.youtube.com/watch?v=oMjEzVH1d0k

#6. AOL: 18% meer sollicitatie-intentie

Bij AOL werden de korte en na 1 keer verdwijnende videootjes gebruikt om kijkers een overzicht te geven van het werken op het eigen kantoor, maar ook van de diverse inspanningen op het gebied van diversiteit. De video wist maar liefst 17 miljoen views te genereren op Snapchat en volgens een onderzoek nam de intentie om te solliciteren hierdoor met maar liefst 18 procent toe. Vooral de zo gewenste groep millennials bleek AOL hier te bereiken, veel meer dan via bijvoorbeeld Twitter en Instagram.

#7. Snapchat zelf: op het randje

Ja, en dan is er natuurlijk ook nog Snapchat zelf. Het bedrijf opereerde bij hun recruitmentpogingen op de eigen app overigens wel ‘op het randje’. Via het geo-filter werden bijvoorbeeld Uber-medewerkers op kantoor gelokaliseerd, waarna zij de boodschap “This place driving you mad?” te zien kregen, met daarbij een link naar de werkenbij-pagina van Snapchat.

snapchat uber

Ook medewerkers van Twitter, Pinterest en Airbnb werden op een soortgelijke manier ‘geworven’. Het leverde Snapchat naast enige bewondering ook behoorlijk wat kritiek op: mensen op zo’n manier weglokken bij de concurrent wordt ook in San Francisco als niet chic gezien. Zelfs als je Snapchat heet.

Lees ook:

Referentiechecks leiden vooral tot frustratie, óók bij de referent

Een referentiecheck? Zo’n verplicht belletje leidt tot veel ergernis. Niet alleen bij de kandidaat, maar ook bij de recruiter én degene die de referentie verstrekt, blijkt uit nieuw onderzoek.

Oké, het gaat om Australisch onderzoek. Maar er is weinig reden om te veronderstellen dat de situatie in Nederland heel anders is. Ook hier wordt immers nog vaak een min of meer verplichte referentiecheck in een sollicitatieprocedure ingebouwd. Maar zo’n check is dus ook heel dikwijls een bron van frustratie, aldus 100 HR-managers en recruiters, ondervraagd door Xref.

32% vindt het verspilling van tijd en moeite

referentiecheckEnkele opvallende resultaten van het onderzoek:

  • 41% zegt wel eens kandidaten te verliezen als gevolg van vertraging in het proces doordat eerst nog referenties moeten worden gecheckt.
  • 39% ziet referentiechecks slechts als een formaliteit, die weinig doel dient
  • 32% ziet referentiechecks als verspilling van tijd en middelen.
  • 78% geeft toe niet optimaal gebruik te maken van de informatie die uit een referentiecheck naar voren komt.
  • 57% zegt naar aanleiding van negatieve informatie in een referentiecheck in actie te komen en om meer informatie aan de kandidaat te vragen.

En wat als je zelf gebeld wordt?

De ondervraagden worden ook zelf wel eens benaderd om voor een kandidaat als referent op te treden. Ook dit is meestal geen genoegen, zeggen ze:

  • 35% zegt zich er ongemakkelijk bij te voelen als hen gevraagd wordt zelf als referent op te treden.
  • 77% zegt wel eens onverwacht gebeld te zijn als referent, terwijl slechts 7% zegt zo’n onverwacht belletje de fijnste methode hiervoor te vinden.
  • 38% zegt voor sommige kandidaten zelfs meerdere keren gebeld te zijn door de (potentieel) nieuwe werkgever.

38% zegt voor sommige kandidaten meerdere keren gebeld te zijn

  • referentiecheck 256% zegt het zelf het liefst te ‘vermijden’ om als referent op te treden, voor zowel huidige als vroegere medewerkers.
  • 54% denkt dat een referentiecheck eigenlijk altijd een gevaar voor de privacy van de kandidaat is.
  • 37% vreest ‘illegale vragen’ te krijgen als hen gevraagd om als een referentie op te treden.
  • 13% zegt dat die laatste angst ook realiteit is: ze hebben ook in werkelijkheid wel eens vragen gehad van een nieuwe werkgever, die wettelijk verboden zijn en die in elk geval oncomfortabel zijn.

Niet onbevooroordeeld

Toegegeven, het onderzoek is bepaald niet onbevooroordeeld, aangezien Xref zelf een leverancier is van geautomatiseerde referentiechecks. Toch sluiten de bevindingen wel aan bij die van anderen in het recruitmentvak, die referentiechecks eerder een ‘totale tijdsverspilling’ noemden.

‘Met goede referentiechecks kunnen organisaties hun selectie meer datagedreven inrichten’

Als het goed gebeurt, stelt Xref, kunnen referentiecheck wel degelijk meetbare, controleerbare en rapporteerbare informatie opleveren. Daarmee kunnen organisaties hun selectie op een meer datagedreven manier inrichten, waar je ook in toekomstige wervingsprocessen baat bij kunt hebben.

De moed in de schoenen gezakt

Maar als het slecht gebeurt, is een telefonische referentiecheck inderdaad een verspilling van tijd en middelen, die zelfs kan leiden tot onwettige praktijken, tot bad hires, en tot zeer veel frustratie, aldus Xref. En volgens de softwareleverancier is dat in de meeste referentiechecks nog steeds het geval. Zodra recruiters aan de andere kant van de tafel zitten, en hén wordt gevraagd om als referent op te treden, blijkt de moed hen namelijk al in de schoenen te zakken. Niet meer doen dus, dat verplichte belletje, bepleiten de onderzoekers, die hun research graag presenteren als een ‘wake-up call‘ voor recruiters wereldwijd.

Lees ook:

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Doe het nu, het is gratis en je mist nooit meer iets!

VNO-NCW: ‘Zet krijgsmacht in om de schaarste te lijf te gaan’

Om de schaarste op de arbeidsmarkt te bestrijden, moeten we zelfs de krijgsmacht inzetten. Maak van Defensie een soort ‘school of the nation’, en krapte is verleden tijd.

Dat stelt althans VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer voor, op het congres Een adaptieve krijgsmacht, dat vandaag gehouden wordt. “Zowel de krijgsmacht als het bedrijfsleven hebben te maken met schaarste aan talent”, aldus de werkgeversvoorman. “In plaats van elkaar te beconcurreren kan de krijgsmacht door slim samen te werken met de industrie uitgroeien tot een soort ‘school of the nation’.”

Uitzicht op een mooie baan

Op die manier zegt hij, “kunnen we méér jongeren actief krijgen in bijvoorbeeld IT, zorg of techniek, bovendien zorgen voor méér mensen met een afgeronde vmbo-, mbo- of hbo-opleiding en krijgen mensen tegelijkertijd uitzicht op een mooie baan in het bedrijfsleven.”

Elkaar niet beconcurreren

De Boer pleit ervoor het bekende KVV-contract (Kort Verband Vrijwilligers) van 4 jaar nieuw leven in te blazen bij Defensie. Niet alleen om het bedrijfsleven te helpen aan goed personeel, maar ook voor de krijgsmacht zelf, die de komende jaren ook fors extra mensen nodig heeft.

‘Juist de krijgsmacht heeft behoefte aan mensen die in het bedrijfsleven ook schaars zijn’

De Boer: “Als we het ‘oude’ KVV-contract van 4 jaar opgepoetst neerzetten kunnen jongeren op maat worden opgeleid. Juist de krijgsmacht heeft behoefte aan mensen die in het bedrijfsleven ook schaars zijn. We moeten elkaar dan ook niet beconcurreren. Na een periode van vier jaar, mét diploma en een premie, kunnen mensen uitstromen naar het bedrijfsleven.”

Concrete plannen gewenst

Om dit plan ook daadwerkelijk te realiseren, wil VNO-NCW dat intermediairs op de arbeidsmarkt, opleidingsinstituten, branches en consultants consortia gaan vormen en concrete plannen op tafel leggen. “Ga met de beste verder en trek de zaak van de grond nu de schaarste weer toeneemt,” aldus De Boer.

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment! Doe het nu, het is gratis en je mist nooit meer iets!

Grootste Escape Room van de wereld moet jongeren warm maken voor de bouw

De bouw kampt nu al met forse tekorten. En dat wordt de komende jaren alleen maar erger. Om daar iets tegen te doen, opent morgen in Eindhoven ‘s werelds grootste escape room.

Maar liefst 25 verschillende escape rooms achter elkaar. Of ‘Scapehouses’, zoals de organisatie het zelf noemt: huizen met deuren die alleen te openen zijn als je erin slaagt de speciale code te kraken. Morgen gaat – in een oude fabriekshal in Eindhoven – de grootste escape room ter wereld officieel open.

scapetown

Op zoek naar zeker 60.000 nieuwe mensen

Leuk voor jongeren, al die logische puzzels achter elkaar. Maar er is wel degelijk ook een serieuze ondertoon. Steeds minder jongeren kiezen namelijk voor een opleiding in de bouw en de infrastructuur. Om te kunnen voldoen aan de vervangingsvraag en de verwachte groei zijn de komende 5 jaar naar schatting zeker 60.000 nieuwe arbeidskrachten nodig. Maar waar die vandaan te halen?

Warm maken in Scapetown

De enorme Eindhovense escape room, die tot ‘Scapetown’ is gedoopt, moet jongeren warm maken voor een loopbaan in de bouw. Het is een van de initiatieven die Bouwend Nederland ontplooit, in het kader van een grootschalige instroomcampagne, die is vormgegeven in samenwerking met opleidingsbedrijven, scholen en regionale initiatieven. Reden waarom Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, Scapetown op 15 juni ook officieel opent.

scapetown

Voor de bouwers, door de bouwers

Bijzonder aan Scapetown is niet alleen de omvang, maar ook de totstandkoming. Het project (van opleidingsbedrijf Bouwmensen) is namelijk ontworpen door allerlei middelbare scholieren en daarna in elkaar gezet door de leerlingen van de tientallen bouwscholen in heel Nederland. De scholieren die de beste ontwerpen hebben afgeleverd, hebben een ‘trip to Scapetown’ gewonnen. De 2.000 winnaars kunnen daar nog (exclusief!) tot en met 23 juni terecht om te proberen te ontsnappen uit de puzzels die ze zelf hebben verzonnen.

Lees ook:

7 heel praktische manieren om te selecteren zonder bias

In bijna elke sollicitatieprocedure komen wel vooroordelen om de hoek kijken. Bewust, maar vaak ook onbewust. Met grote gevolgen. Daarom: 7 tips om zulke bias te bestrijden.

Er is veel onderzoek waaruit blijkt dat selectieprocessen vol zitten met oneerlijke bias. Al dan niet bewuste discriminatie van vrouwen en ouderen, of onbewust racisme, het komt allemaal voor. Maar gelukkig somt journalist Rebecca Knight in de Harvard Business Review ook 7 stappen op om iets eraan te doen. En dat is zelden rocket science.

#1. Word je er bewust van

De grootste onbewuste bias? Denken dat je er zelf geen last van hebt. Ja, de anderen, die allemaal wel. Maar ik? Nee toch. Deze bias blind spot verhindert vaak dat er iets aan gebeurt. Toch moet je dáár beginnen, zeggen de experts: toegeven dat je zelf ook last van vooroordelen hebt. ‘Bewustzijnstraining laat je zien dat iedereen ermee kampt, en het maakt tegelijk je eigen bias duidelijk’, zegt bijvoorbeeld Harvard Business School-professor Francesca Gino.

#2. Kijk naar je vacatureteksten

Onbewuste bias begint al vroeg, al bij het opstellen van de vacaturetekst. Zelfs de meest subtiele woordkeuze kan al een onbedoelde voorkeur voor een man of vrouw inhouden. Uit onderzoek blijkt dat typisch mannelijke woorden als ‘competitief‘ en ‘vastberaden’ vrouwen al het gevoel geven dat ze niet zullen passen in die organisatie.

‘Zelfs een term als “competitief” kan vrouwen al afschrikken te solliciteren’

Er is tegenwoordig gelukkig software in de markt die zulke stereotypes kan herkennen, zegt Iris Bohnet, directeur van het Women and Public Policy Program op Harvard Kennedy School en auteur van het boek What Works: Gender Equality by Design. Daarmee kun je niet alleen de niet-neutrale woorden eruit vissen, je kunt ook proeven doen met minder beladen termen.

#3. Kijk zo blind mogelijk naar de CV’s

Anoniem solliciteren mag in Nederland dan beladen zijn, in steeds meer landen doen steeds meer organisaties er ervaring mee op. En zelf namen doorkrassen hoeft gelukkig niet; er is genoeg software beschikbaar die kan helpen om demografische kenmerken als leeftijd, naam en geslacht te maskeren in de eerste selectiefase. Dat vergroot de kans ‘dat relevante kandidaten uitgenodigd worden voor een gesprek’, aldus Gino, ‘inclusief een paar verborgen pareltjes’.

#4. Geef een praktijktest

Sowieso een goede tip, zegt Bohnet: niets voorspelt de werkelijke prestatie zo goed als een test met taken die zo natuurgetrouw mogelijk uit de dagelijkse praktijk komen. Maar zulke testen zijn dus ook goed om onbewuste bias te bestrijden. Gino: ‘Een vaardighedentest dwingt werkgevers de kwaliteit van iemands werk te beoordelen, in tegenstelling tot een onbewust oordeel te vormen op basis van geslacht, leeftijd, en zelfs persoonlijkheid.’

#5. Standaardiseer het sollicitatiegesprek

Ongestructureerde sollicitatiegesprekken hebben nagenoeg geen voorspellende waarde, blijkt uit onderzoek. Als je toch gesprekken wil houden, stel dan in elk geval elke kandidaat dezelfde vragen, zo blijkt.

‘Als je dan toch gesprekken wil houden, stel dan in elk geval elke kandidaat dezelfde vragen’

Bohnet stelt zelfs een scorekaart voor, met een vooraf bepaalde schaal, waarop je de antwoorden van kandidaten kunt ‘scoren’. Als je als interviewer bovendien niet weet hoe de kandidaat scoorde op de praktijktest (#4) en de CV-beoordeling (#3), kan zo’n gestructureerd gesprek een interessante derde informatiebron vormen, stelt Bohnet.

#6. Zie ‘aardigheid‘ slechts als één variabele

Zie je jezelf wel vrienden worden met deze kandidaat? Dan is het zaak extra alert te zijn. De zogenoemde ‘biertest‘ (zou ik met deze kandidaat een biertje willen drinken?) blijkt weinig voorspellende waarde te hebben, en diversiteit zelfs danig in de weg te zitten.

‘De biertest kan diversiteit zelfs danig in de weg zitten’

Vraag jezelf daarom nog vóór het eerste sollicitatiegesprek af in hoeverre je ‘aardigheid’ en de persoonlijke klik met de kandidaat echt belangrijk vindt. En áls je het echt belangrijk vindt, dan adviseert Bohnet om het slechts te beschouwen als één variabele op de scorekaart. ‘Dan maak je het thema in elk geval meer controleerbaar.’

#7. Zet heldere doelen op diversiteitsgebied

Duidelijke doelen hebben volgens Bohnet een belangrijk voordeel: ‘Ze zetten het thema centraal in de organisatie’. Ook onderzoek helpt een handje mee: steeds meer studies wijzen erop dat een meer divers samengesteld werknemersbestand resulteert in “significante businessvoordelen”, aldus Gino. Doelen stellen helpt volgens haar dan ook om het onderwerp diversiteit én gelijkheid bij iedereen op de agenda te houden. En dus uiteindelijk óók om betere resultaten als organisatie te halen. Want daar was het in de eerste plaats natuurlijk allemaal om te doen…

Lees ook:

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment! Doe het nu, het is gratis en je mist nooit meer iets!

 

Vurig pleidooi voor de persoonlijke afwijzing

Kandidaten worden steeds vaker afgescheept met een onpersoonlijk ‘U past niet in het profiel’ of een andere dooddoener. Kan dat niet wat sympathieker, vraagt Raymond te Veldhuis zich af.

Tot mijn verbazing word ik de laatste tijd steeds vaker bedankt door sollicitanten die ik een persoonlijke afwijzing stuur. Ze mogen de baan dan niet gekregen hebben, ze waarderen wel dat ze dat op een persoonlijke, gemotiveerde manier te horen krijgen.

Wat is er veranderd?

Nu heb ik dat eigenlijk (bijna) altijd wel gedaan – gemotiveerd iemand afwijzen – dus ik vraag me toch af: wat is er veranderd dat ik daar ineens zoveel waardering voor krijg? Ik denk eerlijk gezegd dat het ermee te maken heeft dat sollicitanten tegenwoordig:

  • óf: helemaal niks meer horen na een sollicitatie
  • óf: een (min of meer) geautomatiseerde ‘standaard afwijzing’ krijgen.

En ja, dan val je met je persoonlijke afwijzing inderdaad behoorlijk uit de toon. In positieve zin dan.

Met 2 muisklikken 10 mensen afwijzen

Oké, oké, ik geef toe: ik heb me in bepaalde periodes in mijn carrière ook wel eens schuldig gemaakt aan de standaard afwijzing. Dan had ik een of ander prachtig geautomatiseerd systeem voor mijn neus en kon ik met 2 muisklikken 10 mensen tegelijk een afwijzing sturen. Ook héél persoonlijk, want het systeem zorgde er natuurlijk wel voor dat de kandidaten met hun eigen naam werden ‘aangesproken’.

Als de rook uit je oren komt

En ik wil ook best toegeven dat ik de plank in de toekomst vast nog wel eens zal misslaan. Het is natuurlijk ook best verleidelijk voor een recruiter om even snel op die knop te drukken, als de rook uit je oren komt van alle uitdagingen die je op je bordje hebt liggen.

Maar toch is het ook heel fout, want de kandidaat die je nú die standaard afwijzing stuurt:

  • is morgen misschien de perfecte kandidaat voor een andere vacature;
  • is morgen misschien wel je opdrachtgever die vacatures aan jou gunt;
  • krijgt geen zinvolle informatie waarmee hij of zij iets zou kunnen doen;
  • heeft misschien wel een enorm relevant netwerk waar hij jou zou kunnen aanbevelen.

En last but not least:

  • is ook maar een mens die enthousiast reageert op een vacature en vervolgens in spanning op een reactie zit te wachten.

‘De kandidaat die je nu standaard afwijst, kan morgen je opdrachtgever zijn’

Spammers onder de sollicitanten

Natuurlijk, ik besef: onder de sollicitanten bevinden zich ook ‘spammers’. Er zijn mensen die op internet zoveel mogelijk ‘solliciteer’-buttons zoeken en maar raak klikken. Eigenlijk is dit het tegenovergestelde gedrag als dat van de standaard afwijzing, maar dan vanuit de sollicitant gezien.

Zet machines in waar ze goed voor zijn

In dát geval: zet de automatisering aan het werk om iets nuttigs te doen. Filter deze groep spammers er met een geavanceerd algoritme uit. Stuur hen alsnog razendsnel een standaard afwijzing. Met andere woorden: laten we machines vooral doen waar ze goed in zijn. Maar aan de andere kant: houd het contact met mensen die bij je willen werken – ook al is het via e-mail – zoveel mogelijk persoonlijk.

hoeksche recruiter afwijzingRaymond te Veldhuis heeft een eigen recruitmentpraktijk in de Hoeksche Waard, waar hij bekend staat als: De Hoeksche Recruiter. Daarnaast is hij mede-eigenaar van CheckData en DataJobs.nl.

Van deze 5 sollicitatiegebruiken mogen we best eens afscheid nemen

Solliciteren gaat op veel plekken al járen op dezelfde manier. Waarom eigenlijk? Daarom: 5 achterhaalde gebruiken, die we beter kunnen inruilen voor iets nieuws.

Noem het gewoonte, noem het gebrek aan nieuwe ideeën. Feit is dat veel organisaties eigenlijk nog net zo werven en selecteren als ze dat 15 jaar geleden deden. Tijd om eens wat gebruiken bij het grof vuil te zetten. Welke? We noemen er 5:

#1. De term ‘cultural fit’

Jarenlang was het een mantra: zoek vooral mensen met een ‘cultural fit’. Dan heb je mensen die bij de organisatiecultuur passen, die goed vallen in het team en die niet bij het eerste zuchtje tegenwind weer naar buiten lopen. Mensen die gezellig meedoen op een feestje zouden ook zorgen voor een algeheel hogere productiviteit, zo was het idee.

Wat dan wel?

Inmiddels zijn de inzichten veranderd. De biertest – kijken of je met iemand een biertje zou kunnen drinken – is een gebleken slechte voorspeller van werksucces, en zoeken naar cultural fit blijkt de diversiteit en innovatie in de weg te staan. Neem dus afscheid van de ‘cultural fit’ en zoek liever mensen die zich aan de heersende cultuur kunnen aanpassen, luidt het nieuwe devies.

#2. De motivatiebrief en het CV

Ze waren ooit ijkpunten van het sollicitatieproces; de brief en het CV. Wilde je een nieuwe baan, dan stuurde je een motivatiebrief, met een CV erachter geniet. Plain and simple. Postzegel erop, en hup, in de brievenbus. Bij de recruiter belandde de post vervolgens op een grote stapel op het bureau, en zo gingen we in die stapel op zoek naar wat we dachten dat wel eens de beste kandidaat zou kunnen zijn.

Wat dan wel?

Sounds old-fashioned? Dat is het natuurlijk ook. Maar in feite is het nog wel hoe het vaak gaat. Al heeft de stapel post dan plaats gemaakt voor een modern ATS, nog steeds wordt een motivatiebrief als belangrijke input gezien. Waarom eigenlijk? Wat voorspelt die brief nou precies? En dat in een tijd dat de helft van de sollicitanten aangeeft het schrijven van zo’n brief vervelend te vinden en we volop video hebben om het enthousiasme te tonen, in plaats van alleen te beschrijven.

zou een sollicitatie niet meer over de toekomst dan over het verleden moeten gaan?

Voor het CV: eigenlijk hetzelfde laken een pak. De voorspellende waarde is laag, zeker in verhouding tot veel andere methoden. Data over kandidaten worden steeds makkelijker bereikbaar. Een LinkedIn-profiel is meestal echt wel genoeg om een beeld van iemand te krijgen, en dan nog: zou een sollicitatie niet meer over de toekomst dan over het verleden moeten gaan?

#3. Het sollicitatiegesprek

Nog zo’n ijkpunt van de traditionele sollicitatieprocedure: het gesprek. Wie een baan zoekt, moet nog steeds langskomen bij de hiring manager, die vervolgens in een half uur tot een uur denkt te kunnen bepalen of je al dan niet geschikt vlees in de kuip bent. Maar wetenschappelijk onderzoek laat niet alleen zien dat dit verplichte nummer meestal zonde van de tijd is, het kan zelfs ook schadelijk zijn: de beste kandidaten kunnen buiten de boot vallen, waardoor je uiteindelijk met minder goede kandidaten overblijft.

Wat dan wel?

Mensen aannemen zonder ze überhaupt maar gesproken te hebben? Het komt zelden voor, maar wel steeds dichterbij. Er zijn dan ook makkelijk meer dan genoeg varianten op het standaard gesprek te verzinnen, met evenveel (of zo je wil: even weinig) voorspellende waarde. En anders: de wereld van de testen ontwikkelt zich snel, voor allerlei doelgroepen. Algoritmes hebben bovendien geen vooroordelen. Op zoek naar de beste kandidaat? Ga dan op zoek naar bewijs, niet naar degene die het best een gesprek kan voeren.

#4. De referentie

Nog zo’n schijnbaar onuitroeibaar fenomeen is de referentie. Op zoek naar een klein stukje bevestiging over een bepaalde kandidaat wordt over de hele wereld nog steeds gebeld met vorige werkgevers. Was Jantje echt zo goed als wij denken? Helaas levert zo’n check zelden tot nooit bruikbare informatie op. En voor de kandidaat levert het bovendien nog een vervelende hobbel in het proces op, die eigenlijk nergens toe dient. Afscheid nemen dus.

Wat dan wel?

Denk goed na over de zekerheid die je wil krijgen van de referent. Hoe belangrijk is die zekerheid nu werkelijk? En, kun je die zekerheid dan echt niet op een andere manier krijgen? Via de kandidaat zelf misschien, of via een CV-checker?

Een referentiecheck is voor de kandidaat een vervelende hobbel in het proces, die nergens toe dient

#5. Post & Pray op sociale media

Dat post & pray (alleen) nauwelijks meer werkt? Joh, wat een verrassing. Toch zien we het fenomeen niet alleen nog steeds in de zaterdagkranten, ook jobboards staan nog vol met smekende vacatures. We blijven het maar proberen. Een paar jaar geleden kwamen ineens de sociale media op. Nou, dat was nog eens handig. Konden we onze vacatures zo gratis op Twitter en Facebook knallen. Alleen… met jammer genoeg even weinig resultaat. De droomkandidaat laat de vacature nog steeds iets te vaak aan zich voorbijgaan. Logisch, want waarom zou hij of zij ook solliciteren?

Wat dan wel?

Hoe krijg je die droomkandidaat dan wel binnen? Nou, in elk geval niet alleen door je eigen vacatures naar buiten te schreeuwen. Wel door op een slimme manier een werkgeversmerk op te bouwen, door de kracht van inbound recruitment te benutten, door zelf op meerdere niveaus goed op zoek te gaan en door collega’s te betrekken in de zoektocht. Door je, met andere woorden, te verplaatsen in de kandidaat en te bedenken waardoor hij of zij getriggerd zou worden. Het simpele feit dat jij een vacature hebt, is daarvoor allang niet meer genoeg…

Meer van zulke verhalen?

Lees elke week de Nieuwsbrief van Werf& en blijf op de hoogte van alles wat er gebeurt op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment! Doe het nu, het is gratis en je mist nooit meer iets!