Het artikel gaat hieronder verder.
Bij haar dochter werd al op haar elfde besloten of ze richting vmbo, havo of vwo moest. Op basis van één soort capaciteit: goed kunnen leren op de basisschool. ‘Maar dat zegt niets over je talent, je interesses of wat je later tot bloei brengt’, aldus Merel T. Feenstra-Verschure, Assistant Professor organisatiespsychologie en organisational behavior aan TIAS School for Business and Society. ‘We denken dat jongeren straks niet meer nodig zijn omdat A.I. routinetaken overneemt’, zegt ze. ‘Maar eigenlijk hebben we een systeem gebouwd dat jongeren al veel eerder buitenspel zet.’

Volgens Feenstra-Verschure is dat vroege sorteren van jongeren in deze tijd niet langer houdbaar. ‘Je creëert paden waarvan jongeren nauwelijks kunnen afwijken. En als ze later ontdekken dat het niet past, zitten ze vast. Ik zie mensen die jarenlang op kantoor werken omdat ze goed konden leren, maar eigenlijk liever met hun handen werken. Ze kwamen er pas veel later achter dat hun talenten ergens anders liggen.’
Je creëert paden waarvan jongeren nauwelijks kunnen afwijken.
Dat patroon ziet ze nu al bij jongeren. ‘Deze generatie komt veel eerder tot de conclusie: dit past niet bij mij. Maar het systeem helpt ze niet om die ontdekking om te zetten in een gezonde richting. Ze worden losgelaten aan het einde van hun studie, zonder begeleiding in hoe werk er echt uitziet. Dan volgt een harde landing.’ Die harde landing wordt nog eens versterkt door de boodschap dat routinematige startersfuncties verdwijnen. ‘Jongeren horen dat A.I. straks hun plek inneemt. Sommigen worden daardoor terughoudend om risico’s te nemen. En als je al onzeker bent, maakt dat de stap naar de arbeidsmarkt nóg groter.’
Mensen blijven uniek
Feenstra-Verschure erkent dat A.I. bepaalde taken efficiënter maakt. Ze ziet het in haar eigen onderzoek, zegt ze. ‘A.I. kan simpele coderingsstappen doen, maar mijn manier van analyseren, gevormd door mijn achtergrond, kan het niet overnemen. Het ondersteunt mij. Maar mij vervangen? Dat zeker niet.’ Daar zit volgens haar dan ook het misverstand. ‘Instapwerk bestaat vaak uit routinematige stappen. Die kan A.I. prima uitvoeren. Maar daarmee verdwijnt de waarde van een starter niet. Jongeren brengen nieuwe inzichten, een frisse blik, een andere mentaliteit. Dat kun je niet zomaar automatiseren.’

Jongeren brengen een frisse blik. Dat kun je niet zomaar automatiseren.’
Veel organisaties hebben volgens haar moeite om dat onderscheid te maken. ‘Er is druk op marges, er is krapte, er is technologische verandering. Dan lijkt het logisch om de banen voor junioren te schrappen. Maar bedrijven die nu te weinig investeren in jonge mensen, creëren over 5 jaar hun eigen probleem. Je hebt die doorstroom nodig. Zonder basis heb je geen toekomst.’
SPP als reddingsboei
Voor Feenstra-Verschure begint de oplossing bij iets wat veel organisaties nu tekortschiet: strategische personeelsplanning. ‘Je moet weten waar je mensen nu zitten, waar zij over een paar jaar kunnen staan en welke rollen je dan nodig hebt. Als je dat inzichtelijk maakt, zie je automatisch dat je jonge instroom hard nodig hebt. Anders ontstaan er gaten die je niet meer kunt dichten.’ Daarbij gaat het niet alleen om: functies vullen. Ontwikkeling van mensen is minstens zo belangrijk. ‘Organisaties moeten jongeren niet aannemen om taken uit te voeren die A.I. sneller kan, maar omdat ze kwaliteiten hebben die verder gaan dan die taken.’

Daar ligt de toekomst van werk, aldus Feenstra-Verschure. Ze legt uit hoe ook moderne onzekerheid jongeren beïnvloedt. ‘Ze zien influencers die in één maand 10.000 euro verdienen, of mensen die hun leven totaal omgooien. Dat triggert iets: ze willen betekenis, vrijheid, een eigen pad. Maar de arbeidsmarkt biedt nog vaak starre profielen en vacatureteksten vol eisen. Dat matcht niet.’
Wees nou maar blij
Ze ziet jongeren van studie naar studie hoppen. Ze zoeken naar iets dat bij hun talenten past. ‘Maar het huidige systeem helpt ze daar niet in. En als ze eindelijk een baan vinden, kan de druk van hoge woonlasten of terugbetalingsverplichtingen ervoor zorgen dat ze vast blijven zitten. Ook dat zie ik gebeuren: twintigers die niet durven te bewegen omdat ze ‘blij mogen zijn dat ze iets hebben’.’
‘We hebben de inrichting van werk onvoldoende aangepast aan de nieuwe generatie.’
Veel starters ervaren volgens Feenstra-Verschure een te grote overgang van studie naar werk. ‘In het laatste jaar van hun opleiding werken ze zelfstandig aan een scriptie, vanuit huis, op hun eigen tempo. En dan begint het echte werk: van 9 tot 5, aanwezig zijn, hiërarchie. Dat botst met wat zij gewend zijn en wat ze belangrijk vinden.’ Kijk naar jongeren die hun eerste werkweek filmen op TikTok: verbaasd over kantoorritmes, starre uren, taaklijsten die weinig ruimte laten voor talent. ‘We kunnen daarom lachen, maar het zegt iets fundamenteels: we hebben de inrichting van werk onvoldoende aangepast aan de nieuwe generatie.’
@daan.broesder Hoe doen jullie dit? #loondienst
Talent vóór functieprofiel
Feenstra-Verschure houdt een pleidooi voor het loslaten van starre functieprofielen. ‘Nu zeggen we: voor deze rol moet je kunnen presenteren, Excel beheersen én rapporten schrijven. Als één van die eisen je niet ligt, valt de hele functie af. Terwijl je misschien precies de kwaliteit hebt die het team nodig heeft.’ Ze pleit er daarom voor om werk te ontleden in taken en te kijken welk talent daar het beste bij past. Pixelation, met andere woorden. ‘Als we functies loskoppelen van werkzaamheden, ontstaat er veel meer ruimte voor mensen om op hun kracht te werken. En zeker jongeren hebben die ruimte nodig om tot bloei te komen.’
‘A.I. kan de waarde van kenniswerk relativeren.’
Interessant vindt ze de vraag hoe A.I. nu al de waardering van beroepen verandert. Zo vroeg Feenstra-Verschure’s dochter zich recent af waarom iemand die een vloer legt minder verdient dan een consultant die met A.I. een document opstelt. ‘A.I. kan zo de waarde van kenniswerk relativeren. Beroepen waarbij je met je handen werkt worden dan wellicht belangrijker. Daar is ons huidige onderwijssysteem totaal niet op ingericht.’ Volgens haar moeten opleidingen daarom beter aansluiten bij wat de arbeidsmarkt echt nodig heeft: vaardigheden die A.I. niet kan vervangen: creatief denken, fysiek vakmanschap en mensgericht werk.

Een signaal
Feenstra-Verschure maakt zich zorgen over wat er gebeurt als jongeren straks geen plek meer kunnen vinden in traditionele banen. ‘Dan zoeken ze alternatieven: vloggers, zelfstandige nicheberoepen. Sommige daarvan zijn waardevol, maar als te veel mensen zich terugtrekken uit de reguliere arbeidsmarkt, ontstaat er een tekort aan mensen in vitale beroepen. Dan komt het systeem echt onder druk.’ Dat is geen verwijt aan jongeren, benadrukt ze, maar vooral een signaal. ‘Als mensen massaal het vaste contract verlaten omdat ze vrijheid missen, dan klopt er iets niet in de manier waarop we het werk nu organiseren.’
‘Luister naar wat ze nodig hebben. Creëer een veilige setting waarin je vragen mag stellen.’
De eerste stap die volgens haar gezet moet worden? Jongeren beter meenemen in de overgang van studie naar werk. ‘Luister naar wat ze nodig hebben. Wees duidelijk over verwachtingen. Creëer een veilige setting waarin je vragen mag stellen. Dat is niet ‘aan het handje meenemen’, maar gewoon goed werkgeverschap.’ En, benadrukt ze: richt je op talent. ‘Jongeren komen sneller tot inzicht in wat niet bij hen past dan eerdere generaties. Dat moet je zien als een kans. Neem je dat serieus? Dan bouw je een organisatie die toekomstbestendig is.’
