Dit waren de 3 key learnings van het Duitse STAFFINGpro 2025

Het RheinMain CongressCenter in het Duitse Wiesbaden stroomde eind oktober weer vol met professionals uit de recruitment- en uitzendbranche. Hier vond op dat moment namelijk STAFFINGpro 2025 plaats, de beurs die onder andere liet zien hoe A.I., automatisering en slimme integraties processen in de arbeidsmarkt kunnen versnellen en verbeteren, maar tegelijk ook dat persoonlijk contact onmisbaar blijft.

Bij het Nederlandse Byner hadden ze de dag ervoor nog een community event gehad, voor de eigen klanten en relaties. Maar toch togen ze daags daarna alweer naar Duitsland, om ook daar weer kennis over de nieuwste ontwikkelingen in de markt op te doen. Welke 3 belangrijke inzichten namen ze daarvandaan mee?

#1. Digitale transformatie moet doelgericht zijn

Technologie is nooit een doel op zich, maar altijd een middel om andere ambities waar te maken. Waar veel sessies op het event keken naar digitale tools, ging het ook steeds vaker over de vraag: hoe creëren we hiermee impact voor de lange termijn? Data-optimalisatie, automatisering van routinetaken, integratie van systemen: allemaal thema’s die aanspraken tijdens de beurs. Het inzicht? Niet elk innovatief idee is zinvol voor elke organisatie. Echte waarde ontstaat alleen wanneer technologie de strategie versterkt, aansluit op processen en mensen in hun kracht zet.

#2. Agility is geen luxe meer

Agility, of: wendbaarheid, betekent meer dan flexibel kunnen plannen of processen kunnen herzien. Het betekent ook dat organisaties continu leren, experimenteren en aanpassen. Bedrijven die vastzitten in starre processen lopen het risico voorbijgestreefd te worden. De verschillende sprekers op STAFFINGpro maakten duidelijk dat wie innovatie omarmt en de juiste technologie gebruikt, processen kan afstemmen op veranderingen in de markt. En dat is waardevol, zéker in economisch uitdagende tijden.

#3. A.I. maakt werving slimmer, maar niet minder menselijk

Je kunt er in Nederland niet omheen, en ook tijdens de beurs in Duitsland was het hét thema en gesprek van de dag: kunstmatige intelligentie. Matching-algoritmen, geautomatiseerde candidate journeys en marktanalyse-tools worden steeds preciezer en praktischer. A.I. helpt recruiters niet alleen sneller te werken, maar ook betere beslissingen te nemen, zo bleek telkens weer. Maar de uitdaging? Technologie gebruiken als  ondersteuning van menselijke intuïtie, niet als vervanging daarvan.

Het Byner-team op de beurs in Wiesbaden

Slimmer recruiten zonder extra werk 

Die balans tussen technologie en menselijkheid is precies waar de Search & Match-module van Byner ook om draait. A.I. doet het voorwerk, jij houdt de regie. Voor matches die sneller, slimmer en relevanter zijn dan ooit.

  • Slimmer matchen: Deze A.I.-sidekick doorzoekt je database automatisch en kijkt verder dan trefwoorden. Skills, context en beschikbaarheid tellen mee, zodat je matches krijgt die écht kloppen en je talentbase eindelijk zijn volle potentieel benut.
  • Sneller werken: Scrollen door cv’s? Verleden tijd. Je A.I.-sidekick scant in seconden je hele database en toont direct de beste kandidaten.
  • Betere beslissingen: A.I. doet het voorwerk, maar jij houdt altijd de regie. Met slimme filters verfijn je de resultaten en maak je sneller, betere keuzes. Zonder in te leveren op menselijke nuance.

Over de auteur

Dit artikel is voor Byner geschreven door Rinske Oosterhof. 

Wim op woensdag: Ai, wat een dooddoeners!

Laten we het eens hebben over de ‘Aiftakeling‘ van woorden in cv’s en vacatureteksten. Het is woensdag. Terwijl jij dit leest, worden er duizenden cv’s verstuurd en vacatures geplaatst, nog altijd bómvol dooddoeners. Alleen: de dooddoeners van vandaag klinken anders dan vroeger. De klassiekers: vóór A.I.:

Uit cv’s:

  • Ik ben een teamplayer met hands-on mentaliteit
  • Ik ben resultaatgericht en stressbestendig
  • Ik kan zowel zelfstandig als in teamverband werken
  • En het pareltje der dooddoeners: ik ben een duizendpoot.

Uit vacatures:

  • Gedreven collega gezocht
  • Informele sfeer met korte lijnen
  • Marktconform salaris
  • Uitdagende functie met veel vrijheid

Voorspelbaar? Zeker. Maar tenminste nog… menselijk.

De nieuwe generatie: AI-dooddoeners

Toen kwam ChatGPT. Handig, maar herkenbaar van mijlenver. Moderne cv’s staan vol met dooddoeners als:

  • Bewezen expertise in het aansturen van organisatieverandering
  • Het cultiveren van relaties met belangrijke stakeholders
  • Het optimaliseren van processen ter verbetering van de efficiency

En vacatureteksten met:

  • Een unieke kans om een betekenisvolle impact te maken
  • De ideale kandidaat gedijt in een snel veranderende omgeving

Het resultaat? Perfecte, maar zielloze teksten. Formeel, houterig, vol werkwoorden op -eren.
 Maar niemand zegt: ‘Ik heb de samenwerking bevorderd.’ Je zegt: ‘Ik zorg dat teams beter samenwerkten.’

Het échte probleem

Het echte probleem? We willen opvallen, maar klinken nu allemaal als dezelfde robot. Recruiters en kandidaten prikken er zó doorheen:

  • Te nette structuur
  • Te veel buzzwords
  • Geen persoonlijkheid
  • A.I.-houterigheid

De oplossing? Gebruik A.I. gerust. Maar vergeet niet om het daarna menselijk op te poetsen. Breek eens een zin. Gebruik voorbeelden. Schrijf zoals je praat. Recruiters zoeken geen ‘gepassioneerd individu dat stakeholders faciliteert’. We zoeken gewoon iemand die het werk goed doet. Mijn ‘Wim op Woensdag’-tip:
 klinkt je cv als een slecht vertaald managementboek? Dan ben je te ver gegaan.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen (Tilburg, 1969) is een bekend gezicht in de Nederlandse recruitmentwereld. Na jaren als recruiter en ondernemer – onder meer met Strictly People, dat hij in 2022 verkocht – adviseert hij nu recruitment- en detacheringsbureaus over groei en ontwikkeling. Hij is schrijver van het boek Van recruiter naar ondernemer, waarin hij zijn ervaringen deelt en 20 recruitmentexperts interviewde, en natuurlijk van Wim op woensdag, met ruim 300 blogs over het recruitmentvak.

Lees ook:

Opvallend: Europese drone-industrie vertoont krimp (!) in vacatures

Na het begin van de Russische invasie in februari 2022 verwachtten experts een sterke groei in de drone-industrie. Inderdaad volgde aanvankelijk wel een stijging, met een initiële piek van bijna 9.000 vacatures in het daaropvolgende kwartaal – een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. De absolute piek volgde in het derde kwartaal van 2023, met bijna 9.700 vacatures. Hoewel het aantal sindsdien al dalende was, is de scherpe terugval vanaf begin dit jaar met recht zorgwekkend te noemen. De cijfers van het jongste kwartaal liggen zelfs aanzienlijk lager dan eind 2021, nog vóór de oorlogsdreiging in de Europese landen voelbaar werd. 

Van de onderzochte Europese landen hebben momenteel slechts 3 – Nederland, Spanje en Italië – méér drone-gerelateerde vacatures openstaan dan bij het uitbreken van de oorlog. Frankrijk, dat deze hele periode koploper is geweest, zag het aantal vacatures nu zelfs slinken naar het laagste niveau sinds het derde kwartaal van 2021. Ook Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk blijven opvallend genoeg onder hun vacatureniveau van begin 2022. 

Brede expertise gevraagd 

In heel Europa zoekt de drone-industrie vooral naar breed inzetbare technische profielen. De meest gevraagde functies worden aangevoerd door IT’ers, met name system en software engineers, waarbij vooral specialisaties in Java, DevOps en C/C++ gewild zijn. Naast de softwarekant is er uiteraard ook vraag naar mensen in productie en montage, waardoor technici in robotica, elektrotechniek en servicemonteurs onmisbaar zijn. In Nederland en Frankrijk zijn drones het sterkst verweven met de krijgsmacht, wat verklaart waarom in die landen soldaten en officiersberoepen prominent terugkomen in de vacatures. 

  Top 10 meest gevraagde functies 
1  Systeemingenieur 
2  Technisch medewerker 
3  Software engineer 
4  Dronepiloot 
5  Monteur/mechanicus 
6  Militair/defensieberoepen 
7  Servicemonteur/technicus 
8  Projectleider 
9  Programmeur C, C++ 
10  Mechanisch ingenieur 

Urgentie politiek vs realiteit 

‘Je zou verwachten dat het aantal aan drone-gerelateerde vacatures zou zijn geëxplodeerd bij de Europese defensie-industrie. Daar zien wij echter geen bewijs van’, aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur arbeidsmarkt bij Intelligence Group. ‘Dit ligt in lijn met de totale vraag vanuit deze industrie, die in Q1 en ook in Q3 van 2025 nog weinig signalen geeft van sterke groei in vraag naar mensen. Het wervingsniveau en daarmee ook tekenen van urgentie om sterke groei te realiseren in deze industrie, zijn nog maar zeer beperkt waarneembaar. De urgentie waar de politiek over praat, zien we niet terug in aantrekkende vraag bij de defensie-industrie.’

De vraag blijft of de Europese drone-industrie eigenlijk wel snel genoeg kan opschalen om aan de strategische behoeften te voldoen, of dat de kloof tussen politieke retoriek en industriële capaciteit voorlopig blijft bestaan. ‘Juist nu Europa zich moet voorbereiden op een periode van mogelijk verminderde Amerikaanse militaire steun en een aanhoudend conflict aan zijn oostgrens, is een versnelde opbouw van eigen defensiecapaciteit van groot belang’, schetst Waasdorp. 

Lees ook

Wim op woensdag: Waarom de beste sollicitant wint (en niet de beste kandidaat)

Een sollicitatieproces is theater. Wie weet wanneer hij moet glimlachen, welke woorden indruk maken en hoe je ‘enthousiasme’ vertaalt naar het idee van ‘ik wil dit echt’, maakt meer kans. De persoon die het sollicitatiespel het beste snapt, wint zo vaker dan degene die het werk uiteindelijk het beste zou kunnen. De beste kandidaat dus. Waarom dit misgaat? Ik zie 3 structurele oorzaken:

  1. We beoordelen het gedrag, niet de fit. Tijdens gesprekken letten we op hoe iemand praat en reageert. Sociale signalen, maar geen indicatoren voor werkprestatie.
  2. We vertrouwen te veel op intuïtie. ‘Ik had een goed gevoel bij haar.’ Dit is vaak niets meer dan een echo van je eigen voorkeuren. We nemen mensen aan die op ons lijken.
  3. We meten niet wat belangrijk is. Cv’s, opleidingen en gesprekken meten zelden objectief gedrag, motivatie of cultuurfit.

Waarom we erin trappen

Ons brein houdt van gemak. In 45 minuten kiezen we makkelijker voor wie ‘klikt’ dan voor wie stilletjes briljant is. En eerlijk: de beste sollicitant past vaak beter bij ons proces. Dat proces beloont extraversie en verbale scherpte, eigenschappen die we zien als ‘potentieel’. De keerzijde merken we dan pas later:

  • De vlotte sollicitant loopt vast na het eerste kwartaal
  • De stille kandidaat die je passeerde, breekt door bij de concurrent
  • Het team wordt homogeen en innovatie verdampt

Wat je eraan doet

  1. Meet gedrag, niet bravoure. Gebruik assessments of tools die gedragsvoorkeur, stressreactie of motivatie zichtbaar maakt.
  2. Splits de fases. Laat kandidaten een relevante taak uitvoeren of een meeloopdag doen vóór het gesprek.
  3. Train hiring managers. Leer ze luisteren en herkennen wanneer iemand zich verkoopt versus écht iets toevoegt.
  4. Vertraag het proces. Een nachtje slapen levert scherpere inzichten dan het ‘goede gevoel’ van die dag.
  5. Herdefinieer succes. Wat betekent ‘de beste’? Degene die het snelst overtuigt, of degene die het langst waarde toevoegt?

De nuance

Is het erg dat de beste sollicitant wint? Niet altijd. In commerciële rollen of leiderschap is overtuigings- en presentatiekracht immers cruciaal. Maar als we in elk proces dezelfde gedragsstijl belonen, bouwen we organisaties vol gelijke types. Dat beperkt groei, creativiteit en tegenspraak. Wie écht eerlijk wil werven, moet dan ook erkennen dat het huidige systeem degene bevoordeelt die het spel begrijpt.

Wil je de beste kandidaat in plaats van de beste sollicitant? Verander dan het spel.

Wil je de beste kandidaat? Verander het spel. Stel na elk gesprek één vraag: ‘Heb ik beoordeeld op wat deze persoon zei, of op wat deze werkelijk kan?’ Zolang we die vraag niet stellen, wint de beste sollicitant. En niet: de beste kandidaat. Altijd.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen (Tilburg, 1969) is een bekend gezicht in de Nederlandse recruitmentwereld. Na jaren als recruiter en ondernemer – onder meer met Strictly People, dat hij in 2022 verkocht – adviseert hij nu recruitment- en detacheringsbureaus over groei en ontwikkeling. Hij is schrijver van het boek Van recruiter naar ondernemer, waarin hij zijn ervaringen deelt en 20 recruitmentexperts interviewde, en natuurlijk van Wim op woensdag, met ruim 300 blogs over het recruitmentvak.

Lees ook:

Wim op woensdag: Waarom jouw onderbuik geen mening heeft 

Er is een term die me al heel lang de keel uit hangt. Een term die opduikt in vergaderzalen, bij de koffieautomaat, en vooral in sollicitatiegesprekken. Een term die klinkt alsof je wijsheid bezit, terwijl je eigenlijk gewoon geen idee hebt wat je moet zeggen. ‘Mijn onderbuikgevoel zegt…’ Wat bedoelen we eigenlijk als we het hebben over ons ‘onderbuikgevoel’? Laten we eerlijk zijn: het is een elegante manier om te zeggen: ‘ik heb een mening maar geen argumenten.’ Het is de volwassen versie van ‘daarom’ als antwoord op de vraag: ‘waarom?’

Je onderbuik voelt honger. Je onderbuik voelt pijn na een slecht gekozen shoarma om 3 uur ’s nachts. Maar je onderbuik heeft geen visie op het marketingbudget, geen gedachten over recruitment, en zeker geen wijsheid over complexe maatschappelijke vraagstukken.

De democratie van luiheid

Het probleem met ‘onderbuikgevoelens’ is dat ze iedereen gelijkschakelen. De chirurg die 20 jaar ervaring heeft? Onderbuikgevoel. De complotdenker die zijn informatie van Facebook haalt? Ook onderbuikgevoel. Beide even geldig, want wie ben jij om aan iemands buik te twijfelen? Dit is intellectuele luiheid in designerverpakking. Wanneer zijn we opgehouden met denken en begonnen met voelen? Wanneer werd het ongemakkelijk om te zeggen: ‘Weet je wat, ik heb hier geen verstand van’, of: ‘Laat me daar eens over nadenken’?

Wanneer zijn we opgehouden met denken en begonnen met voelen?

Nu, voordat de reacties binnenkomen: ja, intuïtie bestaat. Ja, ervaring kan zich manifesteren als een gevoel. Een ervaren arts die iets ‘niet vertrouwt’ bij een patiënt? Dat is jarenlange expertise die te snel werkt om in woorden te vatten. Maar, en dit is een grote máár, echte intuïtie kun je uitleggen als je even erover nadenkt. Het is niet mystiek. Het is patroonherkenning op basis van kennis en ervaring. Als je ‘onderbuikgevoel’ verdwijnt zodra iemand vraagt ‘waarom denk je dat?’, dan was het geen intuïtie. Dan was het een vooroordeel met een stropdas om.

De moed van ‘Ik weet het niet’

Weet je wat écht moedig is in 2025? Toegeven dat je iets niet weet. Zeggen: ‘Daar heb ik geen verstand van, laat me dat even uitzoeken.’ Of nog beter: ‘Daar heb ik geen verstand van, maar jij wel, wat denk jij?’ We zijn zo bang geworden om niet overal een mening over te hebben. Alsof het een persoonlijk falen is om niet over elk onderwerp een instant-oordeel klaar te hebben liggen. Nieuwsflits: je hoeft niet overal verstand van te hebben. Je onderbuik al helemaal niet.

Een klimaatwetenschapper over klimaat? Weegt zwaarder dan een blogger.

Dus wat dan wel? Denken. Ouderwets, langzaam, soms ongemakkelijk denken. Vragen stellen. ‘Wat zou er gebeuren als…?’ ‘Hoe weten we dat…?’ ‘Wie heeft hier ervaring met…?’ Expertise respecteren. Niet ieders mening weegt even zwaar. Een viroloog over virussen? Zwaarder dan je buurman. Een klimaatwetenschapper over klimaat? Zwaarder dan een blogger (zelfs deze). Twijfel omarmen. ‘Ik neig naar X, maar ik zie ook dat Y een punt heeft’ is geen zwakte. Het is volwassenheid.

Tot slot

De volgende keer dat je voelt dat je ‘onderbuikgevoel’ opborrelt in een discussie, stel jezelf dan deze vraag: is dit wijsheid die spreekt, of is dit gemak? Want je onderbuik is goed in één ding: je laten weten wanneer het tijd is om te eten. Voor de rest? Gebruik je hoofd. En als je dat niet kunt of wil, dan is dat ook oké. Maar noem het dan geen ‘gevoel’. Noem het wat het is: een mening zonder fundering.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen (Tilburg, 1969) is een bekend gezicht in de Nederlandse recruitmentwereld. Na jaren als recruiter en ondernemer – onder meer met Strictly People, dat hij in 2022 verkocht – adviseert hij nu recruitment- en detacheringsbureaus over groei en ontwikkeling. Hij is schrijver van het boek Van recruiter naar ondernemer, waarin hij zijn ervaringen deelt en 20 recruitmentexperts interviewde, en natuurlijk van Wim op woensdag, met ruim 300 blogs over het recruitmentvak.

Lees ook:

De keuze van Isabel: ‘We noemen het krapte, maar het is vooral… gebrek aan lef’

Het klinkt goed in elk managementoverleg: De markt is krap, we vinden niemand.’ Maar kijk even eerlijk in de spiegel. Zijn er écht geen kandidaten, of blijven we allemaal wachten op de perfecte match die precies lijkt op de vorige?

Zijn er écht geen kandidaten, of blijven we wachten op de perfecte match?

De markt is inderdaad moeilijk. Voor seniorprofielen is er volk genoeg, sterke mensen met ervaring en leiderschap. Maar wie vandaag een professional zoekt, iemand die gewoon goed is in zijn vak, botst al snel op stille inboxen. Dat noemen we dan ‘de war on talent’. Maar wat ik elke week zie, is dat het probleem niet de krapte is. Het is… het gebrek aan lef.

Logisch op papier

We blijven zoeken naar de kandidaat die alles al gedaan heeft, alle tools kent, vlot in het team past én liefst nog binnen het budget valt. Logisch op papier, fataal in de praktijk. Want terwijl je wacht op zekerheid, gaat de business niet vooruit, stijgt de werkdruk en brokkelt het vertrouwen af.

We overschatten ervaring en we onderschatten leervermogen.

Lef is durven kiezen voor potentieel. Voor iemand die nog niet alles kan, maar wél wil. Voor iemand die uit een andere hoek komt, maar daardoor net iets nieuws brengt. Het vraagt meer uitleg, meer begeleiding, meer moed. Maar het levert ook energie, groei en vernieuwing op. We overschatten ervaring en we onderschatten leervermogen. We verkiezen controle boven beweging. En misschien is dat wel de reden waarom zoveel organisaties vandaag vastlopen: niet omdat ze geen mensen vinden, maar omdat ze niet durven kiezen voordat het perfect voelt.

De echte uitdaging

De echte uitdaging van recruitment vandaag is geen schaarste. Het is besluitvorming. Wie blijft wachten op zekerheid, krijgt stilstand. Wie durft kiezen, krijgt groei. De war on talent? Die is passé. De war on excuses is begonnen.

Over de auteur

Isabel Verhelst is een resultaatgerichte, no-nonsense coach met een passie om mensen te verbinden. Ze is eigenaar van Talent to Match (het voormalige Ingenium Executive Search), een boutique bureau met de focus op top C-level talent dat perfect past bij het DNA van de organisatie. Op deze site schrijft ze elke twee weken op dinsdag een blog.

Lees ook

Over het kaartspel waarmee Freo zijn medewerkers blijvend wil verrassen

‘Samen, groeien en verrassen.’ Dat is kort gezegd de Employer Value Proposition van kredietverstrekker Freo, 100% dochter van Rabobank, en in Nederland vooral bekend als voormalig sponsor van landskampioen PSV. Zo’n belofte aan je kandidaten en werknemers is natuurlijk mooi, maar hoe geef je dat vervolgens ook handen en voeten? Hoe zorg je dat het meer wordt dan een slogan aan de muur?

‘Wat verstaan de mensen die er al werken nu precies onder die werkwaarden?’

Dat was ook precies de vraag die Melissa Aspers zich stelde, toen ze als MT-lid met employer branding in haar portefeuille dieper nadacht over de ‘werkwaarden’ van de organisatie, en hoe die te vertalen naar het leven van alledag. En ja, als je dan ‘verrassen’ als een van die waarden hebt geformuleerd, dan wil je dat natuurlijk ook op een verrassende manier bereiken.

Hart

Aspers besloot daarop de handen ineen te slaan met Goals, de eveneens Eindhovense employer branding-specialist, die staan voor ‘living the brand’ en zich profileren als ‘reisleider voor de héle kandidaat- en medewerkersreis’. Zij ontwikkelden al eerder voor Freo het EVP op methodische wijze met de door hun ontwikkelde Magnet Score en gingen aan de slag met workshops met groepjes medewerkers. Wat verstaan de mensen die er al werken nu precies onder die kernwaarden ‘samen’, ‘groeien’ en ‘verrassen’? Wat onderscheidt Freo voor hun nu precies van andere werkgevers?

‘Het past bij hoe wij kijken naar werkgeverschap’, aldus Aspers. ‘We willen dat mensen energie kríjgen van hun werk, dus niet alleen dat het hen energie kost. We hebben een ‘werk-hart’ gemaakt, met daarin eigenlijk alles waarin we geloven en wat we dan beloven.’

Gespreksstarter

Maar ja, zo’n hart met de belofte, de behoefte, het bewijs en de werkwaarden eromheen, dat levert natuurlijk nog niet meteen een ‘gespreksstarter’ op voor medewerkers onderling. Het blijft een beetje abstract. En zo kwam Goals vervolgens met de oplossing om wél dat gesprek te openen: een kaartspel met drie stapeltjes kaarten, voor elk van de kernwaarden één, met daarop steeds een andere gewenste handeling. Daarnaast is een bijpassend spelbord ontwikkeld om overzicht te krijgen en tot concrete acties te komen.

Er zijn ‘gedragskaarten en impactkaarten’, legt Aspers uit. ‘Dat helpt als je net in dienst bent om het gesprek over te voeren. Je kunt het ook in het werving- en selectieproces al spelen, omdat het helpt te zoeken: heeft iemand het DNA waar we naar op zoek zijn? Daarnaast kun je er op teamniveau mee aan de gang, om teamdoelen te bespreken. En ook met collega’s: waar zit mijn groei nog in, om zo goed mogelijk bij die waarden te passen?’

Geen spelregels

Geformuleerde kernwaarden, of ‘werkwaarden’, zoals ze het hier noemen, blijven vaak ‘wat abstract’, aldus Aspers. ‘Ze hebben voor iedereen ook vaak een andere betekenis. We hopen dat het met een kaart in je hand makkelijker wordt om het gesprek erover te voeren.’ Strikte spelregels zijn er bij het kaartspel niet, legt ze uit. ‘Je kunt ze bijvoorbeeld op volgorde leggen van wat voor jou belangrijk is. Het is niet de bedoeling dat je een uur lang een spel ermee gaat spelen. Het is vooral bedoeld om te helpen vragen aan te scherpen.’

‘We hopen dat het met een kaart in je hand makkelijker wordt om het gesprek erover te voeren.’

De gedachte is om het concept de komende maanden uit te rollen en daarna ook nog te gaan variëren naar de vier area’s, de afdelingen binnen Freo, vertelt ze. Alles om ervoor te zorgen ‘dat mensen zich betrokken voelen bij de organisatie en dat ze een doel hebben waar we met z’n allen aan werken.’

Ambities waarmaken

Naar de klanten toe heeft de organisatie de belofte: ‘Samen maken we ambities waar’, omdat ze kredieten willen verlenen aan particulieren die daarmee hun dromen kunnen verwezenlijken. En dat alles vanuit de merkwaarden Betrokken, Eenvoudig en Duidelijk. ‘Freo wil namelijk dat consumenten met een gerust gevoel, eenvoudig en verstandig lenen. Noem het betrokkenheid. Wij noemen het de Freo-manier.’

Die belofte laat zich natuurlijk ook intern goed vertalen, aldus Aspers. Maar waar je klanten voor een krediet vooral níet te veel wil verrassen, wil Freo dat intern uitdrukkelijk wel, voegt ze toe. Woorden als ‘innovatief’, ‘nieuwsgierig’, ‘out-of-the-box’ vallen daarbij al snel. Juist omdat het volgens haar voor het samen groeien zo belangrijk is. ‘Daarom willen we al die drie werkwaarden ook laten terugkomen in alles dat we doen. Ik had sterk de behoefte: hoe gaan we alles wat we hebben tot leven brengen? En eerlijk gezegd denk ik dat met dit kaartspel dat uitstekend gelukt is. Ik ben ervan overtuigd dat dit heel wat gesprek zal losmaken, en dat is precies de bedoeling.’

Lees ook

Wim op woensdag: Wat verkiezingen en recruitment met elkaar gemeen hebben

Het is weer verkiezingstijd. En dus doen we weer alsof we stemmen op ideeën. Maar wees eerlijk: de meeste mensen weten helemaal niet precies waar hun partij voor staat. Ze kiezen voor wie lekker praat. Wie goed overkomt in het debat. Wie ‘vertrouwen’ uitstraalt, wat dat ook mag betekenen. In de politiek stemmen we niet op inhoud, maar op een indruk. En helaas gebeurt in recruitment precies dát hetzelfde.

We scannen hooguit een beetje, vatten samen en vullen de rest zelf in.

In beide werelden ligt de inhoud er wél. Partijen publiceren dikke verkiezingsprogramma’s, vol met standpunten, cijfers en idealen. Kandidaten sturen uitgebreide cv’s, motivatiebrieven en referenties. Maar wie leest dit allemaal nog? We scannen hooguit een beetje, vatten samen en vullen de rest zelf in. We denken: die past wel bij ons, zonder echt te begrijpen waar die persoon voor staat.

De illusie van de stemwijzer

En dus hebben we stemwijzers bedacht. Zoals StemWijzer en Kieskompas, handige online tools die de complexiteit van honderden pagina’s programma reduceren tot 30 stellingen. Beantwoord wat vragen, en hop: jouw ideale partij verschijnt. Je weet wat je moet stemmen. Klinkt rationeel. Klinkt inhoudelijk. Maar is het dat ook? Stemwijzers geven ons het gevoel dat we een weloverwogen keuze maken, terwijl we eigenlijk een algoritme laten beslissen op basis van stellingen die iemand anders heeft geformuleerd. We outsourcen ons oordeel aan een tool die nuance wegpoetst en complexe standpunten vereenvoudigt tot ‘eens’ of ‘oneens’.

In recruitment hebben we precies hetzelfde: de vacaturetekst als stemwijzer. ‘Wij zoeken een gedreven professional met minimaal 5 jaar ervaring, uitstekende communicatieve vaardigheden en een hands-on mentaliteit.’ Check, check, check en de kandidaat gaat door naar de volgende ronde. Maar wat zeggen die criteria eigenlijk? Heeft iemand met 4 jaar en 11 maanden ervaring echt minder te bieden? En wat betekent ‘hands-on‘ precies in jouw organisatie?

De schijnzekerheid van de checklist

‘Deze kandidaat voldoet aan alle eisen in de vacature.’ Klinkt goed, toch? Net zoals: ‘Deze partij matcht 92% met jouw voorkeuren.’ Voelt ook geruststellend. Maar wat zeggen die vinkjes eigenlijk? Dat iemand geleerd heeft welke termen in een cv thuishoren? Dat ze weten hoe je LinkedIn-Bingo speelt met buzzwords? Beide systemen, stemwijzers en vacatureteksten, geven ons de illusie van objectiviteit. Ze suggereren dat we weten wat we zoeken. Maar doen we dat echt?

‘Resultaatgericht’,  ‘flexibel’, ’teamspeler’, het zijn de ‘meer banen’ en ‘betere zorg’ van recruitment.

We schrijven functie-eisen zoals partijen stellingen formuleren: zo breed dat iedereen zich erin kan vinden, zo vaag dat niemand eruit valt. ‘Resultaatgericht’,  ‘flexibel’, ’teamspeler’, het zijn de ‘meer banen’ en ‘betere zorg’ van recruitment. Iedereen knikt instemmend, maar niemand weet precies wat ermee bedoeld wordt.

De winnende presentatie

Politici weten: het gaat niet om je programma, maar om je performance. Hoe je overkomt in het debat. Of je één sterke one-liner hebt die blijft hangen. In recruitment is het net zo. Het sollicitatiegesprek is ons televisiedebat. We beoordelen kandidaten niet op wat ze kunnen bijdragen, maar op hoe goed ze zichzelf verkopen. Wie heeft de beste voorbeelden paraat? Wie geeft de gladste antwoorden op onze vraag naar ‘je grootste zwakte’? Wie speelt het spel het beste mee?

En net als kiezers die achteraf toegeven: ‘Ik weet eigenlijk niet precies waar die partij voor staat, maar ze kwamen wel sympathiek over’, zo nemen we kandidaten aan van wie we eigenlijk niet precies weten wat ze nu echt kunnen. Maar ze maakten wel een goede indruk. Het is makkelijker om te stemmen op een gezicht dan om je te verdiepen in standpunten. Net zoals het makkelijker is om iemand aan te nemen die goed overkomt, dan iemand die je dwingt om even écht na te denken.

In de politiek noemen we dat idealisten. In recruitment noemen we het vaak… lastig.

Maar juist die laatste categorie maakt het verschil. De kandidaten die niet alles gladstrijken. Die een mening hebben, een overtuiging, een visie. Die durven te zeggen: ‘Ik denk dat het anders kan.’ Die voldoen misschien niet aan alle eisen in je vacature. Die hebben misschien niet het juiste aantal jaren ervaring. Maar ze brengen wél iets nieuws. In de politiek noemen we dat idealisten. In recruitment noemen we het vaak… lastig.

Tijd voor inhoud!

Wat zou er gebeuren als we bij recruitment, en bij verkiezingen, écht naar de standpunten zouden kijken? Niet: ‘Voldoet deze kandidaat aan onze eisenlijst?’, maar: ‘Wat vindt deze persoon eigenlijk van het werk dat wij doen?’ Wat als we vacatureteksten niet als filter gebruiken, maar als uitnodiging tot debat? Wat als we stemwijzers niet als uitkomst zien, maar als aanleiding om dieper te graven? Dan zou werving minder een campagne zijn, en meer: coalitievorming mét inhoud. Dan zouden we niet selecteren op indruk, maar op ideeën. En dan zouden we misschien eindelijk mensen aannemen die ons uitdagen, in plaats van ons bevestigen.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen (Tilburg, 1969) is een bekend gezicht in de Nederlandse recruitmentwereld. Na jaren als recruiter en ondernemer – onder meer met Strictly People, dat hij in 2022 verkocht – adviseert hij nu recruitment- en detacheringsbureaus over groei en ontwikkeling. Hij is schrijver van het boek Van recruiter naar ondernemer, waarin hij zijn ervaringen deelt en 20 recruitmentexperts interviewde, en natuurlijk van Wim op woensdag, met ruim 300 blogs over het recruitmentvak.

Lees ook:

Wat zijn de rode vlaggen voor kandidaten om bij jou aan de slag te willen? (En wat kun je eraan doen?)

Wat laat talent aarzelen om bij jou aan de slag te willen gaan? Nieuw onderzoek van onder meer hoogleraar Boris Groysberg onder meer dan 350 deelnemers aan de zogeheten HBS Executive Education, waarover Harvard Business Review bericht in twee verschillende verhalen, werpt er licht op. En het geheim blijkt vooral te zitten in 3 dingen: gebrek aan duidelijkheid, consistentie en fatsoen. Of, iets specifieker gezegd: gebrek aan duidelijkheid over de functie of organisatie, slechte wervingspraktijken, onaangename of ongeïnteresseerde medewerkers en een slechte reputatie van het bedrijf.

Kandidaten zijn op hun hoede ‘als de strategie niet kan worden gearticuleerd’.

Over gebrek aan duidelijkheid: bedrijven slagen er soms niet in om de basisfeiten over missie, waarden en cultuur over te brengen, stellen de deelnemers aan het onderzoek. En kandidaten zijn dan op hun hoede ‘als de strategie niet kan worden gearticuleerd’. Meerderen noemden ‘geen discussie over de bedrijfscultuur’ of ‘het niet verwoorden van bedrijfswaarden en het geven van voorbeelden’ als problematisch. Ook gebrek aan ‘duidelijkheid in de verwachtingen ten aanzien van de verantwoordelijkheden’ werd genoemd als een belangrijk waarschuwingssignaal, met name het ontbreken van ‘definities van succes’.

Hoe ziet de dag eruit?

Kandidaten willen bijvoorbeeld graag de details weten van de korte en middellange termijn (‘Hoe ziet de gemiddelde dag eruit?’), evenals ‘het carrièrepad en/of de beloning op de lange termijn’. Een ander punt dat aan de orde kwam, was een gebrek aan interne afstemming of ‘inconsistentie in de berichtgeving’. Daarbij ging het bijvoorbeeld over leden van het wervingsteam die praten over de missie en strategie in het algemeen, of specifieker over de functie: ‘Blijft de boodschap gedurende het hele sollicitatieproces hetzelfde?’

‘Belangrijk: blijft de boodschap tijdens het hele sollicitatieproces hetzelfde?’

Wat kan helpen? Communiceer het grote geheel intern, adviseren de onderzoekers. Zorg dat iedereen een gemeenschappelijk begrip heeft van de functie die wordt ingevuld: waarom deze vacant is, waarom deze in eerste instantie is gecreëerd, en de problemen en prestaties van degenen die de functie hebben bekleed. En zorg daarnaast ook voor een duidelijke functiebeschrijving, een checklist voor competenties en een overzicht van de gewenste resultaten of prestatiedoelen, waarna je ten slotte een vaste set sollicitatievragen kunt formuleren om te ontdekken hoe kandidaten aan je wensen en eisen voldoen.

Slechte wervingspraktijken

Bij de categorie ‘slechte wervingspraktijken’ ging het bijvoorbeeld over een algemeen geformuleerd ‘ongeorganiseerd proces’, een ‘gebrek aan voorbereiding/urgentie’ of onvoldoende communicatie over de timing. Leidinggevenden vertelden dat ze zich zorgen maakten over het ‘gebrek aan eerlijkheid/transparantie over wat er gaande was’ en dat ze het als kandidaat vooral vervelend vonden als wervingsteams ‘je blokkeerden om met collega’s te praten’ of ‘niet meerdere sollicitatiegesprekken met verschillende mensen binnen de organisatie toestonden/aanmoedigden.’

Voor een kandidaat is het vervelend als wervingsteams ‘je blokkeren om met collega’s te praten.’

Er werd ook meerdere keren melding gemaakt van interviewers die een gebrek aan interesse of respect toonden in opmerkingen zoals ‘geen tweerichtingsgesprek’ en geen: ‘waarom zou je daar willen werken?’. Tot slot merkten respondenten op dat er ook vaak sprake was van vooroordelen (over werk/privébalans, genderrollen of leeftijdsdiscriminatie) en dat interviewers ’te persoonlijk’ werden rond gezinsleven en vergelijkbare onderwerpen. De onderzoekers raden bijvoorbeeld aan om kandidaten vaker om feedback te vragen hoe ze het proces hebben ervaren. En ook het proces vooraf duidelijk uit te schrijven, en hiring managers beter te trainen.

Verwachtingen voor beleefdheid

‘Als recruitment bovenop al hun andere werk komt, hebben hiring managers het misschien te druk om het goed te doen’, constateren de auteurs ook. ‘Zorg dus dat ze tijd hebben om kandidaten goed te screenen en te evalueren en diepgaande interviews te houden. Stel verwachtingen voor beleefdheid vast. Stel een algemeen protocol op voor hoe bezoekers aan het kantoor, inclusief sollicitanten, behandeld moeten worden. Leg uit en geef het goede voorbeeld met betrekking tot de positieve energie die je van interviewers verwacht. Geef prioriteit aan het moreel voordat er een vicieuze cirkel ontstaat.’

‘Geef het goede voorbeeld met betrekking tot de positieve energie die je van interviewers verwacht.’

Ook een slechte reputatie kan een rode vlag voor kandidaten zijn. ‘Kandidaten zijn begrijpelijkerwijs op hun hoede voor organisaties met een hoog verloop of die dezelfde functie lange tijd of steeds weer open lijken te hebben. De meesten zullen ook bedrijven mijden met een slechte reputatie, een ‘waslijst aan problemen‘ of waarvan het gebrek aan succes of reputatie in de branche niet goed is.’ Het is volgens de auteurs dan verstandig om zulke zorgen niet te negeren of uit de weg te gaan, maar juist te bespreken. ‘De problemen kunnen genuanceerder zijn dan de kandidaat beseft als hij of zij zich vooral laat informeren door krantenkoppen.’

Samenhang en fatsoen

Volgens de auteurs gaat het erom te weten wat je wilt en wat je te bieden hebt (duidelijkheid), mensen met respect, professionaliteit en vriendelijkheid te behandelen (fatsoen) en een kloppend en consistent verhaal te vertellen over eerdere beslissingen/successen/mislukkingen en hoe deze verband houden met het heden en met toekomstplannen (samenhang). Op basis van het onderzoek adviseren ze wervingsteams bijvoorbeeld om sollicitatiegesprekken minder belangrijk te maken, met name voor functies die geen sterke interpersoonlijke component hebben. Dan zijn meer vaardigheden- en functiekennistests beter, stellen ze.

Hoe beter het sollicitatiegesprek de functie weerspiegelt, hoe beter hiring manager én kandidaat de geschiktheid kunnen beoordelen.’

En als je dan tóch een sollicitatiegesprek doet, maak er dan zoveel mogelijk een realistische voorbeschouwing op de baan van, is hun advies. ‘In wat voor soort omgeving – zowel fysiek als mentaal – zal de kandidaat komen te werken? Moeten ze virtuele vergaderingen houden? Klanten meenemen naar lunch en diner? Werken in een omgeving met meerdere afleidingen? Hoe beter het sollicitatiegesprek de werkelijke functie weerspiegelt, hoe beter zowel de hiring manager als de kandidaat de geschiktheid kunnen beoordelen.’

Duidelijkheid graag

Ook is hun advies om vooraf zo duidelijk mogelijk te zijn over wat er tijdens het sollicitatiegesprek en evaluatieproces zal gaan gebeuren. Welke vragen wil je kandidaten stellen? Wanneer krijgen ze de kans om zelf vragen te stellen? En ook belangrijk: welke dresscode verwacht je? Laat weten wanneer het salarisgesprek plaatsvindt. ‘Geef kandidaten de tools om zich voor te bereiden zonder ze te veel te coachen’, zoals een groep deelnemers aan de executive education het verwoordde. ‘Behandel kandidaten altijd met respect, zowel wat betreft het proces als geheel (duidelijke communicatie, tijdige reacties) als interpersoonlijk.’

Lees ook

Henk Vermeer (BBB): ‘Als iemand een baan niet wil, en iemand anders wel, moet je juist dankbaar zijn’

Hij heeft al een lange loopbaan achter de rug als ondernemer in marketing- en managementfuncties, was ook raadslid in zijn woonplaats Harderwijk, en als je hem ’s nachts ergens voor wakker kunt maken, dan zou het voor een frikandel speciaal zijn. Maar het meest bekend is Henk Vermeer tegenwoordig wel als BBB-Tweede Kamerlid, een functie die hij sinds 6 december 2023 mag uitvoeren. Wat je nog eens noemt: een mooi Sinterklaascadeau. Maar hoe denken Vermeer en zijn BBB eigenlijk over de arbeidsmarkt? In de podcastserie Het Arbeidsmarkt Akkoord van Mascha van der Heijden, Geert-Jan Waasdorp en Arjan Elbers legt hij het uit.

Daarbij gaat het allereerst over de flexwereld, en de regeldruk die hier geldt. ‘Vaak ook met nationale koppen bovenop Europees beleid of interpretatie van Europese richtlijnen die leiden tot verschillen tussen landen’, aldus Vermeer. Soms wordt het beeld hier bovendien nogal sterk bepaald door ‘excessen’, zoals hij het noemt. ‘En dan worden de regels dus uitgestrooid over de 95% die het wel goed doen. De echte malafide bedrijven, daar durft de Arbeidsinspectie vaak niet naartoe te gaan, of die hebben ze niet in beeld. En dan betekent toenemende handhaving gewoon meer druk op de bonafide ondernemers.’

Misstanden en delicten

Een paar administratieve fouten worden dan al gauw als delict gezien, ziet Vermeer in de praktijk. ‘En juridisch klopt dat misschien wel, maar dan krijg je wel een verkeerd beeld van de mate van misstanden in de branche.’ Hij zegt sowieso dat we ‘gewoon een algemeen handhavingsprobleem hebben. Er worden ontzettend veel wetten ontwikkeld. En in theorie doen die wat moet gebeuren, of zouden die het juiste effect moeten geven. Maar op het moment dat je dan niet handhaaft, betekent het gewoon dat er voor 95 tot 98% van de mensen die het goed doet meer druk op komt te zitten en dat de rest onder water duikt en uit het zicht raakt.’

Volgens Vermeer komt dat bijvoorbeeld door ‘een algemene tendens dat wetgeving steeds meer gebaseerd is op wantrouwen in plaats van op vertrouwen’. ‘En wat ons betreft is dat niet alleen zinloos, maar werkt dat ook averechts en treft dat de verkeerde mensen.’ Zelfregulering en certificering zouden volgens hem al een beter alternatief zijn. ‘In het algemeen hebben wij in Nederland een handhavings- en een autoriteitsprobleem en die werken ook nog tegen elkaar in. We gaan het waarschijnlijk niet zo oplossen nu, maar ik wil het wel aangestipt hebben, omdat hier de basis van het probleem zit, wat ons betreft.’

A.I.-les of niet?

Op de vraag of elke Nederlander een budget zou moeten krijgen om te leren met A.I. om te gaan, antwoordt hij aanvankelijk ontkennend. Maar hij vindt wel dat iedereen toegang moet krijgen tot A.I. ‘Anders krijg je, naast alfabetisme en digibetisme, ook nog A.I.-betisme of ik weet niet hoe je dat wil noemen. Ik heb er zelf geen woord voor, maar dan krijgen we de volgende kloof in de maatschappij, van wie kan er wel A.I. gebruiken en wie niet? Voor een deel is dat natuurlijk ook de verantwoordelijkheid van werkgevers’, zegt hij.

Uiteindelijk wordt het gewoon onderdeel van ieders werk, denkt hij. ‘Mijn vrouw werkt in de thuiszorg, bij een organisatie die al wat A.I.-tooling ingebouwd heeft, waardoor ze kan rapporteren via spraak. Omdat de meeste mensen in de zorgsector liever zorgen dan boekhouden. Anders waren ze wel boekhouder geworden.’ Maar daar hoeft de politiek dus niet op in te stappen, denkt hij. ‘Net als een wasmachine en een stofzuiger. Je drukt op aan en dan gaat-ie. Daar hoef je je geen zorgen over te maken. Zo zal dat met A.I. ook gaan. Maar wat wel nodig is, is educatie over wat kan het wel, en wat niet.’

Hoe de keten eruit ziet

Even terug naar arbeidsmigratie. Natuurlijk, zegt hij daarover, arbeidsmigranten geven druk op huisvesting, druk op de zorg, druk soms ook op de leefbaarheid in de openbare omgeving. Maar, zegt hij ook: ‘wij moeten stoppen met het steeds maar in problemen te denken, wij zullen ook naar die oplossingen toe moeten. En hier in Harderwijk zijn we bijvoorbeeld op dat gebied eerst begonnen met een kader te stellen voor huisvesting van migranten. En dan pas over locaties en dat soort dingen te praten. Want begin je met locaties, dan is het niet hier, niet daar. Nee, je moet eerst weten: hoe willen we mensen huisvesten?’

‘Als mensen zelf een bepaalde baan niet willen, maar iemand anders wel, dan moet je daar dankbaar voor zijn.’

En mensen moeten volgens hem goed beseffen ‘dat als zij zelf een bepaalde baan niet willen, maar iemand anders wel, dat je daar dankbaar voor moet zijn en dat je daar voorzieningen voor moet treffen. Want ja, als alle arbeidsmigranten de boel plat zouden leggen, zijn binnen een dag, misschien zelfs vanavond al, bepaalde winkels gewoon helemaal leeg. Dat is ook de reden dat wij onze partij opgericht hebben: dat op allerlei gebied mensen niet meer weten waar hun voedsel vandaan komt, en hoe die keten eruit ziet. We moeten stoppen met extra regels, en gewoon meer kijken naar: wat is echt nodig?’

Lees ook

Beeld boven

Over de ‘Get S*** Done Days’ waarmee bunq uit zijn duizenden sollicitanten selecteert

Als je berichten leest over boetes voor tekortschietende witwascontroles en grootschalige schadevergoeding voor opgelichte klanten, zou je wel eens anders kunnen denken. Maar in feite gaat het juist behoorlijk goed met de Nederlandse internetbank bunq (bij voorkeur met kleine letter, om de mooie spiegeling in het logo duidelijk te maken). De bank is in totaal al 2 miljard dollar waard, heeft in heel Europa al meer dan 20 miljoen gebruikers, is inmiddels structureel winstgevend, en werd eerder dit jaar nog uitgeroepen tot ‘financieel best presterende fintech van Nederland‘.

Bij bunq komen jaarlijks zo’n kwart miljoen sollicitaties binnen.

Met zulk succes ontstaat natuurlijk ook aandacht voor hun HR-praktijken, en de manier waarop ze hun vacatures vervullen. Gelukkig laat chief strategy officer Bianca Zwart (rechts op de foto boven) daar ook regelmatig wat over los, zoals recent nog bij de Sifted Summit in Londen. Daar vertelde ze onder meer dat bunq 20.000 sollicitaties per maand ontvangt, wat neerkomt op 240.000 per jaar, maar dat je om er te solliciteren helemaal geen cv nodig hebt. In plaats daarvan bestaan ​​de eerste stappen van het sollicitatieproces er uit twee tests: respectievelijk op persoonlijkheid en abstract redeneervermogen.

Get s*** done days

Die tests zijn uiteraard een drempel voor veel sollicitanten. Maar Zwart vindt dat niet erg, zei ze. ‘Ik ben blij is dat het een paar mensen afschrikt… het zegt iets over je motivatie voor deze baan.’ Ook de interviewfase van het bedrijf is ongebruikelijk, legde ze uit,en heeft de naam get s*** done days gekregen, kortweg GSDD’s. Dit houdt in dat een kandidaat ‘één dag op ons kantoor komt werken om als bunq-medewerker te fungeren’. Dit geeft het bedrijf de kans om te zien hoe ze binnen de context van het bedrijf functioneren en om te laten zien of ze geschikt zijn. Ze krijgen een opdracht of uitdaging die verband houdt met de functie en worden gevraagd om er aan het einde van de dag een presentatie over te geven.

Bunq nodigt slechts 1,4% van alle sollicitanten uit voor deze GSDD’s, maar de kans om aangenomen te worden als je het tot die fase haalt, is veel groter: ongeveer 34%. Dit betekent uiteindelijk trouwens wel dat bunq slechts 0,44% van de 20.000 maandelijkse sollicitanten aanneemt voor de ongeveer 30 vacatures die het bedrijf gemiddeld heeft openstaan. De inspiratie voor het proces kwam toen de oprichter en topman van het bedrijf, Ali Niknam, een cartoon zag over een sollicitatiegesprek bij IKEA; de invloed spreekt voor zich.

Onverwachte wending

Zwart legde op de Sifted Summit uit dat deze dagen vaak een ‘onverwachte wending’ in een sollicitatieproces kunnen betekenen. Zo haalde bunq ooit een sollicitant binnen voor een GSDD die daarvoor gedurende zijn hele carrière CFO was geweest, maar het bedrijf besloot tijdens de procedure dat hij beter geschikt zou zijn voor een functie als hoofd product. Ook opvallend, vertelde Zwart: bij vacatures voor A.I.-functies krijgt het bedrijf ‘meestal zoveel sollicitaties dat we de vacature na een week moeten sluiten.’

Bianca Zwart kwam zelf in de begindagen in 2016 bij bunq werken. Ze begon als frontline support guide en klom daarna al snel op tot leidinggevende functies voordat ze vertrok om haar eigen ondernemingen op te bouwen: PR-bureau Black & White Communications en Pioneer Academy. In 2022 keerde ze terug bij bunq als Chief of Staff van Ali Niknam, en werd vervolgens de jongste Chief Strategy Officer in de geschiedenis van het Europese bankwezen. Ze zag het bedrijf door de jaren heen groeien van zo’n 30 naar dik boven de 700 medewerkers nu. ‘En dat zonder traditionele HR- of langdurige processen’, vertelt ze daarover trots.

Problemen oplossen

Volgens Zwart doet het bedrijf nooit concessies aan de cultural fit. ‘Daarom accepteren we voor sommige functies slechts 1 op de 800 sollicitanten. Maar toch, als iemand goed is, vinden we een plek voor hem of haar. Met meer dan 50 nationaliteiten in ons team heeft elke bunq’er zijn plek verdiend door zich met nieuwsgierigheid, gedrevenheid en de mindset om te bouwen te presenteren. Want bij bunq doen mensen niet alleen taken. Ze zijn verantwoordelijk voor problemen en lossen ze op. Dat is wat ’s werelds meest productieve bank laat groeien – en haar mensen laat floreren.’

Eerder zei ze er ook al over: het gaat haar bij recruitment niet om ego, maar juist wel om introspectie. ‘Binnen bunq wint het beste idee. Altijd. Het maakt niet uit of het van iemand met 30 jaar ervaring komt of van de stagiair; het beste idee wint.’ En over introspectie: ‘Ik test iedereen daarop, omdat ik denk dat je over het algemeen niet geschikt bent als je geen introspectie hebt. Het vermogen om jezelf van buitenaf te bekijken en zowel sterke als zwakke punten te identificeren.’

‘Kun je me één reden geven waarom je niet geschikt zou zijn voor deze functie?’

Haar favoriete interviewvraag moet deze kwaliteit onthullen, stelt ze. ‘Ik sluit elk interview op dezelfde manier af. Ik vraag kandidaten: op basis van alles wat we hebben besproken, alles wat je hebt gelezen, alles wat je hebt gehoord, kun je me één reden geven waarom je níet geschikt zou zijn voor deze functie? Je zult verbaasd zijn: hoe hoger de leidinggevenden zijn, hoe moeilijker ze het vinden om deze vraag te beantwoorden.’

Lees ook

‘Fire sale’ bij LinkedIn: wie krijgt de meeste korting?

Ken jij die scene uit de film Margin Call waar de grote baas vertelt dat de markt tot stilstand is gekomen en dat daarna de salesstrategie gemaakt wordt om zo snel mogelijk alle producten te verkopen (lees: te dumpen) in de markt? Omdat de markt daarna stopt… ‘the music stops’. Een vergelijkbare scène moet er welhaast hebben plaatsgevonden in de boardroom van LinkedIn deze zomer.

Analisten hebben geconstateerd dat:

  • Het aantal recruiters binnen 3 jaar sterk gereduceerd zal zijn (-75%)
  • De meeste LinkedIn Recruiter Seats niet (goed) gebruikt worden en ook steeds minder gebruikt worden door de veranderende arbeidsmarkt. Talent verlaat LinkedIn steeds vaker.
  • Dat A.I. de new kid in town is die heel snel terrein wint ten opzichte van LinkedIn.
  • Sourcing kan nagenoeg geheel worden overgenomen door A.I., bijvoorbeeld door het gebruik van Comet en Recruitment Marketing Automation.
  • LinkedIn zo’n beetje alle sympathie heeft verloren bij TA-leaders en DMU’s

Als je weet dat het einde eraan komt, wat is dan slimmer om je laatste beetje marktmacht te (mis/)gebruiken om klanten te dwingen – no matter what – in contracten voor 3 jaar, zodat die omzet veilig is gesteld? Los van het feit dat klanten dan veel te veel betalen voor seats die ze niet nodig hebben en ook niet meer zullen renderen.

Een groot bot

Hoe verkoop je iets dat over 3 jaar nauwelijks meer waarde heeft? In Margin Call noemen ze dat, dat je sales een ‘big bone’ geeft. Door contracten van 3 jaar te sluiten, ontvang je heel veel bonus. Je weet dat je iets verkoopt dat waardeloos wordt, maar over 2 jaar zijn die accountmanagers er niet meer (waarschijnlijk al eerder, aangezien reorganisaties en wisselingen van de wacht schering en inslag zijn bij LinkedIn) en na hen dus de zondvloed.

Inmiddels zijn de accountmanagers van LinkedIn gedegradeerd tot advertentieverkopers van de meest twijfelachtige soort…

Om contracten van 3 jaar te verkopen, geef je korting. Heel veel korting. De bedragen die rondgaan in de verschillende appgroepen van recruiters en TA-leaders, zijn niet misselijk. Van tienduizenden tot wel honderdduizenden euro’s korting per jaar, als je tekent voor 3 jaar. Als je al twijfelde over bovenstaande analyse, stel je dan de vraag… zou jij iets van zoveel kwaliteit verkopen tegen dumptarieven? Inmiddels zijn de accountmanagers van LinkedIn verworden tot advertentieverkopers van de meest twijfelachtige soort…

Kwaad bloed 

Veel bureau-eigenaren, HR-managers en TA-leaders voelen zich door LinkedIn met de rug tegen de muur gezet. Ze hebben zich de afgelopen jaren in een afhankelijke positie laten dirigeren en hebben nu niet de mensen, middelen en vooral niet de visie om anders te handelen. Maar je ziet daarin langzaamaan wel een kanteling komen. Tientallen bureaus en bedrijven hebben hun contracten al opgezegd. Of – nog slimmer, aangezien cold turkey stoppen ook niet slim is – hun seats met meer dan 80% verminderd en hun jobslots opgezegd.

LinkedIn komt terug en komt je dan tegemoet, zo horen we veel.

Bereid zijn om weg te lopen van de onderhandelingstafel loont, zo horen we zeggen. LinkedIn komt terug en komt je dan tegemoet, want de accountmanagers willen wel hun targets en bonus halen, ook al zijn de eenjarige contracten een habbekrats ten opzichte van de verkochte 3-jarige contracten.

In verschillende appgroepen worden – in vertrouwen – vaak prijzen en kortingen gedeeld. Dat leidt soms tot grote woede. Zo betaalt een van de grootste gemeenten in Nederland 4 keer zoveel voor haar LinkedIn-pakket dan een andere top-5 gemeente. Hoe zou jij je voelen als je je budget voor de komende 3 jaar vastlegt en dat 4 keer zo hoog is als je collega of arbeidsmarktconcurrent? En let op, dit gaat om tonnen aan publiek geld.

Massaclaim op handen?

Dit soort verhalen zijn schering en inslag. Inmiddels wordt er openlijk gespeculeerd over een massaclaim naar LinkedIn vanwege misbruik van marktmacht en het dwingen van bedrijven in contracten van 3 jaar waarvan LinkedIn kan weten dat deze contracten niets meer waard zijn tegen die tijd. Bureaus en werkgevers die zich willen aansluiten bij deze massaclaim, kunnen dat bij ons vertrouwelijk kenbaar maken. Een van de belangrijkste manieren om je te wapenen tegen deze wanpraktijken is door onderlinge transparantie, je contracten te minimaliseren en nooit te tekenen voor 3 jaar.

Mooi dat je veel korting hebt bedongen, maar betalen voor iets dat je niet nodig hebt kan nooit de bedoeling zijn.

De huidige arbeids- en recruitmentmarkt is één van de moeilijkste markten ooit. Niet vanwege de schaarste, maar vanwege de heersende onzekerheid. Daarbij is wel zeker dat het aantal recruiters sterk gereduceerd wordt, en dan vooral de groep gespecialiseerde sourcers. Nu seats kopen op de capaciteit van vandaag (waarschijnlijkheid het hoogtepunt van de recruitmentcapaciteit), terwijl je niet weet hoeveel hires je in 2028/29 moet maken, is – op zijn zachtst gezegd – niet erg strategisch. Mooi dat je veel korting hebt bedongen, maar betalen voor iets dat je niet nodig hebt (ondanks de korting) kan nooit de bedoeling zijn.

Wat te doen?

Kortom, wat te doen?

  • Als je hebt getekend voor 3 jaar, te veel betaald hebt en je oneigenlijk onder druk bent gezet, meld je dan bij ons. Wij zetten dit door naar een partij die bekijkt of het zin heeft om een massaclaim in te dienen.
  • Voor iedereen die nog geen 3 jaar heeft bijgetekend:
    1. Don’t do it
    2. Reduceer het aantal seats en overige LinkedIn-producten drastisch. Bijkopen kan altijd nog.
    3. Bereid een No-LinkedIn-recruitmentstrategie voor, onder andere door meer recruitment marketing automation, meer A.I. en aan te sluiten bij The Talentpool Community.
    4. Deel (anoniem) met elkaar de voorstellen en kortingen die je krijgt.

Zakendoen met LinkedIn voelt inmiddels toch een beetje als onderhandelen op de bazaar in het buitenland. Ook dan geven toeristen elkaar tips. En op zo’n bazaar koop je ook geen kilo’s kruiden die je niet mag meenemen naar Nederland. Waarom dan wel seats kopen die je over 1, 2 of 3 jaar niet meer nodig hebt? Los van of je ze nu al goed gebruikt…

Het zou LinkedIn sieren als ze zich zouden gedragen als ware marktleider.

Het zou LinkedIn sieren als ze zich zouden gedragen als ware marktleider en netjes jaarcontracten verkopen en investeren in verbetering van zijn producten, in matching, in het binden van talent en het vergroten van de productiviteit van recruitment. Alleen dan kunnen ze nog voorkomen dat ze niet de volgende Monsterboard of Hyves worden…

Lees ook