Het artikel gaat hieronder verder.

In de Verenigde Staten houdt iedereen die de arbeidsmarkt lief is zich al maandenlang bezig met twee opvallende trends: (1) het werkloosheidspercentage onder hoogopgeleide jonge mannen stijgt plots veel sterker dan bij hun vrouwelijke leeftijdsgenoten, en (2) voor het eerst in de geschiedenis is de werkloosheid van deze groep even groot/zelfs groter dan de werkloosheid van jonge mannen zónder college degree. Deze ontwikkelingen gelden in Amerika als alarmsignaal voor de arbeidsmarkt en roept fundamentele vragen op over de waarde van een diploma, de invloed van technologie en de toekomst van werk. Wat speelt er precies?
Is A.I. de boosdoener?
Onderzoek van de Financial Times wierp in juli licht op een mogelijke verklaring: de zorgsector. Het zijn vooral jonge vrouwen die massaal kiezen voor werk in deze in de VS snelgroeiende branche. De zorgsector in de VS is grotendeels immuun voor economische schommelingen. Volgens de Financial Times suggereert de huidige teruggang in banen voor recent afgestudeerden niet direct A.I.-gedreven banenverlies, maar eerder het einde van de grote wervingsgroei na de pandemie.
Tegelijkertijd blijft de vraag bestaan of de sectorverschillen in werkgelegenheid mogelijk wél samenhangen met de bredere automatiseringstrends: branchegebieden zoals IT en finance staan onder druk van kunstmatige intelligentie, terwijl werkzaamheden in sectoren die traditioneel door vrouwen worden gedomineerd, zoals zorg en onderwijs, (vooralsnog) lastig te automatiseren zijn.
Hierdoor lopen de ontwikkelingen tussen jongen mannen en vrouwen uiteen. Maar ook de garantie dat een opleiding – die in Amerika vaak vele tienduizenden tot honderdduizenden dollars kost en tot grote schulden leidt – tot werk leidt, lijkt op losse schroeven te staan, nu jonge mannen zonder college degree even vaak of zelfs net iets minder werkloos zijn dan hun leeftijdsgenoten mét (hogere) opleiding. Deze situatie is niet eerder voorgekomen op de Amerikaanse arbeidsmarkt.
Hoe is het in Nederland?
Aangezien de VS vaak voorloper is van de situatie in Nederland, roept dit de vraag op: is deze trend hier ook al te zien? Het antwoord: nee, integendeel zelfs. Volgens recente cijfers van het CBS zien we in Nederland namelijk juist een omgekeerde beweging. Jonge hoogopgeleide vrouwen tussen de 20 en 30 jaar lopen hier sinds 2024 ineens een (behoorlijk) groter risico op werkloosheid dan mannen (6,1% om 4,3% in het tweede kwartaal van 2025).
Jonge hoogopgeleide vrouwen lopen hier ineens een (behoorlijk) groter risico op werkloosheid.
Dit markeert een opmerkelijke verschuiving op de arbeidsmarkt. Het vertrouwen dat een diploma in het hoger onderwijs zorgt voor een grotere kans op werk loopt hierdoor zelfs een deuk op. Dit effect lijkt namelijk zelfs niet langer vanzelfsprekend bij jonge hoogopgeleide vrouwen, nu de werkloosheidcijfers vrijwel gelijklopen met de vrouwen met maximaal een mbo-diploma, en momenteel zelfs iets hoger liggen.
Wat is hier aan de hand? De trendbreuk in Nederland is niet eenvoudig op één factor terug te voeren, maar komt waarschijnlijk voort uit maatschappelijke, economische en structurele ontwikkelingen. Ten eerste is het aantal jonge vrouwen met een hbo- of wo-diploma de afgelopen jaren toegenomen. De man/vrouwverhouding onder nieuwe gediplomeerden is nu zelfs 42/58, waar dit in 2021 nog 44/56 was. Er kwamen bijna 6.400 méér vrouwen dan mannen op de arbeidsmarkt tussen 2021 en 2024. Hiermee is de concurrentie voor banen voor vrouwen dus flink toegenomen.
Vaker parttime
Daarnaast kunnen de voorkeuren van jonge vrouwen zelf een rol spelen. Veel vrouwen kiezen voor sectoren die kwetsbaar zijn voor automatisering zoals marketing, communicatie, finance, consultancy, HR, en media. Deze sectoren bieden kansen, maar kunnen ook sterk fluctueren op basis van economische veranderingen en technologische ontwikkelingen, zoals de huidige opkomst van A.I. Ook is de schaarste in deze sectoren op dit moment minder groot dan in bijvoorbeeld techniek en IT. Ook speelt mee dat vrouwen vaker dan mannen kiezen voor deeltijd (44% tegenover 23%), wat hun positie bij het betreden van de arbeidsmarkt verzwakt.
Veel vrouwen kiezen voor sectoren die kwetsbaarder zijn voor automatisering.
Natuurlijk kan er ook sprake zijn van een momentopname. Toch zijn de verschuivingen zacht gezegd opmerkelijk te noemen. Jonge hoogopgeleide mannen en vrouwen worden in de komende jaren waarschijnlijk bovengemiddeld hard geraakt door de opkomst van A.I. Dit zal resulteren in hogere werkloosheid en lagere startsalarissen. Ook de eisen die zij kunnen stellen zullen daardoor onder druk komen te staan. Dit is een ontwikkeling om nauwgezet te volgen door onderwijsinstellingen, politiek en werkgevers, en natuurlijk door ons van Intelligence Group.
Over de auteur
Coenraad Sassen is arbeidsmarkt-analist bij Intelligence Group.