Één op de vier werklozen voelt zichzelf, zonder hulp van anderen, (zeer) slecht in staat om een geschikte baan te vinden. Onder vrijwilligers en arbeidsongeschikten die weer willen gaan werken ligt dit percentage zelfs hoger, respectievelijk 29 en 26 procent. Het meest zeker voelen zich Academici, twintigers en dertigers.
Helft Nederlanders acht zichzelf goed in staat om een baan te vinden
50 procent van de Nederlanders acht zichzelf (zeer) goed in staat acht om een geschikte baan te vinden. 11 procent verwacht dit niet zonder hulp te kunnen, terwijl 30 procent aangeeft dit niet goed/niet slecht te kunnen. 9 procent weet het niet. De groepen die zichzelf achten het beste de arbeidsmarkt te ontsluiten zijn wo’ers, personen tussen de 35-39 jaar en tussen de 25-29 jaar, latente baanzoekers en personen die op dit moment werk hebben. Dit blijkt uit analyses van onderzoeks- en adviesbureau Intelligence Group uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) in opdracht van www.hoevindikeenbaan.com.
Slechts 22 procent van de arbeidsongeschikten optimistisch
Arbeidsongeschikten achten zichzelf eerder niet in staat om zelf een baan te vinden dan dat zij verwachten dat wel zonder hulp te kunnen, 26 om 22 procent. Van de Wajongers acht 24 procent zichzelf in staat een geschikte baan te vinden. Daarmee blijven deze groepen sterk achter bij het Nederlands gemiddelde. De groep die het meeste hulp nodig heeft zijn vrijwilligers, arbeidsongeschikten, werklozen, vijftigplussers en actieve baanzoekers.
Lastig zoeken op de arbeidsmarkt
De manier waarop werkgevers en werknemers elkaar op de arbeidsmarkt vinden is het afgelopen decennium enorm snel veranderd. Van nog geen honderd printtitels eind vorige eeuw naar meer dan tienduizend websites waarop meerdere werkgevers hun vacatures aanbieden. Het zoekgedrag van werkzoekenden laat drie belangrijke hiaten zien in het vinden van geschikte banen, namelijk:
- Het gebruik van niet-effectieve en onjuiste zoekkanalen, zoals social media voor vijftigplussers of de tijdschriften door MBO’ers.
- De juiste kanalen gebruiken maar niet de juiste titels, zoals de best passende vacaturesites, uitzendbureaus of wervings- en selectiebureaus.
- De juiste titels, maar deze verkeerd of niet volledig gebruiken, zoals op Google altijd zoeken met dezelfde zoektermen en combinaties.
Werkgevers en werknemers kunnen elkaar moeilijk vinden
“Met name als ze actief op zoek moeten naar een baan komen veel Nederlanders er achter dat het lastig is om een geschikte baan te vinden. Uit eerder onderzoek van Intelligence Group bleek dat de gemiddelde Nederlander slechts in staat is om 30 procent van de beschikbare en geschikte vacatures te vinden” Aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur Intelligence Group en co-auteur van het boek ‘Hoe vind ik een baan?’ “Een van de grootste problemen op de Nederlandse arbeidsmarkt is de intransparantie van de markt. Werkgevers en werknemers kunnen elkaar niet vinden en dat maakt dat het gemiddeld een stuk langer duurt voordat de juiste partners elkaar hebben gevonden.”
Technische verantwoording
De analyse is gemaakt door onderzoeks- en adviesbureau Intelligence Group op basis van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO), een continu onderzoek dat sinds 2003 afgenomen wordt onder ruim 5.000 unieke respondenten per kwartaal door Intelligence Group. Op jaarbasis worden minimaal 20.000 personen ondervraagd die representatief zijn voor de (potentiële) Nederlandse beroepsbevolking (de NBB inclusief studenten, scholieren en zzp’ers). De respondenten worden gewogen op basis van CBS-cijfers met betrekking tot opleidingsniveau, geslacht, leeftijd en onderwijsvolgend versus niet-onderwijsvolgend. De gestelde vraag luidt: “In hoeverre voelt u zich in staat om zelf, dus zonder tussenkomst van bijvoorbeeld een uitzendbureau, een werving- en selectiebureau of een headhunter, een voor u geschikte baan te vinden?”
