Gebrek aan promotiekansen is een van de belangrijkste drivers van de mobiliteit op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit nieuw onderzoek.
Maar liefst 53 procent van de Nederlandse werknemers ziet zichzelf vastlopen in de huidige organisatie en besluit daarom noodgedwongen over te stappen naar een andere werkgever, aldus ‘Global Workforce Study‘, een wereldwijd onderzoek van adviesbureau Willis Towers Watson onder 36.000 werknemers in (middel)grote organisaties.
Doodlopende banen overal
“De term ‘doodlopende baan’ werd vroeger gebruikt voor ongeschoold, laagbetaald werk”, zegt Angel Hoover van Willis Towers Watson: “Maar tegenwoordig is het ook steeds vaker van toepassing op hoogopgeleide functies, waarbij werknemers het gevoel hebben slechts beperkt kans te zien vooruit te komen binnen hun organisatie, en financieel succesvoller te worden.”
In Nederland zeer hoog
De cijfers zijn in Nederland zeer hoog. Of dat wil zeggen dat we ambitieuzer zijn dan in andere landen, of dat we juist minder mogelijkheden hebben om vooruit te komen? Feit is dat in alle onderzochte landen samen ‘slechts’ 44 procent zegt de organisatie te moeten verlaten om vooruit te komen in de carrière.
Best veel moeite om te werven
Het gebrek aan carrièremogelijkheden voor interne mensen is opvallend, omdat de onderzochte bedrijven aan de andere kant ook veel moeite ervaren om goede mensen te vinden. Dat geldt vooral voor mensen met kritische vaardigheden (55%), high potentials (54%) en top-presteerders (56%). Daarnaast zegt 20 procent van de bedrijven dat het moeilijk is om goede mensen te behouden (4 procentpunt meer dan in 2014).
Verloop is ook best wel gestegen
Bijna de helft van de bedrijven zegt nu méér te werven dan een jaar geleden (en nog geen 20 procent zegt minder te werven). Van de onderzochte werkgevers zegt 35 procent dat het verloop is gestegen (en 19 procent zegt dat het gedaald is).
Bijna 33 procent soft stays
Van alle onderzochte werknemers zegt slechts 41 procent bij hun werkgever te willen blijven de komende 2 jaar. Nog eens 33 procent noemt het onderzoek zogeheten ‘soft stays’: mensen die eigenlijk wel weg willen, maar die toch maar blijven omdat ze niet verwachten werk van gelijk niveau te vinden in een andere organisatie. De andere bijna 30 procent verwacht dus wél te vertrekken binnen nu en 2 jaar.