Gem. leestijd 4 min  479x gelezen

Rekent schaarste op de arbeidsmarkt af met de flexibilisering?

De arbeidsmarkt steeds flexibeler? Nee, hoor, helemaal niet. Al een paar jaar neemt juist het aantal vaste banen toe, en het aantal flexbanen (sterk) af. Zorgt de schaarste op de arbeidsmarkt dus nu eindelijk voor meer zekerheid voor werkenden?

Rekent schaarste op de arbeidsmarkt af met de flexibilisering?

De arbeidsmarkt wordt al jarenlang steeds dynamischer en flexibeler, toch? Nou, nee hoor. We horen het overal om ons heen, maar in werkelijkheid is er juist iets anders aan de hand. Het aantal vaste contracten neemt al jaren (soms stevig) toe, het aantal flexwerkers daalt, en de arbeidsmarktactiviteit en het aantal baanwisselingen liggen historisch laag. Oftewel: veel mensen blijven juist zitten waar ze zitten. Hoezo flexibilisering?

flex vast contract

Ook Randstad constateert in zijn meest recente Werkmonitor dat juist in Noordwest-Europa de beweging op de arbeidsmarkt opmerkelijk laag is. Terwijl in vrijwel de hele wereld de afgelopen tijd de mobiliteit is gestegen, is die in Europese landen op zijn best gestagneerd, maar veel vaker nog: gedaald. In vergelijking met 2020 daalde het aantal baanwisselingen in West-Europa dit jaar met 2%. The Great Resignation, die wel in de VS te zien is, slaat het Europese continent dus over, zo lijkt het.

Oftewel: we zitten behoorlijk vast aan onze werkgevers. Alle verhalen over verregaande flexibilisering ten spijt. Werkgevers zelf beginnen overigens ook steeds meer de nadelen te onderkennen van de flexibilisering. Dat heeft deels te maken met de krapte op de huidige arbeidsmarkt. Zo kennen steeds minder contracten een proeftijd, ziet bijvoorbeeld Jim Witte, recruitment consultant bij Robert Walters. ‘Als mensen direct een jaarcontract krijgen is overstappen voor hen minder risicovol. Ook zien we dat er regelmatig direct een vast contract wordt aangeboden, met een proeftijd. Dit is bijvoorbeeld aantrekkelijk voor mensen die een woning willen kopen.’

Minder investeren

Het is overigens niet alleen om aantrekkelijker te zijn op de arbeidsmarkt dat werkgevers flexibilisering steeds meer de rug toekeren. Recent onderzoek laat zien dat Nederlandse werkgevers ook andere nadelen zien aan het gebruik van (te veel) flexibele contracten. Op zich best ‘opmerkelijk’, stelt onderzoeker Lin Rouvroye (NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen). ‘De afgelopen decennia hebben juist werkgevers zich steeds actief ingezet voor verruiming van de juridische mogelijkheden voor tijdelijke arbeidsverbanden. Toen werd flexibiliteit steeds gezien als de zogezegd perfecte oplossing.’

‘De afgelopen decennia werd flexibiliteit steeds gezien als de zogezegd perfecte oplossing.’

Maar die tijd is dus aan het veranderen, aldus promovenda Rouvroye. Zo erkent ongeveer de helft van de werkgevers in haar onderzoek dat ze in het algemeen minder geneigd zijn te investeren in de ontwikkeling van werknemers met een flexibel contract. Deze zorg kwam ook vaak naar voren in de kwalitatieve interviewstudie onder werkgevers. Zo stelde een manager in de gezondheidszorg tijdens een interview: ‘Als je iemand een tijdelijk contract geeft en nog geen vervolgcontract kunt aanbieden, ben je vaak terughoudend om iemand al in het hele takenpakket in te werken. […] De volledige inzetbaarheid stel je eigenlijk uit.’ En een leidinggevende in het mbo stelde: ‘Wij zijn natuurlijk met de flexibel aangestelde medewerkers net iets voorzichtiger om daar fors in te investeren.’

Demotiverend?

Ook wat betreft de gevolgen van flexwerk voor jongeren uitten de ondervraagde werkgevers zo hun zorgen. Zo gaven ruim 4 op de 10 aan dat flexibele contracten de bestaanszekerheid van jonge werknemers aantasten. En ruim 1 op de 3 van de ondervraagden zag bij het meermaals aanbieden van een tijdelijk contract een ‘demotiverend effect’ op werknemers.

Gevolgen voor de aantrekkingskracht van de organisatie zagen de werkgevers overigens minder: nog niet 1 op de 7 zegt door de vele flexibele contracten ‘minder wervingskracht’ te hebben. Toch zegt al met al een groter deel van de werkgevers het met de stelling “De flexibilisering van de arbeidsmarkt is doorgeschoten” eens te zijn (36%) dan oneens (29%). Al moet daarbij wel de nuance worden aangebracht: de NIDI-enquête dateert van 2019, dus nog van vóór de coronacrisis.

Flexibilisering een halt toeroepen?

Maar dan nog, de flexibilisering een halt toeroepen, zoals politiek vaak wordt bepleit, naar aanleiding van onder meer rapporten van de WRR, DNB en de commissie Borstlap over de toekomst van werk? Het lijkt alsof de arbeidsmarkt er zelf al voor een groot deel toe overgaat. Nu zelfs veel werkgevers er vanaf lijken te willen, en de krapte op de arbeidsmarkt tot het kookpunt is gestegen, lijken al te grote alarmbellen op zijn minst voorbarig. Er mag wel wat meer nuance in het debat.

Nu zelfs veel werkgevers van de flexibilisering af lijken te willen, lijken al te grote alarmbellen voorbarig.

Ja, nergens ter wereld kent de arbeidsmarkt zoveel flexibele arbeidscontracten als Nederland. En ja, het waren met name die contracten die als eerste het slachtoffer werden van de coronacrisis. Maar ondertussen zorgt de huidige krapte momenteel dus ook voor een duidelijke beweging de andere kant op, en lijkt het vooral meer vastigheid te zijn wat tegenwoordig de klok slaat.

Lees ook:

Hoofdredacteurbij Werf&

Peter Boerman

Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
  • Leave behind a comment

Onze partners Bekijk alle partners