Het artikel gaat hieronder verder.

Als het gaat om het onbenutte arbeidspotentieel, dan wordt vaak gekeken naar de gewenste arbeidsduur: zouden mensen met een deeltijdbaan misschien méér uren in de week willen gaan werken? Uit een analyse van het CBS bleek al eerder dat je het effect daarvan zeker niet moet overschatten, en ook verschillende economen kwamen al eens tot een soortgelijke conclusie. Nieuwe cijfers van Intelligence Group bevestigen dat beeld, en laten zien dat veel deeltijders waarschijnlijk eerder voor mínder dan voor méér uren te porren zijn.
Veel deeltijders zijn waarschijnlijk eerder voor mínder dan voor méér uren te porren.
De onderzoekers vroegen mensen in loondienst, per vakgebied, hoeveel uren ze op contract hebben, en hoeveel ze minimaal en maximaal willen werken. Gemiddeld leidt dat tot een werkweek van 32,2 uur, zo blijkt, waarbij de ondervraagden aangeven dit maximaal te willen oprekken tot 33,5 uur. Maar het uren dat ze minimaal willen werken ligt met 26,3 uur een aanzienlijk stuk lager.
Per vakgebied
In vakgebieden als Engineering, Directie/(interim)management, Installatie, reparatie en onderhoud, ICT/automatisering en de Bouw is de gemeten gemiddelde werkweek al 36 uur of meer. Hier is de bereidheid tot een langere werkweek dan ook laag: gemiddeld nog geen uur extra. Ook in sectoren als Consultancy/advies, Kwaliteitsmanagement/inspectie/procesverbetering, Inkoop, Productie en Financieel/accountancy zijn de werkweken volgens het onderzoek nu gemiddeld al behoorlijk lang, en is er dus ook weinig wil om extra uren te maken.
Werkweken van gemiddeld minder dan 30 uur zijn daarentegen te vinden in sectoren als Cultuur/kunst, Sociaal/maatschappelijk/agogisch, Horeca/bediening en voedselbereiding, Verpleging/verzorging/welzijn, Persoonlijke dienstverlening (kappers, schoonheidsspecialisten e.d.), en Facilitaire dienstverlening/schoonmaak. Maar ook hier blijkt over het algemeen weinig animo voor méér uren. Alleen in de horeca is het verschil tussen daadwerkelijke en gewenste uren nog substantieel: gemiddeld 29,0 tegenover 33,1. Daar ligt dus nog wel ruimte voor werkgevers om met hun personeel het gesprek aan te gaan.
Alleen in de horeca lijken veel mensen wel meer uren te willen werken dan op hun contract staat.
Dit is trouwens ook wel het geval in de persoonlijke dienstverlening (daadwerkelijk 26,5 vs. maximaal 30,2 uur), en toerisme, recreatie en sport (30,7 vs. 33,9 uur). Maar vraag je hoeveel werknemers minimaal willen werken, dan bevinden deze sectoren zich opnieuw aan de onderkant van het spectrum, met respectievelijk 23,8 en 26,4 uur. De facilitaire dienstverlening (schoonmaak) en Verpleging/verzorging/welzijn sluiten hier overigens helemaal de rij, met minimaal 22,6 en 23,1 uur in de week gemiddeld. Wat dus nogmaals onderstreept: als het gaat om krapte, hoeven we hier de wonderen niet te verwachten.