‘Een jonge kandidaat zoeken is nog te vanzelfsprekend. Dat moet anders’

Het salaris, de reistijd of het type contract? Zodra er een al dan niet verkapte leeftijdseis in een vacature staat, telt het voor een oudere werkzoekende nauwelijks meer: ze zien er dan snel vanaf om te solliciteren.

Werkgevers lopen daardoor veel potentieel goede kandidaten mis, zo blijkt uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens. Want ze zijn nog steeds schering en inslag, de vacatures waarmee werkgevers al dan niet impliciet laten merken de voorkeur aan een jongere te geven, boven een oudere. “Dit onderzoek is slechts het topje van de ijsberg”, zo veronderstellen de onderzoekers.

Van ‘starter’ tot ‘jonge hond’

Het College vond in 40.000 tot 60.000 vacatures uit 2017 vormen van directe of indirecte leeftijdsdiscriminatie. Van ‘een starter’ tot ‘een student’ en ‘een jonge hond’: het kwam allemaal voor. Het effect op werkzoekenden is groot: in de beslissing om te solliciteren weegt een leeftijdseis in een vacature voor hen zwaarder dan het salaris, de reistijd en het type contract bij elkaar, zo concluderen de onderzoekers. “Een jonge kandidaat zoeken is nog te vanzelfsprekend en het benadelen van oudere sollicitanten is alom geaccepteerd. Dat moet anders.”

vacatures waarin werkgevers laten merken liever een jongere te willen zijn nog schering en inslag

Niet op onderbuikgevoel selecteren

Om ook na de vacature ‘op kwaliteit te selecteren en niet op onderbuikgevoel’, heeft het College een eigen training voor recruiters ontwikkeld: ‘Selecteren Zonder Vooroordelen’. Werkgevers kunnen op de site van het College bovendien hun vacature checken op eventuele leeftijdsdiscriminatie.

Wat mag wel?

In die vacaturecheck lees je bijvoorbeeld een paar frases die wél mogen in een vacature, zoals:

  • minimale werkervaring
  • junior functie / senior functie
  • jonge, snelgroeiende onderneming
  • informele sfeer
  • flexibele uren
  • rijervaring
  • een specifiek netwerk hebben
  • veel levenservaring
  • tweede/volgende stap in carrière
  • high potential
  • ambitieus
  • affiniteit met de jonge/oudere doelgroep
  • sportief en energiek

En wat mag niet?

Ook is er een lijstje te vinden van woorden die je beter kunt vermijden:

  • tussen de X en X jaar
  • vanaf X jaar
  • maximaal X jaar oud*
  • jong
  • oud
  • scholier (voor stages geldt dit niet)
  • student (voor stages geldt dit niet)
  • schoolverlater
  • pas afgestudeerd
  • starter
  • maximale werkervaring
  • tussen X en X jaar werkervaring
  • binnen onze werksfeer voelen jonge mensen zich thuis
  • past binnen een team van 20-40 jaar oud
  • bijbaan naast je opleiding / studie
  • beginnend / aankomend
  • junior kandidaat / senior kandidaat

Lees ook:

5 redenen waarom de kleinere uitzendbureaus het nu winnen van de grote jongens

Onder de uitzenders doen de mid-sized en kleinere bureaus het nu gemiddeld beter dan de grote jongens. Hoe komt dat? 5 verklaringen op een rij.

Op 18 juni kopte het FD: ‘Middelgrote uitzenders rukken op’ (€). Strekking van het artikel was dat de ‘subtoppers’ het tegenwoordig substantieel beter doen dan de grote uitzenders, die jarenlang de markt beheersten. Mijn vermoeden is dat de ‘kleinere’ uitzendbureaus het zelfs nog beter doen. Dit baseer ik enerzijds op vacaturedata en anderzijds op signalen uit de markt (even los van wat precies groot en klein is).

De kleintjes halen de groten in

In de sector intermediairs/arbeidsbemiddelaars zijn de kleine bureaus (tot 200 werknemers) nu goed voor 43% van alle vacatures. Daarmee hebben zij gezamenlijk het grootste aantal vacatures. Het marktleiderschap van de grote bureaus is daarmee ‘gebroken’. Het marktaandeel van ‘de grote jongens’ (meer dan 1.000 werknemers) daalde sinds het tweede kwartaal vorig jaar met zo’n 15 procent naar 39%.
uitzendbureaus grote

Bron: Jobfeed, bewerkt door Intelligence Group

5 verklaringen

Het zijn niet alleen deze cijfers die laten zien dat de grotere bureaus het nu relatief moeilijker hebben dan de kleinere. Hieronder nog 5 van zulke ontwikkelingen.

#1. Kandidaat versus aandeelhouder centraal

Staat de kandidaat echt centraal nu het een kandidatenmarkt is? Hierin zie je echt verschil tussen de matige en de (zeer) snelle groeiers. Aan de ene kant heb je de bureaus die ‘nee’ zeggen tegen kansloze opdrachten en ‘ja’ tegen kandidaten, aan de andere kant de matige groeiers, die juist de salesfunnel centraal stellen. Dit zie je vooral bij bemiddelaars waar investeerders en aandeelhouders de dienst uitmaken. Het kortetermijnrendement prefereert daar, waardoor zij de kandidaat uit het oog verliezen en zo ook terrein op de markt kwijtraken. Wie de kandidaat heeft, heeft in de huidige markt ook de klant.

#2.Local champions versus het grootbedrijf

Elke keer als een grote(re) uitzender ergens een lokale vestiging sluit, juicht een local champion. Sterker nog, enkele succesvolle (franchise)formules groeien juist vanwege hun lokale aanwezigheid. ‘Bricks en chicks’ vervangen door ‘clicks’ lijkt een logische zet. De grootste groep baanzoekers oriënteert zich immers (ook) online. Maar veel websites van deze uitzenders voldoen niet of nauwelijks aan wat een kandidaat mag verwachten.

Bricks en chicks’ vervangen door ‘clicks’. Het lijkt een logische zet, maar is in de praktijk niet zo simpel

Met hun eigen sites zijn ze online gaan concurreren met partijen als Indeed en Nationalevacaturebank. Maar zij hebben dit spelletje in de genen zitten. En van hen ben je als uitzendbureau ook nog eens sterk afhankelijk als het gaat om traffic. Dat dit vaak leidt tot frictie is nu al te zien aan de moeizame relatie tussen enkele grote intermediairs enerzijds en Indeed en LinkedIn aan de andere kant.

De baanzoeker die graag één-op-één geholpen wil worden, staat bij veel grotere uitzenders steeds vaker voor een dichte deur. En dit is een grote groep, veel groter dan alleen 50-plussers en (langdurig) werklozen. Er zijn bijvoorbeeld ook veel onzekere digital natives die graag aan de hand genomen willen worden met hun eerste schreden op de arbeidsmarkt. Via zo’n local champion vinden ze vaak hun weg naar een eerste (lokale) werkgever. Waarmee die lokale helden ook meteen handig inspelen op de regionalisering van de arbeidsmarkt.

#3. Human touch versus touch & tech

Als je een intercedent waarom hij of zij het werk leuk vindt, is meestal het eerste antwoord: “iets met mensen doen”. Dat is niet vreemd; als intercedent draag je ook bij aan een belangrijke beslissing in het leven van je kandidaat; een life changing event met veel impact. Precies dit element is dat wat intercedenten, consultants en recruiters zo mooi vinden aan hun werk: de human touch. Het goed doen voor de ander. Het echte mensenwerk.

De grotere jongens gaan er prat op dat één intercedent straks niet 300, maar 3.000 hires kan managen

Het zijn vooral de kleine en mid-sized bureaus die dit ambachtelijke werk koesteren, ondersteund met software die hen daarin beter maakt. De grotere jongens gaan er prat op dat één intercedent straks niet 300, maar 3.000 hires kan managen. Veel tech en een heel klein beetje touch dus. Vooralsnog lijkt dit niet de winnende strategie…

#4. Big data blabla versus praktische small data

De ratrace met big data is in volle gang. Tot op heden lijkt het echter vooral een PR-oorlog, waarin een paar grote jongens een wedstrijdje ‘ver plassen’. Daarin veel beloftes over wat er ooit kan gaan gebeuren, maar nauwelijks echte wapenfeiten (uitgezonderd het werk van Ton Sluiter bij USG).

Wat bureaus roepen over A.I., zelfdenkende algoritmes en big data blijkt vaak een luchtkasteel

Alles wat deze bureaus roepen over A.I., zelfdenkende algoritmes en big data blijkt – als je even doorvraagt – meestal een luchtkasteel. Vraag naar bewijsvoering, de onderliggende data, of anderszins een academische, onderbouwde of te controleren verantwoording en het blijft vaak angstvallig stil. Heel anders is dat bij de ‘stille’ innovators in de markt, zoals Luba, Olympia of Personato. Deze snelle groeiers omarmen de nieuwste technieken en integreren die in hun proces. Geen blabla big data, maar praktische small data waarmee hun intercedenten meer en betere kandidaten kunnen vinden en sneller tot een kwalitatief betere match kunnen komen. Ze zetten de kandidaat centraal en faciliteren de human touch. Zou het toeval zijn dat zij zoveel sneller groeien?

#5. Achter de computer versus zichtbaar zijn

Hoe leeg zouden de cv-databanken van de jobboards, uitzendbureau.nl en werk.nl inmiddels zijn? De tijd dat je alléén kon vertrouwen op post & pray en simpel searchen is voorbij. Je moet nu actief de markt op gaan en (bijna letterlijk) voor de poort gaan staan bij de concurrent. Je moet ook zichtbaar worden, investeren in arbeidsmarktcommunicatie, werving en recruitmentmarketing. De intercedent en recruiter moeten achter hun computer vandaan komen en zichtbaar zijn, daar waar de kandidaat is. Precies dit spelletje spelen kleinere bureaus veel beter dan de grotere. Kandidaten zoeken, vinden en bereiken daar waar ze zijn. En die lokale zichtbaarheid helpt hen daarbij.

De intercedent moet achter zijn computer vandaan en zichtbaar zijn, daar waar de kandidaat is

Visie en goede PR zijn mooi, maar wil je in deze kandidatenmarkt echt succes boeken, dan moet je actuele arbeidsmarkt- en doelgroepinformatie verzamelen en deze doorvertalen naar echte acties. Juist daarin kunnen ‘de grote’ echt nog wel wat leren van ‘de kleine’.

geert trendOver de auteur

Geert-Jan Waasdorp is directeur van arbeidsmarktonderzoeker Intelligence Group, oprichter van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie, uitgever van Werf& en en auteur van onder meer de boeken ‘Bouwen aan Het Nieuwe Employer Brand’, ‘Recruitment­kengetallen 2013’, ‘Zo vindt u een baan’ en ‘Schaarste bestaat niet’.

Lees ook: