Bedrog op iemands cv aangetoond? Dan kun je later zelfs diens salaris terugeisen

Neem je een kandidaat aan die flagrante leugens op het cv heeft vermeld? Dan mag je later gewoon de arbeidsovereenkomst vernietigen en zelfs het uitgekeerde salaris terugeisen, zo heeft de Hoge Raad recent bepaald.

Peter Boerman Op 14 februari 2020
Gem. leestijd 3 min 878x gelezen
Deel dit artikel:
Bedrog op iemands cv aangetoond? Dan kun je later zelfs diens salaris terugeisen

Als je van iemand het dienstverband wil beëindigen, dan moet je normaal gesproken als werkgever een vaststellingsovereenkomst aangaan of een ontslagprocedure voeren. Salaris terugvorderen? Dat is praktisch nooit aan de orde. Maar als de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen vanwege bedrog, bijvoorbeeld een cv vol onwaarheden, dan is er geen ontslagprocedure of vaststellingsovereenkomst nodig, en kan bovendien mogelijk het betaalde salaris worden teruggevorderd, zo heeft de Hoge Raad recent bepaald.

Gelogen over werkervaring

De uitspraak had betrekking op een directeur van een zorginstelling, die in zijn cv onjuiste informatie had opgenomen over zijn werkervaring en opleidingen. De werkgever vernietigde zijn arbeidsovereenkomst wegens bedrog, en vorderde salaris terug. Dat leidde in januari 2018 al tot een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, en in augustus 2018 tot een beschikking bij het gerechtshof Den Bosch. En nu dus tot cassatie bij de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland.

Als het bedrog vaststaat, dan kan de werkgever het arbeidscontract vernietigen en het betaalde salaris terugeisen.

De Hoge Raad oordeelde dat de werkgever in zijn recht stond. Als het bedrog vaststaat, dan kan de werkgever het arbeidscontract vernietigen en het betaalde salaris terugeisen. Mogelijk hoeft de werknemer niet het gehele salaris terug te betalen, als de werkgever ook voordeel van het dienstverband heeft gehad. Het bedrog hoeft niet alleen te bestaan uit onjuiste informatie, maar kan ook zijn: het opzettelijk verzwijgen van feiten die de werknemer verplicht was te melden, of andere kunstgrepen om aan de baan te komen.

‘Directeur Zorg worden? Natuurlijk, geen probleem!’

De zaak ging om iemand die in november 2016 solliciteerde naar de functie van psychotherapeut bij de zorginstelling. In het cv had hij allerlei werkervaring opgenomen, net als diverse opleidingen, cursussen en lidmaatschappen. Onder de indruk daarvan, verzocht de werkgever hem toen om ook te solliciteren op de functie van Directeur Zorg. Waarna hij in januari 2017 zelfs statutair bestuurder van de instelling werd, waarbij hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kreeg.

Maar al in mei 2017 stuurde een van de verenigingen waarvan hij claimde lid te zijn al een mail met de opmerking dat dit niet klopte. En twee dagen later vond ook een gesprek plaats waarin hem werd meegedeeld ‘dat de kwaliteit van het door u geleverde werk absoluut niet te verenigen is met de aard en de inhoud van uw functie. Dit betreft zowel de taken die u zijn toevertrouwd in de functie van statutair directeur van de vennootschap alsnog mede ook de kwaliteit van uw werk als psychotherapeut. Daarbij is ons opgevallen dat door u mogelijk onjuiste informatie is verstrekt ten tijde van uw sollicitatie naar uw functie van statutair directeur.’

Een ernstige vertrouwensbreuk

Een ‘ernstige vertrouwensbreuk’ was het directe gevolg, aldus de werkgever. En daarom reden om tot ontslag over te gaan. Waarna al snel veel meer onthullingen over leugens op het cv volgden. Werkgevers uit het verleden bleken de man niet te kennen, hij bleek niet bekend in systemen waar hij volgens hemzelf wel in zou horen te staan, en ook bij de beroepsvereniging gaven ze aan dat de man er nog nooit lid is geweest.

‘Laakbaar, zeer onzorgvuldig en bewuste misleiding.’

‘Laakbaar, zeer onzorgvuldig en bewuste misleiding’, zo oordeelde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd over het sollicitatiegedrag van de man, en daarom verbood de inspectie hem voortaan nog om werkzaamheden te verrichten als GZ-psycholoog, als psychotherapeut, of als klinisch psycholoog. Maar de werkgever verzocht dus ook om terugbetaling van het uitbetaalde nettoloon, in 5 maanden tijd toch een bedrag van bijna 17.000 euro. De arbeidsovereenkomst is onder invloed van bedrog tot stand gekomen, aldus de werkgever. En dus zagen ze graag het bijbehorende geld terug.

Wie is de zwakkere partij?

De kantonrechter wees dat verzoek eerst af, net als het hof, onder meer omdat de werknemer als de ‘zwakkere partij’ in het arbeidsrecht wordt gezien, en dat niet vaststaat dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is geweest.

Een bedriegende sollicitant hoeft er niet op te rekenen dat het ontslagrecht hem beschermt.

Maar daar denkt de Hoge Raad nu dus toch wat anders over, zo blijkt. In geval van bedrog van de werknemer, nog voordat de arbeidsovereenkomst is afgesloten, hoeft hij of zij helemaal niet te verwachten dat het ontslagrecht hem bescherming biedt, aldus de hoogste rechters. Er hoeft zelfs niet te worden aangetoond dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is geweest, stelt de Hoge Raad. Had je als sollicitant maar niet zo hard moeten liegen, met andere woorden. En heeft de werknemer toch voordeel opgeleverd voor de werkgever, dan kan daar achteraf alsnog rekening mee worden gehouden. Maar je salaris dan zomaar mogen houden? Zo is het dus ook weer niet…

Deel dit artikel:

Peter Boerman

Hoofdredacteurbij Werf&
Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
Bekijk volledig profiel

Premium partners Bekijk alle partners