Tekort aan technici? Bij SPIE laten ze immigranten Nederlands leren

Peter Boerman Op 12 juli 2016
Gem. leestijd 4 min 2242x gelezen
Deel dit artikel:
Tekort aan technici? Bij SPIE laten ze immigranten Nederlands leren

Als je in Nederland geen technici kunt vinden, haal je ze gewoon uit het buitenland. En geef je ze eerst een intensieve training in onze taal, want zonder de voertaal te spreken, lukt het niet.

Dat is in een notendop de wervingsfilosofie van SPIE, een van de grootste technisch dienstverleners van Nederland. “Vergelijk het met een doktersbezoek”, zegt Bert Geijselaers, verantwoordelijk voor detachering en inkoop van tijdelijk werk bij SPIE Nederland. “Als je als patiënt het gevoel hebt dat de dokter jou niet volledig begrijpt, geeft dit je een onveilig gevoel. Ditzelfde geldt voor onze klanten.”

Ja is ja, nee is nee

En dat terwijl veiligheid volgens Geijselaers een van de kernwaarden van het bedrijf is. “We werken met ingewikkelde, technische processen, waarbij veiligheid van het allergrootste belang is, zowel voor onze medewerkers, voor onze klanten als voor het publiek dat uiteindelijk gebruik gaat maken van de constructies die wij bouwen. Dan moet je erop kunnen vertrouwen dat ja echt ja is, en nee echt nee. Beheersing van de Nederlandse taal is van belang in alle aspecten van ons werk – van klantcontact tot de communicatie tussen medewerkers onderling.”

taalakkoord bert geijselaers

20 tot 30 man per jaar

SPIE haalt gemiddeld 20 tot 30 medewerkers per jaar uit het buitenland. “De vraag naar technisch personeel wordt alsmaar groter, maar de instroom van goed opgeleide vakmensen is te klein. Voor een bedrijf als SPIE zit er niets anders op dan in het buitenland op zoek te gaan naar geschikte medewerkers.”

Stevig netwerk

Inmiddels heeft SPIE een stevig netwerk opgebouwd in landen als Polen, Hongarije, Portugal, Slovenië en de Baltische staten. Geijselaers: We werken niet met recruitmentbureaus, maar doen onze eigen werving en selectie. Wij zijn immers zelf het best op de hoogte van de – technische – competenties die we zoeken in een medewerker. Door de rekrutering in eigen hand te houden, bouw je bovendien vanaf het begin een band op met de medewerker en laat je zien hoe betrokken je bent. De interviews met kandidaten vinden plaats in het land van herkomst. Het is voor ons erg belangrijk om zelf ons gezicht te laten zien en onze betrokkenheid bij het selectieproces te tonen.”

Steuntalen

De gesprekken vinden uiteraard niet plaats in het Nederlands, legt Geijselaers uit. Voor ons is het belangrijk dat elke kandidaat naast zijn eigen taal ook een zogeheten ‘steuntaal’ kent; een taal die niet behoort tot de taalgroep van de moederstaal van de kandidaat. Gaat het bijvoorbeeld om een Tsjech (Tsjechisch behoort tot de Slavische taalgroep), dan moet deze kandidaat kennis hebben van een taal uit een andere taalgroep, zoals de Romaanse (Frans, Italiaans, Spaans) of Germaanse (Engels, Duits, Deens, Noors). Die steuntaal is bij voorkeur Engels of Duits, maar interviews hebben ook al in het Frans, Italiaans en Russische plaatsgehad.”

Een signaal

Kennis van een steuntaal is voor SPIE een signaal dat het met het Nederlands van de kandidaat ook wel goed komt. “Taal is zoveel meer dan alleen woordjes en idioom. De klassieke talen waren nooit (alleen) bedoeld om in te communiceren, maar ook om kennis te nemen van taalstructuren en voor de opbouw van analytisch vermogen. Een kandidaat die de steuntaal beheerst, heeft al leren werken met andere grammaticale structuren. Onze ervaring is dat het Nederlands dan ook geen onverwachte problemen oplevert.”

Op Nederlandse les

Beheersing van het Engels is voor de technici dus niet voldoende; ze moeten eerst op Nederlandse les. “Miscommunicatie kan, zeker op locatie als er apparatuur geïnstalleerd wordt, fatale gevolgen hebben”, aldus Geijselaers. Daarom ontwikkelde SPIE een eigen taalprogramma. Een flinke investering, maar voor Geijselaers en zijn collega’s wel een belangrijk middel om hun doel te bereiken: het optimaal bedienen van hun klanten.

13 weken van 44 uur

“Eerst kijken we of de kandidaat in staat is om een nieuwe taal te leren, met de door onszelf ontwikkelde ‘taalleercapaciteittest’. We kijken onder meer of iemand buiten zijn eigen taalstructuur kan denken. Vervolgens leiden we de medewerkers in 13 weken van 44 uur, dus in totaal 512 uur, op tot taalniveau A2. Met deze stevige basis worden de lessen in Nederland in een rustiger tempo voortgezet.”

Steeds meer in Nederland

Het accent in het taalonderwijs lag voorheen in het buitenland, maar is in de loop van een aantal jaren verschoven naar Nederland. Dit in verband met de kosten van uitval: een aantal kandidaten haakte voortijdig af en ging met de opgedane taalkennis verder in eigen land. Als het taalonderwijs in Nederland wordt verzorgd, heeft dat meerdere voordelen, zegt Geijselaers. “In de eerste plaats is de drempel genomen om naar Nederland te gaan. Daarnaast kunnen de kandidaten al – zij het beperkt – werkzaamheden doen, zodat ze ook in het werk al een band ontwikkelen met hun collega’s.”

Salaris verzekerd

Mensen die Nederlandse taalles gaan, hebben al een arbeidscontract bij SPIE, legt Geijselaers uit. “Salarisbetaling is daarmee verzekerd. Beide partijen hebben een belang in deze constructie: SPIE is verzekerd van de nieuwe medewerker, en de medewerker weet dat de investering in zijn beheersing van het Nederlands niet voor niets is.”

In alle lagen

Inmiddels is SPIE ruim 7 jaar bezig met taal op de werkvloer. Welke lessen heeft Geijselaers geleerd? Dat cultuur net zo belangrijk is als het leren van de taal. Daarnaast moet je taalonderwijs in alle lagen van een organisatie implementeren. Voor hooggeschoolde medewerkers (die bijvoorbeeld wel Engels spreken) is taalonderwijs net zo belangrijk als voor medewerkers op een lager niveau. En: tussen taalonderwijs en veiligheid zit een directe link. Wij investeren in elk aspect van veiligheid, van machines tot veiligheidskleding. Investeren in communicatie is dan niet meer dan logisch. Ieder bedrijf dat veiligheid hoog in het vaandel heeft staan, zou daarom ook moeten investeren in taal.”

Geen luxe

Wat zou Geijselaers verder nog adviseren aan andere bedrijven? “Ik ben er stellig van overtuigd dat investeren in taal geen luxe is, maar een noodzaak. Als al onze klanten 5 tot 10 procent van hun omzet zouden investeren in taal, komt dit de kwaliteit van het werk zéér ten goede. Wat het ons oplevert? Allereerst en vooral gekwalificeerde vaklui die onze klanten van dienst zijn. Daarnaast zijn het collega’s met een andere achtergrond die bijdragen aan onze cultuur. Verder zorgt het ook voor goede contacten met andere kandidaten. En wij bouwen zo onze activiteiten op het gebied van werving en selectie uit op een gedifferentieerde en gediversifieerde manier.”

Het Taalakkoord

Dit verhaal kwam tot stand dankzij het Taalakkoord, een initiatief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit netwerk wisselt kennis uit en vraagt aandacht voor de opbrengsten van het investeren in taal op de werkvloer. Samen met andere bedrijven ondertekende SPIE het Taalakkoord op 8 december, in het bijzijn van minister Asscher.

Deel dit artikel:

Peter Boerman

Hoofdredacteurbij Werf&
Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
Bekijk volledig profiel

Premium partners Bekijk alle partners