Wat Generatie Z met curling te maken heeft (en nog 8 termen uit het Gen Z-woordenboek)

Wie het heeft over generatie Z, die nu de arbeidsmarkt opkomt, struikelt over tal van bijzondere begrippen. Wij pikken er 9 van de meest veelzeggende uit.

Peter Boerman Op 20 juni 2022
Gem. leestijd 6 min 2431x gelezen
Deel dit artikel:
Wat Generatie Z met curling te maken heeft (en nog 8 termen uit het Gen Z-woordenboek)

Termen als de ‘curling-generatie‘ of JOMO, als je het hebt over de generatie Z die nu de arbeidsmarkt betreedt, kom je tal van verrassende termen tegen. Welke 9 vielen ons het meest in het oog? En wat moet je ervan weten als je deze Gen Z wil proberen te werven? De belangrijkste begrippen nader verklaard.

#1. De curling-generatie

curling boek hougaardKlassiek geworden door een scène in De Luizenmoeder, maar het begrip ‘curling-ouders’ bestond al langer, en werd voor het eerst gemunt door de Deense psycholoog Bent Hougaard. Hij gebruikte de term als metafoor voor ouders die hun kind(eren) willen beschermen tegen iedere grillige beweging van het leven en iedere oneffenheid voor hun kind(eren) weg willen vegen, voor het kind de kans krijgt erover te struikelen.

Curling-ouders willen elke oneffenheid voor hun kind wegvegen.

De millennials werden ook al als de curling-generatie aangeduid, maar ook generatie Z (grofweg: iedereen die is geboren na 1995) krijgt nu met het label te maken (van een fenomeen dat natuurlijk al veel langer bestaat). Dat betekent, in grote lijnen: weinig in staat om met teleurstellingen om te gaan, en direct resultaat willen zien zonder daar enigszins inzet voor te leveren.

Verwante termen:

Als het gaat over de ouders van deze generatie zijn ook wel termen als helicopter parent of snowplough parenting in zwang. De kinderen worden ook wel aangeduid als pampergeneratie.

#2. De pretparkgeneratie

Al wat oudere term – en ook een net iets ander fenomeen dan de ‘curling-ouder’. De term werd gemunt door Aryan van der Leij, gedragswetenschapper en tevens vader van kinderen in twee generaties, en staat model voor de manier waarop we tegenwoordig met elkaar en vooral met onszelf en onze kinderen omgaan: alles moet leuk zijn, en gericht op een directe bevrediging van de eigen lust (instant gratification). Dat in tegenstelling tot vroeger, toen juist fatsoen en gemeenschapszin hoog in het vaandel stonden.

Egocentrisme en een beperkte toerekeningsvatbaarheid kunnen op latere leeftijd tot excessen leiden.

Van der Leij laat zien dat in de huidige samenleving dit tot model is verheven: egocentrisme en een beperkte toerekeningsvatbaarheid zijn bij kinderen weliswaar een gegeven, maar kunnen tot excessen leiden als die op latere leeftijd nog steeds de toon voeren. Ook in zijn minder extreme vormen ervaart de samenleving echter overlast van dit gedrag, zeker nu ouders door internet, mobiele telefonie en de sociale media steeds minder grip hebben op hun kinderen.

Verwante termen: supermangedrag en praise-junkies.

#3. De i-generatie

Deze generatie kon eerder scrollen dan lopen, wordt wel gezegd. Dat betekent dat hun leven zich online afspeelt, en vooral ook: mobiel. En: op video. Uit onderzoek van IBM blijkt bijvoorbeeld dat 66% van Gen Z regelmatig meer dan één device tegelijkertijd gebruikt. Dus zelfs als ze een vacature op een laptop of iPad zien, is de kans groot dat ze hun mobieltje paraat hebben. Maar om aan te geven hoe belangrijk video is: volgens onderzoek van Criteo streamt generatie Z gemiddeld 23 uur aan videocontent per week.

Volgens onderzoek streamt generatie Z gemiddeld 23 uur aan videocontent per week.

Aandacht is voor deze doelgroep kostbaar. Ze bepalen, met hun smartphone in de hand, gemiddeld binnen 8 seconden of een boodschap relevant is. De millennials voor hen hebben net iets meer geduld; zij geven je gemiddeld 4 seconde extra om hen te overtuigen. Dat betekent dat saaie tekstuele vacatures genadeloos worden afgestraft. Om het nog maar niet te hebben over vacatures die niet optimaal werken op mobiel.

Verwante termen: digital natives.

#4. JOMO

De millennials hadden te lijden onder FOMO: The Fear of Missing Out. Voor Generatie Z is dat veranderd in JOMO. Oftewel: The Joy of Missing Out. Het gaat erom een dichotomie te creëren tussen de fijne momenten online en de momenten die hen stress geven. Mínder online zijn? Dat is geen optie als je met internet geboren bent. Maar deze generatie kan wel heel duidelijk een balans vinden tussen stress en plezier, en de hashtag #mood is meer dan zomaar een meme voor ze.

#5. Influencers

Waar eerdere generaties nog een soort gezonde afkeer van influencers hebben, vormen bekende mensen op sociale media voor Generatie Z een nuttige gids in alle vragen van het leven. Zo zegt 52% van Gen Z het advies van een social influencer te vertrouwen als het gaat om producten en/of merken, 76% van Gen Z volgt minimaal één influencer en 45% van Gen Z volgt meer dan 10 verschillende influencers op social media. Om maar even aan te geven hoe dat afwijkt van de millennials vóór hen: Gen Z volgt vloggers op social media 1,5 keer méér.

Verwante termen: authoritative influencer (iemand met een expertise), aspirational influencer (iemand op wie je wil lijken), peer influencer (iemand die daadwerkelijk op je lijkt)

#6. Microlearning

Voor gen Z is je continu blijven ontwikkelen een no-brainer. Mits het niet onnodig lang duurt en je kunt leren wat je nodig hebt in je werk. Vandaar hun voorliefde voor het zogeheten microlearning, een aanpak die zich richt op skill based learning via relatief kleine modules. Via een dagelijkse e-mail of whatsapp bijvoorbeeld. Of via korte YouTube-tutorials. Snel, effectief, via de mobiel, direct toepasbaar, en niet te veel kostend (in tijd en geld). Dat werkt veel beter dan een handboek, handleiding (TL:DR) of zelfs een uitgebreide folder.

Ook gamification maakt een belangrijk deel uit van hoe Gen Z leert en zich ontwikkelt.

Ook gamification maakt een belangrijk deel uit van hoe Gen Z graag leert en zich ontwikkelt. Zo maakte Domino’s voor zijn medewerkers een online Pizza Maker Course. En gebruikte Deloitte in zijn Leadership Academy course elementen als badges en leaderboards, wat leidde tot 47% groei in het aantal dagelijkse gebruikers van het programma. Ander voorbeeld: het Global Social Media programma van Cisco, dat 3 levels kent, van Specialist via Strategist naar Master.

#7. Meta-ironie

Je hebt op internet het fenomeen dat bekend staat als dad jokes. Maar Gen Z kan er ook wat van, zo blijkt. Memes en cartoons zijn ongekend populair onder jongeren. Grappen kunnen eigenlijk niet hard genoeg zijn. En ook (zéér) droge humor en flauwe woordspelingen schijnen het goed te doen onder Gen Z. (Of zou dat dus toch met hun vaders te maken hebben?)

Of deze:

Om het samen te vatten: het zou gaan om een mengsel van nihilisme en absurdisme. En iets met Schrödingers kat, die tegelijk levend en dood kon zijn. En ook belangrijk: meta-ironie, ironie die eigenlijk niet meer als zodanig herkenbaar is. Of in elk geval: waarbij niet meer duidelijk is wat de oorspronkelijk bedoelde boodschap is. Ongetwijfeld een leuk ingrediënt voor je employer branding. Voorbeelden, anyone?

#8. Yeet!

Een van de belangrijkste Gen Z-slangwoorden. Oorspronkelijk een synoniem voor ‘iets weggooien’ (zoals een waterfles), maar uitgegroeid tot een soort algemene uitroep van opwinding. Wordt ook wel gezien als de Gen Z-versie van YOLO (you only live once). Het begrip schijnt trouwens alweer een beetje passé te zijn. Sowieso moet je als boomer, generatie X’er of millennial natuurlijk nooit proberen dit soort woorden tegen Gen Z-leden in je mond te nemen. Het is hun eigen taal, het wordt als indringen (en volstrekt ongeloofwaardig) gezien als je hiermee probeert aansluiting te vinden.

Verwante termen: Lit! (schitterend), Gucci (cool, mooi, goed), savage (wild, harsh), cringy (beschamend, jeukerig), slay (dat doe je goed!).

#9. Dare, Care en Share

Over Gen Z wordt veel geschreven. De termen Dare, Care en Share komen daarbij veel terug. Het is bepaald geen nieuwe woordcombinatie. Al eerder werd de combinatie bijvoorbeeld gebruikt om diverse soorten internetbedrijven te beschrijven. Care-bedrijven proberen het leven van mensen te verbeteren, Share-bedrijven proberen de deeleconomie te versterken, en Dare-bedrijven willen vooral de wereld veranderen met hun unieke technologie.

Share staat voor hen voor het belang van het delen van zaken als een auto of een scooter.

Deze driedeling komt ook terug in Gen Z, volgens Jos Ahlers, mede-auteur van het boek Gen Z verlangen naar verandering. Ze willen alles en wagen graag een gokje (Dare). Met Care doelen de auteurs op het besef van Gen Z dat purpose en lange termijn belangrijker zijn dan de winst op korte termijn. En share staat voor hen voor het belang van het eenvoudig delen van zaken als een auto of een scooter.

Meer weten?

Op 28 juni geven drie experts een seminar in The Student Hotel in Amsterdam waarbij ze alles over Generatie Z met je delen. Wat kan Generatie Z aan jouw team toevoegen? En hoe integreer je ze het beste op je werkvloer? Ook niet onbelangrijk: hoe werf én behoud je deze generatie het makkelijkst? Je leert het hier allemaal.

Seminar

Lees ook

Tags:
Deel dit artikel:

Peter Boerman

Hoofdredacteurbij Werf&
Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
Bekijk volledig profiel

Premium partners Bekijk alle partners