Randstad heeft 2010 afgesloten met een hogere winst dan verwacht. Over het afgelopen jaar heeft het uitzendconcern in veel belangrijke markten zijn positie verbeterd. Alleen in Nederland staat het bedrijf onder druk. Dat blijkt uit de cijfers over het vierde kwartaal die het bedrijf uit Diemen donderdag publiceerde.
Het concern heeft de weg naar herstel en groei weer gevonden. De omzet van Randstad nam in het vierde kwartaal met 22% toe naar €3,89 mrd. De autonome groei per werkdag steeg met 17%. De winst voor aftrek van rente, belasting en amortisatie (onderliggende ebita) kwam met €161,5 mln 52% hoger uit dan een jaar geleden. Dat ligt boven de verwachting van analisten.
Nederland blijft achter
Bestuursvoorzitter Ben Noteboom heeft het in zijn toelichting over glanzende vooruitzichten. Na de moeilijke jaren 2008 en 2009, waarin ook Vedior geïntegreerd werd, herstelden de markten met versterkte groei. Met name in Duitsland, maar ook Noord-Amerika, Spanje en Italië is marktaandeel gewonnen. Frankrijk begon in de tweede helft van het jaar vaart te krijgen. Nederland is het enige land waar Randstad onder druk staat door concurrerende tarieven.
Over het hele jaar pluste Randstad 14%, waardoor de omzet uitkomt op €14,2 mrd. De ebitamarge steeg duidelijk van 2,5% naar 3,6%. Randstad blijft streven naar 5% of 6%, maar de vooruitgang is groot genoeg om weer dividend uit te keren. Randstad mikt op €1,18 per gewoon aandeel.
Groei flexibele arbeid
De goede cijfers komen niet onverwacht. Vrijwel alle banken hadden de verwachtingen van Randstad, voorafgaand aan de vierdekwartaalcijfers, opgeschroefd. De groei naar flexibele arbeid zette de afgelopen maanden door. Bedrijven huren nog steeds liever tijdelijk personeel in, dan dat ze werknemers vast aannemen. Tegelijkertijd is er sprake van margeherstel in de belangrijkste markten.
Randstad profiteert er nog niet van dat de Nederlandse markt, waar bijna een kwart van de omzet vandaan komt, eindelijk op stoom komt. In een diensteneconomie als Nederland komt de vraag naar werk altijd wat later. In Duitsland, waar fabrieken meer voor de export produceren, is het herstel het verst. Maar ook in Frankrijk en de Verenigde Staten, goed voor respectievelijk 20% en 13% van de omzet, is de vraag behoorlijk aan het aantrekken.