Dit zijn dé 5 meest onderbelichte oorzaken van de krapte

Ja, ja, de vergrijzing, we weten het. Maar het is zeker niet de enige verklaring voor de huidige personeelstekorten. Waarom horen we zo weinig over deze 5 oorzaken van de krapte?

Peter Boerman Op 10 maart 2023
Gem. leestijd 6 min 2764x gelezen
Deel dit artikel:
Dit zijn dé 5 meest onderbelichte oorzaken van de krapte

De vergrijzing en ontgroening worden vaak als belangrijke oorzaken van de nog steeds grote krapte genoemd. En ja, dat is ook helemaal terecht. Net als de conjunctuur natuurlijk, en iets met corona. Maar wie even verder kijkt, ziet dat er heus ook nog wel andere factoren zijn aan te wijzen die de personeelstekorten op zijn minst flink hebben aangewakkerd. Deze 5 punten worden niet zo vaak benoemd als de demografie, maar zijn waarschijnlijk minstens zo belangrijk.

#1. De geldpomp stond aan

De eerste factor: de geldpomp heeft de laatste jaren flink zijn best gedaan. De rente was op een gegeven moment negatief, de centrale banken stopten miljarden euro’s in de economie, de overheden ‘investeerden‘ erop los. Het heeft geleid tot een behoorlijke bubbel-economie en ‘massale loonkostensubsidie‘, ook in Nederland, waar in het laatste regeerakkoord ook volop plannen werden bedacht waarbij het personeelstekort al meteen als de achilleshiel werd aangemerkt.

Hoog tijd om de generieke steunmaatregelen van de overheid om te zetten in meer gerichte steun, betoogde econoom Sandra Phlippen daarom recent in het FD. Zo zou de arbeidsvraag volgens haar wat kunnen afkoelen. En dat is nodig, omdat centrale banken anders mogelijk harder op de rem moeten trappen, met diepere recessies en meer leed tot gevolg. Volgens Phlippen staat juist de Nederlandse arbeidsmarkt er ‘naar bijna alle maatstaven extreem voor’, en rest ons dan ook ‘geen andere keuze dan de steunmaatregelen over de volle breedte af te bouwen en alleen nog gericht te gaan stutten.’

‘De grote transitievraagstukken zijn niet van vandaag of gister. Waarom moeten ze per se morgen zijn opgelost?’

Ook Bas ter Weel, directeur van SEO Economisch Onderzoek, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en kroonlid van de SER, denkt dat het helpt ‘de kranen dicht te draaien’. ‘De arbeidsmarkt is nu oververhit. Natuurlijk: de grote transitievraagstukken hebben urgentie, maar die vraagstukken zijn niet van vandaag of gister. Waarom moeten ze per se morgen zijn opgelost? Waarom moeten ze allemaal tegelijk aangepakt? Het risico van dit beleid is dat de gestelde doelen niet worden behaald of tegen veel hogere kosten dan met een normale arbeidsmarkt.’

#2. Verzuim in de lift

Nog zo’n vaak onderbelichte oorzaak voor het personeelstekort: het enorme ziekteverzuim. Het verzuim onder werknemers passeerde in 2022 voor het eerst in 20 jaar de 5%, aldus verzekeraar Nationale-Nederlanden. In de zorg 2022 was het verzuimpercentage gemiddeld genomen zelfs 8,36%. En dat hoge verzuim leidt ook weer tot een vicieuze cirkel: verzuim, gecombineerd met vacatures, werkt verhoging van de werkdruk in de hand, wat weer tot nieuw verzuim leidt, enzovoorts. Dit wordt nog eens versterkt doordat een groot deel van de groei te vinden is in het zogeheten mentale verzuim.

‘Inmiddels is een derde van het verzuim gerelateerd aan psychische klachten’, vertelde Igno Schings, directeur collectieve inkomensverzekeringen bij NN, hierover eind vorig jaar aan de Volkskrant. ‘Zes jaar geleden was dat nog maar een vijfde.’ Uit recente CBS-cijfers blijkt bovendien dat werknemers met mentale klachten veel langer thuiszitten: gemiddeld ruim 2 keer zolang als werknemers die om andere redenen verzuimen. Schings: ‘In een tijd dat er meer vacatures zijn dan mensen is dat extra vervelend.’

#3. Nauwelijks productiever

En zo komen we op een derde onderbelichte oorzaak van de historische krapte: de al even historisch lage groei van de arbeidsproductiviteit, gecombineerd met jarenlange lage lonen. Het bedrijfsleven is er lui door geworden, aldus een recent artikel van Jan Luiten van Zanden. ‘Het zorgt ervoor dat steeds meer arbeidsinput nodig is om de economie te laten groeien. Dat is ook hoe de politiek over het probleem spreekt: werktijden moeten verlengd, parttime werken minder aantrekkelijk gemaakt, om zo de beroepsbevolking te doen toenemen. Terwijl – zeker in internationaal perspectief – Nederland al sterke groei van de arbeidsinput kent.’

‘Zeker in internationaal perspectief kent Nederland al een sterke groei van de arbeidsinput.’

We moeten het volgens hem dan ook niet hebben over hoeveel we werken, maar eerder over: hoe slim. Want we mogen dan wel denken dat we in tijden van snelle technologische verandering leven, in feite hebben al die tools nauwelijks invloed op onze productiviteit, stelt de econoom, die de neergang daarvan zelfs ‘dramatisch’ noemt. En de huidige inflatie helpt ook al niet, zegt hij. ‘Het beleid dat er nu komt lijkt gericht op nog meer van hetzelfde streven om meer arbeid uit een door stress en burn-out geplaagde beroepsbevolking te persen.’

De kern van het probleem, zo zegt hij, ‘is dat het neoliberale offensief van na 1982 in Nederland niet alleen leidde tot grotere ongelijkheid, maar ook tot de ontmanteling van de economische motor van de industriële economie. Ondernemers zijn in zekere zin zo gepamperd – door lage loonkosten, lage kapitaalkosten, lage belastingen en hoge rentabiliteit – dat er geen redenen waren nieuwe arbeidsbesparende technologie te zoeken. Daardoor zijn we nu haast gedwongen om de economische problemen op te lossen door het ‘zweet en tranen’ van meer uren arbeid in plaats van de creativiteit van nieuwe ideeën en technieken.’

#4. Het inclusietekort

Nog een oorzaak van de krapte: het nog altijd grote onbenut arbeidspotentieel. Hoe kan het dat we zo’n krappe arbeidsmarkt hebben en toch ook nog steeds een miljoen mensen langs de kant hebben staan? Het is een opmerking die je vaak hoort, en hoewel ook al heel vaak ontkracht, raakt hij ergens ook wel aan een kern van waarheid, namelijk dat Nederland er slecht in slaagt kwetsbare werkzoekenden voldoende te ondersteunen, en de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten, zoals ook een recent onderzoek van de Arbeidsinspectie nog eens onderstreepte.

De arbeidsmarkt ‘werkt niet voor iedereen’, stelt het SCP.

Paradoxaal genoeg hebben we in Nederland namelijk naast een personeelstekort ook ‘een inclusietekort’, zoals de OESO dat noemt. De arbeidsmarkt ‘werkt niet voor iedereen’, schreef niet voor niets het SCP recent nog in zijn publicatie Eigentijdse ongelijkheid. ‘Niet voor mensen met een beperking of kwetsbaarheid, fysiek, verstandelijk, psychisch of sociaal. Niet voor migranten, voor ouderen, voor langdurig werklozen’, onderstreept Marjet van Houten (Movisie) het nog maar eens. ‘Zij krijgen soms jarenlang geen kans om via arbeid te participeren en raken maatschappelijk aan de zijlijn.’

Volgens haar gaat het er niet alleen om de uitkeringen en het minimumloon voor deze groepen te verhogen, maar vooral ook om ‘anders gaan kijken, denken en vooral doen. Organiseer arbeid zo dat we dat inclusietekort opheffen. Het barst in Nederland van de initiatieven waar mensen waardevol werk verrichten. Maar die komen te weinig in beeld bij gemeenten, en zijn daardoor zelf bestaansonzeker. Het is tijd dat zij aan zet komen.’ En dat gemeenten en UWV weer persoonlijke aandacht kunnen geven aan mensen die dat nodig hebben natuurlijk.

#5. De vele baanwisselingen zelf

Hoge vraag, hoge arbeidsparticipatie, lage groei van de productiviteit, en nauwelijks instroom van arbeid: daarmee zijn de voornaamste oorzaken van de krapte waarschijnlijk wel benoemd. Maar er is er nog eentje die ook niet onbenoemd mag blijven: de dynamiek van de arbeidsmarkt zelf. Want ook die leidt weer tot versterkte krapte. Niet alleen omdat er steeds meer mensen in de arbeidsbemiddeling werken die de hele carroussel op gang moeten zien te houden, en dit probleem ook steeds meer tijd van organisaties vergt, maar ook omdat het tijd kost voordat al die overstappers in hun nieuwe omgeving volledig productief zijn.

De mobiliteit op de arbeidsmarkt was niet eerder zo hoog als vorig jaar.

Uit arbeidsmarktcijfers van Intelligence Group blijkt dat de afgelopen jaren de mobiliteit niet eerder zo hoog was als vorig jaar, met in totaal ruim 1,8 miljoen baanwisselaars, bijna 1 op de 5 mensen, van wie het overgrote deel daarvoor ook al werkte, een trend die niet veel later ook door het CBS werd onderschreven. ‘Economische tegenwind zorgt er momenteel niet voor dat die geest terug in de fles gaat en werkgevers zullen eerder een stapje bij moeten zetten op de arbeidsmarkt’, aldus Intelligence Group-oprichter Geert-Jan Waasdorp.

In de afgelopen 10 jaar zijn Nederlanders steeds vaker van baan gaan wisselen, constateert ook het UWV. Dat heeft onder meer te maken met de voortgaande flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar ook met de krappe arbeidsmarkt, waarin zowel werknemers met een vaste als een flexibele baan gemiddeld vaker van werkgever wisselen. Wat het precies betekent voor (het gevoel van) de krapte, blijft voer voor onderzoekers. Maar dat het domino-effect van mensen die van de ene naar de andere organisatie gaan uiteindelijk weinig helpt tegen de algemene tekorten op de arbeidsmarkt, dat is al met al weinig omstreden.

Lees ook

Tags:
Deel dit artikel:

Peter Boerman

Hoofdredacteurbij Werf&
Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
Bekijk volledig profiel

Premium partners Bekijk alle partners