De overheid en het onderwijs staat een grote uittocht van personeel te wachten. Van de bijna één miljoen mensen die op dit moment in die sectoren werken, zijn in 2020 70% vertrokken of van baan gewisseld blijkt uit een studie van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
275.000 met pensioen
Een groot deel van de mensen gaat met pensioen: in totaal gaat het om 275 duizend leraren, politieagenten, gevangenisbewaarders en ambtenaren. Dit zijn mensen die veel kennis en ervaring hebben opgebouwd. Vooral in het onderwijs wordt het moeilijk om hier voldoende geschikte mensen voor terug te krijgen. Het wordt moeilijk om hier voldoende en geschikte mensen voor terug te krijgen. Omdat de arbeidsmarkt weer krap wordt, óf vanwege een tekort aan geld als gevolg van de economische crisis. Of allebei. Hiermee staat de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs en van overheidsdiensten onder druk.
Krappe budgetten
Als gevolg van de economische crisis moeten overheids- en onderwijswerkgevers tegelijkertijd rekening houden met krappe budgetten. Er moet echter voorkomen worden dat noodzakelijke korte termijn maatregelen de problemen op langere termijn verergeren. Dit betekent dat er heldere keuzes gemaakt moeten worden over de publieke dienstverlening. Bezuinigingen kunnen tot gevolg hebben dat er een tijd lang geen ruimte is om nieuwe mensen aan te nemen.
Op tijd beginnen
Voor de periode erna moeten onderwijs- en overheidssectoren er rekening mee houden dat voor veel beroepen zoals onderwijzer, politieagent, rechter, bouwinspecteur bij de gemeente of accountant bij de Belastingdienst, een specifieke opleiding moet worden gevolgd. Om die reden kan niet met maatregelen worden gewacht tot het huidige personeel vertrokken is. Zeker niet als de economie weer aantrekt.
De studie is een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken samen met het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) en de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (SCO). Staatssecretaris Bijleveld van BZK heeft de studie deze week aan de Tweede Kamer gezonden.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken