Staffing Leaders: op zoek naar balans tussen strategie volgen en tempo maken

Het zijn – zacht gezegd – spannende tijden voor uitzendbureaus en andere staffing leaders. Aan de ene kant hebben ze volop te maken met veranderende regelgeving, aan de andere kant is er de opkomst van digitalisering, automatisering, matching en A.I., die hele businessmodellen op z’n kop zet. En dat in een markt die al kwartalen achter elkaar onder druk staat, en dalende omzetten laat zien. Maar van pessimisme weinig spoor op de Staffing Leaders Meeting, die Jobdigger recent samen met partner TheMatchBox organiseerde. Wel van: de nodige uitdagingen.

De belangrijkste uitdaging, zo valt samen te vatten uit de presentaties en de daaropvolgende groepsdiscussies: niet alleen de adoptie van nieuwe technologieën waarmee de staffing leaders kunnen inspelen op de huidige trends op de arbeidsmarkt, maar ook: de balans vinden tussen een strategie die bij je organisatie past, maar tegelijk op hoog tempo willen meebewegen met de markt en je concurrenten, die ook bepaald niet stilzitten. En dat naast tal van andere uitdagingen, zoals het vinden van realistische kandidaten, het werven van recruiters, en de krimp in sommige sectoren als de bouw.

3 lessen voor succes

Over de bouw gesproken: Steven Vastenhoud, Data & IT-manager van Building Heroes Nederland, ‘thuishonk van helden in bouw en infra’, was voor de gelegenheid ook naar Arnhem gekomen om te vertellen hoe technologische ontwikkelingen volgens hem de weg vrijmaken voor digitale innovatie. Met daarin 3 lessen: (1) Maak werk van een datastrategie, om efficiënt goede data te verzamelen van je kandidaten en vacatures. (2) Gebruik kwalitatieve software en automatiseer je processen maximaal, zodat recruiters zich op het menselijke aspect kunnen focussen. En (3): Zorg voor een maximale management buy-in van je digitale strategie zodat heel je organisatie mee is met het verhaal.

En natuurlijk: skills

Een ander onderwerp dat natúúrlijk niet onbesproken bleef: skills. En niet alleen omdat beide organisatoren hierin volop investeren, maar ook omdat het nu eenmaal dé trend is op de arbeidsmarkt. Althans: dé trend waarover gesproken wordt. Logisch, aldus Jobdigger-Business Development Director Adelbert Smal tijdens zijn presentatie. ‘Skills based matching leidt nu eenmaal tot veel meer mogelijkheden voor kandidaten binnen en buiten een organisatie.’ En aan staffing agencies om daarop een passend antwoord te formuleren, zei hij. ‘Stilstand is nu eenmaal achteruitgang.’

Het leidde tot een bruisende middag met interessante gesprekken, blikt marketingmanager Marlin van den Berg terug. ‘We kijken terug op een geslaagde middag, en kijken nu al uit naar de volgende editie, zowel bij ons op het kantoor, als in het kantoor van onze partner TheMatchBox in Antwerpen.’

Lees ook

Wim op woensdag: Over de Wet DBA en de impact op recruitment

De cijfers schetsen een helder beeld. Volgens het CBS waren er in 2022 (voorlopige cijfers) maar liefst 1,8 miljoen mensen in Nederland die inkomsten als zzp’er hadden. Voor 1,1 miljoen van hen was dit zelfs de belangrijkste inkomensbron. Dit op een beroepsbevolking van iets meer dan 10 miljoen mensen. Met andere woorden: ruim 10% van al onze werkenden is volledig of in elk geval grotendeels afhankelijk van zzp-inkomsten.

Of handhaving haalbaar is qua capaciteit en of het effectief zal zijn? Dat blijft de vraag.

Het kabinet heeft aangekondigd vanaf 2025 strenger te gaan controleren en vooral meer te gaan handhaven op de Wet DBA, om te kijken of er onder al die zzp’ers niet misschien toch veel schijnzelfstandigen zitten: mensen die eigenlijk beter in loondienst zouden kunnen zijn. Of dit haalbaar is qua capaciteit en of het effectief zal zijn? Dat blijft sterk de vraag. Maar één ding staat vast: de impact op de arbeidsmarkt zal voelbaar zijn.

Een kans voor detacheerders

Een strengere handhaving brengt risico’s met zich mee, zowel voor opdrachtgevers als voor zzp’ers zelf. Het gevolg? De vraag naar zzp’ers zou zomaar flink kunnen afnemen. Dit creëert echter een enorme kans voor detacheringsbureaus. Voor hen geldt de Wet DBA namelijk niet op dezelfde manier, waardoor zij een aantrekkelijk alternatief kunnen bieden voor opdrachtgevers die het risico willen vermijden.

Detacheringsbureaus zullen opschalen om de groep zzp’ers aan te trekken.

Met meer dan een miljoen zzp’ers die afhankelijk zijn van hun zelfstandige status, ligt hier een potentiële goudmijn voor detacheerders. Dit betekent niet alleen nieuwe kansen, maar ook een toenemende vraag naar recruiters die gespecialiseerd zijn in dit segment. Detacheringsbureaus zullen opschalen om deze groep aan te trekken.

De keerzijde: druk op vast

Maar wat gebeurt er met de vraag naar vaste functies buiten de detacheringswereld? Het is niet ondenkbaar dat de salarissen in deze sectoren gaan stijgen, zeker daar waar de vraag naar tijdelijke krachten het grootst is. Dit zou een vicieuze cirkel kunnen creëren: moeilijk in te vullen vacatures leiden tot een grotere afhankelijkheid van tijdelijke krachten, wat de druk op salarissen verder verhoogt.

Als corporate recruiter zou ik het wel weten. Elk nadeel heeft zijn voordeel, toch?

Sectoren zoals de zorg en het onderwijs, die al worstelen met personeelstekorten en krappe budgetten, kunnen hierdoor zwaar worden getroffen. De vraag is of dit een gewenst effect is van de aangescherpte handhaving. Ik vermoed van niet. Of het een storm in een glas water wordt of niet, deze dreiging zal talloze zzp’ers wakker doen liggen. Als corporate recruiter zou ik het wel weten. Elk nadeel heeft zijn voordeel, toch?

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

 

Jan-Willem Weijers: ‘Er is geen vast, er is geen flex, er is alleen: talent’

Vast? Flex? Jan Willem Weijers zegt het allemaal weinig. Alles begint altijd bij talent, ongeacht de contractvorm, zegt hij. ‘Er is geen vast. Er is geen flex. Er is alleen talent’, benadrukt de Global Contingent Workforce Manager en een pionier op het gebied van Total Talent Management (TTM), die onder meer carrière maakte bij Alliander en FrieslandCampina. De traditionele scheiding tussen vast personeel en flexibele krachten leidt volgens hem alleen maar tot inefficiëntie en silo’s. ‘Het is heel simpel, het begint met Talent First: één visie op talent’, zegt hij in een nieuwe aflevering van de Monkey Rock-podcast.

Organisaties moeten het aantrekken en inzetten van talent holistisch benaderen, waarbij de contractvorm ondergeschikt is aan de beschikbaarheid en behoeften, aldus Weijers, in gesprek met Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer (EN HR Solutions) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group). Hij vertelt daarbij ook over wat hij het ‘tompouce-model’ noemt, een concept dat stelt dat je een stevige basis nodig hebt – duidelijke processen en beleidslijnen – maar ook de steun van de top. Daartussenin beweegt de organisatie flexibel. ‘Als de boven- en onderkant stevig staan, kun je in het midden creatief schakelen om problemen op te lossen.’

Verhalen uit de praktijk

Toen Weijers aan de slag ging bij Alliander, stond de organisatie voor een enorme uitdaging. De energietransitie vroeg om een verdubbeling van het aantal invullingen, zowel vast als flexibel. Traditionele manieren van werven zouden niet volstaan. Samen met zijn team introduceerde hij een datagedreven aanpak waarbij interne inzichten werden gekoppeld aan externe arbeidsmarktdata. ‘We zagen bijvoorbeeld dat bepaalde functies in de Randstad onmogelijk snel in te vullen waren, maar in andere regio’s juist wel. Door die informatie visueel te maken en met de business te delen, konden we strategisch gaan werven.’

‘Door informatie visueel te maken en met de business te delen, konden we strategisch gaan werven.’

Maar succes kwam niet vanzelf. Hij benadrukt dat samenwerking daarom cruciaal is. ‘HR, finance en inkoop werkten nog te veel los van elkaar. We moesten ze letterlijk aan één tafel krijgen en laten zien dat het niet alleen over hun eigen processen ging, maar over het grotere plaatje: het aantrekken van talent dat past bij onze missie.’

Maak verwachtingen realistisch

‘Zonder data kun je niet managen’, zegt Weijers. Bij Alliander werkte hij daarvoor samen met experts om interne data te combineren met externe bronnen. Dit maakte het mogelijk om bijvoorbeeld voorspellingen te doen over de haalbaarheid van wervingsplannen. ‘We konden zo aan managers laten zien dat hun huidige eisen niet realistisch waren, maar boden tegelijkertijd alternatieven. Als iets niet snel vast ingevuld kon worden, suggereerden we een tijdelijke oplossing met flexkrachten.’

‘Het gaat niet om zeggen wat niet kan, maar om oplossingen aan te bieden op basis van cijfers.’

Zijn advies aan andere organisaties? Investeer in datagedreven tools en gebruik die om de business te begeleiden. ‘Het gaat niet om zeggen wat niet kan, maar om oplossingen aan te bieden op basis van cijfers. Daarmee bouw je vertrouwen en samenwerking op.’

De toekomst van TTM

Om Total Talent Management volledig te implementeren, moeten organisaties een einde maken aan de traditionele denkwijze, stelt Weijers. ‘Stap uit de schaduw van specialisme.’ Alleen door samenwerking en een gedeelde focus op talent kunnen organisaties flexibel inspelen op de eisen van de moderne arbeidsmarkt.

De 5 belangrijkste take-aways

  1. Talent First. Stop met vast en flex scheiden; zie talent als geheel.
  2. Data als fundament. Combineer interne en externe data voor strategische besluitvorming.
  3. Silo’s doorbreken. HR, finance en inkoop moeten samenwerken als één team.
  4. Tompouce-model. Bouw een stevige basis met flexibiliteit in het midden.
  5. Stap uit specialismes. Werk samen zonder de grenzen van afdelingen.

Benieuwd naar de volledige inzichten en inspiratie? Luister de Monkey Rock-podcast, van én voor recruitment leaders met Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer en Geert-Jan Waasdorp, en ontdek hoe Jan-Willem Weijers een vooruitziende visie neerlegt op gebied van Total Talent Management. Perfect voor recruitment leaders die strategisch talentmanagement willen implementeren.

Lees ook

Anke Reusken (Kruidvat): ‘Werken met je vrienden, dat maakt ons echt uniek’

Wil je weten hoe je Generatie Z moet werven, dan ben je bij Anke Reusken aan het juiste adres. Als manager Employer Branding & Employee Experience bij AS Watson Health & Beauty Benelux (bekend van Kruidvat, Trekpleister en ICI PARIS XL) doet ze feitelijk niet anders. ‘Van ons personeelsbestand van zo’n 23.500 medewerkers bestaat 83% uit jongeren, Generatie Z en nu ook Generatie Alpha, die vaak al vanaf hun veertiende bij ons komen werken’, vertelde ze vorige week tijdens het Arbeidsmarkt Trends Event in een goed gevulde zaal van het Van der Valk in Utrecht.

‘Van ons personeelsbestand van zo’n 23.500 medewerkers bestaat 83% uit jongeren.’

En wil je die jonge mensen niet alleen vinden, maar ook binden, dan zul je dus innovatief moeten zijn, maakte ze duidelijk. Het mogen ‘solliciteren met je bestie‘, compleet met duo-shirt, en inmiddels een grote hit, is daar maar één voorbeeld van. ‘We gingen een paar jaar geleden in gesprek met onze bijbaners over de vraag: wat maakt nou dat je bij Kruidvat komt werken? Bijna unaniem kwam daaruit: het werken met vrienden. Dat is toen dus onze rode draad geworden. Ik denk dat het ons ook uniek maakt. De jonge doelgroep vindt het meestal ook spannend om te solliciteren. Die drempel verlagen we zo enorm.’

Eigen muziek

Samen solliciteren betekent trouwens ook: ze samen aannemen, vertelt Anke Reusken. ‘Het gebeurt nooit dat we zeggen: jij wel, maar jij niet. In die zin hebben we hiermee ook wel een maatschappelijke rol, denk ik: je geeft mensen sneller een kans die dat anders misschien niet zo snel hadden gehad.’ En samen aannemen betekent ook: zoveel mogelijk samen laten werken. ‘We doen er alles aan om ze samen in te roosteren. En werken ook veel vaker met vulploegen ‘s avonds, als de winkeldeuren dicht zijn. Dan kunnen ze hun eigen muziek draaien, en een beetje lol hebben met elkaar.’

Maar daar houdt het natuurlijk niet bij op. Zo is ook solliciteren via whatsapp mogelijk, en is de werkenbij-site vooral ingericht op jongeren, die met de (realtime) locatiezoeker snel een vestiging in de buurt kunnen vinden. ‘Je kunt daarmee gewoon swipen door vacatures bij jou in de buurt, en daarna supersnel solliciteren’, legt ze uit. Ook is er tegenwoordig geen dik arbeidscontract meer, maar een onepager arbeidsovereenkomst, met een QR-code voor wie meer wil weten. En kunnen studenten die in een andere stad gaan studeren via een verhuisservice heel makkelijk hun bijbaan daar voortzetten.

‘Vulploegen werken steeds vaker als de winkeldeuren dicht zijn. Kunnen ze een beetje lol hebben met elkaar.’

En ‘omdat we ons heel bewust zijn dat we met kinderen werken’ kwam er ook ‘iets heel simpels’ als een brief gericht aan ouders van jongeren die net voor Kruidvat gaan werken, om hen uit te nodigen actief in gesprek te gaan en zo hun vertrouwen te winnen. ‘Het is iets heel kleins, maar heeft een mega-effect in de hele journey. Het wordt heel goed ontvangen.’ Met een app weet de keten trouwens ook de no-show van de jongeren terug te dringen. ‘We hebben een pre-boarding-video ontwikkeld met een cadeautje als je hem tot het eind aan toe afkijkt. De uitspeelratio daarvan is nu al 75%.’

Online carrièrecoach

Recent initiatief is daarnaast WatsonNext, de recent gelanceerde online carrièrecoach. ‘Omdat we merkten dat onze medewerkers het soms moeilijk vonden om te snappen wat er allemaal nog meer mogelijk was binnen onze winkels, maar ook daarbuiten. We willen hen helpen hun loopbaan zelf te sturen. In onze eigen collega’s zit ontzettend veel potentieel. Die wil je helpen een weg te vinden door je organisatie heen.’

Dat potentieel wil de organisatie ook steeds beter in kaart brengen. Zo experimenteren ze nu bijvoorbeeld met de geavanceerde assessments van Neurolytics waarmee aan de hand van spiervertrekkingen in het gezicht iemands engagement en organisational fit te bepalen zouden zijn. En werken ze ook met een cultural fit scan en een cognitieve capaciteitentest. ‘Daarin zit geen goed of fout’, benadrukt Reusken. ‘Zo’n 700 van onze medewerkers hebben die vragenlijst ingevuld. Daaruit is het kernprofiel ontstaan. Daar leggen we de kandidaten vervolgens naast.’ En met resultaat, vertelt ze: het verloop na 6 maanden is hiermee aanmerkelijk gedaald.

Als het gaat om marketing zie je een beweging van product- naar merkmarketing, waarbij via storytelling en social advocacy wordt gemunt op een hoge customer love score. Maar diezelfde beweging is in employer branding te zien, zegt Anke Reusken. ‘Merken die zichzelf menselijker en persoonlijker presenteren naar de buitenwereld, trekken ook medewerkers aan die zich verbonden voelen met de kernwaarden en persoonlijkheid van de organisatie. Employer branding draait niet meer alleen om arbeidsvoorwaarden en carrièreperspectieven, maar steeds meer om het gevoel van trots en verbondenheid dat een collega kan ervaren door onderdeel van het merk te zijn. En daarmee wordt een gepersonaliseerde benadering in de employee journey ook steeds belangrijker.

  • Luister hier naar wat Anke Reusken allemaal nog meer te zeggen had, onder meer over het belang van video:
  • Bekijk hier alle foto’s van het Arbeidsmarkt Trends Event.

Factcheck: leveren medewerkers die 2 tot 6 jaar in dienst zijn echt de beste prestaties?

Dat je niet vanaf je eerste dag meteen zo productief bent als iemand die ergens al járen werkt, dat snapt iedereen. Maar hoe zit het verder? Is er een verband tussen hoe lang iemand ergens werkt en diens prestaties? Vanaf wanneer is iemand op volle snelheid aan de slag? En zit daar misschien ook een maximum aan? Oftewel: is er een tijd dat mensen beter om zich heen kunnen gaan kijken, omdat hun productiviteit begint af te nemen? En waar heeft dat dan mee te maken? Met ervaring, met de lengte van het dienstverband, of toch met leeftijd? Het zijn vragen die voor elke werkende van belang zijn, maar natuurlijk ook voor recruiters.

‘De meeste high performers zijn tussen de 2 en 6 jaar in dienst.’

Recent kwam Culture Amp met een heel serieus klinkend antwoord. Na onderzoek onder 462.000 werknemers in meer dan 1.500 bedrijven wereldwijd stelden ze dat werknemers de beste prestaties behalen als ze meer dan 2 maar minder dan 6 jaar in een functie actief zijn. ‘Deze “performance-piek” staat in groot contrast met de prestaties van werknemers met kortere dienstverbanden (0-1 jaar) en langere dienstverbanden (10+ jaar). In deze groepen worden veel minder high-performers aangetroffen’, zo concludeerde het bedrijf, waarbij ze de prestatiebeoordelingen in de eigen database analyseerden en matchten aan engagement-data.

‘Sweet spot’

‘Zo’n 2 tot 6 jaar in een baan blijkt de sweet spot voor de beste prestatiecijfers’, aldus Arne Sjöström, Regional Director, People Science EMEA bij Culture Amp. ‘Onze data tonen aan dat werknemers tijd nodig hebben om high performers te worden. Naarmate bedrijven betere processen en duidelijkere performance-verwachtingen ontwikkelen, wordt het makkelijker mogelijke high performers in kaart te brengen. Bedrijven kunnen er vervolgens veel aan doen om deze werknemers te stimuleren topprestaties te leveren door hulp van hun manager, het geven van erkenning en het creëren van nieuwe kansen.’

‘Onze data tonen aan dat werknemers tijd nodig hebben om high performers te worden.’

Sjöström noemt het ‘een gemiste kans’ als werknemers binnen de 2 jaar vertrekken, wat vooral in de tech- en ICT-sector geregeld lijkt te gebeuren. ‘Dat betekent dat ze vertrekken voordat ze maximaal hebben gepresteerd’, zegt hij. ‘Werkgevers die hebben geïnvesteerd in deze talenten, kunnen hen alweer zien vertrekken net op het moment dat ze hun potentieel beginnen waar te maken.’ Zo’n snel vertrek zou je dus koste wat kost moeten voorkomen, aldus Sjöström.

Nemen de prestaties echt af?

Tot zover weinig geks en verrassends. Maar het persbericht over het onderzoek hield dus niet op bij de stelling dat mensen tijd nodig hebben om tot prestaties te komen. Er was ook een andere kant van de medaille, en dat was de conclusie dat na een periode van 6 jaar de menselijke prestaties zouden beginnen af te nemen. Maar dan is de vraag: klopt dat wel? Zit ervaring op een gegeven moment in de weg? Begint dan verveling toe te slaan? Bestaat de beroemde seven year itch ook in de werkomgeving (al zou er dan misschien sprake zijn van een six year itch)? Iets wat overigens opvallend overeen lijkt te komen met het gemiddelde verloop.

Bestaat de beroemde seven year itch ook in de werkomgeving?

Anekdotisch zijn er vele verhalen van bekend. En uit serieus wetenschappelijk onderzoek blijkt ook wel enig bewijs te vinden voor een ‘omgekeerde U’ in zowel de relatie ervaring en prestaties, als in de relatie leeftijd en prestaties en de relatie ambtstermijn en prestaties: bij alle 3 is er een soort verband waarbij na aanvankelijk vaak relatief snelle stijging een piekniveau wordt bereikt, waarna een afvlakking of soms zelfs een daling in productiviteit waar te nemen is. Maar is het zo sterk als Culture Amp beweert, dat na 6 jaar de prestaties echt over hun ‘piek’ heen zijn? Daarvoor blijkt toch een stuk minder eenduidige wetenschappelijke evidentie te zijn.

Twee scholen

Grof gezegd zijn er hierin twee scholen te herkennen. De ene (de human capital theory) suggereert dat meer ervaring in een functie gewoon leidt tot meer skills en kennis, en dus automatisch ook tot betere prestaties, en dat die groei min of meer lineair blijft gedurende een loopbaan. De tweede stroming gelooft echter dat er na verloop van tijd altijd een afname van motivatie is waar te nemen die de prestatiegroei afzwakt, of zelfs ten negatieve keert. In de loop der jaren verschijnen er steeds wel onderzoeken die dan wel de eerste stroming, dan wel de tweede stroming meer gelijk geven.

Hoe langer iemand ergens werkt, hoe meer firm-specific human capital.

Recent onderzoek dat verscheen in Harvard Business Review pleitte duidelijk voor de eerste variant. Leeftijd heeft geen impact op prestaties, stelden de onderzoekers hier, maar hoe lang iemand bij een organisatie is wél. Hoe langer iemand ergens werkt, hoe meer firm-specific human capital, en dus hoe hoger de prestaties, zowel financieel als in operational excellence. En nee, daarbij vonden ze ook geen prestatiepiek na 6 jaar. ‘Ons onderzoek suggereert ook dat tijdelijke medewerkers geen vaste medewerkers zouden moeten vervangen. Als ze dat zouden doen, dan zouden organisaties veel toegevoegde waarde mislopen.’

Jaren op de teller

Volgens de onderzoekers is er een trend ‘in sommige HR-kringen’ om zoveel mogelijk vast personeel te willen vervangen door tijdelijke medewerkers. Maar organisaties zouden daar voorzichtig mee moeten omspringen, zeggen ze. Personeel met ervaring in de organisatie weten volgens hen sneller waar waarde toe te voegen. Meer jaren op de teller leidt doorgaans tot hogere kosten (lees: salarissen), maar die worden terugverdiend, zeggen ze. ‘Organisaties bestaan ​​om goede redenen, en traditionele vormen van werkgelegenheid creëren economische waarde en concurrentievoordeel.’

Organisaties bestaan ​​om goede redenen, en traditionele vormen van werkgelegenheid creëren waarde.’

Wie er even wat meer induikt, ziet al gauw heel wat andere onderzoeken op dit gebied (1, 2, 3, 4), vaak overigens meer inzoomend op de relatie tussen leeftijd en prestaties dan op de lengte van iemands dienstverband bij een organisatie. Ook is het wetenschappelijk onderzoek zelden zo specifiek dat de bovenkant van de omgekeerde U precies op 6 jaar zou liggen, of dat daar ook maar een piek zou zijn. Sterker nog: het meeste onderzoek – zeker als het rekening houdt met de teamsamenstelling – duidt er juist op dat meer bedrijfsspecifieke ervaring de prestaties van werkunits verhoogt.

Of toch?

Al lijkt er aan de andere kant hierin ook wel degelijk een soort balans te bestaan. Al is die dan niet altijd zozeer op individueel niveau, maar vaak meer op het niveau van de organisatie. Als het verloop té laag is, kan dit duiden op een ‘rigide’ arbeidsmarkt met een laag aanpassingsvermogen aan structurele veranderingen en een mogelijk schadelijk effect op de productiviteit, zo blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek.

Als het verloop té laag is, kan dit duiden op een ‘rigide’ arbeidsmarkt met een mogelijk schadelijk effect op de productiviteit.

En uit een meta-analyse van twee professoren van de Universiteit van Hong Kong en de Universiteit van Georgia bleek bovendien dan weer dat de lengte van het dienstverband grotendeels géén verband houdt met kernprestaties, innovatief gedrag en contraproductief werkgedrag, en slechts lichtjes met wat ze noemden ‘citizenship’. Dus ook geen positief verband. Hun onderzoek ondersteunde daarnaast de hypothese dat langere dienstverbanden ertoe leidden dat mensen zich eerder gingen vervelen of minder gemotiveerd raakten. Al hing dit ook weer sterk samen met de complexiteit en uitdagendheid van het werk.

Afnemende meeropbrengst

En dan was er ook nog min of meer recent Belgisch onderzoek. De wetenschappers hier vonden inderdaad – zoals verwacht – een ‘curvilineaire’ relatie tussen de lengte van het dienstverband en productiviteit. Oftewel: hoe langer iemand in dienst is, hoe productiever. Maar de meeropbrengst neemt wel af met de tijd, lieten ze duidelijk zien. En ook hier: het hangt wel sterk af van de complexiteit van het werk en andere ‘bedrijfsspecifieke kenmerken’. De onderzoekers grepen hun resultaten overigens wel aan om onder meer vraagtekens te zetten bij beloningssystemen die anciënniteit automatisch extra belonen.

Als er al zoiets zou bestaan als peak performance, dan is het veel te stellig om die op maximaal 6 jaar te leggen.

Maar laten we nu even teruggaan naar de vraag waar we dit artikel mee begonnen: gaan na 6 jaar dienstverband de prestaties al achteruit? Is dan de performance-piek achter de rug, zoals Culture Amp beweert? Het mag uit hun data misschien blijken, de algemeen aanvaarde wetenschap is er toch een stuk minder van overtuigd. Als er al zoiets zou bestaan als peak performance in een bepaalde lengte van het dienstverband, dan is het veel te stellig om die op maximaal 6 jaar te leggen. We beoordelen de claim dan ook als: niet overtuigend bewezen.

Lees ook

Mathijs Bouman: ‘Ik zie dingen gebeuren die de krapte alleen maar erger maken’

Een faillissement zoals dat van Blokker onlangs, of Bristol of Game Mania eerder? Een uitkomst, zegt Mathijs Bouman bijna jubelend. Precies wat onze arbeidsmarkt nodig heeft. ‘Die mensen kunnen dan weer aan de slag in een sector die nog wel groeit. De OESO ziet eigenlijk overal in de wereld een afname van de arbeidsproductiviteit, en zegt dat eigenlijk maar 5% van alle bedrijven in een sector nog zorgt voor groei. Dat betekent dat we juist méér concurrentie moeten hebben. In Nederland creëren we nu een soort compensatiemaatschappij. Maar failliet gaan is helemaal niet zielig, het zou juist vaker moeten gebeuren.’

‘Failliet gaan is helemaal niet zielig, het zou juist vaker moeten gebeuren.’

Zorgen over toenemende werkloosheid die dat met zich meebrengt? Volgens Mathijs Bouman zijn ze allemaal overtrokken, zo vertelde hij vorige week tijdens het Arbeidsmarkt Trends Event van Werf& (en later in een podcast) in het Van der Valk in Utrecht. ‘In 1971 was de arbeidsparticipatie nog 56,7%. Die is nu gestegen naar maar liefst 84,8%. Dat betekent dat maar 15% van de potentiële beroepsbevolking niet werkt en ook geen werk zoekt. En dat zijn voor het overgrote deel mensen die dat ook helemaal niet willen of nodig hebben.’

Vrouwen en VUT’ters

In de afgelopen decennia hebben we op de arbeidsmarkt steeds wel een nieuwe groep kunnen aanboren, schetste Bouman verder. In de jaren 70 waren het de vrouwen die massaal de arbeidsmarkt betraden, in de jaren 80 gevolgd door WAO’ers en WW’ers, voor wie de regels strenger werden. In de jaren 00 van deze eeuw volgde daarna de verhoging van de pensioenleeftijd en de afbouw van de VUT, wat ook veel ouderen langer aan het werk hield. Waarna een sterke groei van flex en zzp in het vorige decennium nog eens zorgde voor groei van de participatie.

Maar al die groei lijkt nu toch wel zijn piek te hebben bereikt, betoogde Bouman. Veel mogelijkheden ziet hij niet om nóg meer mensen aan het werk te krijgen. ‘De mensen zijn op’, zei hij. ‘Er is geen groep meer te vinden, ook niet als je heel goed zoekt. Hooguit dan de 68-plussers, voor wie als je ze in dienst neemt nauwelijks regels gelden. Of deeltijders meer laten werken. Maar dat is ook heel lastig. Zelfs als het gaat om kinderen staan we in Nederland bovenaan in Europa. Nergens anders hebben zoveel kinderen een baantje als hier. Ik denk zelfs vaak dat het iets te aantrekkelijk is geworden, en het ten koste gaat van de onderwijsprestaties.’

Bijzonder weinig werklozen

En wat als de werkloosheid gaat stijgen? Mathijs Bouman zegt het voorlopig niet gebeuren. ‘Het CPB zegt dat dit volgend jaar gaat gebeuren. Maar dat is alleen maar omdat ze ermee rekenen dat het werkloosheidsevenwicht op lange termijn op 5% ligt. En nu ligt het percentage al jaren veel lager. Dus het zal toch ooit wel weer moeten gaan stijgen, verwachten ze.’ Zelf denkt hij er echter anders over. ‘Hun verwachting is nu al jaren niet uitgekomen. Elke keer is er een lagere werkloosheid.’

mathijs bouman 4 kwartalen krimp achter elkaar niet meer voorgekomen sinds jaren 60/70 dus zelfs niet in de ellendige jaren 80, zelfs niet bij de kredietcrisis, of in de covidcrisis je kunt zeggen we komen uit de langste recessie ooit heel gek de verkiezingen gingen ook niet over hoe komen w uit de recessie mensen maakten zich zorgen over inflatie en migratie maar niet hier over hoe komt dat? omdat iedereen werk heeft en dat is echt wel bijzonder vroeger jeugdwerkloosheid echt een thema kreeg de economie een schopje, dan rolde de werkloosheid minutenlang over het veld nu krapte zo erg dat krimp geen invloed heeft op de werkloosheid de wrkloosheid nog steeds lager dan aantal vacatures

Sterker nog: we hebben net een ongekende periode van economische krimp achter de rug, betoogt hij. En nóg steeg de werkloosheid nauwelijks. ‘Vier kwartalen van krimp achter elkaar, dat was niet meer voorgekomen sinds de jaren 70. Dus zelfs niet in de ellendige jaren 80, zelfs niet bij de kredietcrisis. Maar mensen maakten zich er nauwelijks zorgen over. Wel over inflatie en migratie, maar hier niet over. De verkiezingen gingen dan ook helemaal niet over: hoe komen we uit die langste recessie ooit? En hoe komt dat? Precies, omdat iedereen werk heeft. En dat is echt wel bijzonder, dat beseffen we misschien niet genoeg.’

‘Krapte verdient meer aandacht’

Over de verkiezingen gesproken: die maken de situatie er niet direct rooskleuriger op, aldus Bouman. ‘Ik zie juist veel dingen gebeuren die de krapte alleen maar erger maken. Ik ben echt wel verbaasd dat er zo weinig aandacht is voor de krappe arbeidsmarkt. Vooral omdat ze zelf zoveel plannen maken. Maar elke keer lijken te vergeten dat daar ook mensen voor nodig zijn.’ En het kabinet spreekt zichzelf ook vaak tegen, merkt hij. ‘Dan roepen ze bijvoorbeeld wel tot de 5 sterkste economieën van de wereld te willen behoren, maar schaffen ze tegelijk het Groeifonds af. Zo doen ze eigenlijk steeds het tegenovergestelde van wat ze roepen.’

En ook de ‘jacht op migratie’ maakt het niet makkelijker voor de arbeidsmarkt, ziet hij. ‘Het kabinet is bezig met een leuk experiment’, zegt hij, ietwat cynisch. ‘Zou het nóg krapper worden als we migratie aan banden leggen? Nou, ik weet de uitkomst al wel.’ De potentiële beroepsbevolking stijgt volgens de verwachtingen tot 2070 nog steeds met zo’n 5%. Zou je echter migratie beperken, dat zou het wel eens een krimp van 10% kunnen betekenen. En zonder de kinderen van al die migranten heb je het zelfs over een min van 25%. ‘Dat kan de arbeidsmarkt natuurlijk nooit aan, dat gaat niet lukken.’

Vast minder vast?

En nu we het toch over politiek hebben: Mathijs Bouman hekelde ook meteen de zzp-regelgeving, en de ‘jacht op de zzp’er’. ‘Terwijl het altijd ging om een uitruil: flex minder flex, vast minder vast. Maar het tweede deel van die uitruil lijkt wel helemaal vergeten te zijn. De ontslagbescherming in Nederland is heel hoog, op Tsjechië na de hoogste van Europa. Terwijl bij een tijdelijk contract we alleen Oostenrijk en Ierland onder ons hoeven te dulden. Ook de Raad van State is hier niet blij mee, en wees er al op dat de wetgever voorbij gaat aan de vraag hoe het vaste contract aan te passen om meer mensen aan het werk te krijgen.’

mathijs bouman

‘In Oostenrijk tellen ze letterlijk de verbruikte calorieën om te bepalen of je een zwaar beroep hebt.’

We leven in Nederland sowieso steeds meer in een soort ‘vakbondsframe’, schetste hij. ‘We horen veel over ‘doorgeschoten flex’ en dat er meer vaste banen nodig zijn. In werkelijkheid is het aantal vaste contracten de laatste jaren juist heel hard gestegen. Maar de FNV mag trots zijn: zelfs de VVD heeft dit frame overgenomen. Nog zoiets: schijnzelfstandigen. Ze zijn er heus wel, maar zeker geen miljoen, zoals je wel eens hoort. En de 30-urige werkweek, dat wordt denk ik de nieuwe meme. Of ‘zware beroepen’. In Oostenrijk tellen ze daarvoor letterlijk de calorieën die je nodig hebt, hier wordt het gewoon een uitruil.’

Blijf op de hoogte en meld je aan voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Privacyverklaring*
Nieuwsbrief*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

‘Gooi die diploma’s weg’

Goed, maar hoe moet het dan wél? Hoe krijgen we de arbeidsmarkt weer aan de praat? De demografie liegt niet, maar hoe zorgen we dat we de krapte wel overwinnen? Mathijs Bouman zegt in elk geval veel te zien in meer skills based hiring. ‘We moeten ook op zoek naar mensen zonder diploma, en meer denken in vaardigheden. Gooi die diploma’s nou eens het raam uit. Bij de overheid staat bij elke vacature een opleidingseis. Brug- en sluiswachter, cateringmedewerker, waarom staat daar mbo-niveau bij? Omdat ze dat veld nu eenmaal moeten invullen. Maar is dat echt nodig voor de functie?’

En de andere oplossing ligt volgens hem toch echt in: verhogen van de arbeidsproductiviteit. Oftewel: met minder mensen meer maken. ‘Alleen lijken we dat te zijn verleerd. Ondanks alle automatisering en A.I. Het CPB verwacht dat het nu echt wel gaat stijgen. Maar dat verwachten ze al jaren, en het gebeurt maar niet.’ Er is hierbij trouwens ook goed nieuws te melden, zei hij. Wereldwijd zitten we nog steeds in de kopgroep. ‘Wij zitten aan de grens van wat mogelijk is. Alleen: het groeit niet meer.’

‘Wij zitten aan de grens van wat mogelijk is. Alleen: het groeit niet meer.’

En om die groei wel te bereiken zouden we volgens hem eens wat minder moeten treuren als er een bedrijf omvalt. ‘Dat is eigenlijk mijn opdracht aan iedereen in het land: we moeten meer banen vernietigen, dan gaat het daarna weer goed met de economie. Het slimme voor heel Nederland is: veel meer investeren, onder andere in robottechnologie, en bedrijven mentaal belonen als ze mensen ontslaan. Want zo komen weer mensen beschikbaar. En kunnen we weer gaan werken aan echte groei.’

  • Luister in deze podcast naar wat Mathijs Bouman nog meer te zeggen had:

Schiet recruitment zichzelf in de voet met die almaar groeiende eisen en langere procedures?

Het is een beetje een dystopisch beeld dat tech comment editor Elaine Moore deze week schetste in de Britse Financial Times. Aan de ene kant een behoorlijk stabiele, of zelfs groeiende arbeidsmarkt in de meeste westerse landen, maar aan de andere kant kost het werkzoekenden steeds meer moeite om ergens een voet tussen de deur te krijgen. Niet alleen meldt maar liefst 40% van alle actief werkzoekenden dit jaar nog niet één uitnodiging voor een gesprek gehad te hebben, zelfs wie het lukt wél een uitnodiging te krijgen, wacht een steeds zwaardere hindernisbaan.

Een vriendin overleefde meerdere rondes, maar kreeg als laatste uitdaging de directie te “vermaken”. Ze kreeg de baan niet.’

‘Helaas voor werkzoekenden wordt de rompslomp steeds groter. De eisen van sollicitatiecommissies in de technologiesector stapelen zich op’, constateert Moore. ‘Dat betekent: meer sollicitatiegesprekken, maar ook meer technische tests. Naast codeerbeoordelingen komen er verzoeken voor essays, lange opdrachten om mee naar huis te nemen en zelfs dagenlang werken met bestaande teams. Een vriendin in de Bay Area overleefde meerdere sollicitatierondes, maar kreeg uiteindelijk een laatste uitdaging om de leiding van het bedrijf te “vermaken”. Er waren geen andere instructies. Ze kreeg de baan niet.’

Ligt schuld bij werkzoekenden zelf?

Recruiters vertellen Moore dat bedrijven dit niet doen omdat ze het nou zo leuk vinden om het werkzoekenden moeilijk te maken, maar omdat het steeds moeilijker wordt om de juiste kandidaten te vinden.De schuld ligt, zeggen ze, bij de werkzoekenden zelf. Online vacatures maken het makkelijk om speculatieve sollicitaties te versturen. In het Verenigd Koninkrijk meldde het Institute of Student Employers dit jaar een recordaantal van 1,2 miljoen sollicitaties te hebben ontvangen voor 17.000 vacatures voor afgestudeerden. Softwaremaker Workday meldt dat het aantal wereldwijde sollicitaties 4 keer sneller groeit dan het aantal vacatures.’

Het aantal sollicitaties zou wereldwijd 4 keer sneller groeien dan het aantal vacatures.’

De boosdoener? A.I. De groeiende toename zou te wijten zijn aan kandidaten die inloggen op ChatGPT om hun sollicitatie aan te laten passen aan vaardigheden die ze mogelijk niet bezitten.Sommigen proberen zelfs wervingssoftware te misleiden door in witte tekst te schrijven – door vereisten op te sommen die ze missen op manieren die onzichtbaar zijn voor het menselijk oog, maar wel worden opgepikt door screeningsoftware.’

Nieuwe hoepels

En dan is het logisch dat werkgevers nieuwe hoepels toevoegen waar kandidaten doorheen moeten springen, aldus Moore. ‘A.I.-ondersteunde sollicitaties kunnen tegenwoordig slechte kandidaten maskeren van wie de tekortkomingen pas in meerdere interviews aan het licht komen. En de aardige gladde prater die door persoonlijke ontmoetingen zeilt, kan alleen worden ontmaskerd door tests op locatie of werkproeven.’

Bij veel bedrijven is het ook niet meer genoeg om gewoon goed te zijn in je werk, constateert de columnist.Je moet toewijding tonen aan het bedrijfsethos. Amazon staat erom bekend kandidaten te beoordelen op zijn 16 leiderschapsprincipes. Als je niet kunt bewijzen dat je geobsedeerd bent door klanten of groots kunt denken, kun je weer gaan. Het probleem is dat het toevoegen van meer interviews en tests kandidaten en interviewers uitput en iedereen afleidt van het echte werk.’

4 gesprekken is genoeg

De extra hoepels en barrières in het gemiddelde recruitmentproces zijn bovendien waarschijnlijk niet eens productief, schetst ze.In 2016 verklaarde Google dat 4 interviews voldoende waren om te voorspellen of iemand aangenomen zou worden. Volgens het bedrijf had alles wat langer duurde een afnemend rendement.’

‘Ouders geloven nog steeds dat je maar een ​​net hoeft pak aan te doen en gewoon een cv aan de receptie afgeeft als je werk zoekt.’

Maar het probleem zijn volgens haar niet alleen de vele sollicitatierondes, het zijn ook alle barrières die vóór deze interviews worden opgeworpen. ‘Soms klagen jonge werkzoekenden dat hun ouders nog steeds geloven dat het mogelijk is om een ​​net pak aan te trekken en een cv aan de receptie te geven als ze werk zoeken. In werkelijkheid omvat het standaardproces al een online sollicitatie, cv-screening en online beoordeling voordat je überhaupt iemand op locatie mag ontmoeten. Sollicitatietrackingsoftware wordt gebruikt om kandidaten eruit te filteren voordat ze de kans krijgen om met iemand bij een bedrijf te communiceren.’

Het duurt en het duurt

Het proces lijkt gemiddeld ook steeds langer te duren. Onderzoek van de Amerikaanse HR-adviseur Josh Bersin stelde de gemiddelde time-to-hire al op 45 dagen, terwijl het in sectoren als tech nog veel langer kan zijn. Software-engineer Rohit Verma blogt over zijn ervaringen met het bemachtigen van functies bij grote Amerikaanse technologiebedrijven. Hij schrijft dat het ongeveer 4 maanden duurde van eerste referral tot aan baanaanbod.

Dit zou eventueel nog wel te verteren zijn als de technologiesector aan de andere kant niet zo dol was op massaontslagen, stelt Moore. Dus als de langere termijn ook zou leiden tot meer resultaat. ‘Maar volgens Layoffs.fyi heeft de techsector vorig jaar zijn personeelsbestand met 264.000 mensen ingekrompen. Bedrijven als TikTok en Snap hebben dit jaar al meer dan 149.000 banen geschrapt. Dat betekent dat sommige werknemers die aan deze intensieve sollicitatieprocedures deelnamen, binnen een paar jaar hun baan weer kwijt zijn.’

Somber vooruitzicht

Een somber vooruitzicht, aldus Moore. ‘Want waar technologie doorgaans het voortouw neemt, volgen andere sectoren meestal. Verwacht dus dat het wervingsproces ook in uw eigen vakgebied binnenkort nog pijnlijker wordt.’ Zonder dat het dus noodzakelijkerwijs leidt tot betere uitkomsten, voegt ze impliciet toe. Want het zou ook kunnen dat recruiters zich met al die eisen in de eigen voet schieten, en juist steeds meer talent mislopen dat geen zin heeft in de ellenlange procedures, maar andere manieren zoeken om aan het werk te komen.

Het aantal actieve sollicitanten zou dit jaar een niveau bereiken dat de afgelopen 10 jaar niet meer is gehaald.

Ook andere onderzoeken bevestigen overigens de trend van het ‘kapotte proces’. Zo meldde een Amerikaanse survey van meer dan 2.000 respondenten dat kandidaten het gevoel hebben dat een sollicitatie versturen voelt als ‘iets in een black box stoppen’. Bovendien neemt de concurrentie op de arbeidsmarkt ook daadwerkelijk toe – althans: in de VS. En niet eens zozeer door de groeiende werkloosheid, maar juist door de angst daarvoor. Die heeft ervoor gezorgd dat het aantal actieve sollicitanten dit jaar op een hoogte zou staan die de afgelopen 10 jaar niet meer is bereikt. En dan is het A.I.-effect nog niet eens meegerekend.

Lees ook

Wat maakt ‘project-recruitment’ anders dan ‘gewoon’ recruitment? (En hoe pakt dat uit in de praktijk?)

Soms is een project zo groot, of zo specifiek, dat jouw eigen recruitmentafdeling het er niet zomaar even bij kan doen. Dan kan project-recruitment een uitkomst zijn. Dan besteed je de werving en selectie van het project uit aan een externe partij, wat niet alleen tijd en kosten bespaart, maar ook flexibiliteit en schaalbaarheid kan bieden, specifieke expertise, en transparantie en meetbaarheid. Ook voor de kandidaatervaring kan project-recruitment een uitkomst zijn, omdat je vaak grote aantallen wilt werven in een korte periode, en dan gedegen kennis van het project – ook voor de kandidaat – onontbeerlijk is.

‘Een groot nieuw project bemensen, dat kunnen niet alle bedrijven erbij doen.’

‘De meeste bedrijven hebben zelf wel recruiters in dienst, maar een groot nieuw project bemensen, dat kunnen ze er niet altijd bij doen’, legt Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer uit, die zich met EN HR Solutions juist specialiseerde in het verzorgen van zulk project-recruitment. Een expertise die steeds meer aan belang wint, nu steeds meer organisaties projectgestuurd werken, en dus vaak een tijdelijk grote behoefte hebben. ‘Wij ontzorgen een recruitmentteam dan, waarbij de dienstverlening altijd tijdelijk van aard is, dus met een kop en een staart. Denk aan de opening van een nieuwe locatie, of de start van een apart bedrijf.’

Inpluggen

Project-recruitment is een speciale vorm van recruitment process outsourcing, vult ‘Strong Original’ Ellen van Buiten aan. ‘We werken dan echt als verlengstuk van de eigen recruitmentafdeling, als collega’s van het interne team. Waarbij we aan de achterkant natuurlijk wel inpluggen, zodat we ondersteuning van het hele team hier kunnen krijgen, en bijvoorbeeld alle middelen kunnen inzetten op het gebied van sourcing en employer branding. Flexibel en schaalbaar, transparant en meetbaar. Dat is heel wat anders dan als je bijvoorbeeld zo’n project via een werving- en selectiebureau van mensen zou willen voorzien.’

‘Er komt bij ons dus ook altijd een projectmanager bij kijken, die regie houdt.’

Voorbeelden die het bedrijf onder handen heeft genomen zijn onder meer het vervullen van seizoensbehoeftes in een groot callcenter, of de uitrol van een shop-in-shop-concept voor een telefoonbedrijf, waarbij ineens 800 mensen geworven moesten worden. ‘Het is fijn voor de opdrachtgever om dan via ons flexibiliteit te hebben. Het vraagt overigens ook echt iets van projectmanagement. Er komt bij ons dus ook altijd een projectmanager bij kijken, die regie houdt.’

De techniekers van Unit T

Een van de andere voorbeelden van de afgelopen 2 jaar was Unit-T, een 1.200 medewerkers tellend Belgisch bedrijf, dat groot is in implementatie en begeleiding van nieuwe technologieën op het gebied van bijvoorbeeld ICT, energie, security en telecom, en eigenlijk doorlopend op zoek is naar technisch talent – ‘techniekers’, zoals ze dat in Vlaanderen noemen. Ze klopten aan bij EN HR solutions niet alleen voor de werving van veel starters, maar ook om de achterdeur dicht te zetten. ‘Het gaat hier namelijk om een doelgroep waar veel aan getrokken wordt’, aldus Honnef-Kuytenbrouwer.

Unit T is op zichzelf al een projectorganisatie. Werken met project-recruitment was hen dus niet helemaal vreemd. ‘Maar op een gegeven moment hadden ze zicht op 1 project, waarvoor ze 600 mensen moesten werven’, vertelt Van Buiten. ‘Dat was natuurlijk een hele uitdaging. Dat hebben we toen helemaal apart aangevlogen, met een eigen ATS, en een eigen speciale landingspagina voor dit project, met search-capaciteit op de achtergrond erbij. En daar ook dashboarding aan gekoppeld, zodat we het hele project van sollicitatie naar de hire konden volgen. Dat is uiteindelijk een groot succes geworden, we hebben de resultaten meer dan behaald.’

Afgerond is afgerond

Het eerste project voor Unit-T zit momenteel in de afrondende fase. Er is dankzij het succes ook nog een tweede project uit voortgekomen, waarbij nog eens ‘een paar honderd operationele techniekers moesten worden geworven’, aldus Van Buiten. Maar ook hier is een duidelijke deadline afgesproken. ‘Als het is afgerond, is het ook echt afgerond. We dragen dan de hele database plus het ATS over, dat we hebben gebouwd uit naam van de organisatie. Al kijk je dan natuurlijk nog wel of er nazorg nodig of gewenst is. Zo’n transitiefase is altijd maatwerk.’

‘Een grote vaste recruitmentafdeling vinden veel bedrijven momenteel doodeng.’

Veel corporate recruitmentafdelingen zijn de laatste jaren qua omvang onder druk komen staan, onder meer na corona. ‘Bedrijven willen de overhead zo laag mogelijk houden, en vinden het moeilijk hun behoefte in te schatten’, legt Honnef-Kuytenbrouwer uit. ‘Een grote recruitmentafdeling vinden ze daarom doodeng. Dan kan project-recruitment vaak echt een uitkomst zijn. Bovendien blijkt de kwaliteit meestal zeer hoog. Bij Unit-T merken we bijvoorbeeld een laag uitvalpercentage in de training, doordat we een streng assessment aan de poort doen.’

Versnellers en vertragers

Grote projecten zijn voor veel corporate recruitmentafdelingen al gauw te veel werk. Maar kan een organisatie als EN HR solutions eigenlijk zelf wel elk project aan? ‘Ja, in principe wel’, zegt Honnef-Kuytenbrouwer overtuigd. ‘Het is voor ons natuurlijk ook een project, met een projectteam en een projectmanager. Maar wij kunnen vaak snel opschalen, en proberen al aan de voorkant helder te krijgen wat nodig is om het goed tot de eindstreep te krijgen. Het succes zit echt al aan die voorkant, in die onderzoeksfase. Dan kunnen we ook al laten zien hoe we het willen gaan aanpakken, en waar we eventueel versnellers en vertragers zien.’

‘We willen al aan de voorkant helder krijgen wat nodig is om het project goed tot de eindstreep te krijgen.’

Afhankelijk van het project gaat het hierbij overigens om Total Talent Acquisition, dus de werving van zowel vast als flex personeel. Bij het project-recruitment voor Unit-T was dit bijvoorbeeld het geval. ‘Voor ons maakt dat in principe niet uit’, aldus Van Buiten. ‘Het hangt af van wat de klant wil: of ze alleen tijdelijk mensen voor dat project willen, of denken ook na het project nog mensen intern te kunnen plaatsen. Wij kunnen het allemaal volledig voor ze verzorgen.’

Lees ook

Ruim helft neemt nog geen maatregelen tegen bias (en 4 experts over hoe je dat wél kunt doen)

Hoewel 28% van de HR-beslissers aangeeft dat hun organisatie processen hanteert om eerlijke werving te waarborgen, benut een groot deel eenvoudige technieken nog nauwelijks. Zo verwijdert slechts 17% gender- of leeftijdsgebonden taal uit vacatureteksten, en hanteert maar 19% gestructureerde interviews met identieke vragen voor alle kandidaten. Andere effectieve maatregelen om bias tegen te gaan, zoals blinde sollicitatiebrieven (6%) en werven zonder cv (4%), worden nog veel minder toegepast, blijkt uit recent onderzoek van Indeed.

‘De praktijk laat zien dat veel bedrijven hierin nog flinke stappen kunnen zetten.’

‘Eerlijke werving vormt een cruciaal onderdeel van inclusiviteit op de werkvloer, maar de praktijk laat zien dat veel bedrijven hier nog flinke stappen in kunnen zetten’, reageert Stan Snijders, Managing Director Benelux bij Indeed. ‘Met eenvoudige aanpassingen in het wervingsproces kunnen organisaties al een groot verschil maken.’ Welke stappen dat zijn, daarover schreef de vacaturesite een uitgebreid onderzoeksrapport, inclusief gedetailleerde inzichten en praktische aanbevelingen van verschillende experts. Welke tips delen zij zoal? Een korte eerste impressie.

#1. ‘Focus je alleen op het strikt noodzakelijke’

Wie? Dr. Marcia Goddard is een neurowetenschapper met een missie. Na het behalen van haar PhD in neurowetenschap werkte zij als assistent-professor. Zij verliet de academische wereld om haar kennis en kunde te richten op het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en werkvloer.

Visie? Alles begint met bewustwording en dus adviseer ik allereerst een goede training voor iedereen, managers en medewerkers. Dat lijkt misschien een open deur, maar het is enorm belangrijk dat we serieus begrijpen wat bias is en welke gevolgen het heeft. Als je het snapt, dan kun je met elkaar erover praten en een strategie bepalen hoe je de impact van vooroordelen kunt verminderen. Verder moet je er vanaf het begin voor zorgen dat er diversiteit is in de groep die verantwoordelijk is voor werving en selectie. Bepaal met elkaar een kleine set kenmerken die écht belangrijk zijn om de rol met succes vorm te geven. Houd het zo zuiver mogelijk. Focus je alleen op het strikt noodzakelijke, de must-haves. Selecteer niet op onderbuikgevoelens, maar op vaardigheden en kennis.’

‘Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv.’

‘Wat ik een hele handige vind, is een tool die je helpt om vacatureteksten inclusiever te schrijven. Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv. Je krijgt een veel beter beeld van geschiktheid als je vraagt naar work samples, bewijzen van bekwaamheid. Daarmee kan een kandidaat aantonen te beschikken over de kennis en de ervaring waarnaar jij op zoek bent. Verder is mijn tip te werken met vaste, gestructureerde interviews die bij elke kandidaat dezelfde set aan vragen bevat. Persoonlijke vragen zijn een broeinest voor bias, dus die kun je het best vermijden. Wel zo eerlijk, en je doet daarmee ook neurodivergente kandidaten een plezier. Zij weten vaak niet goed wat zij aan moeten met dat soort ‘vage’ vragen.’

Nog een tip? ‘Ook de selectie kan je het best doen met een team waarin voldoende diversiteit is. Wat goed werkt, zijn scorecards die teamleden los van elkaar, gerandomiseerd invullen. Scorecards zijn in de meeste ATS systemen ingebouwd en kunnen dus ook gemakkelijk verwerkt worden in je recruitmentproces. Na het invullen maakt het systeem automatisch een ranking van de meest geschikte kandidaten. Stel de antwoorden stuk voor stuk ter discussie. Geef een persoon in het team de rol van advocaat van de duivel die elk oordeel uitdaagt. En vergeet niet diegene expliciet toestemming te geven om dat te doen, want de meeste mensen zijn gericht op harmonie en vinden het lastig om zaken op scherp te stellen.’

#2. ‘Peil eerst wat er leeft’

Wie? Als gecertificeerde DEI-trainer/consultant zet Vivian Acquah CDE® zich in om de onderwerpen welzijn op het werk en DEIB+ (Diversiteit, Gelijkwaardigheid, Inclusie en Saamhorigheid) toegankelijker te maken voor iedereen bij klanten als Heineken, Google, Indeed, Deloitte, TIBCO, Cargill, Swift, Acrolinx, KLM en Zalando.

Visie?Het kweken van kennis en bewustzijn in de hele organisatie is een belangrijke factor. Vaak reageren we intuïtief en onbewuste vooroordelen zijn hardnekkig. Veel mensen hebben geen idee hoe hun opmerkingen overkomen op de ander. Uitspraken als: ‘Wat spreek jij goed Nederlands’, ‘Wat ben je lekker assertief voor een vrouw’, of ‘Wat weet je veel van A.I. voor iemand van jouw generatie’, zijn misschien als compliment bedoeld, maar de onderliggende boodschap is dat je afwijkt van de norm. En dan versterkt het juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting.’

‘Goedbedoelde complimenten kunnen juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting versterken.’

Daarom is het cruciaal om werknemers en leidinggevenden op alle niveaus continu te trainen en te blijven ontwikkelen. Een krachtige interventie hierbij is gebruik te maken van virtual reality. Met een VR-bril kunnen mensen aan den lijve ervaren hoe het is om geconfronteerd te worden met de impact van exclusie op de werkvloer. Een ervaring die letterlijk je blikveld verruimt. Je kruipt als het ware in de huid van de ander en voelt zelf wat een schijnbaar onschuldige opmerking met jou persoonlijk doet. Dankzij dit soort trainingen worden werknemers zich meer bewust van de impact van exclusie zoals vooroordelen, microagressie en ongewenst gedrag. En ze leren hoe het beter kan.’

Nog een tip? ‘Een cultuur van inclusie en saamhorigheid neerzetten doe je echt samen. Daarom adviseer ik altijd voordat je begint goed te peilen wat er leeft bij je medewerkers. Waar lopen ze tegenaan en waar liggen de behoeften? Doe een nulmeting en kijk wat er goed gaat en wat verbeterd moet worden. Op basis daarvan stel je duidelijke doelen, bepaal je meetpunten en blijf deze evalueren. Dan weet je precies wat werkt en wat niet en welke vooruitgang je boekt. Dat geeft duidelijkheid en het motiveert enorm.’

#3. ‘Het is niet in een jaar op te lossen’

Wie? Met bijna 20 jaar internationale leiderschapservaring in de bankensector zet Sergio Panday zich in voor het vergroten van etnoculturele diversiteit in de bedrijfstop. Als mede-oprichter van Roots Inspire helpt hij bedrijven bij het aantrekken, behouden en laten doorstromen van etnocultureel talent.

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘Net als bij elke belangrijke beslissing in een organisatie, is het noodzakelijk een business case te maken van je diversiteitsstrategie. Wat is je huidige situatie, hoe ziet je talentpool eruit, waar zit het onbenutte potentieel en wat gaat dat je opleveren? Dan komt de uitvoering en daarin is het allerbelangrijkst dat er duidelijke sponsors zijn vanuit de top van de organisatie. Mensen met invloed die zich hard maken voor het beleid en dit in alles wat ze doen uitdragen. Het is niet in een jaar op te lossen, dus het zal verankerd moeten zijn in de strategie.’

‘Het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

‘Wat goed werkt, is rolmodellen in leidinggevende posities een podium geven en zo zichtbaar maken wat er mogelijk is. Als je deze rolmodellen intern niet hebt, dan kun je ze extern vinden. Op onze programma’s zetten we deze rolmodellen in als mentors, zodat etnisch divers talent kan sparren met leiders die zelf een etnische achtergrond hebben om zo te leren van hun kennis, inzichten en ervaringen. Het talent krijgt hierdoor vaak meer zelfvertrouwen in hun capaciteiten. Ze leren hoe zij barrières kunnen overwinnen en zichzelf beter kunnen profileren in hun organisatie. En het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

Nog een tip? ‘Als de focus bij benoemingen verschuift van “het beste individu” (vaak net iets te veel een kopie) naar “de beste toevoeging aan het team”, kan dat al een flinke stap in de richting van een echte meritocratie zijn. Ik zeg hier bewust “toevoeging” en niet degene die het beste in het team “past”, want dan zijn we vaak toch weer terug bij af.’

#4. ‘Reken af met menselijke arrogantie’

Wie? Van nature is Charlotte Melkert kritisch op onlogische of oneerlijke praktijken. Als mede-oprichter van Equalture, een snelgroeiende Nederlandse HR-tech scale-up, opgericht met haar zus Fleur, zet ze neurowetenschappen en gamification in voor onbevooroordeelde werving. Haar visie op competentiegericht werven vertaalde zich in haar boek Beyond Resumes: A Blueprint For Competency-Based Hiring (2024).

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘We laten eerst huidige medewerkers onze competentiegames maken. We tonen hiring managers dat wat zij belangrijk vinden, zoals intelligentie, overeenkomt met onze metingen – zonder naar opleiding te kijken. Initieel laten we cv’s en competentiegames naast elkaar lopen. Dit laat zien dat perfecte cv-kandidaten soms slecht scoren in de testen, en andersom. Zo doorbreken we vastgeroeste denkpatronen. Achteraf analyseren we welke mensen zijn aangenomen. Managers zien dan vaak dat kandidaten met het juiste opleidingsniveau maar minder goede testresultaten inderdaad onderpresteren.’

‘We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen.’

‘Om hiring managers mee te krijgen, zijn data én verhalen cruciaal. We merken dat mensen het lastig vinden als een algoritme betere beslissingen neemt dan zijzelf. Dit raakt onze menselijke arrogantie. Dit fenomeen heet ‘overconfidence bias‘. We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen. Dit confronteert mensen met een ongemakkelijke waarheid: de vertrouwde werkwijze die ze jarenlang hebben gevolgd, schiet tekort. Voor wie gewend is zelf de touwtjes in handen te hebben, voelt dit als een aanval op zijn beoordelingsvermogen. Het is niet makkelijk om toe te geven dat je misschien niet altijd de beste beoordelaar bent. Maar het is wel nodig om te groeien en betere beslissingen te nemen. Uiteindelijk gaat het erom dat we de juiste mensen op de juiste plek krijgen.’

Nog een tip? ‘Zoek een afdeling waar de pijn het grootst is, bijvoorbeeld waar veel verloop is of waar het door de krapte op de arbeidsmarkt erg moeilijk is om nieuwe collega’s te vinden. Daar staan managers vaak open voor verandering. Begin dan klein met competentiegericht werven. Bedenk: welke 3 skills ga je echt missen bij een vertrekkende medewerker? Welke vaardigheden van de vertrekkende medewerker zijn onvervangbaar? En welke eigenschappen ga je niet missen?Bouw vervolgens één succesje op. Andere managers worden dan vanzelf nieuwsgierig. Confronteer met data. Toon aan dat niet altijd de slimste personen of hoogst opgeleiden het best presteren. Over data kun je niet discussiëren. Zo kun je geleidelijk overstappen naar een eerlijker en effectiever wervingsproces.’

Meer weten?

Lees het hele onderzoek

Indeed Diversiteit

Lees ook

Doel van kabinet ‘volstrekt onhaalbaar’: zeker geen 1 miljoen ICT’ers in 2030

Het vorige kabinet was er duidelijk over: Nederland heeft in 2030 zeker 1 miljoen ICT-geschoolden nodig. Dat komt neer op zo’n 10% van de gehele werkzame beroepsbevolking. En halen we dat niet, dan zal steeds meer dienstverlening vertraging oplopen en kan de concurrentiepositie van Nederland wel eens onder druk komen te staan, zo vreesden de vorige bewindslieden. ‘De instroom in het bètatechnisch onderwijs moet dus omhoog, de aansluiting tussen het bètatechnisch onderwijs en de arbeidsmarkt moet beter en werkgevers en overheid willen technisch personeel in de techniek en ICT behouden’, zo schreven zij.

Zelfs in het meest optimistische scenario zou Nederland in 2030 nog geen miljoen ICT’ers tellen.

Bij het nieuwe kabinet is van die ambitie echter weinig meer te bespeuren. En uit nieuw onderzoek van arbeidsmarktdataspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group blijkt dat het doel ook steeds verder uit zicht raakt. Zelfs in het meest optimistische scenario van ‘explosieve groei’ zou Nederland in 2030 slechts maximaal 862.000 ICT’ers tellen, zo stellen de onderzoekers. In meer waarschijnlijke scenario’s ligt het aantal veel lager: tussen de 628.000 en 783.000. Maar zelfs een scenario van krimp naar 452.000 ICT’ers (oftewel: 4,3% van de beroepsbevolking) achten de onderzoekers niet onrealistisch.

Nu: ruim een half miljoen ICT’ers

Uit de nieuwste Talent Monitor blijkt dat de ICT-beroepsbevolking in Nederland in het derde kwartaal van 2024 ongeveer 583.000 personen telt. Dit komt neer op zo’n 6% van de totale werkzame beroepsbevolking. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group: ‘Sinds 2022 is de groei in het aantal ICT’ers vrijwel tot stilstand gekomen. Richting 2030 lijkt stabilisatie het meest voor de hand te liggen, mede door structurele krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het lastig is zij-instromers bij of om te scholen. Bovendien hebben sectoren zoals de zorg, het onderwijs en de techniek een concurrerende vraag naar arbeidskrachten.’

‘Nuance: als de A.I.-trend zich doorzet, zal de vraag naar vooral developers op termijn afnemen.’

HeadFirst Group-CEO Marion van Happen ziet overigens wel ruimte voor wat nuance bij de behoefte van 1 miljoen ICT’ers. ‘Als de A.I.-trend zich doorzet – en die verwachting is reëel – zal de vraag naar vooral developers op termijn afnemen. In Nederland zal de A.I.-adoptie geleidelijk verlopen, waardoor de impact op de vraag naar ICT’ers tot 2025 beperkt blijft. Maar dit betekent wel dat we het doel van 1 miljoen ICT’ers in 2030 misschien niet hoeven te halen om de digitale transitie succesvol te realiseren. Al blijft het nodig om groei in de ICT-beroepsbevolking te stimuleren, want A.I. kan de vraag naar ICT’ers niet volledig vervangen.’

Meer weten?

De volledige Talent Monitor over ICT’ers is hier te downloaden

Talent Monitor ICT

Lees ook

5 lessen die te leren waren op het Arbeidsmarkt Trends Event

Het loopt tegen het eind van het jaar, en dat is traditiegetrouw gezien de tijd van het terug- en vooruitblikken. Bij Werf& doen we dat onder meer altijd met het Arbeidsmarkt Trends Event, waarbij verschillende sprekers hun licht laten schijnen over de grootste trends en ontwikkelingen, en hoe je daar verstandig op kunt inspelen. Dat gebeurde gisteren, 3 december, opnieuw voor een goed gevulde zaal van het Van der Valk in Utrecht. Welke lessen vielen daar zoal op te halen? Alvast een kleine impressie, voordat de komende weken nog wat meer verdieping volgt.

Les 1: ‘De mensen zijn op’

Zwart/wit stomme filmpjes, een vleugje humor, veel grafieken en ook wel donkere wolken: de aftrap was bijna traditiegetrouw voor Mathijs Bouman, bekend macro-econoom, die de ontwikkelingen altijd scherp weet te duiden. Ook dit keer kwam er weer veel voorbij: van een falend kabinet dat de krapte alleen maar erger maakt, tot de razendsnelle opmars van A.I. en de opvallende constatering dat de lange economische krimp die we gehad hebben, nauwelijks heeft geleid tot gestegen werkloosheid. Wat voor Bouman nogmaals de duurzame krapte onderstreept, net als de stelling dat de potentiële groepen werknemers nu echt wel ‘op’ zijn.

En dus is het goed dat er ‘af en toe een Blokker omvalt’, zei hij ook. ‘Dat schept wat lucht op de arbeidsmarkt. En die mensen kunnen dan doorwerken in een sector die nog wel groeit. We moeten echt af van het idee dat we elk bedrijf moeten redden als het dreigt om te vallen. Geloof me: als we meer bedrijven kapot zouden laten gaan, of ze zouden belonen voor het vernietigen van banen, dan gaat het vanzelf weer beter met de arbeidsmarkt en de economie.’

‘We moeten echt af van het idee dat we elk bedrijf moeten redden als het dreigt om te vallen.’

Al zou het ook helpen als vast wat minder vast zou worden op de arbeidsmarkt, zei hij. ‘Flex minder flex, vast minder vast, dat was steeds de uitruil. Maar die tweede kant van de medaille lijkt wel vergeten te zijn. Terwijl we qua ontslagbescherming bijna bovenaan in Europa staan.’

  • Luister naar wat Mathijs Bouman nog meer te zeggen had:

Les 2: ‘Het meeste talent is al binnen’

Over naar de praktijk dan, en wel aan de hand van KVK-HRM-directeur Karolien van Lieshout, die onder meer een vurig pleidooi hield voor het belang van interne mobiliteit. Nu de mensen buiten steeds moeilijker te vinden zijn, zou de focus beter naar binnen gericht kunnen zijn, betoogde ze. ‘Ik heb bij KVK gezegd: 75% van onze vacatures moeten we vervullen met de mensen die we al in huis hebben zitten.’ En dat is een behoorlijk ambitieus streven, want het gemiddelde in Nederland behelst slechts ongeveer een derde, terwijl voor ongeveer 2 op de 3 vacatures juist iemand van buiten wordt aangetrokken.

Die beweging van talent buying naar talent building heeft wel wat voeten in de aarde, legde ze uit. Zoals de aanstelling van een intern recruiter en het ontwerp van een intern recruitmentproces. Maar het heeft ook in deze tijd ongekende voordelen, zoals op het gebied van veiligheid. ‘We worden echt belaagd door sollicitanten die na binnenkomst onze data willen stelen. Dat is echt een issue aan het worden. We hebben wel systemen om te checken of iemand is die hij zegt dat hij is. Maar iemand die al langer in huis is, die heeft dat vertrouwen natuurlijk vanzelf al meer.’

  • Luister hier naar wat Marion de Vries meenam van het Arbeidsmarkt Trends Event, onder andere over het belang van interne mobiliteit:

Les 3: ‘Zorg voor lonkend perspectief’

Krappe arbeidsmarkt? Aad van der Werf krijgt er ondertussen behoorlijk jeuk van. Want ja, er komen enerzijds nog steeds banen bij, voorspellen onder meer het CPB en UWV. En ja, aan de andere kant gaan in die tijd ook veel mensen met pensioen, terwijl er steeds minder jongeren de arbeidsmarkt opstromen. Maar dat noopt niet tot somberen, aldus de strategisch arbeidsmarktadviseur. Het noopt volgens hem juist eerder tot anders denken, en anders kijken naar onbenut talent. ‘Ik heb het idee dat we te weinig doen met het human capital dat we als Nederland al in huis hebben.’

Dat betekent voor hem aan de ene kant: goed kijken wat we de komende 10 jaar nu echt aan beroepen nodig hebben, en waar het wel wat minder kan. En daar dan ook vol op inzetten. Maar aan de andere kant ook: veel meer kijken naar de drijfveren, passies en talenten van mensen. Want ieder mens heeft talent, is zijn overtuiging. ‘Zelfs als je niets kunt, heb je een talent. Want dan kan je niets’, grapte hij. Gelukkig ziet hij wel beweging die kant op. ‘Ik vind het bijvoorbeeld bemoedigend om te zien dat al 81% van de werkgevers zegt aan skills based hiring te doen, en maar liefst 88% van de techniekbedrijven.’

Zelf werkt hij in de gemeente Rotterdam onder meer met ‘moeilijke doelgroepen’ volgens het zogeheten RIASOC-model. Daarbij gaat het erom minder vanuit de vacature en de functie te redeneren, maar meer te leren kijken: ‘Waar gaat iemand nou op aan? Als je mensen kunt aanspreken op hun passie, dan kun je ze veel meer aan je binden. Dan ontstaat ineens een heel interessante doelgroep.’ En dat speelt zelfs intern, zegt hij. ‘Intern zegt gemiddeld 30% van jullie mensen dat ze onder hun niveau werken. Moet je eens nagaan als je dat potentieel kunt aanboren. Zorg voor een lonkend perspectief, dan ga je groepen aan je binden.’

  • Luister hier wat Alix Hensen Verbaten meenam van het Arbeidsmarkt Trends Event, onder andere over het belang van human capital:

Les 4: ‘Luister naar je doelgroep’

Dat mensen het verschil maken, hebben ze ook begrepen bij Kruidvat. De focus is steeds minder op prijs en operations alleen, vertelde Anke Reusken, manager Employer Branding & Employee Experience bij AS Watson (bekend van Kruidvat, Trekpleister en ICI PARIS XL). ‘Het draait nu om de vriendenteams. Wij zijn ervoor om mensen daarin te stimuleren, en te zorgen dat ze ook binnen onze organisatie blijven.’

Haar verhaal lardeerde ze met tal van cijfers. Zoals het feit dat 83% van het personeelsbestand van de 1.400 Kruidvat-filialen bestaat uit jongeren (Gen Z en Gen Alpha), maar dat van het vaste bestand 18% al 50-plus is, en dat het bedrijf zo’n 23.500 medewerkers telt, verdeeld over 92 nationaliteiten, van wie 16% man en 84% vrouw.

‘Een brief aan de ouders lijkt iets heel kleins, maar heeft een mega-effect in de hele journey.’

Maar vooral leuk waren de vele grote en kleine innovaties die ze noemde. Zoals aan de ene kant de geavanceerde assessments van Neurolytics waarmee het bedrijf nu experimenteert, die aan de hand van spiervertrekkingen in het gezicht iemands engagement en organisational fit zouden kunnen bepalen. Maar aan de andere kant ook iets heel simpels als een brief gericht aan ouders van jongeren die net voor Kruidvat gaan werken, om hen uit te nodigen in gesprek te gaan en zo hun vertrouwen te winnen. ‘Het is iets heel kleins, maar heeft een mega-effect in de hele journey.’

Er kwamen overigens ook nog tal van andere van zulke ‘kleine’ innovaties voorbij die lieten zien hoe Kruidvat naar de doelgroep luistert. Zoals een onepager arbeidsovereenkomst, en een net gelanceerde online carrièrecoach voor alle (jonge) medewerkers. ‘Omdat we merkten dat onze medewerkers het moeilijk vonden om te snappen wat er bij ons allemaal nog meer mogelijk is.’ Ook de preboarding-app verdient vermelding. Die gebruikt namelijk video (‘Onmisbaar voor deze jonge doelgroep’), en kent een uitspeelratio van maar liefst 75%. ‘Wat er waarschijnlijk wel mee te maken heeft dat als je ‘m uitkijkt, je een presentje kunt verwachten.’ Maar het helpt dus ook enorm om de no-show terug te dringen, vertelde Reusken.

  • Luister hier naar wat Anke Reusken allemaal nog meer te zeggen had:

Les 5: ‘Vergeet de vergeten doelgroepen niet’

Vergrijzing? ‘Tot 2029 is vergrijzing níet het probleem op de arbeidsmarkt.’ Laat het maar aan Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp over om de dag af te sluiten met enkele flinke stenen in de vijver. ‘Het is niet de vergrijzing, het is de demografie’, zei hij dus bijvoorbeeld. ‘De arbeidsmarkt is daar totaal nog niet op ingericht.’ Neem een groep als vrouwen, zei hij. Tegenwoordig maken ze 47% uit van alle werkenden. Maar alle systemen van de arbeidsmarkt zijn nog ingericht op de man, net als bijvoorbeeld in de cardiologie of autobotsproeven, legde Waasdorp uit. ‘Als we dat wél gaan veranderen, creëren we zeker oplossingen.’

En zo bracht hij nog wel meer ‘vergeten’ doelgroepen onder de aandacht. Zoals arbeidsmigranten, een groep waarvan de omvang niet eens kennen omdat alle enquêtes erover alleen in het Nederlands verschijnen. Of de midcareers, voor wie organisaties nauwelijks oog lijken te hebben. En jongeren, die een totaal ander mediagedrag vertonen dan de generaties voor hen, maar nog steeds worden bestookt met ‘lelijke vacatureteksten’ en nog steeds niet bij elke organisatie mobiel kunnen solliciteren. ‘Maar dat is inmiddels geen verzoek meer, het is een eis van deze doelgroep.’

‘Mobiel kunnen solliciteren is inmiddels geen verzoek meer, het is een eis.’

Even ging er een schokgolf door de zaal, toen Waasdorp een filmpje liet zien waarin een kandidaat via A.I. tientallen sollicitaties tegelijk verstuurde. ‘Dit is de nieuwe standaard’, legde hij uit. ‘Sollicitanten zullen het gebruiken, en denken: als jij me uitnodigt, dan pas ga ik eens kijken of jouw aanbod interessant is.’ Sowieso is dankzij A.I. fake inmiddels een groeiend probleem op de arbeidsmarkt, legde hij uit. ‘30% van de sollicitaties is nu al 100% fake.’ Maar betrouwbare skills-wallets en samenwerkende organisaties kunnen volgens hem hier wel weerstand tegen bieden. ‘Samenwerken is het nieuwe werven om skills niet verloren te laten gaan.’

  • Luister naar nog meer visie van Geert-Jan Waasdorp over de recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt:

Lees ook

Foto’s: Jasper Spanjaart. Bekijk hier meer foto’s van het event.

‘Employer branding blijft nog te vaak steken op operationeel niveau’

Een strategische, misschien zelfs holistische employer branding-aanpak? Het is in Nederland nog steeds een zeldzaamheid. Veel vaker is de benadering van employer branding nog behoorlijk operationeel, constateert consultant Yves Pilet, na benchmark-onderzoek onder ruim 60 organisaties. ‘De inspanningen op bijvoorbeeld sociale media leveren wel enige zichtbaarheid op, maar het schort vaak aan diepgaande en gerichte metingen om de effectiviteit goed te evalueren. Uit interviews blijkt dat werkgevers weliswaar enkele KPI’s hanteren, maar dat deze vaak niet juist of voldoende zijn afgestemd op het werkelijke succes van de inspanningen.’

https://www.yvespilet.com/nl/employer-brand-benchmark

Dit leidt ertoe dat belangrijke strategische inzichten onbenut blijven, concludeert Pilet. ‘Employer branding wordt voornamelijk ingezet om nieuwe medewerkers aan te trekken, zonder sterke focus op het behoud en de betrokkenheid van huidige medewerkers. De nadruk ligt vooral op het externe employer brand. Hierdoor wordt employer branding nog niet volledig strategisch en geïntegreerd ingezet om ook interne merkontwikkeling en medewerkerstevredenheid te versterken.’

Kwalitatieve krapte

Een gemiste kans, denkt hij. Niet alleen vanwege de kwantitatieve krapte op de arbeidsmarkt, maar ook vanwege de kwalitatieve. ‘De snelle vooruitgang in technologie verhoogt de vraag naar specifieke technische en digitale vaardigheden. Bovendien groeit met het huidige brede scala aan generaties in het personeelsbestand de behoefte aan een veelzijdige benadering in leiderschap en motivatie. Plus: duurzaamheid wordt steeds belangrijker, vooral voor jonge generaties. Dit draagt ook bij aan de kwalitatieve krapte, waarbij werkgevers een geloofwaardig duurzaamheidsverhaal moeten communiceren.’

De benchmarkresultaten tonen trouwens aanzienlijke verschillen in de strategische benadering van employer branding per sector. De sector industrie onderscheidt zich bijvoorbeeld door een behoorlijk geïntegreerde aanpak, merkt Pilet, ‘waarbij employer branding strategisch is ingebed in de algemene bedrijfsstrategie.’ Dit is echter heel anders in de ICT-sector. ‘Die zet voornamelijk in op het formuleren en communiceren van een sterke Employer Value Proposition (EVP) als kern van haar employer branding-strategie.’

‘De benadering van employer branding blijft vaak nogal operationeel, zonder een fundamentele strategische onderbouwing.’

In de publieke sector ligt de nadruk dan weer sterk op het externe aspect van het employer brand, ‘terwijl een diepere strategische integratie ontbreekt‘, zoals Pilet het noemt. En ook de sector gezondheids- en welzijnszorg blijft overwegend beperkt tot ‘een operationele benadering van employer branding, zonder een fundamentele strategische onderbouwing’, aldus de onderzoeker.

Meer datagedreven aanpak nodig

Om een effectief employer brand op te bouwen en te behouden, moeten organisaties dit benaderen als een strategische pijler, zegt Pilet. ‘Dit begint met de prioritaire doelgroepen en hun specifieke verwachtingen identificeren, gevolgd door het formuleren van een datagedreven EVP en een coherente strategie die ondersteund wordt door een gestructureerde aanpak voor monitoring en evaluatie, zodat je het employer brand voortdurend kunt bijsturen en versterken. Alleen zo krijg je een insteek die verder gaat dan alleen externe communicatie, maar ook de interne merkontwikkeling en duurzame medewerkerstevredenheid bevordert.’

Veel werkgevers benaderen employer branding nog altijd behoorlijk operationeel, in de zin van: campagnes om mensen te werven. Een meer strategische en datagedreven aanpak is hard nodig, stelt Yves Pilet, na onderzoek.

‘Medewerkers zoeken niet langer alleen een baan, maar een plek waar ze zichzelf kunnen ontplooien.’

Volgens Pilet zouden werkgevers bovendien ‘zelfontwikkeling’ vaker centraal mogen stellen in hun strategie. ‘Zelfontwikkeling is een steeds belangrijker thema op de arbeidsmarkt. Medewerkers zoeken niet langer alleen een baan, maar een plek waar ze zichzelf kunnen ontplooien, hun vaardigheden kunnen verbeteren en hun professionele ambities kunnen realiseren. Door zelfontwikkeling centraal te stellen in je EVP, creëer je een onderscheidend werkgeversmerk dat niet alleen aansluit bij de verwachtingen van talent, maar ook de strategische doelen van jouw organisatie ondersteunt.’

Meer weten?

Download de volledige benchmark ‘Is jouw employer brand klaar voor de toekomst?’

Benchmark