Lachen met LinkedIn: van een namen zingend AC/DC tot de ‘Kont Kussen’-emoji

Lang was het platform eigenlijk niet meer dan een plek waar professionele informatie werd uitgewisseld, en recruiters op zoek konden naar kandidaten met verstand van zaken. Lachen leek op LinkedIn welhaast verboden. Maar de laatste jaren is het platform – bedoeld en onbedoeld – op allerlei manieren verder ontwikkeld. Als datingsite bijvoorbeeld, maar de laatste tijd dus ook steeds meer als soort van moderne online Comedy Club. Zoals salesman/comedian Ben Sweeny, die het platform ziet als ‘gewoon nog een podium’ om zijn kunsten te vertonen.

Hij is de enige niet. Precieze data zijn er nauwelijks, maar LinkedIn zet wel bewust in op meer video, en zag hier afgelopen jaar al een groei van 36% in, een twee keer zo snelle groei als andere formats. En de afgelopen jaren is het gebruik van woorden als ‘haha’, ‘lol’ en lachende emoji’s op het platform ook bijna verdubbeld, waarbij de lachende emoji zelfs is opgewaardeerd tot 1 van de mogelijke standaardreacties. ‘We denken dat humor een deel van LinkedIn zou moeten zijn’, aldus editor-in-chief Dan Roth. ‘Humor helpt om te laten zien dat we allemaal fouten maken, en dat je jezelf niet al te serieus moet nemen.’

Jezelf serieus nemen?

Maar juist dat ‘jezelf overdreven serieus nemen’ is nou net iets waar LinkedIn zelf bekend om staat. Geen plek op het internet waar elke minuscule prestatie zo onder het vergrootglas komt te liggen, geen andere plek waar humble brag zo tot kunstvorm verheven is. En juist die overdaad aan cringey content zorgt weer voor veel inspiratie bij andere comedians. Zoals voormalig consultant Joe Fenti, die zelf het platform nu gebruikt om het nog een beetje meer belachelijk te maken dan het al is. ‘Waarom kunnen we op LinkedIn niet meer met elkaar praten alsof we gewoon mensen zijn?’, vraagt hij zich af.

Ook de Brit Rob Mayhew neemt in zijn vele en veelbekeken video’s graag LinkedIn op de hak, naast allerlei andere bekende werksituaties, net als bijvoorbeeld iemand als Corporate Natalie.

LinkedIn Lunatics

Maar toch; het (voormalig?) serieuze karakter zit het platform op dit gebied ook nog wel wat in de weg. Zelfs serieuze media als The Independent is het de laatste tijd opgevallen: serieuze ziektes, dingen die de kinderen doen, het komt allemaal op LinkedIn steeds vaker voorbij. Maar hoe past dat nog bij een professioneel netwerk? En het levert gewoon té veel cringe en corporate jargon op om het op hetzelfde platform ook nog eens geloofwaardig belachelijk te maken. Zelfspot oké, maar leidt dat er niet juist meer toe dat het ooit zo serieuze karakter van het platform nóg verder verwatert?

Geen andere plek op internet waar humble brag zo tot kunstvorm verheven is als LinkedIn.

Misschien dat je daarom ook voor het betere LinkedIn-mangelwerk beter je toevlucht kunt nemen tot bijvoorbeeld de subreddit LinkedIn Lunatics, waar pareltjes worden verzameld van bizarre posts en uitspraken op het platform.

Interview was too easy
byu/Ok-Audience6618 inLinkedInLunatics

‘Pislink’ van ‘eigenpijperij’

Ook op humorsites zoals die van de Speld zijn er trouwens mooie voorbeelden van te vinden, zoals die over de eerste ‘LinkedIn-rij op de Amsterdamse Zuidas voor een aparte mix tussen een perforator, nietmachine en koffiemok, de Google Translate-functie voor LinkedIn-berichten, de extra reactieopties (zoals de ‘veer in reet’, ‘eigenpijperij’ en ‘kont kussen’), en de gespeelde bescheidenheid van veel bedrijven hier.

Op De Speld werd melding gemaakt van de eerste LinkedIn-rij op de Amsterdamse Zuidas.

Bij The Best Social Media zijn ook wat bizarre LinkedIn-avonturen terug te vinden. Hier moeten vooral recruiters het ontgelden. Zoals in het verhaal van Sacha, die ontdekte dat er niet helemaal een match was met de recruiter die hem benaderde. Of dat van Koos, die om half 4 ’s nachts door een recruiter benaderd werd. Ook opdringerige recruiters op LinkedIn die je ‘pas écht pislink’ maken worden hier aan de schandpaal genageld. En ene Loïc wist hier een paar jaar geleden ook treffend de spot te drijven met de vele cringey LinkedIn-berichten van zijn eigen generatie.

Highway to Hell

En dan hebben we ook nog de categorie ‘metahumor’. Denk aan de manier waarop Frank Tieskens recent op Twitter van LinkedIn zelfs een bijvoeglijk naamwoord wist te maken:

Of Lolly, die hier opmerkte dat LinkedIn geen datingsite is, maar eerder juist een soort van het omgekeerde:


En dan sluiten we af met een staaltje dat eigenlijk in geen enkele categorie is onder te brengen, maar toch te mooi is om te laten lopen. Want al die namen op LinkedIn, daar kun je natuurlijk ook mooie metal mee maken… Dat niemand daar ooit eerder op is gekomen…

@guitaristesofficiel AC/DC Sings LinkedIn names 😂👍 #acdc #angusyoung #malcolmyoung #bonscott #brianjohnson #highwaytohell #rock #rockband #rockguitar #rockmusic #guitarhumor #guitarlol #guitarjokes #memesguitar ♬ son original – Guitaristes Officiel

Lees ook

Ouderen als levend billboard om nieuwe zorgcollega’s te werven (inzending Omring)

Werken in de zorg is meer dan een baan – het is een roeping. Maar hoe activeer je jong talent in een tijd waarin zorgwerving steeds uitdagender wordt? Omring staat voor zorg met aandacht, nu én in de toekomst. Omring ontwikkelde daarom, samen met The Groundbreakers, een unieke wervingscampagne: ‘Wij zitten op jou te wachten’. Geen standaard vacatureteksten of online advertenties, maar een menselijk, levend billboard, waarbij ouderen letterlijk de oproep deden aan zorgprofessionals van de toekomst.

Geen traditionele campagne, maar een levend billboard met acteurs: ‘ouderen’ vertelden zelf waarom werken in de ouderenzorg ertoe doet. Lees de hele case van Omring, ingezonden in de categorie Arbeidsmarktcommunicatie voor de Werf& Awards 2025.

Door senior acteurs – ‘ouderen’ die op jong zorgtalent zitten te wachten – plaats te laten nemen in bushokjes en op bankjes bij centrale OV-locaties in West-Friesland en de Kop van Noord-Holland, brachten zij in de maand oktober 2024 de zorgvraag letterlijk de straat op. Zo ontstonden persoonlijke, laagdrempelige gesprekken tussen generaties, die niet alleen de urgentie van de ouderenzorg voelbaar maakten, maar ook inspireerden om een loopbaan in de zorg te overwegen.

Geen standaard vacatureteksten of online advertenties, maar een menselijk billboard.

Waar de levende abri meer in de SEE-fase van de funnel zat, wilden wij ook aandacht besteden aan de THINK-fase. Met Omring’s Hangout hebben wij een opvolgingsactie georganiseerd. Omring’s Hangout was hét evenement waar de ouderen bij de jongere bezoekers solliciteerden en hen enthousiasmeerden voor de ouderenzorg.

Geen traditionele campagne, maar een levend billboard met acteurs: ‘ouderen’ vertelden zelf waarom werken in de ouderenzorg ertoe doet. Lees de hele case van Omring, ingezonden voor de Werf& Awards 2025.

Wat was de impact van de case?

Kwalitatieve doelstellingen

  • Omring positioneren als aantrekkelijke en innovatieve werkgever in de zorg.
  • De kracht van menselijk contact inzetten voor recruitment.
  • Een vernieuwende campagne neerzetten die jongeren activeert.

Kwalitatieve resultaten

  • Echte interactie: De doelgroep werd aangesproken door de mensen om wie het gaat – ouderen zelf.
  • Sterke media-aandacht: Publicaties in onder meer Noordhollands Dagblad, NextLive, Skipr, Werf& en Omring.nl zorgden voor extra bereik.
  • Creatieve doorbreking van traditionele zorgwerving: Geen ‘werken bij’-pagina’s, maar levende oproepen op straat.

Kwantitatieve doelstellingen

  • Minimaal 300.000 jongeren bereiken via paid media
  • Publicaties in de (regionale) media (earned media)
  • Minimaal 40 bezoekers bij het evenement Omring’s Hangout

Kwantitatieve resultaten

  • Mooie bijvangst: in de maand van de activatie – de maand oktober – zagen wij een toename van 26% in het aantal sollicitanten en in november een toename van 17%.
  • Via TikTok en Snapchat (paid media) hebben we 407.444 weergaven onder jongeren bereikt in de regio.
  • Onder andere publicaties (earned media) in het Noordhollands Dagblad, OnsWestfriesland, Hoorns Dagblad, Werf&, Skipr en Rodi Media.
  • Er zijn 50 bezoekers geweest bij Omring’s Hangout in Hoorn, de opvolgingsactie waarin bezoekers direct in gesprek konden gaan met onze recruiters en de ouderen van de billboards (onder andere via ‘oma weet raad’, mental check-up en de Ontmoetmobiel).

Waarom moet deze case een Werf& Award winnen?

Deze case is een voorbeeld van innovatieve zorgwerving met een menselijke touch.

  • Geen standaard recruitmentcampagne, maar een activatie die mensen écht raakt.
  • Innovatief & gedurfd: Een recruitmentaanpak die verder gaat dan de gebruikelijke kanalen.
  • Directe impact op instroom, employer branding en maatschappelijke bewustwording.

Omring laat hiermee zien dat zorgwerving anno 2025 anders kan – én moet.

Credits case

De volgende personen, afdelingen en/of externe partijen zijn betrokken bij de case:

  • Opdrachtgever: Omring (Richard Mellaart, Josien van der Wal en Mariëlle Kerssens)
  • Creatief concept & uitvoerende partner: The Groundbreakers
  • Hoofdrolspelers: oudere acteurs als ambassadeurs van de ouderenzorg.

Uitreiking op Werf& Live

De Werf& Awards worden uitgereikt op Werf& Live, dat dit jaar plaatsvindt op 15 mei 2025. Werf& Live is dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

Ook kans maken op een Werf& Award 2025?

Maak ook kans op een Werf& Award en stuur uiterlijk 18 maart 2025 voor 17.00 uur jouw arbeidsmarktcommunicatie- of recruitmentcase in. Kijk voor meer informatie en om jouw case in te sturen bij Werf& Awards.

Inzenden Werf& Awards

 

Hoe Team EIFFEL op zijn nieuwe carrièreplatform een A.I.-coach integreerde

Een nieuw staaltje A.I. in recruitment, maar nu zelfs óp een vacaturesite. Het zijn de consultants van Team EIFFEL die waarschijnlijk de primeur hebben van de allereerste A.I. Career Coach, beschikbaar voor elke sitebezoeker. Die bezoeker beantwoordt eerst anoniem een aantal stellingen. Daarna genereert de virtuele coach een op maat gemaakt persoonlijk advies, bestaande uit tips voor de werk/privébalans, potentiële carrièrepaden en inzicht in de eigen professionele ontwikkeling. Het advies wordt samengesteld met behulp van een A.I.-model, gestuurd en getraind op het werk van Team EIFFEL en de unieke tone of voice van de organisatie.

En ja, natuurlijk komt er vervolgens niet alleen een op maat gemaakt persoonlijkheidsprofiel uitrollen, maar ook aanbevolen vacatures, of verhalen van Team EIFFEL-collega’s die toevallig net in dezelfde sector werkzaam zijn als die volgens de A.I.-coach goed bij jou past. De A.I.-coach is dan ook vooral bedoeld om te inspireren en te helpen bij het vinden van de juiste vacature, zo valt in de disclaimer te lezen. ‘Wat je met dit advies doet, bepaal je helemaal zelf.’ En: ‘We vragen niet om persoonsgegevens, en je antwoorden worden niet gebruikt in het verdere sollicitatieproces.’

Geen statische beslisboom

Hoeveel A.I. dit precies is? Moeilijk te zeggen. Loopbaanadvies-tooltjes op carrièresites waren er natuurlijk al wel langer. Wel staat bij deze tool nadrukkelijk te lezen dat ‘de combinaties van antwoorden op de stellingen’ worden bewaard en gebruikt ‘om de werking van deze tool te kunnen monitoren en verbeteren.’ Dus dat suggereert inderdaad meer dan een gewone statische beslisboom. Ook gebruikt de tool Large Language Models om de door de kandidaat ingegeven informatie aan te vullen en zo het persoonlijk advies op te stellen.

De nieuwe carrièresite van Team EIFFEL, inclusief AI Career Coach, is ontwikkeld door het Utrechtse bureau Kaliber. Op het gezamenlijke platform voor het consultantsbedrijf met meer dan 3.500 experts samen in legal, finance, data, analytics, engineering, projectmanagement en supply chain hebben alle verschillende labels een eigen pagina gekregen, waar ze hun vacatures, verhalen en projecten kunnen delen.

Blijf jezelf voor

Thema van de nieuwe site en werkgevers-merkbelofte voor de arbeidsmarkt is: Blijf jezelf voor. Dat moet aansluiten bij de algemene merkbelofte van Team EIFFEL: Voorblijven. Niet bijblijven. Deze belofte moet trouwens ook te merken zijn op de site, die volgens de ontwikkelaars ’toekomstbestendig’ is opgebouwd. ‘Binnen afzienbare tijd zal een sollicitant niet alleen met een cv solliciteren, maar net zo eenvoudig een eigen skillset meegeven.’

En daar heeft het bedrijf met de nieuwe site dus naar eigen zeggen nu al op voorgesorteerd. Bij een vacature voor een recruitment business partner staat bijvoorbeeld te lezen: ‘Je bent een oprecht geïnteresseerde gesprekspartner die hoofd- en bijzaken goed kan scheiden. Met jouw topsportmentaliteit ga je voor het beste resultaat, zonder daarbij de menselijke maat uit het oog te verliezen.’ En vervolgens als lijstje gevraagde skills: sales / verkoopvaardigheden, communicatievaardigheden, Employee Relations en arbeidsbemiddeling / werving en selectie.

Start van verdere samenwerking

De lancering van het nieuwe carrièreplatform is ‘het begin van een verdere samenwerking’ tussen Team EIFFEL en Kaliber, Martin Stiemer, Business Director bij de laatstgenoemde organisatie. ‘De komende maanden zullen meer gezamenlijke projecten het levenslicht zien, zoals een Business Hub waar de integrale dienstverlening van Team EIFFEL centraal staat voor klantorganisaties.’

Lees ook

Opvallend: kennis van Arabisch levert nu de best betaalde banen op

Het kabinet mag dan niet bekend staan als liefhebber van moslims in Nederland, de praktijk lijkt weer eens weerbarstiger dan de politieke wil. Want op de arbeidsmarkt blijkt kennis van het standaard-Arabisch bijvoorbeeld steeds gewilder. Sterker nog: beheers je het Arabisch, dan levert dat gemiddeld zelfs meer op dan kennis van het Engels, Duits, Frans of Zweeds, blijkt uit nieuw onderzoek van taalplatform Preply. Gemiddeld loopt het verschil op tot wel 300 euro per maand, zo blijkt uit een analyse van vacatures die een bepaalde taalvaardigheid vereisten.

Tweetaligheid kan je salaris met 5 tot 20% verhogen.

Volgens de onderzoekers kan tweetaligheid je salaris op die manier wel met 5 tot 20% verhogen. Welke talen leveren daarbij het meest op en zijn dus het meest waardevol om te leren voor je carrière?

De best betaalde talen in Nederland

Taal

Gemiddeld maandsalaris

1

Arabisch

€ 4.000

2

Engels

€ 3.700

3

Duits

€ 3.680

4

Frans

€ 3.580

5

Spaans

€ 3.490

6

Mandarijn (Chinees)

€ 3.450

7

Russisch

€ 3.410

8

Italiaans

€ 2.910

9

Portugees

€ 2.700

10

Zweeds

€ 2.330

Arabisch bovenaan

Met een gemiddeld geadverteerd maandsalaris van 4.000 euro is beheersing van het Arabisch dus ‘de best betaalde taal’ in Nederland, aldus de onderzoekers. Dat verrast hen overigens ook niet echt, want ‘Arabisch wordt door meer dan 400 miljoen mensen gesproken en biedt toegang tot meer dan 20 landen, met belangrijke economische en handelssteden als Marrakesh en Dubai.’

‘Arabisch is 1 van de 6 officiële talen van de Verenigde Naties.’

Bedrijven hebben dan ook dringend Arabisch sprekende specialisten nodig om culturen en markten met elkaar te verbinden, stellen ze. ‘Bovendien is Arabisch 1 van de 6 officiële talen van de Verenigde Naties, wat het een belangrijk voordeel maakt voor carrières in diplomatie, ontwikkelingswerk of journalistiek. In Nederland is er veel vraag naar het leren van Arabisch. Uit eerder onderzoek van Preply bleek het de zevende meest gewilde taal om te leren.’

Daarna: Engels en Duits

Na het Arabisch volgen dus het Engels en Duits als ‘goed betalende talen’ om te beheersen. In de regio’s Gelderland, Noord-Holland, en Zeeland ligt het gemiddelde salaris van (ook) Engelstalige banen zelfs op 4.300 euro, blijkt uit het onderzoek. Nederland staat namelijk wereldwijd op nummer 1 als het gaat om Engelse taalvaardigheid voor niet-native speakers, wat het land een aantrekkelijke werk bestemming maakt voor internationale bedrijven.

Nederland staat namelijk wereldwijd op nummer 1 als het gaat om Engelse taalvaardigheid.

Maar ook beheersing en kennis van het Duits blijkt op de arbeidsmarkt nog altijd belangrijk. Vooral in de regio’s vlakbij de Duitse grens zijn de salarissen voor Duitssprekenden hoog, namelijk gemiddeld 4.300 euro in Flevoland en Limburg en 4.200 euro in Drenthe. ‘In sectoren als techniek, vervoer en energie speelt Duitsland een grote rol, wat het beheersen van de Duitse taal waardevol maakt in deze vakgebieden’, aldus de onderzoekers van het online taalplatform.

Lees ook

Wim op woensdag: ‘Werkgevers, stop nou eens met die contractenpolonaise’

Het tijdelijke contract lijkt voor heel wat werkgevers de heilige graal van hun arbeidsvoorwaarden. Maar laten we eerlijk zijn: een tijdelijk contract voor een vaste baan is net zo logisch als een parachutesprong waarbij je halverwege pas te horen krijgt of je parachute echt open gaat. Wordt het niet eens tijd dat recruiters een vast contract als standaard mogen gaan gebruiken als ze kandidaten zoeken?

Afscheid nemen van een medewerker was vaak net zo makkelijk als het opzeggen van een streaming-abonnement na de gratis proefperiode.

De reden achter al die tijdelijke contracten? Werkgevers houden van zekerheid. ‘We willen eerst even kijken of het klikt’, zeggen ze dan. Want natuurlijk: je kunt na 3 sollicitatiegesprekken, een assessment en een meeloopdag nog steeds niet weten of iemand geschikt is. Nee, dat zie je pas echt als je diegene 3 jaar lang van contract naar contract sleept, zodat men zich vooral lekker onzeker voelt. De realiteit? De meeste werkgevers weten al na een maand of iemand past. Maar de mogelijkheid om tijdelijke contracten op te rekken was gewoon te verleidelijk. Want als het even tegenzat, was afscheid nemen net zo makkelijk als het opzeggen van een streaming-abonnement na de gratis proefperiode.

Kandidaat: ‘Even kijken of jij past’

Maar tijden veranderen. De krapte op de arbeidsmarkt is geen tijdelijke trend, maar een structureel probleem. En kandidaten? Die pikken het niet meer. ‘O, je wilt mij geen vast contract geven? Nou, geen probleem, dan ga ik wel naar de concurrent. Die stond toch al met een contract in z’n hand naast de pooltafel te wachten.’ Het tijdelijke contract als testperiode werkt niet meer. Want nieuwsflash: de kandidaat test jou ook. Hoe je omgaat met contracten, zegt iets over je bedrijfscultuur. En als je begint met twijfel en onzekerheid, dan is de kans groot dat een kandidaat na die tijdelijke periode alsnog wegrent.

‘O, je wilt mij geen vast contract geven? Nou, geen probleem, dan ga ik wel naar de concurrent.’

Het is dus niet alleen de werkgever die kijkt of een kandidaat past, maar net zo goed andersom. Wat je als werkgever dan dus wel moet doen? Simpel. Ga gewoon voor een vast contract als je echt iemand nodig hebt. En als je twijfelt, neem dan gewoon niet aan. Recruitment is geen buffet waarbij je eerst van alles een beetje proeft voordat je besluit wat je echt wilt eten.

Lang was het gebruikelijk dat je als kandidaat eerst een waslijst aan tijdelijke contracten kreeg voordat je eindelijk een vaste baan kreeg. Maar dat kan nu niet meer, ziet Wim van den Nobelen. 'Dus: werkgevers, stop nou eens met die contractenpolonaise.'
‘Recruitment is geen buffet waarbij je eerst van alles wat proeft voordat je besluit wat je echt wilt eten.’

Bedrijven die dit snappen, winnen. Ze trekken het beste talent aan, omdat ze uitstralen: ‘Wij geloven in jou vanaf dag één.’ En geloof me, dat is precies wat kandidaten willen. Dus: werkgevers, stop met de contractenpolonaise. En recruiters, als je nog steeds kandidaten probeert te lokken met ‘Eerst even een tijdelijk contract, maar daarna echt vast hoor!’ – weet dan dat de concurrent inmiddels met een gouden pen een vast contract aan het ondertekenen is.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

Foto boven

Van checklist naar cultuurverandering: hoe inclusief werven een bedrijfsbrede transformatie vereist

Stel je voor: je hebt als recruiter alles op orde. Een A.I.-tool screent cv’s objectief, je gebruikt een gestructureerde vragenlijst tijdens het sollicitatiegesprek en een beoordelingsmatrix zorgt ervoor dat je de beste kandidaat selecteert. Checklist afgewerkt. Dit is hoe het hoort, toch? De kandidaat wordt aangenomen en gaat enthousiast aan de slag. Missie geslaagd.

Drie maanden later staat de hiring manager weer voor je neus. Het is helaas geen match.’

Maar drie maanden later staat de hiring manager weer voor je neus. Het is helaas geen match.’ De kandidaat vertrekt en jij mag weer op zoek naar een vervanger. In gesprek met de hiring manager kom je erachter wat er is misgegaan: de kandidaat was inhoudelijk sterk en perfect voor de functie, maar het team bleek niet in staat om zijn of haar nieuwe perspectief te omarmen. De kandidaat voelde zich niet gezien, gehoord en gewaardeerd – en heeft zelf besloten om te vertrekken.

Een inclusieve cultuur creëren

Dit voorbeeld laat zien dat inclusief werven op zichzelf niet genoeg is. We kunnen in recruitment nog zo ons best doen om divers talent binnen te halen, maar als de bedrijfscultuur niet inclusief genoeg is, zullen deze medewerkers vertrekken. En nee, van recruiters wordt niet verwacht dat ze eigenhandig de bedrijfscultuur veranderen. Maar het is wél hun verantwoordelijkheid om te signaleren dat inclusieve werving alléén geen duurzaam succes oplevert als de nieuwe collega’s zich vervolgens niet thuis voelen. Laten we dat bespreekbaar maken.

Iinclusieve werving alléén levert geen duurzaam succes op als de nieuwe collega’s zich vervolgens niet thuis voelen.

Maar hoe zorg je ervoor dat inclusief werven ook écht werkt? Dat vraagt meer dan een checklist of een eenmalige inspanning. Een inclusieve bedrijfscultuur bouw je met aandacht, strategie en vooral: een lange adem. Toch betekent dat niet dat je moet wachten tot alles perfect is. Grote veranderingen beginnen met kleine stappen.

Stap 1. Doe een 0-meting

Je kunt alleen iets verbeteren wat je echt begrijpt. Begin dus met een nulmeting: hoe divers en inclusief is de organisatie nu? Waar zijn de grootste verbeterkansen? Dit helpt om gerichte stappen te zetten in plaats van lukraak initiatieven te starten.

Stap 2. Maak inclusie onderdeel van beleid

Een inclusieve bedrijfscultuur kan geen losse ambitie blijven, maar moet even serieus worden genomen als andere bedrijfsdoelen. Leg vast wat de organisatie wil bereiken en hoe, zodat er continuïteit en meetbare vooruitgang is.

Stap 3. Werk met Employee Resource Groups (ERG’s)

Inclusie betekent niet praten over medewerkers, maar mét hen. ERG’s geven collega’s een stem en de kans om zelf bij te dragen aan een inclusieve werkcultuur. Ze dragen aantoonbaar bij aan een gevoel van verbondenheid én kunnen daarnaast ook nog een strategische meerwaarde leveren.

Stap 4. Leiderschap is de sleutel

Zonder een goed voorbeeld zal niet iedereen volgen. Maak leiders binnen de organisatie niet alleen ambassadeurs, maar ook actieve aanjagers van inclusieve verandering. Wijs hen specifieke doelen toe binnen de inclusieve bedrijfscultuur, zodat zij niet alleen het belang ervan uitdragen, maar ook concreet bijdragen en ondersteuning bieden aan de mensen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering.

Een inclusieve cultuur bouw je samen

Als recruiter speel je een sleutelrol in inclusieve werving, maar je invloed stopt niet bij het aannemen van talent. Jij bent degene die de organisatie in beweging kan brengen – door inclusie bespreekbaar te maken, signalen te delen en anderen mee te nemen in de verandering. Een inclusieve bedrijfscultuur bouw je samen, maar elke transformatie begint met iemand die de eerste stap zet. Waarom zou jij die persoon niet zijn?

Over de auteur

Daan Verhoeven is freelance D&I-specialist en eigenaar van D&I Dynamics. Met een achtergrond in de uitzendbranche en zijn expertise op het gebied van Diversiteit en Inclusie zet hij zich in voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Wil je meer diversiteit aantrekken? Dan is de inzet van Employee Resource Groups, of kortweg: ERG’s, onmisbaar, stelt Daan Verhoeven. Maar hoe ziet hij dat voor zich?

Lees ook

 

7 redenen om nu eindelijk eens in alle vacatures het salaris te vermelden (en 1 om het toch niet te doen)

Het salaris in vacatures benoemen? Of in elk geval een indicatie ervan? Het gebeurt in ongeveer de helft van de vacatures. En in de andere helft dus ook nog steeds níet. Er staat dan hooguit iets als ‘marktconform’ of ‘competitief’. Een indicatie waar je als kandidaat niets mee kunt. Daarom: 7 redenen om er nu toch eens écht mee te beginnen. En vooruit, eentje om het toch maar niet te doen.

#1. Het levert meer (en betere) sollicitanten op

Volgens sollicitatie-expert Jesse Geul haakt ‘30% van de kandidaten af als een salarisindicatie in de vacature ontbreekt.’ Brits onderzoek houdt het op 78% van de kandidaten die zegt minder snel te solliciteren als er geen salarisindicatie bijstaat, en 22% die zelfs zegt vacatures zonder salarisvermelding helemaal links te laten liggen. Volgens werkzoeken.nl is het effect mogelijk zelfs nog een stuk groter, afhankelijk van de functie en sector. In het onderwijs kan je conversie zomaar 285% verbeteren als je het te verdienen salaris wél vermeldt, in de zorg ruim 80%.

Salaris vermelden in vacatures levert volgens 25% van alle recruiters zeker 35% tijdsbesparing op.

Niet zo gek, want het salaris staat ook al jaren op nummer 1 als pullfactor voor kandidaten, blijkt uit onderzoek van bijvoorbeeld LinkedIn, PwC en van Intelligence Group. Hoe vollediger en eerlijker je vacaturetekst, ook op dit gebied, hoe hoger de kwaliteit van kandidaten die reageren. En dat is veel efficiënter. Het geeft meer duidelijkheid, schept de juiste verwachtingen en voorkomt dat een goede kandidaat na een paar gesprekken toch nog teleurgesteld afhaakt: in afronding van de sollicitatie – of zelfs vlak nadat de kandidaat gestart is. Maar liefst 25% van alle recruiters zegt dat deze vorm van preselectie hen zeker 35% van de tijd bespaart.

#2. Het wordt min of meer verplicht

De Europese Raad heeft op 24 april 2023 nieuwe regels aangenomen over loontransparantie. Deze nieuwe EU-richtlijn bestrijdt loondiscriminatie en helpt de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de EU te verkleinen. Bedrijven in de EU moeten voortaan looninformatie openbaar maken en maatregelen treffen als het loonverschil tussen mannen en vrouwen bij hen groter is dan 5%. Deze nieuwe regeling dwingt bedrijven om transparanter te worden over hun salarishuishouding.

 Bedrijven in de EU moeten vanaf juni volgend jaar looninformatie sowieso openbaar maken.

De nieuwe richtlijn, die uiterlijk op 7 juni 2026 in de Nederlandse wet moet zijn geïmplementeerd zegt formeel niet dat salarisindicaties in vacatures verplicht worden; alleen maar dat je sollicitanten vroegtijdig – voor het sollicitatiegesprek – duidelijkheid moet geven over hun te verwachten salaris. Het hóeft dus niet. Maar het is natuurlijk wel een mooie stimulans om de salarisindicatie in de vacaturetekst mee te nemen. Dan heb je dat alvast maar op orde.

#3. Het voorkomt verloop

Neem je bijvoorbeeld een nieuwe marketeer aan voor een bepaald salaris en blijkt dat iemand die er langer zit minder verdient, dan ben je die vaste collega waarschijnlijk snel kwijt. En andersom. Hoe minder transparant je als bedrijf bent over je salarisregeling, hoe groter je verloop. Door duidelijk te zijn over salarissen weten kandidaten én medewerkers weten waar ze aan toe zijn: transparantie over het salaris geeft naast duidelijkheid ook richting. Welke doorgroei bijvoorbeeld mogelijk is en hoe de functie zich verhoudt tot andere posities in het bedrijf.

‘Als mensen erachter komen dat ze worden onderbetaald, lopen ze sowieso weg.’

Volgens Jesse Geul getuigt het van modern leiderschap door wél het salaris te communiceren. ‘Vroeg of laat praat het personeel onderling toch wel over salaris en de onvrede is denk ik vele malen groter als je het geheim probeert te houden, dan wanneer je er eerlijk over bent.’ Hij adviseert daarom om in dit geval voor de huidige werknemers – waar het kan – water bij de wijn te doen. ‘Als mensen erachter komen dat ze worden onderbetaald, lopen ze sowieso weg en dat is in veel gevallen nog duurder dan de loonsverhoging.’

#4. Het voorkomt speculatie – en afwijzingen

Natuurlijk, je kunt ervoor kiezen om géén salaris in te stellen bij de vacature. Maar zet je de vacature op Indeed, dan kan die ervoor kiezen om tóch een salarisindicatie te geven (gebaseerd op andere salarissen voor vergelijkbare functies). Dit wil je natuurlijk liever niet, want dat is vaak óf lager óf juist hoger dan wat je zelf in gedachten had. En dan is het zonde als dat verschil er voor zorgt dat jouw potentiële werknemer niet eens op jouw vacature klikt, of dat-ie wel klikt, maar later erachter moet komen dat jouw werkelijke aanbod niet aansluit bij wat Indeed dacht dat je aan salaris zou gaan betalen.

#5. Het scherpt het profiel

Volgens Jesse Geul is het eerste argument dat bedrijven aanvoeren om géén salaris te vermelden dat ze eigenlijk helemaal niet zo goed weten wie ze zoeken. ‘Bedrijven baseren het salaris dan op de ervaring en kennis van de sollicitant. Of je nu 2 of 20 jaar ervaring hebt, maakt voor hen niet uit. Bij 2 jaar krijgt de sollicitant natuurlijk een ander salaris dan bij 20, maar omdat het nog niet duidelijk is wie van de 2 er komt, blijft het salaris achterwege.’ Niet verstandig, zegt Geul. ‘Bij een openstaande vacature wéét je waar jouw behoefte ligt. Als je die behoefte scherp hebt, kun je wel degelijk een salarisrange bepalen.’

#6. Het voorkomt te veel betalen

Als je het salaris niet vermeldt, houd je het dus open voor de kandidaat. Daarmee geef je als werkgever de leidende rol volledig over aan de sollicitant en loop je het risico dat je uiteindelijk te veel betaalt, bijvoorbeeld omdat je een goede kandidaat uiteindelijk – na het hele proces – toch niet wilt kwijtraken, of iemand zich erdoorheen bluft bij de vraag wat hij of zij nu verdient en dan een bedrag antwoordt dat honderden euro’s boven zijn of haar huidige salaris ligt. De arbeidsmarkt is een markt – en transparantie over het punt waar vraag en aanbod elkaar raken hoort daar nu eenmaal bij.

#7. Het is goed voor je employer brand

Een aantrekkelijk salaris vermelden in de vacature kan je organisatie een concurrentievoordeel geven. Zulke transparantie is ook belangrijk voor je employer branding. Openheid over salaris zorgt voor vertrouwen tussen jou en je sollicitanten. Het kan de sollicitant zelfs over de streep trekken om voor jouw vacature te gaan in plaats van voor de vacature die helemaal geen salaris vermeldt. Transparantie zegt iets over je bedrijfscultuur, en juist dat blijkt voor de meeste – én voor de meest passende – kandidaten een bijna net zo belangrijke pullfactor als salaris.

Als je het salaris niet vermeldt, kan dat invloed hebben op je ranking en zichtbaarheid.

Als je het salaris niet vermeldt, dan kan dat bovendien invloed hebben op je ranking in Google for Jobs en kan het bijvoorbeeld ook zijn dat je minder zichtbaarheid krijgt op jobboards. Dan zorgt het er dus op voorhand al voor dat minder potentiële kandidaten je vacature zien, zelfs voordat ze voor zichzelf hebben kunnen besluiten dat het niet vermelden van het salaris ervoor zorgt dat ze niet eens zin hebben om te solliciteren als ze niet weten wat ze er kunnen gaan verdienen.

En waarom niet?

En waarom zou je het eigenlijk niet doen, het salaris vermelden in vacatures? Tja, we hebben er lang over nagedacht. Maar uiteindelijk zijn we toch erachter gekomen dat de enige echte reden kan zijn dat je eigenlijk niet te veel sollicitanten wil hebben. Óf doordat je ze niet te veel wil betalen, óf doordat je ze niet wil vertellen dat je eigenlijk best goed betaalt…

Lees ook

Hoe de bucketlist steeds meer wordt ontdekt als succesvolle pullfactor

Steeds meer bedrijven zetten dit concept in als blijk van waardering en als manier om medewerkers langer aan zich te binden. Zo ook bij Delta Hotel Vlaardingen en Zwanenberg Advies. Hier mogen werknemers eens in de 5 jaar een heus bucketlist-item indienen. De werkgever laat vervolgens een van de ultieme wensen uitkomen. Van een romantisch weekendje Parijs tot een exclusief diner bij een sterrenrestaurant: een beloning die werknemers niet snel vergeten en meer voor hen betekent dan alleen een bonus op de rekening.

@fredpassier

Wanneer je voor jouw 5 jarig werkjubileum mag overnachten en dineren bij de Librije ⭐️⭐️⭐️ Op mijn werk mag je iedere 5 jaar een Bucketlist inleveren met dromen die je hebt. Zo ging ik naar de Librije, maar collega’s gingen met het gezin naar Disney, een citytrip of kregen zelfs hun bruidsjurk cadeau! 😍 #librijezwolle #librije #finedining #hotspotnederland #foodandwine #sterrenrestaurant #michelinstars #michelenster @Bram Veerman

♬ Walking Around – Instrumental Version – Eldar Kedem

Mark Boelens, eigenaar van Zwanenberg Advies, deelt op LinkedIn: ‘We zijn ontzettend blij met onze mensen en beseffen dat de werk/privé balans steeds belangrijker wordt. Daarom kunnen ze vanaf nu zelf hun arbeidsvoorwaarden kiezen, met precies de zaken die voor hen belangrijk zijn. Daarnaast lanceerden we de bucketlist, waarbij we iedere 5 jaar dat iemand in dienst is, we één van zijn of haar dromen werkelijkheid gaan laten worden.’

Delta Hotel Vlaardingen kent een heuse Bucketlist-commissie, bestaande uit 2 hotelmedewerkers.

Bij Delta Hotel Vlaardingen leveren werknemers eerst een bucketlist aan bij de zogenoemde Bucketlist-commissie (bestaande uit 2 medewerkers van het hotel). Voldoet de lijst aan de eisen, dan krijgt de werknemer het geld ervoor overgemaakt. Hoe lang je in dienst bent, hoe hoger het bedrag.

Sparen voor die droom

Het Nederlandse hotelmanagementbedrijf IHCP, bekend van onder andere Moxy Amsterdam Airport en Renaissance Amsterdam Airport, pakt het net weer anders aan. Hier wordt vanaf 6 maanden dienstverband maandelijks 25 euro per medewerker apart gezet, tot een maximum van 1.000 euro. Dat bedrag kunnen werknemers vervolgens inzetten om hun droom werkelijkheid te maken.

Collega’s leven samen toe naar bijzondere mijlpalen.

Een mooie bijkomstigheid: medewerkers delen hun bucketlist met elkaar in het bedrijfsrestaurant. Ze hangen de lijsten zichtbaar op en dat zorgt voor onderlinge betrokkenheid en gezamenlijke voorpret. Collega’s leven zo samen toe naar bijzondere mijlpalen. Of het nu gaat om een motoropleiding, een trouwjurk of een langverwachte vakantie; de werkgever draagt bij aan persoonlijke dromen en versterkt tegelijkertijd de band tussen collega’s.

Een magneet voor nieuw talent

Naast een enorme bijdrage voor het behoud van medewerkers, blijkt de bucketlist-aanpak ook een sterke pullfactor voor nieuw talent. In een krappe arbeidsmarkt zoeken professionals naar werkgevers die verder kijken dan alleen salaris en vakantiedagen.

Het is een simpel maar krachtig concept: laat medewerkers dromen, en help die dromen te realiseren.

Bedrijven die laten zien dat ze investeren in het welzijn en de dromen van hun medewerkers, onderscheiden zich en trekken gemotiveerde mensen aan. Het is een simpel maar krachtig concept: laat medewerkers dromen, en help die dromen te realiseren.

Meer lezen?

Hoe de Indische woning bij tanteLouise zorgt voor een sterk team en tevreden bewoners

Toen Rachel Sondag 20 jaar geleden als jonge zorgmedewerker begon bij tanteLouise, had ze nooit gedacht dat ze ooit leiding zou geven aan deze bijzondere woongroep. ‘Ik dacht altijd: ik ben gewoon Nederlands opgevoed’, lacht ze. ‘Maar nu, na twee jaar als teamleider, besef ik pas hoe Indisch ik eigenlijk ben.’

Rachel Sondag

‘Bij ons solliciteren ook mensen die elders niet direct worden aangenomen.’

De Indische woning van tanteLouise bestaat deze zomer 10 jaar. Een bijzondere mijlpaal, die groots gevierd wordt met een mini-pasar malam: een Indische markt met muziek, eten en kraampjes vol traditionele producten. ‘Want eten en samenzijn, dat is waar het hier om draait’, zegt Sondag. ‘Elke vrijwilliger neemt wat lekkers mee, bij verjaardagen pakken we uit en zelfs op een doodgewone woensdagmiddag staat er altijd wel iets op tafel.’

Muziekactiviteit door vrijwilligers

Cultuurspecifieke zorg in de praktijk

In de zorg draait alles om de juiste match tussen medewerkers en bewoners. Bij de Indische woning van zorginstelling tanteLouise laat teamleider Rachel Sondag zien hoe cultuurspecifieke zorg bewoners een thuisgevoel geeft. En dat blijkt een verrassend sterke aanpak blijkt in werving en behoud van zorgpersoneel. ‘Niet iedereen hoeft Nederlands als moedertaal te spreken. Wat telt, is dat je snapt hoe het hier werkt’, vertelt ze.

‘Niet iedereen hoeft Nederlands als moedertaal te spreken. Wat telt, is dat je snapt hoe het hier werkt.’

De Indische woning biedt een thuis aan 12 bewoners met een gedeelde culturele achtergrond. Veel van hen hebben traumatische herinneringen aan de koloniale tijd of de onafhankelijkheid van Indonesië. ‘Dat draag je je hele leven mee’, legt Sondag uit. ‘Daarom is het belangrijk dat medewerkers deze normen en waarden begrijpen, zonder dat iemand ze hoeft uit te leggen.’

In de beginjaren was het een harde eis dat zorgpersoneel een Indische achtergrond had. Inmiddels is die eis versoepeld, maar affiniteit met de cultuur blijft een must. ‘Het gaat erom dat je snapt waarom bewoners altijd met ‘oom’ en ’tante’ worden aangesproken, of waarom een wit tafelkleed met rode versieringen bijvoorbeeld absoluut niet kan. Dat roept herinneringen op aan een pijnlijke geschiedenis’, vertelt Sondag.

‘Het gaat erom dat je snapt waarom bewoners altijd met ‘oom’ en ’tante’ worden aangesproken.’

Giuseppe, een van de medewerkers, weet hoe belangrijk die culturele aansluiting is. Hij heeft Italiaanse roots en woonde in Frankrijk en België voordat hij in Nederland terechtkwam. ‘Hij voelde zich hier meteen thuis’, aldus Sondag. ‘Die warme familiecultuur, de liefde voor eten en muziek: dat past gewoon. Maar bewoners moesten in het begin wennen, vooral de vrouwen. Voor sommigen roept een man in de zorg nare herinneringen op. Nu hij hier langer is, accepteren ze hem steeds meer.’

Een nieuwe cultuur leren kennen

Voor Giuseppe was de grootste uitdaging bij tanteLouise de taal. ‘In het begin had ik het daar echt wel moeite mee. Maar ik werd perfect ontvangen door mijn team. Met hun hulp en geduld heb ik de Nederlandse taal geleerd. Uiteindelijk is het allemaal meer een kans dan een uitdaging. Werken in een multicultureel team laat je een nieuwe cultuur ontdekken.’

Hij is ontzettend blij met zijn werk voor tanteLouise. ‘De meeste mensen op de Indische woning moesten vanwege conflicten hun land verlaten. Nu vinden ze in deze fase van hun leven een leefomgeving waarin ze zich weer thuis voelen. Zelfs met personeel van Indonesische afkomst. Dat stelt de bewoners gerust.’

Vrijwilligers als ruggengraat

Opvallend is het grote aantal betrokken vrijwilligers: 20 in totaal. En ze blijven vaak jarenlang. ‘Dat zie je niet veel meer in de ouderenzorg’, merkt Rachel op. ‘Maar in de Indische cultuur is voor elkaar zorgen vanzelfsprekend. De vrijwilligers hier zijn bijna allemaal Indo’s, en ze voelen zich persoonlijk verbonden met de bewoners.’

Kookvrijwilliger Ala Kokkie

Sommigen koken, anderen spelen muziek of organiseren activiteiten. Op zaterdagochtend klinkt steevast Indische livemuziek in de woonkamer. ‘Dat begint met twee vaste vrijwilligers’, vertelt Sondag. ‘Maar dan komen er opeens neven en nichten bij, en voor je het weet zit er een hele band. Dat is prachtig, maar ik moet soms wel ingrijpen. Anders hebben we opeens 30 extra vrijwilligers, zonder dat we het doorhebben!’

Nieuwe kijk op werving

De zorgsector kampt met personeelstekorten, maar bij de Indische woning lukt het relatief goed om mensen aan te trekken. Dat komt deels doordat tanteLouise op een vernieuwende manier werft, vertelt arbeidsmarktspecialist Aimee Janssen. ‘We kijken vooral naar de mens achter de sollicitatie. Kandidaten met een migratieachtergrond of beperkte Nederlandse taalvaardigheid komen op de Indische woning vaak goed tot hun recht. Belangrijk is dat iemand past bij de doelgroep.’

Aimee Janssen

Dat betekent dat een kandidaat niet per se Nederlands als moedertaal hoeft te spreken. ‘Voor Turkse en Marokkaanse ouderen hebben we bijvoorbeeld ook medewerkers die hun moedertaal spreken’, zegt Sondag. ‘Bij Indische bewoners is dat minder nodig, maar vrijwilligers spreken vaak nog Maleis. Het belangrijkste is dat medewerkers de cultuur aanvoelen en zichzelf thuis voelen op hun werkplek.’

‘Ik hoop dat we die eigenheid en medewerkers die graag op deze woning werken kunnen behouden.’

Toch blijft het een uitdaging om voldoende personeel te vinden, vooral nu er veranderingen op komst zijn. ‘Nu werkt iedereen hier alleen op de Indische woning, maar straks wordt dat taakgericht werken binnen onze locatie’, legt ze uit. ‘Dan gaan medewerkers ook op andere afdelingen werken. Dat kan de samenhang en het unieke karakter van deze woning in gevaar brengen. Ik hoop dat we die eigenheid en medewerkers die graag op deze woning werken kunnen behouden.’

Gedeelde cultuur als verbindende factor

Er zijn, naast tanteLouise, ook andere organisaties die zich richten op cultuurspecifieke zorg, maar een volledig woonconcept zoals de Indische woning is nog zeldzaam. ‘Toch zou het veel mensen, zoals bewoners en medewerkers, helpen’, denkt Sondag. ‘Als je ouder wordt, val je terug op wat je kent. Dan is het fijn als je omgeving dat begrijpt en je je thuis kunt voelen. Dat geldt net zo goed voor onze medewerkers.’

‘Hier is de gedeelde cultuur de verbindende factor, en dat werkt heel goed.’

Zou dit model breder toegepast kunnen worden? Ze denkt van wel. ‘In Nederland is de ouderenzorg meestal ingedeeld naar medische diagnose: dementie, niet-aangeboren hersenletsel… Hier is de gedeelde cultuur de verbindende factor, en dat werkt heel goed.’

Ouderenzorgorganisatie tanteLouise won in 2024 de Nationale HR Zorg Award vanwege de meest creatieve ‘out-of-the-box’ oplossing om de arbeidsmarktkrapte te lijf te gaan.

Meer lezen?

8 feiten die laten zien dat Internationale Vrouwendag nog altijd broodnodig is

Het is bijna weer 8 maart, de jaarlijkse Internationale Vrouwendag. En die blijkt nog altijd nodig, want op allerlei fronten moeten vrouwen op de arbeidsmarkt nog steeds met minder genoegen nemen dan mannen. Welke recente onderzoeken laten dat zien? En wat valt daarvan te leren?

#1. De loonkloof blijft groot

Bij de eerste loonstroken van het jaar blijkt telkens weer: de loonkloof tussen mannen en vrouwen is hardnekkig. Vrouwen in Nederland verdienen gemiddeld 13% minder dan mannen in vergelijkbare functies, zo meldde Trouw. En zelfs op het hoogste niveau blijft de ongelijkheid schrijnend: CEO’s verdienen gemiddeld 38% meer als ze man zijn. Uit onderzoek van Van Spaendonck bleek dat het loonkloofprobleem per sector verschilt: in de financiële sector is de loonkloof 22%, terwijl deze in de zorg op 8% ligt. Transparantie over salarissen en structurele evaluaties zijn broodnodig, ook voor recruiters.

Vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen, en hun weg naar de top is langer en hobbeliger. Op (bijna) Internationale Vrouwendag hoog tijd om de hardnekkige patronen weer eens bloot te leggen. Wat valt er anno 2025 nog te leren en verbeteren?

Wil je als recruiter een steentje bijdragen aan het dichten van de kloof? Vermijd dan vragen naar eerdere salarissen. Nog steeds wordt 48% van de sollicitanten gevraagd naar het salaris dat hun vorige werkgever betaalde. Dat verschil vertaalt zich in harde feiten: de vakbond FNV verzamelde de verhalen van 43 vrouwen die om loonsverhoging vroegen en daarmee stuk voor stuk bot vingen. Het was de opmaat naar Equal Pay Day, de dag waarop vrouwen in feite ‘gratis’ beginnen te werken tot het einde van het jaar. Geen tijd meer voor smoesjes, vindt de FNV.

#2. Vrouwen aan de top? Doorbraak blijft uit

Meer vrouwelijke bestuurders dan ooit. Dat klinkt als goed nieuws. Maar wie wat verder kijkt, ziet dat ‘de top’ vooral nog een mannenbolwerk is. De Volkskrant sprak van een ‘recordaantal’ benoemingen, maar in de AEX blijft de vrouwelijke CEO een zeldzaamheid: van de 25 grootste beursgenoteerde bedrijven in Nederland heeft er nog altijd maar één een vrouw aan het roer.

Nog altijd is slechts 14% van de leden van de raden van bestuur vrouw.

Business Insider onderstreepte dat de bestuurskamers nog steeds worden gedomineerd door mannen: slechts 14% van de leden van de raden van bestuur is vrouw. En ook in de bredere bestuurskamers blijft de doorstroom mager. Uit onderzoek van Cvster blijkt dat 75,3% van alle bestuurders met de Nederlandse nationaliteit man is. Dat komt voornamelijk door een structureel probleem: vrouwen komen simpelweg minder vaak in aanmerking voor promoties.

#3. Algoritmes werken ongelijkheid in de hand

De belofte was mooi: kunstmatige intelligentie zou werving en selectie eerlijker maken. De praktijk laat het tegenovergestelde zien. Het College voor de Rechten van de Mens liet vorige maand zien dat het algoritme van Meta, het moederbedrijf van Facebook, vrouwen 25% minder vaak advertenties toont voor topfuncties dan mannen. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat hier sprake was van discriminatie.

Vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen, en hun weg naar de top is langer en hobbeliger. Op (bijna) Internationale Vrouwendag hoog tijd om de hardnekkige patronen weer eens bloot te leggen. Wat valt er anno 2025 nog te leren en verbeteren?

Vacatures in de techniek? Die krijgen mannen te zien.

Het onderzoek voor Bureau Clara Wichmann en Global Witness toonde daarnaast ook aan dat Facebooks algoritme structureel bestaande genderstereotypen in stand houdt. Vacatures in de techniek? Die krijgen mannen te zien. Zorg en onderwijs? Die worden op het scherm van vrouwen gereserveerd. Het resultaat is een digitale variant van het old boys’ network, waarbij kansen op een baan afhangen van een onzichtbaar systeem.

#4. Zwangerschap blijft carrièrebreuk

Verontrustend recent nieuws was dat voor veel vrouwen zwangerschap een risicofactor blijft voor hun loopbaan. Volgens een enquête van Pregnant Then Screwed is er zelfs sprake van een zorgwekkende stijging: het aantal vrouwen dat hun baan verliest door zwangerschap of ouderschapsverlof nam in 10 jaar tijd met 33% toe. In het Verenigd Koninkrijk verliezen jaarlijks 54.000 vrouwen hun baan als gevolg van zwangerschapsdiscriminatie. Een harde realiteit die bewijst dat ‘modern ouderschap’ in veel werkculturen nog steeds een straf is. In ieder geval voor (aanstaande) moeders.

#5. Is betaald werk nog wel de heilige graal?

Steeds meer vrouwen heroverwegen de balans tussen werk en privé. Uit de nieuwste Emancipatiemonitor van statistiekbureau CBS blijkt dat 36% van de Nederlandse vrouwen een goede werk/privébalans belangrijker vindt dan carrière maken, tegenover 22% van de mannen. Betekent dit dat vrouwen minder ambitieus zijn? Waarschijnlijk betekent het eerder dat werkgevers zich nog meer moeten aanpassen. Flexibele werkmodellen, parttime topfuncties en nieuwe manieren van werken kunnen helpen om de arbeidsmarkt inclusiever te maken. De vraag is alleen: is de gevestigde orde bereid om mee te bewegen?

#6. Techniek en wetenschap blijven mannenwereld

De roep om meer vrouwen klinkt in de technische sector al jaren luid. Vooralsnog zonder al te veel resultaat. Nog steeds is slechts 14% van de werknemers in de technische sector vrouw. Stereotype beelden en het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen belemmeren de instroom. In de IT-sector ligt dit percentage zelfs nog lager, op 12%. Volgens McKinsey’s Women in the Workplace 2024 is de toekomst ook nog niet erg rooskleurig. Zo zou het nog ongeveer 50 jaar duren voordat de loonkloof gedicht is: 22 jaar voor witte vrouwen, 48 jaar voor vrouwen van kleur. Werk aan de winkel dus.

#7. Oekraïense vrouwen hebben het extra zwaar

Over naar het gesprek van de dag vandaag de dag: Oekraïne. Wat Oekraïne met Vrouwendag te maken heeft? Nou, best veel. Zo blijkt uit een nieuw onderzoek van Women Go Tech, een Litouwse NGO die zich richt op empowerment van vrouwen, dat van de 7 miljoen Oekraïners die vanwege de oorlog de afgelopen 3 jaar hun thuisland ontvluchten, meer dan 70% vrouw is. Van hen is 43% ‘op zijn gemak met digitale technologieën’, aldus het onderzoek, en dat talent zou dan in theorie ook kunnen helpen de tekorten in de tech op te lossen. In de praktijk blijken ze echter in alle landen waar ze naartoe gaan veel belemmeringen te ervaren. 

Vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen, en hun weg naar de top is langer en hobbeliger. Op (bijna) Internationale Vrouwendag hoog tijd om de hardnekkige patronen weer eens bloot te leggen.

#8. Er zijn gelukkig ook goede voorbeelden

Is er dan helemaal geen goed nieuws op vrouwengebied? Nou, gelukkig zijn er ook genoeg goede voorbeelden te vinden. Zo maakt Great Place To Work Nederland op donderdag 20 maart 2025 voor de tweede keer de ranking van de Best Workplaces for Women van Nederland bekend: organisaties die zorgen voor een goede balans tussen werk en privé, fysieke en psychologische veiligheid en zo eerlijk mogelijke behandeling – ongeacht gender. Van de 319 organisaties die deelnamen aan het onderzoek, voldeden overigens slechts 75 organisaties aan de criteria (23%).

‘Gelijke kansen zijn dus niet alleen een morele verplichting, maar ook een strategische keuze voor succes.’

Dat aantal zou natuurlijk nog veel hoger moeten, stelt Connie van der Kamp, culture coach bij Great Place To Work Nederland. ‘In mijn werk zie ik keer op keer dat er een krachtige dynamiek ontstaat als masculiene en feminiene kwaliteiten in leiderschap samenkomen. Deze diversiteit leidt tot effectievere samenwerking, meer innovatie en grotere impact. Gelijke kansen zijn dus niet alleen een morele verplichting, maar ook een strategische keuze voor succesvollere organisaties.’ Het leidt ook tot minder verloop: vrouwen in Best Workplaces for Women zijn 15 procentpunten meer geneigd langere tijd bij hun werkgever te blijven (82% vs. 67%).

Meer lezen?

Zijn IQ-testen en psychologische testen in assessments eigenlijk wel zinvol en eerlijk?

IQ-testen en psychologische testen in assessments: veel mensen hebben er al jaren zo hun twijfels over. Want zijn die instrumenten nu echt wel zo eerlijk als ze op het eerste gezicht misschien lijken? Bieden ze echt iedere kandidaat gelijke kansen? Wat betekenen zulke tests bijvoorbeeld voor mensen die in een ander land zijn opgegroeid, neurodivergente mensen en mensen met een handicap? Samen met collega’s dook ik de wetenschappelijke literatuur in om deze vraag te beantwoorden. Disclaimer vooraf: het antwoord op alle net gestelde vragen is: nee. Maar waarom is dat eigenlijk zo?

Reden 1: Elke functie vraagt andere competenties

Bij een IQ-test moet je onder tijdsdruk hoofdrekenen. Dat kan voor verschillende functies relevant zijn, maar is voor net zoveel functies minder belangrijk. Zelfs dyscalculie is in veel functies geen probleem; er is immers altijd nog Excel of er zijn wel collega’s die kunnen checken of het allemaal klopt. Maar als je niet kunt hoofdrekenen, dan zul je voor een IQ-test laag scoren. Conclusie: ‘geen sterke intelligentie’ en dus een slechte(re) uitkomst van een assessment.

Hoofdrekenen kan voor veel functies relevant zijn, maar is voor net zoveel functies minder belangrijk.

Min of meer hetzelfde geldt voor taal. In veel functies (zoals die van mijzelf) heb je allerlei hulpmiddelen om je te helpen met taal. De spellingscontrole natuurlijk, kunstmatige intelligentie (ChatGPT haalt binnen no-time vele taalfouten eruit!) maar ook assistenten en redacteuren kunnen helpen. Ik werk dus zonder enige problemen samen met een collega die pas op latere leeftijd Nederlands leerde. En ook mijn collega met dyslexie ondervindt geen problemen. En dat geldt natuurlijk voor veel meer type werk. Maar ook daar houden deze testen geen rekening mee.

Reden 2: ‘Anders’ zijn kan juist een kracht zijn

Psychologische testen in assessments gaan uit van een bepaalde norm over hoe ons brein zou moeten werken. En zoals ons onderzoek liet zien, is het daardoor voor mensen die ADHD of autisme hebben of op een andere manier ‘neurodivergent’ zijn (en de test eerlijk invullen) vrijwel onmogelijk om ‘goed’ uit de test komen. Ze hebben immers geen gemiddeld werkend brein. Maar zijn ze daarmee minder goed als werknemer? Een reclamebureau die nieuwe werknemers zoekt met originele en creatieve invalshoeken zoekt waarschijnlijk helemaal geen ‘gemiddeld’ brein. Integendeel juist.

Mijn dochter heeft een docent met ADHD. Hij is de beste docent die ze ooit heeft gehad.

Niet gemiddeld zijn, ofwel ‘anders’ zijn heeft juist ook voordelen. Mijn dochter heeft een docent met ADHD. Hij is de beste docent die ze ooit heeft gehad. Ja, hij vergeet weleens zijn jas mee naar huis te nemen, maar hij staat met een enorme berg energie en originele grappen en grollen voor de klas. Om jaloers op te worden. Ook ken ik mensen op het autistisch spectrum die geweldige werknemers zijn en beter presteren dan menig ander. Maar als je psychologische testen gebruikt, maken deze mensen veel minder kans. Dat is oneerlijk en onrechtvaardig. En bovendien een enorme verspilling van talent.

Reden 3: Faalangst maakt de test onbetrouwbaar

Stereotype beelden hebben we allemaal. En soms hebben we die zelfs over onszelf. Bijvoorbeeld dat als we de 50 bereiken, we vast minder snel of flexibel zullen worden. Of dat we als meisje ‘toch niet goed in wiskunde zullen zijn’. Dat klinkt misschien onschuldig, maar dat is het niet. Wetenschappers noemen dit stereotype threat. Uit verschillend onderzoeken blijkt dat dit zorgt voor mindere prestaties.

Als je bang bent dat je voldoet aan een stereotype beeld, ga je vanzelf minder presteren.

Als je bang bent dat je voldoet aan een stereotype beeld, dan probeer je vooral je angst onder controle te houden. Dat neemt veel ruimte in ‘in je brein’, waardoor je minder goed kan presteren. Een IQ-test invullen is typisch zo’n stressmoment. Er wordt vooraf namelijk gesteld dat je intelligentie objectief wordt gemeten. Als je enigszins bent opgegroeid met het stereotype idee dat mensen van jouw sekse, met jouw huidskleur, jouw handicap of jouw ‘type brein’ niet slim genoeg zijn, is dat een moment waarop het angstzweet je kan uitbreken. Met als resultaat een slechte score.

Reden 4: Of je wel eens depri bent? Gaat niemand iets aan

Een psychologische test stelt vaak allerlei vragen over je psychische gezondheid. Of je je weleens depressief of angstig voelt bijvoorbeeld. Dat is vreemd, want als werkgever mág je daar helemaal niet naar vragen. Terecht ook, want daar heeft de werkgever niets mee te maken. Maar in menig psychologische test gebeurt dat dus wél. Zo krijgt de werkgever allerlei informatie over je psychologisch functioneren die hij (of zij) eigenlijk niet hoort te hebben. Het werkt discriminatie in de hand van mensen die weleens angsten hebben (gehad) of een depressie en van mensen met ADHD of autisme. Werkgevers kunnen hen er zo immers precies uithalen.

Wat dan wel?

Oké, liever geen IQ-testen en psychologische testen meer dus. Maar hoe kun je dan (zo) objectief (mogelijk) vaststellen of iemand geschikt is voor een bepaalde functie? Het antwoord ligt besloten in de laatste drie woorden van de vraag. Het gaat om ‘een bepaalde functie’. Het is belangrijk na te gaan welke competenties nodig zijn voor een bepaalde functie en alleen die competenties uit te vragen of te testen. Dit heet ook wel: objectief werven en selecteren. Je scoort dan elke kandidaat op de betreffende competenties en op niks anders dan dat. Op talentisbelangrijker.nl staan handreikingen om zo sollicitatiegesprekken te voeren.

Betekent dat dan: liever helemáál geen testen meer? Onderzoek moet hier meer uitsluitsel over geven. Het lijkt voor de hand te liggen dat testen wel zinvol zijn als ze gericht zijn op het maken van een opdracht die past bij de functie. Als je vindt dat iemand de competenties moet hebben om een levendige en overtuigende presentatie te houden, laat je iemand dat dus doen. En wil je iemands adviesvaardigheden weten, dan speel je bijvoorbeeld zo’n adviesgesprek na met een rollenspel met acteur.

Blijf weg van beoordelingen van iemands totale persoonlijkheid en kunnen. Er is immers geen baan waarin je alles moet kunnen.

Een test is dus niet uit den boze maar zou moeten gaan over een specifieke competentie. Daarmee blijf je weg van een algehele beoordeling van iemands totale persoonlijkheid en totale kunnen. Er is namelijk geen enkele baan waarin je alles moet kunnen. Gelukkig maar.

Over de auteur

Hanneke Felten is senior onderzoeker en projectleider bij Movisie en het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Met Jolien Geerlings, Emiel Stobbe, Caroline Harnacke, Maxime van de Gevel en Suzan de Winter-Koçak schreef ze recent het onderzoek Assessments in selectie- en promotieprocedures: risico’s voor ongelijke behandeling.

Download het onderzoek

 

Hoe A.I. nu ruim 100 jaar aan vacatures doorzoekt – en wat we daarvan kunnen leren

De vraag naar arbeid speelt zich al eeuwenlang af via het instrument vacature. Maar hoe zagen vacatures 100 jaar geleden eruit? Wat is er sinds die tijd veranderd? En wat zegt dat over de arbeidsmarkt? Veel diepgravend wetenschappelijk onderzoek is er eigenlijk nog niet naar gedaan. Maar Jörn Kleinert wil daar namens de universiteit van het Oostenrijkse Graz nu verandering in brengen. En wel via het onderzoeksproject The Emergence of a Differentiated Labor Market, waarbij A.I. in totaal zo’n 8 miljoen krantenpagina’s krijgt voorgeschoteld, daaruit de vacatures detecteert, en deze vervolgens ook analyseert.

‘Digitale ogen speuren miljoenen krantenpagina’s af op zoek naar vacatures.’

We gebruiken machine-aided optical character recognition (OCR) om de evolutie van de arbeidsmarkt vanaf het midden van de 19de eeuw te traceren met behulp van vacatures in Oostenrijkse, Duitstalige kranten’, legt econoom en projectleider Kleinert uit. Oftewel: de ‘digitale ogen‘ in het project speuren in de krantenpagina’s naar grafisch ontworpen advertenties die automatisch kunnen worden geïdentificeerd en geëvalueerd als tekst. De handmatig opgeschoonde en gecorrigeerde dataset die dat tot nu al heeft opgeleverd en meer dan 100 jaar aan tekst beslaat, bevat ongeveer 12.500 vacatures.

Gezocht in guldens

Daarnaast werden de vacatures in de tweede week van april voor 1870 en 1927 geanalyseerd in een reeks kranten. De Oostenrijkse Nationale Bibliotheek zal beide gouden standaard datasets beschikbaar stellen aan de onderzoeksgemeenschap. Het team verwacht tegen de tijd dat het project is afgerond uiteindelijk ongeveer 1,3 miljoen vacatures te hebben omgezet in een machinaal leesbaar formaat. De dataset tot nu toe leverde bijvoorbeeld al een interessante wordcloud op. De grote ‘fl’ in het midden hiervan slaat overigens niet op onze Nederlandse gulden van weleer, maar op de Oostenrijks-Hongaarse

De universiteit van Graz in Oostenrijk is een A.I.-onderzoeksproject begonnen om ruim 100 jaar aan vacatures in kaart te brengen. Wat kunnen we daaruit leren over de arbeidsmarkt van toen - én nu?

Rond het jaar 1850 waren er zo’n 100 te onderscheiden beroepen, vooral in de landbouw, zo stelt het onderzoek tot nu toe vast. In 2025 is dat aantal volgens de ESCO-classificatie met een factor 30 toegenomen. Een van de vacatures die het onderzoek heeft opgeleverd is bijvoorbeeld die van een Engelse dame die graag een gezin wil vergezellen dat de zomer doorbrengt in Baden of Bad Ischl. In ruil daarvoor biedt ze een familielid 2 uur Engelse les in de ochtend aan.Deze advertentie uit 1870 is misschien enigszins ongebruikelijk vanuit het perspectief van vandaag, maar het is weer een klein puzzelstukje in het onderzoeksproject’, aldus Kleinert.

Gotische letters

Uit het onderzoeksproject tot nu toe blijkt dat vacatureadvertenties van eeuwig terug vooral kort zijn, vaak alleen trefwoorden gebruiken in plaats van volledige zinnen en een breed scala aan ontwerpen hebben, afhankelijk van het jaar en de gegeven media, allemaal gericht op het genereren van zoveel mogelijk zichtbaarheid. Advertentiegroottes kunnen sterk variëren, net als lettertypen, inclusief het kalligrafische, vaak Gotisch genoemde Fraktur-lettertype, maar ook de weergave van initialen, hoofdletters en cijfers.

‘Iedereen in het team heeft vele uren besteed aan het meermaals controleren van de dataset.’

In totaal werden 35 verschillende gedigitaliseerde kranten en tijdschriften uit het ANNO-archief van de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek geselecteerd voor het maken van de trainingsdataset. De steekproef werd willekeurig verdeeld op basis van papiersoort, lay-out, pagina en jaar van publicatie, onder andere.Het OCR-programma en de onderliggende kunstmatige intelligentie moesten putten uit een breed scala aan afbeeldingen voor leerdoeleinden om nauwkeurigheid en betrouwbaarheid te garanderen’, aldus Kleinert. ‘Daarom heeft iedereen in het team vele uren besteed aan het meerdere keren controleren van de dataset.’

Op microniveau

Wat blijkt nog meer uit de analyse tot nu toe? Kleinert: ‘Ongeveer 175 jaar geleden bestond er nog geen staatsarbeidsbureau. Dat is pas rond de voorlaatste eeuwwisseling opgericht. De arbeidsmarkt ontstond op microniveau, voortkomend uit het initiatief van een reeks actoren.’ Advertenties voor vacatures gingen destijds vrij willekeurig via de krant de wereld in, legt hij uit. Er waren ook toen al particuliere uitzendbureaus met een dubieuze reputatie, legt hij uit, en een praktijk die destijds bekendstond als Umschau: mensen die bereid waren om te werken, kwamen op maandagochtend naar fabrieken op zoek naar betaald werk. Hun geschiktheid en aanleg voor de betreffende taak werden pas duidelijk op de baan en hun dienstverband was vaak kort.

De universiteit van Graz in Oostenrijk is een A.I.-onderzoeksproject begonnen om ruim 100 jaar aan vacatures in kaart te brengen. Wat kunnen we daaruit leren over de arbeidsmarkt van toen - én nu?

Het onderzoeksproject heeft onder andere ook een personeelsadvertentie uit 1870 aan het licht gebracht, voor een klarinettist, afkomstig van de componist en ‘walsenkoning’ Johann Strauss, wiens 200e geboortedag dit jaar wordt gevierd.

Schatkamer

Kleinert ziet het project dan ook niet alleen als een bron van kwantitatieve gegevens, maar ook als een schatkamer voor kwalitatief onderzoek. Zo vond hij enerzijds tot nu toe al aanzienlijke onderhandelingsruimte in de geanalyseerde vacatures. Anderzijds waren er vaak zeer gepersonaliseerde advertenties, bijvoorbeeld waarin iemand specifiek op maandag- en woensdagmiddag wilde werken. Sommige functieprofielen bestonden in 1870 nog niet, maar waren in 1927 geëvolueerd, zoals typisten met steno-skills, bouwkundig ingenieurs en elektrotechnici. Tandtechnici bleken in 1927 een echte innovatie, omdat het functieprofiel eerder niet bestond, zelfs niet onder een andere naam.

‘Tegenwoordig produceren we ongeveer 50 keer meer dan onze voorouders 200 jaar geleden. Hoe is dat mogelijk?’

‘Hoe zijn we van een wereld waarin nauwelijks beroepen bestonden, naar de huidige gedifferentieerde situatie van vraag en aanbod van arbeid gekomen?’, zegt de hoogleraar uit Graz. ‘Tegenwoordig produceren we ongeveer 50 keer meer dan onze voorouders 200 jaar geleden. Hoe is dat mogelijk? Kunnen we meer produceren, of is het eerder zo dat we veel meer kunnen doen in kleine, zeer gespecialiseerde vakgebieden?’

Een vacature uit het verleden, uit een Nederlandse krant

Het Oostenrijkse wetenschapsfonds FWF verstrekt ongeveer 400.000 euro aan financiering voor het onderzoeksproject. Kleinert verwacht dat vakgenoten, historici en sociologen enthousiast zullen zijn over het potentieel van de data, waarmee ze de veranderende wereld van werk kunnen documenteren en analyseren. Kunstmatige intelligentie kan ook technische ondersteuning bieden, benadrukt hij.Als we precies weten hoe we het moeten gebruiken, kan het ons helpen. Maar zonder onze input zijn A.I.-machines nutteloos.’

Nog wat oude Nederlandse vacatures, die misschien ook hier analyse zouden verdienen:

Foto boven: Mariela Ferbo/unsplash+

Lees ook