3 op 4 Gen-Z’ers willen juist dat werkgever rekening houdt met hun privéleven

Is je privéleven iets waar je werkgever zich niet mee hoeft te bemoeien? Nou, dat is niet het geval voor Generatie Z. Bijna 3 op de 4 van hen zeggen het juist belangrijk te vinden dat hun baas rekening houdt met wat zich in hun privéleven afspeelt. Onder hoogopgeleide Gen Z’ers is dit zelfs nog iets hoger, met 76%. En 1 op de 3 noemt het investeren in het persoonlijk welzijn van werknemers zelfs een belangrijke voorwaarde om voor een werkgever te kiezen.

1 op de 3 noemt het investeren in het persoonlijk welzijn voorwaarde om voor een werkgever te kiezen.

‘Als werkgever vraagt dit om een andere benadering, waarbij de focus moet liggen op het interpersoonlijke aspect van werk, en nog belangrijker: het geluk van medewerkers. Als zij gelukkiger worden van een werkgever die meer rekening houdt met hun privéleven, dan kijken wij binnen welke kaders dit te organiseren is’, aldus Jacco Vingerling, CEO en oprichter van Bowers & Jackling, de detacheerder in Berkel en Rodenrijs, Nieuw-Vennep en Veenendaal die onderzoek deed onder ruim 1.000 Nederlandse jongeren van 18 tot 29 jaar oud.

Andere eisen

‘Jongeren stellen andere eisen aan hun baan dan de generaties voor hen’, zegt Vingerling. ‘Ook wij merken dat Gen-Z’ers een ander evenwicht zoeken tussen werk en privé dan bijvoorbeeld 10 jaar geleden de norm was.’ Uit het onderzoek blijkt ook dat belangstelling wordt gewaardeerd: van de Gen-Z’s zegt 31% het belangrijk te vinden dat hun werkgever geïnteresseerd is in hun privéleven.

‘Door oprecht betrokken te zijn bij de menselijke kant van je organisatie, creëer je een werkomgeving waarin medewerkers zich gewaardeerd en gemotiveerd voelen’, aldus Vingerling. ‘Dit leidt uiteindelijk altijd tot betere prestaties en loyalere werknemers. Alleen interesse tonen, is echter niet genoeg. Oprechte betrokkenheid vraagt om daadwerkelijke interesse en weten wat je mensen drijft en gelukkig maakt, zowel professioneel als privé.’

‘Mensen maken het verschil’

Er is ook een andere kant aan het onderzoek: maar liefst 55% van de ondervraagden geeft namelijk aan dat hun privéleven een grote invloed heeft op hoe (goed) ze hun werk doen. ‘We moeten af van het idee dat medewerkers slechts een onderdeel zijn van de bedrijfsvoering’, vat Vingerling het onderzoek samen. ‘Bij elke organisatie, groot of klein, kunnen mensen het verschil maken. Door te investeren in het geluk en de gezondheid van medewerkers, investeer je als werkgever daarom direct in de gezondheid en het succes van je bedrijf.’

Ruimte voor ‘eet- en dieetwensen’ vindt deze generatie relatief belangrijk.

De resultaten van Vingerlings onderzoek sluiten aan bij dat van Intelligence Group, waar al jaren verschillende groepen op de arbeidsmarkt worden bevraagd over wat hun beweegt eventueel van baan te wisselen. Hier blijkt bijvoorbeeld in het eerste kwartaal van dit jaar ‘ruimte voor de eigen geloofsovertuiging’ hoog te scoren onder jongeren als optie die een eventuele werkgever aantrekkelijk maken (10,9% vs 6,1% bij de totale beroepsbevolking). Ook ruimte voor ‘eet- en dieetwensen’ vindt deze generatie relatief belangrijk (13,4% vs 9,1%). Opvallend genoeg scoort ‘aandacht voor mentale gezondheid’ hier juist ondergemiddeld (43,5% vs 45,2%).

Waarschijnlijk lopen bij hen de grenzen tussen werk en privé sowieso iets meer door elkaar heen.

Kijken we verder naar de ondervraagde arbeidsvoorwaarden en pullfactoren dan zijn de verschillen overigens niet zo groot als je misschien zou verwachten. Jongeren tot 29 jaar zeggen gemiddeld ietsjes meer waarde te hechten aan flexibele werktijden en extra vrije dagen, maar opvallend genoeg weer juist minder aan de mogelijkheid om thuis te werken. En ook opmerkelijk: jongeren noemen relatief veel minder vaak ‘onbereikbaarheid buiten werktijd’ als belangrijke optie die een werkgever aantrekkelijk maakt (20,9% vs 28,6%). Waarschijnlijk lopen voor jongeren de grenzen tussen werk en privé dus sowieso iets meer door elkaar heen.

Meer weten?

Wil je ontdekken hoe je niet alleen talent kunt aantrekken, maar ook kunt binden en betrokken houden? Dan is de Workshop Talent aan boord houden op vrijdag 13 september 2024 in Rotterdam precies wat je nodig hebt! Lees hier alle informatie:

Talent aan boord houden

Lees ook

Monster en CareerBuilder samen verder: wat zegt dat over de markt voor jobboards?

Het was een bericht dat je je nu eigenlijk niet meer kunt voorstellen. Toch was het in 2009 nog de gewoonste zaak van de wereld. De twee grootste jobboards van de wereld besloten toen de strijd met elkaar aan te gaan op het grootste reclamepodium ter wereld – de Super Bowl. ‘Het is onze taak om altijd ervoor te zorgen dat we genoeg verkeer hebben om naar de banen van onze werkgevers te leiden’, zei Richard Castellini, CMO van CareerBuilder, destijds nog optimistisch. Beide sites hadden toen nog net ‘enkele honderden miljoenen dollars’ in hun dienstverlening geïnvesteerd.

CareerBuilder en Monster stonden vorig jaar op plek 21 en 20 van de wereldwijde online vacaturemarkt.

Kom daar nu nog eens om. Randstad maakte in 2016 nog wereldnieuws toen het Monster Worldwide overkocht voor 429 miljoen dollar (omgerekend destijds zo’n 387 miljoen euro). Maar sindsdien moest het eigenlijk steeds weer op die investering afschrijven. Voor een meerderheidsbelang CareerBuilder werd in 2017 nog een bedrag van zo’n 500 miljoen dollar neergelegd. Ook hier zal investeerder Apollo Funds tot nog toe niet veel plezier van gehad hebben: ondanks groeiende bereikcijfers was het bedrijf vorig jaar afgezakt tot plek 21 in de wereldwijde online job advertising-markt, nog achter Monster, dat op plek 20 is terug te vinden.

Best-in-class

In die zin is het niet gek dat de twee nu samen verder willen gaan (in een joint-venture). Ze doen ongeveer hetzelfde, en kunnen samen net iets meer bereik en schaalgrootte aan hun klanten aanbieden. Ook denken de beide bedrijven samen beter te kunnen reageren op markttrends. En dus is het ook niet vreemd dat de twee topmannen trots ronken over de mogelijkheden die het samengaan biedt. ‘Een strategische zet die waarde creëert voor alle stakeholders’, noemt CareerBuilder-CEO Jeff Furman het. En zijn Monster-collega Scott Gutz heeft het over 2 ‘vertrouwde merken en best-in-class solutions‘ die nu samenkomen.

Een samengaan als dit zou in 2009 nog onmogelijk – of in elk geval: onbetaalbaar – zijn geweest.

Ben je wat cynischer, dan zie je vrij snel dat het samengaan niet bepaald liefde op het eerste gezicht is, en het een zet is die eerder voortkomt uit zwakte dan uit kracht. Beide bedrijven bestaan al ruim een kwart eeuw, maar hadden het de laatste jaren heel moeilijk, en besluiten nu de resten samen te voegen, in de hoop er nog uit te halen wat erin zit. Wie weet komt er straks één merk uit naar voren (toch jobs.com?), of proberen ze elkaar technologisch nog wat te versterken, dat moet allemaal nog blijken. Maar laat in elk geval duidelijk zijn dat een samengaan als dit in 2009 nog onmogelijk – of in elk geval: onbetaalbaar – zou zijn geweest.

Wat zegt deze teloorgang?

Het is misschien verleidelijk om te denken dat het samengaan (en de daaraan voorafgaande teloorgang) van deze twee oude grootheden ook iets zegt over de markt van online jobboards in het algemeen. Zou de online vacature z’n beste tijd gehad hebben, nu andere vormen van kandidaten vinden in opkomst zijn? Maar dat zou te snel geconcludeerd zijn. De online recruitmentmarkt wordt nog altijd een flinke groei voorspeld, en uit onderzoek van Intelligence Group bleek vorig jaar bijvoorbeeld nog dat zo’n 50% van alle sollicitaties rechtstreeks van een niche of generieke vacaturesite komt. Geen enkele bron komt daar bij in de buurt.

Zo’n 50% van alle sollicitaties komt van een niche of generieke vacaturesite. Geen enkele bron komt daar bij in de buurt.

Vorig jaar groeide de waarde van de wereldwijde online vacaturemarkt doodleuk met 16%, naar een totaal van ruim 36 miljard dollar. Nederland alleen al telt nog altijd rond de 2.500 jobboards (!). Het is dus meer dat Monster en CareerBuilder het afgelopen decennium hun first mover-voordeel zijn kwijtgeraakt door toegenomen concurrentie dan dat hun basisproduct – online vacatures – niet meer gewild zou zijn. Daar lijken we op de arbeidsmarkt in elk geval voorlopig nog zeker niet zonder te kunnen.

Kijk ook wat Chad & Cheese over de joint-venture te zeggen hebben (vanaf minuut 18):

Foto boven: de ‘Monster Wall’ in Amsterdam

Lees ook

 

‘Overheid en bedrijfsleven betalen elk jaar weer miljarden te veel voor inhuur externen’

Gemiddeld zo’n 10,50 euro per gedeclareerd uur. Oftewel: zeker 200 miljoen euro per jaar. Dat is wat alleen al de Rijksoverheid elk jaar te veel betaalt aan inhuur van externen, doordat ze de tarieven voor externen baseren op de salarisschalen van vaste medewerkers, in plaats van op de actuele marktprijzen voor zzp’ers en gedetacheerden, aldus een nieuw onderzoek van Intelligence Group. ‘Onwenselijk en inefficiënt’, aldus Intelligence Group-CEO Geert-Jan Waasdorp. ‘Het haalt de concurrentieprikkel uit de markt en zorgt ervoor dat honderden met name grote werkgevers een dure cappuccino per ingehuurd uur te veel betalen.’

‘Zonder ingrijpen kunnen de extra kosten voor de Rijksoverheid de komende 4 jaar zelfs oplopen tot 1 miljard.’

Volgens het onderzoek hanteren zowel veel overheden als grote bedrijven een vaste ophoogfactor van 1,6 tot 2 keer het salaris van een vergelijkbare vaste medewerker voor de inhuur van een externe. Omdat salarissen doorgaans stijgen en zelden dalen, stijgen de tarieven voor externen door deze koppeling automatisch mee, terwijl tarieven in de markt op dit moment stagneren of zelfs dalen. ‘Zonder ingrijpen dreigen de extra kosten voor de Rijksoverheid de komende 4 jaar zelfs op te lopen tot circa 1 miljard euro’, berekent Waasdorp voor.

inhuur externen

Nog geen bezuinigingsmaatregel

In het coalitieakkoord staat dat het nieuwe kabinet een bezuiniging van 22% wil doorvoeren op het Haagse ambtenarenapparaat. Het betalen van marktconforme tarieven voor de inhuur van externen lijkt hier echter nog geen bezuinigingsmaatregel te zijn. Toch zou het volgens Waasdorp een goed idee zijn hier te beginnen. ‘Koppel direct de inhuurtarieven los van het loon- en functiegebouw en gebruik marktconforme tarieven’, adviseert hij. ‘Opdrachtgevers zouden van zelfstandigen en bemiddelingsbureaus moeten eisen dat ze de totstandkoming van hun tarieven objectief en cijfermatig onderbouwen.’

De Rijksoverheid betaalt nu al gemiddeld meer dan 100 euro per uur voor de inhuur van externen, zo blijkt uit het rapport. In de marktsector zijn de tarieven daarentegen niet alleen ruim 10 euro per uur lager, maar ook nog eens aan het dalen. De tarieven bij de overheid lijken daar echter niet op te reageren. ‘Na de introductie van het Giant vast/flex-dashboard zijn wij als Intelligence Group van de ene in de andere verbazing gevallen over de tarifering binnen de flexmarkt, en in het bijzonder over de inhuurtarieven van zelfstandige interim professionals én gedetacheerden’, merkt Waasdorp daarover op.

Geen standaard tarievenboeken

Hij adviseert opdrachtgevers onder meer niet met standaard tarievenboeken te werken. ‘Dat zorgt voor middelmaat van kwaliteit, een gemiddeld te hoge prijs/kwaliteitverhouding en te hoge tarieven.’ Ook raadt hij aan van bureaus bewijs te vragen als ze zeggen dat ze data hebben ingekocht of samenwerken met datapartijen. ‘Veel zeggen het, maar doen het niet.’ Daarnaast pleit hij er bij opdrachtgevers voor dat indexeren van uurtarieven niet meteen indexeren van marges hoeft te betekenen. ‘Zeker bij verlengingen is het onlogisch om de marges mee te indexeren’, stelt hij. Detacheerders doen daar dan namelijk niets extra’s voor.

‘Zorg dat het anti-ronselbeding altijd wederzijds is. Zo voorkom je dat jouw organisatie hunting ground wordt.’

Hij raadt opdrachtgevers ook aan altijd te onderhandelen over het tarief. En ‘zorg voor zicht op de 20.000 (niche)bureaus die Nederland kent, zodat je een breed beeld van specialisten en alternatieven hebt en niet afhankelijk bent van enkele (generieke) aanbieders’, adviseert hij. Net als dat hij aanraadt – omwille van de snel veranderende arbeidsmarkt – nooit een contract af te sluiten van langer dan 3 jaar. Ook belangrijk, zegt hij: ‘Zorg dat het anti-ronselbeding altijd wederzijds is. Zo voorkom je dat jouw organisatie hunting ground wordt voor bureaus.’

Download het hele rapport

inhuur externen

Lees ook

7 nieuwe boeken die iets zeggen over de tijdgeest van de arbeidsmarkt

Een boek is voor de eeuwigheid. Toch zie je in nieuwe boeken juist vaak veel terug van de tijdgeest. Welke onderwerpen zijn hot? Wat zijn de thema’s waarover mensen in het vak het hebben? Wat is maatschappelijk op dit moment het gesprek van de dag? Een blik op wat er in de boekwinkel ligt, zegt er vaak heel veel over. Dus terwijl we op deze site ook nog altijd op zoek zijn naar dé mustread voor recruiters van 2024 (stemmen kan tot 16 juli), geven we ook een overzicht van nieuwe boeken die niet op die lijst staan, maar die wel wat zeggen over de trends van nu. Welke zijn dat? En wat leren we zoal ervan?

Stem op jouw favoriet

#1. De techniek roept

Thema: Wat is nuttig werk? En hoe krijgen we mensen richting de techniek?

boeken tijdgeest niet elk werk is even belangrijkHet personeelstekort kan deels worden opgelost, zegt Josje Damsma. Maar dan moeten we wel met zijn allen nuttig werk gaan doen. Want niet elk werk is even belangrijk stelt zij. Is dat zo? En hoe krijgen we mensen aan zogenaamd nuttig werk? Sociaal ondernemer Josje Damsma probeert mensen te bewegen naar technische beroepen en wil dat we werk op een andere manier gaan waarderen. In haar boek Niet elk werk is even belangrijk, met de prikkelende ondertitel Laten we van al die flitsbezorgers zonnepanelenmonteurs maken legt ze uit hoe ze dat voor zich ziet.

#2. Fabriekswerk is niet weg

Thema: Werk dat we niet vaak (willen) zien, maar wel nog altijd belangrijk is.

Het boek Undercover aan het werk waarin journalist Jeroen van Bergeijk een schrijnend portret van de huidige arbeidsmarkt schetst, won recent al de belangrijke Brusseprijs. Min of meer in deze categorie kun je het boek Fabriekswerk. Over de vergeten arbeidersklasse plaatsen, waarin wetenschapper Fabian Dekker de ‘vergeten beroepsgroep’ belicht waar de samenleving volgens de auteur ‘veel te weinig (en niet zelden neerbuigend) naar omkijkt.’

‘De arbeidersklasse is nog altijd springlevend.’

Dekker publiceerde de afgelopen jaren ook al boeken over het arbeidsleven van circusartiesten, nachtwerkers, de positie van zzp’ers, jongeren op de arbeidsmarkt en over de invloed van technologische verandering op werk. Met zijn nieuwste boek wil hij vooral laten zien dat de arbeidersklasse nog altijd springlevend is, hoe ze betekenis geeft aan het dagelijkse werk, wat hun belangrijkste zorgen zijn en welk gat er gaapt tussen arbeiders, managers en de gevestigde politiek (die bijvoorbeeld het belang van het mbo pas recent ontdekt lijkt te hebben).

#3. Lef in de kinderopvang

Thema: Hoe leuk is het werk in de kinderopvang?

Het is een van de sectoren waar de personeelstekorten nog altijd groot zijn. De vacaturegraad is er nog altijd flink boven de 5%. Maar is het daarom ook sombermans troef in de kinderopvang? Welnee, want uit onderzoek van Randstad blijkt namelijk dat zo’n 100.000 mensen zich best willen laten omscholen in deze richting. Het ministerie is daarom druk bezig om samen met de sector allerlei aanvullende acties te verzinnen om nieuwe medewerkers aan te trekken.

Maar het begint waarschijnlijk vooral met: laten zien hoe leuk het werk in de sector is. En daar draagt Daisy Kuipers haar steentje bij, met een fraai staaltje employer branding in de vorm van een boek met de titel Lef in de kinderopvang. Een boek met 37 interviews met allerlei verschillende mensen in deze sector, waarvoor Kuipers zelfs afreisde naar zonnige speelplaatsen op Curaçao en Bonaire. Een voorbeeld voor andere sectoren waar de tekorten ook nog altijd aan de orde van de dag zijn?

#4. Rebelleren kun je leren

Thema: Out-of-the-box denken, vernieuwing, creativiteit, non-conformisme

Nieuwe boeken bepalen vaak waarover gesproken wordt, maar zijn zelf vaak ook een weerslag van de tijdgeest. Dus als je wilt weten wat nu op de arbeidsmarkt speelt en relevant is, bekijk dan zeker eens deze 7 recente boeken. Wat kun je er zoal van leren?Met zijn boek De kunst van het duurzaam presteren probeerde Bas Kodden al eens de Nederlandse variant van Moneyball te schrijven. In zijn nieuwste boek Rebelleren moet je faciliteren houdt de Nyenrode-hoogleraar een vurig en tegelijk onderbouwd pleidooi voor het belang van non-conformistisch gedrag in organisaties. Want innovatie komt van rebellen. Maar je moet wel de goede van de slechte rebel kunnen onderscheiden, oftewel: de rebel van de saboteur. En daar komt het werk van de recruiter om de hoek kijken, schrijft Kodden. Want in al die jaren schrijven ontdekte hij steeds meer: ‘We willen wel out-of-the-box-denkers, maar we kweken conformisten.’

‘De beste rebellen moet je koesteren als je wil blijven vernieuwen en verbeteren.’

‘De goede rebellen kunnen door hun onaangepastheid overkomen als een pain in the ass, maar als je goed kijkt blijken ze uitsluitend het goede na te streven, respectvol te zijn en uitstekend samen te werken’, aldus Kodden. ‘De beste rebellen dagen voortdurend de status quo uit, kunnen ontsnappen aan sociale druk en stellen ook hun eigen overtuigingen ter discussie. Dat gedrag moet je koesteren als je wil blijven vernieuwen en verbeteren.’ Iets wat elke organisatie zegt te willen, maar lang niet altijd lijkt te durven.

#5. De verborgen wereld van HR

Thema: De nieuwe machtsverhouding tussen werkgever en werknemer

Nieuwe boeken bepalen vaak waarover gesproken wordt, maar zijn zelf vaak ook een weerslag van de tijdgeest. Dus als je wilt weten wat nu op de arbeidsmarkt speelt en relevant is, bekijk dan zeker eens deze 7 recente boeken. Wat kun je er zoal van leren?Het gaat misschien wat ver om dit een van de grote maatschappelijke thema’s van het moment te noemen. Het boek waarvan je baas niet wilt dat je het leest zou misschien dan ook wel ieder jaar geschreven kunnen worden. Maar aan de andere kant: het zegt ook wel iets over de tijdgeest, als de voormalig HR-specialist bij onder andere Google, Blendle en TransIP zijn geheimen uit de doeken doet. En zeker ook omdat dit boek ook ingaat op zéér actuele vragen als: hoe geef je je eigen grenzen aan? En: hoe blijf je in balans?

Belangrijke kernboodschap: het is niet meer alleen de werkgever die kan denken ‘voor jou 10 anderen’.

Roland Grootenboer schreef eerder al het bekende Employee Handbook van Blendle, dat viraal ging in Silicon Valley. In zijn nieuwe boek levert hij niet alleen ‘killer-tips voor een hoger salaris’, maar ook zinnen die altijd van pas komen (zoals in een sollicitatie). Hij heeft trouwens ook een veelgelezen nieuwsbrief (‘waarvan je baas niet wil dat je ‘m leest), met nieuwtjes en bespiegelingen over het HR-vak. Belangrijke boodschap daarin: het is niet meer alleen de werkgever die kan denken ‘voor jou 10 anderen’. Dat kan ook de werknemer. Alleen heeft die werknemer dat lang nog niet altijd zelf ook in de gaten.

#6. Leren hoe gedrag écht werkt

Thema: Het gedrag van medewerkers leren begrijpen (en sturen)

Nieuwe boeken bepalen vaak waarover gesproken wordt, maar zijn zelf vaak ook een weerslag van de tijdgeest. Dus als je wilt weten wat nu op de arbeidsmarkt speelt en relevant is, bekijk dan zeker eens deze 7 recente boeken. Wat kun je er zoal van leren?Dat neuromarketing bijna net zo’n veelbesproken trend is als ChatGPT, daarmee zeggen we waarschijnlijk nieuws. Oók in de wereld van recruitment sijpelen de principes van de gedragswetenschap steeds vaker door. En zo zie je dat dus ook terug in de boekenmarkt. Sven Gall – expert op het gebied van neuromanagement en intrinsieke motivatie – baseert zijn recente boek over de link tussen neuro en management op meer dan 30 jaar wetenschappelijk onderzoek van universiteiten als MIT en Stanford. Met als belangrijke rode draad: ‘Gedrag van medewerkers is extreem voorspelbaar, als je maar weet hoe je ernaar moet kijken.’

‘Gedrag van medewerkers is extreem voorspelbaar, als je maar weet hoe je ernaar moet kijken.’

Gall rekent in dat boek trouwens af met een paar hardnekkige misverstanden. Zo legt hij uit dat een heldere missie en strategie helemaal niet automatisch ervoor zorgen dat medewerkers de juiste richting op bewegen. En waarom je met data de controle juist kunt verliezen, terwijl je het omgekeerde verwacht. Ook noemt hij de jaarlijkse cyclus met beoordelingen en bonussen ‘niets meer dan een middel voor het bestraffen van slecht gedrag’. Wil je mensen wél gemotiveerd en in beweging krijgen? In dit boek legt Gall uit wat je dan wel moet doen.

#7.  Het verschil maken met HR-analytics

Thema: De data-revolutie binnen HR

Oké, in het vorige boek werd duidelijk dat data je niet altijd controle opleveren. Maar tegelijk is het potentieel van HR-analytics natuurlijk enorm groot. En data zijn steeds makkelijker voorhanden. In dit recente boek zetten 3 auteurs in een stappenplan – ondersteund met verschillende cases uit de praktijk – uiteen hoe je hiermee je voordeel kunt doen. Hoofdauteur Jeroen Naudts stond 2 jaar geleden ook al op deze site, met een destijds nieuw boek, waarin hij onder meer afrekende met MBTI-analyses, medewerkeronderzoeken en ongestructureerd interviewen.

‘Met een datagerichte aanpak kun je vacatures sneller invullen.’

In het boek dat hij recent met zijn Vlaamse collega’s Thomas Bertin en Glenn Walschap schreef gaat hij daar nog eens dunnetjes op door, en laten de 3 bijvoorbeeld zien hoe data het vertrek van medewerkers kunnen voorspellen, hoe de Port of Antwerp-Bruges HR-analytics gebruikte als kompas voor zijn recruitment, en ook hoe Ziekenhuis Netwerk Antwerpen met een datagerichte aanpak zijn vacatures sneller ingevuld kreeg. Een beetje té Vlaams misschien voor de Nederlandse lezer, maar desalniettemin wel erg inzichtrijk en behulpzaam.

Lees meer in de recruitment-bibliotheek:

John Olsthoorn (Bluewave Recruitment): ‘Werkzoekenden gedragen zich steeds meer als consumenten’

‘Wij investeren graag meer in minder sollicitanten’, zegt John Olsthoorn op een gegeven moment. Het lijkt misschien een vreemde uitspraak, want wie wil nou mínder kandidaten? Maar als hij het even later uitlegt, valt het kwartje alsnog. ‘We werken nu met een A.I.-model, daarmee meten we de hele funnel door, vanaf de eerste impressie tot aan de laatste klik. Koppel je dat aan de quality-of-hire, dan kunnen we zorgen dat we in campagnes alleen nog investeren in kwalitatieve contactmomenten. Dat levert in de regel minder sollicitanten op, maar wel van een hogere kwaliteit. Dat is wat je wilt, toch?’

John Olsthoorn (rechts) met collega Jeroen Joosten, tijdens de meest recente editie van Werf& Live.

‘Als er betere mensen bij je solliciteren, hoef je minder mensen af te wijzen.’

Het tekent in een notendop de filosofie van Olsthoorn, managing director van Bluewave Recruitment, het bureau dat hij in 2018 oprichtte samen met Jorrit Brocaar. Beiden ontmoetten elkaar bij Careermaker, een recruitmentbureau waar ze merkten dat ze een gedeelde irritatie én visie hadden, wat altijd een vruchtbare voedingsbodem is voor een nieuw bedrijf. ‘Die hele transactionele, reactieve dienstverlening, dat was me steeds meer een doorn in het oog’, aldus Brocaar. ‘We zagen ook de behoefte in de markt steeds meer veranderen: niet enkel op korte termijn vacatures vullen, maar meer een duurzame, maatwerk recruitmentstrategie.’

Grote wervingsbehoefte

Na een tijdje pionieren onder de Careermaker-vlag kozen ze in 2018 dus toch het ruime sop en startten Bluewave Recruitment als specialist in recruitmentmarketing. Wat hen in de jaren die volgden klanten opleverde als HEMA, GVB, Amsterdam UMC, Albron, Facilicom, HMSHost, Gamma & Karwei, Holland Casino, en de TU Delft. Inderdaad: veel grote werkgevers, met grote wervingsbehoeftes. Met slimme campagnes op kanalen als Indeed, TikTok, Google Ads, Snapchat, Meta, maar ook kanalen als (Digital) Out of Home, DPG-media, radio en podcasts weet het bureau echter steeds de juiste doelgroep te vinden, en aan te spreken.

'Het is een algemene trend dat kandidaten zich steeds meer gedragen als consumenten. Ze scrollen meer, en de informatie die ze inwinnen voordat ze tot actie overgaan wordt steeds groter', zien ze bij het Amsterdamse Bluewave Recruitment. Hoe daarop in te spelen?

‘Met het gros van onze klanten hebben we een doorlopende samenwerking’, legt Olsthoorn uit. ‘Ze hebben eigenlijk het hele jaar zichtbaarheid nodig, en werven minder op basis van één vacature. Als digital recruitment business partner zijn wij dan een verlengstuk van hun recruitment- en marketingteam. We zorgen dat hun werkgeversmerk op het juiste moment zichtbaar is, met de juiste content, op elke vorm van online en offline media.’ De creatie van die content komt doorgaans niet van hunzelf, maar van de klant en/of zijn employer branding-bureau. ‘Maar wij werken daarmee altijd intensief samen, omdat je juist dan het beste resultaat behaalt.’

Geen bemiddeling, maar dienstverlening

Brocaar (links op de foto boven) merkte dat het type klanten dat Bluewave bedient meer en meer behoefte hebben aan een lange termijn strategie en juist steeds meer met bredere recruitmentvraagstukken bezig zijn. ‘Dan willen ze bijvoorbeeld het verloop terugdringen, of niet reactief hun vacatures invullen, maar erop voorsorteren. Daar past een andere dienstverlening bij, minder leverancier, meer partnership en meer recruitmentmarketing: vanuit je knowhow van recruitment de behoefte van de klant vertalen naar een duurzame strategie. Met Bluewave Recruitment vullen we dat volledig in.’

Jorrit Brocaar: ‘We leveren zó erg maatwerk, dat is niet normaal. Ik ken niemand anders die dat zo doet.’

Naast de recruitmentmarketeers van Bluewave hebben ze in de toren in de Amsterdamse Overschiestraat sinds anderhalf jaar ook Bluepeaks in huis; een snelgroeiend bureau voor recruitment process outsourcing. ‘Met Bluepeaks zijn we instaat het recruitmentproces vanaf de sollicitant over te nemen. Bijvoorbeeld wanneer er onvoldoende capaciteit is of een klant een vraagstuk buiten de deur wil leggen. Zo kunnen we onze klanten volledig bedienen wanneer ze dat nodig hebben’, aldus Olsthoorn.

Maturity-piramide

Maar de marketing achter recruitment heeft absoluut de overhand, zegt hij. ‘Daarin zijn we ook echt onderscheidend. En dat eigenlijk in de hele journey, van eerste touchpoint tot sollicitatie. Nu bijvoorbeeld ook steeds meer met marketing automation. We werken heel datagestuurd, via een zogeheten maturity-piramide: we kijken waar organisaties nu staan, en welke stappen ze moeten zetten om de kwaliteit te verhogen en steeds efficiënter te worden.’ In samenwerking met partners als Roadtrip en Recrubo kan het bureau het hele recruitmentapparaat neerzetten voor bedrijven. ‘En dan leveren we zó erg maatwerk, dat is echt niet normaal’, aldus Brocaar. ‘Ik ken niemand anders die dat zo doet.’

'Het is een trend dat werkzoekenden zich steeds meer gedragen als consumenten, zien ze bij Bluewave Recruitment. Hoe daarop in te spelen?
John Olsthoorn: ‘Elke campagne beginnen we door met de klant te praten over de doelgroepen die hij wil bereiken.’

‘Elke campagne beginnen we door met de klant te praten over de doelgroepen die hij wil bereiken. Hier hebben we een eigen strategie-framework voor ontwikkeld’, vult Olsthoorn aan. ‘Van de digitale wereld weten we goed wat kan, en wat specifiek werkt voor jouw doelgroep. Daar kunnen we ook makkelijk data van leveren. Maar soms is het ook boerenverstand. Als je het hebt over digital-out-of-home zijn data bijvoorbeeld lastiger. Maar ook daar kun je prachtige campagnes draaien. Zo hebben we voor een zorgorganisatie in Limburg laatst een mooie campagne gedraaid, alleen maar in bushokjes. Dat leverde uiteindelijk wel 40 sollicitanten en 7 hires op.’

Verlengstuk van het team

Het leukst vinden ze het als de klant Bluewave Recruitment echt ziet ‘als verlengstuk van hun eigen team’, zeggen ze beiden. ‘We zoeken dan ook geen 1.000 klanten, maar hebben liever 100 goede’, aldus Olsthoorn. Dan kunnen ze ‘als echte vakidioten’ namelijk het meest bijdragen, vult Brocaar aan. ‘Ik vind het mooi als er een interessant vraagstuk ligt, dat je impact kunt maken, en je creativiteit kunt inzetten. Naar een sweet spot toe te werken, en campagnes steeds verder te optimaliseren. Te snappen: waarom doet hij het nou beter dan vorige maand?’

'Het is een trend dat werkzoekenden zich steeds meer gedragen als consumenten, zien ze bij Bluewave Recruitment. Hoe daarop in te spelen?
John Olsthoorn: ‘We zoeken geen 1.000 klanten, maar hebben liever 100 goede.’

Volgens Olsthoorn speelt daarbij de quality of applicant een belangrijke rol. ‘Je wilt niet zoveel mogelijk sollicitanten. Je wilt kwalitatieve sollicitanten. We proberen in die zin ook steeds meer de loop te sluiten. Leiden bepaalde keuzes tot meer hires? Kun je aan de hand van bepaalde content zien wat de beste kandidaten oplevert? Ik denk dat recruitmentmarketing steeds meer die kant op moet. Wil je laten zien dat je de investering waard bent, dan moet je niet alleen leuke campagnes kunnen draaien, maar moet je laten zien dat je de organisatie geld bespaart door met betere sollicitaties te komen.

Belangrijkste lessen

De belangrijkste lessen die ze de afgelopen periode hebben geleerd? Olsthoorn: ‘Dat is dat het investeren van tijd en geld in recruitmentmarketing kosten bespaart. Het zorgt daarbij voor nog een ander belangrijk ding: meer energie en enthousiasme binnen organisaties. Maar de belangrijkste les: zet niet enkel de vacature en de huidige behoefte centraal. Zet recruitmentmarketing in voor de behoefte van het volgende kwartaal of zelfs het komende jaar. Dit maakt je recruitmentstrategie proactief in plaats van reactief. Dat zorgt voor betere kandidaten, veel meer controle en maakt je organisatie minder afhankelijk van dure traditionele bureaus.’

'Het is een trend dat werkzoekenden zich steeds meer gedragen als consumenten, zien ze bij Bluewave Recruitment. Hoe daarop in te spelen?

Lees ook

Staat het principe van ‘reverse recruiting’ nu echt op het punt van doorbreken?

Je kunt je afvragen hoe nieuw het eigenlijk is. Je kunt je ook afvragen of het niet weer gewoon een beetje een hype is, oude wijn in nieuwe zakken. Maar hoe je het ook bekijkt, opvallend is het wel: de vele aandacht die het begrip Reverse recruiting de laatste tijd in (internationale) media krijgt. In Nederland kenden we al zoiets met de introductie van de Sollicitatie Andersom van Randstad. En ook het al eerder veelbesproken impresario-model heeft er wel iets van weg. Belangrijkste idee is in elk geval dat hier de kandidaat niet solliciteert bij de organisatie, maar dat je het proces omkeert, en de organisatie dus solliciteert bij de kandidaat.

Bij reverse recruiting zijn het juist de kandidaten die de recruiters inhuren.

En als je het zo bekijkt, betekent dat natuurlijk ook meteen iets voor de rol van de recruiter. In het traditionele proces betalen organisaties recruiters om vacatures in te vullen. De recruiters benaderen daarvoor potentiële kandidaten namens het bedrijf en voeren vaak het eerste screeningsgesprek voordat de kandidaat iemand van het bedrijf ontmoet. Bij reverse recruiting zijn het juist de kandidaten die de recruiters inhuren bij het zoeken naar een baan of om hen te helpen bedrijven te vinden die misschien geschikte vacatures voor hen hebben.

Aankoopmakelaar

Vergelijk het met een aankoopmakelaar. Die kan je ook helpen het juiste huis te kiezen. Of de spelersmakelaar in veel sporten. Zo kan het ook zijn voor een reverse recruiter. Brianna Rooney, oprichter en CEO van recruitment-start-up TalentPerch ziet twee redenen die de recente opkomst van het fenomeen verklaren. De eerste is dat kandidaten vaak zelf niet goed weten hoe op te vallen, zich te onderscheiden, en eigenlijk ook niet meer hoe te solliciteren. De andere is de opkomst van ‘spookvacatures‘, en werkzoekenden die eigenlijk geen idee hebben hoe hiermee om te gaan. En oja, natuurlijk ook nog iets als A.I…

Het impresario-model is in het verleden vaker geprobeerd, of voorgesteld, maar liep vaak stuk op het gegeven dat werkzoekenden er eigenlijk nauwelijks geld voor over hebben. Maar volgens Rooney verandert dat nu snel, zeker met de opkomst van programma’s die wel een boel geld kosten, maar tegelijk een geld-terug-garantie bieden als je niet binnen een bepaalde tijd succesvol een baan vindt. En net zoals bij veel traditionele recruitmentmodellen kun je ook hier natuurlijk gewoon een percentage van het loon afspreken. En goede reverse recruiters kunnen ook meerdere aanbiedingen van werkgevers tegen elkaar uitspelen.

Voordeel voor werkgevers

Het omgekeerde recruitmentmodel biedt ook voordelen voor werkgevers. Zo kan het werkgevers juist ook makkelijker in contact brengen met kandidaten die misschien niet actief op zoek zijn, maar wel openstaan voor nieuwe mogelijkheden. Zoals Amit Sharma, de voormalig CHRO van Volvo Group het stelt: ‘Reverse recruiting is vooral succesvol bij gespecialiseerde kandidaten en zij die leiderschapsrollen zoeken.’ Volgens hem kunnen reverse recruiters bijvoorbeeld mogelijkheden blootleggen die normale werkzoekenden nooit zien. Bovendien kunnen ze het proces stroomlijnen en meer transparant maken.

Reverse recruiting is vooral succesvol bij gespecialiseerde kandidaten en zij die leiderschapsrollen zoeken.’

Volgens Sharma kunnen organisaties hier de kosten van brede job marketing-campagnes grotendeels uitsparen, en tegelijk het recruitmentproces aanmerkelijk verkorten, omdat kandidaten die zo binnenkomen al beter weten wat van ze verwacht wordt. Het kan hen bovendien helpen om in contact komen met kandidaten die ze anders misschien nooit waren tegengekomen, zo wordt beschreven in een recent artikel dat de mooie titel ‘The hunter becomes the hunted’ meekreeg. Een titel die je natuurlijk ook zou kunnen omdraaien…

Sourcing next level

De afgelopen jaren zagen we natuurlijk al de opkomst van sourcing, waarbij organisaties steeds vaker zelf kandidaten voor hun vacatures benaderen. De opkomst van reverse recruiting is daarin eigenlijk de volgende stap en zet daar nog een intermediair tussen. Het vereist van organisaties ook een actievere rol dan post & pray. Maar waar je bij actieve sourcing vaak nog aan de kandidaat vraagt om zelf te solliciteren, sla je bij reverse recruiting die stap meestal over, en kun je vrijwel meteen in gesprek. Vandaar ook de naam reverse recruiting: omdat hier organisaties hun interesse tonen in een kandidaat, in plaats van andersom.

Er zijn inmiddels ook veel start-ups die op de trend duiken, en via speciale reverse recruiting platforms als WeAreDevelopers, talent.io of Hired proberen kandidaten te verzamelen, waarvoor werkgevers dan mogen betalen om met hen in contact te komen. Dit soort platforms zijn enerzijds populair bij kandidaten, omdat het hen geld (én een baan) kan opleveren en doorgaans niet veel moeite kost. Anderzijds zijn ze ook steeds populairder bij recruiters, omdat ze hen van doorgaans redelijk warme leads kunnen voorzien. De kandidaten op die platforms hebben immers al aangegeven open te staan voor in elk geval een gesprek.

Businessmodellen

De businessmodellen van die platforms variëren trouwens. Sommige bieden bedrijven een abonnementsmodel, waarbij ze door de cv’s van de verzamelde kandidaten kunnen grasduinen. Andere factureren toch nog per match die uiteindelijk tot stand komt. Wat in elk geval wel duidelijk is, is dat bijna al deze platforms zijn ontworpen met de wensen van de kandidaat als uitgangspunt: voor hem of haar moet de drempel zo laag mogelijk zijn, het is de werkgever die zich moet inspannen om bij de kandidaat in the picture te komen.

Het is misschien even wennen, maar dit model zou best eens de toekomst van de arbeidsmarkt kunnen zijn…

Het is misschien even wennen, maar dit model zou best eens de toekomst van de arbeidsmarkt kunnen zijn. Of laten we zeggen: in elk geval een oplossing als je nu als organisatie of recruiter op je uitgezette vacature op een jobboard geen enkele reactie meer binnenkrijgt…

Lees ook

Steeds meer mensen benaderd voor andere baan (maar wel steeds minder vaak)

Als je wilt weten hoe het ervoor staat op de arbeidsmarkt, dan is het altijd een goed idee om te kijken naar de sourcingsdruk. Oftewel: het aandeel mensen in de beroepsbevolking dat in een bepaald kwartaal benaderd wordt door werkgevers/recruiters/bureaus voor een nieuwe baan. Sinds halverwege 2020 is dit aandeel eigenlijk continu aan het stijgen. Begin dit jaar kwam er voor het eerst in tijden een kleine daling in naar voren, maar die zet in het net afgelopen kwartaal niet door, zo blijkt.

Sterker nog: over de hele beroepsbevolking gemeten ligt de sourcingsdruk al 3 kwartalen boven de 40%, wat wil zeggen dat 4 op de 10 Nederlanders af en toe een telefoontje of InMail van een recruiter krijgen. Dat is hoger dan wanneer ook in de afgelopen 5 jaar. Met name de (v)mbo-doelgroep heeft hierin de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt, maar ook bij de hbo+-doelgroep is nu weer een behoorlijke toename te zijn. Sourcing blijkt dus nog steeds een veelgebruikte manier om met kandidaten in contact te komen. Iets wat waarschijnlijk ook direct samenhangt met de passiviteit van de beroepsbevolking (de lage arbeidsmarktactiviteit).

Wel minder vaak benaderd

Is er dan helemaal niets aan de hand op de arbeidsmarkt? Is die net zo krap als de afgelopen jaren? Zou er van enige terugslag helemaal niets te merken zijn? Nou, zo is het ook niet helemaal. Kijken we namelijk naar hoe váák mensen zeggen benaderd te worden, dan is daarin wel een kentering te zien. Eigenlijk al sinds het derde kwartaal van vorig jaar zeggen mensen minder frequent een telefoontje of mail van een recruiter te ontvangen. Waar destijds mensen zeiden gemiddeld 9,3 keer per jaar benaderd te worden, is dat nu gedaald tot 8,5 keer per jaar. Overigens nog altijd meer dan welk kwartaal dan ook vóór 2023.

Ondanks de iets minder krappe arbeidsmarkt, neemt de sourcingsdruk momenteel nog steeds toe. Althans: het aantal mensen dat zegt af en toe benaderd te worden voor een baan stijgt nog altijd. Maar hoe váák dat gebeurt, dat daalt wel.

Het toont aan dat de gekte waarschijnlijk wel iets uit de markt verdwenen is. Veel mensen krijgen nog steeds te maken met aanbiedingen en uitnodigingen om eens over een andere baan te praten. Maar de mate waarin dat gebeurt, neemt dus wel af. Wat met een beetje goede wil valt uit te leggen als: er zijn nog steeds veel vacatures, en recruiters en hiring managers zien zelf kandidaten benaderen nog steeds als een effectieve strategie. Maar er zijn wel mínder vacatures, dus krijgen kandidaten nu ook duidelijk met minder toenaderingspogingen te maken dan een paar kwartalen geleden.

Lees ook

Credit beeld boven

Dit zijn dé 3 cruciale, wereldwijde trends op het gebied van employer branding

Hij reist de hele wereld rond om over het belang van employer branding te praten. Als oprichter van het Employer Branding College en founder van de ruim 700 bezoekers trekkende World Employer Branding Day (het grote internationale congres dat in oktober dit jaar opnieuw Amsterdam aandoet) weet Brett Mitchington ook wel waarover hij praat. Meer dan 1.000 employer branders trainde hij de afgelopen jaren, in ruim 60 steden in 40 landen. Wat zijn de ontwikkelingen die hem daarbij het meest zijn opgevallen? Hij noemt 3 grote trends in employer branding.

#1. Employer branding wordt strategisch

‘Employer branding ondergaat een diepgaande evolutie’, stelt Mitchington. ‘Zijn traditionele rol was louter een recruitmenttool. Maar de functie overstijgt dat nu, en wordt steeds meer een strategische bedrijfsfunctie. Deze transformatie is cruciaal in het huidige concurrentielandschap, waarin organisaties niet alleen toptalent willen aantrekken, maar ook talent willen behouden dat aansluit bij hun waarden en missie.’

Brett Mitchington in actie.

Centraal in deze evolutie staat volgens hem ‘de afstemming van employer branding op algemene bedrijfsdoelstellingen. Door employer branding te integreren in strategische functies zorgen bedrijven ervoor dat talentmanagement direct bijdraagt aan het succes van de organisatie. Deze strategische afstemming bevordert een high-performance cultuur waarin je medewerkers motiveert door een gedeeld gevoel van doelgerichtheid en betrokkenheid.’

Wil je employer branding echt strategisch maken, dan is daar wel een bijpassende structuur en ‘holistische aanpak’ voor nodig, aldus Mitchington. Die heeft hij proberen te vangen in een model, of ‘een ecosysteem-benadering’, zoals hij het zelf noemt. ‘Met dit model kunnen leiders strategieën leren identificeren en ontwikkelen om zich aan te passen aan de belangrijkste oorzaken van systemische veranderingen in de wereld van werk die van invloed zijn op het aantrekken en behouden van talent.’

‘Organisaties willen niet alleen toptalent aantrekken, maar ook talent behouden dat aansluit bij hun waarden en missie.’

Met zijn model pleit hij voor een strategie die zich aanpast aan systemische veranderingen die impact hebben op het aantrekken en behouden van talent. Het legt de nadruk op het voortdurend opbouwen van capaciteiten binnen en buiten de traditionele organisatiestructuren, zodat bedrijven zich snel kunnen aanpassen aan de veranderende eisen van de markt. Mitchington: ‘Door flexibiliteit en schaalbaarheid te stimuleren, stelt het model organisaties in staat over te stappen van statische employer branding-campagnes naar dynamische, responsieve strategieën die de realtime marktrealiteit weerspiegelen.’

#2. Focus op Employee Experience (EX)

De tweede belangrijke trend die de toekomst van employer branding vormgeeft, is volgens Mitchington de groeiende nadruk op Employee Experience, oftewel: EX. ‘Dit gaat niet alleen over de traditionele extraatjes en voordelen, maar omvat ook elke interactie die een werknemer met de organisatie heeft, van werving tot vertrek of als alumnus. Bedrijven investeren steeds meer in het creëren van positieve werkomgevingen, het stimuleren van groeimogelijkheden en het zorgen voor een gezonde balans tussen werk en privé voor hun werknemers.’

Beeld van World Employer Branding Day 2023, ook in Amsterdam

‘Flexibel beleid en robuuste digitale infrastructuren zijn essentieel voor het behouden van werknemerstevredenheid.’

De opkomst van externe en hybride werkmodellen onderstreept dit belang alleen nog maar, zegt hij. ‘Flexibel beleid en robuuste digitale infrastructuren zijn essentieel voor het behouden van werknemerstevredenheid in dit veranderende landschap.’ Tevreden werknemers zijn eerder geneigd om te pleiten voor hun employer brand, ziet hij. ‘Zij delen positieve ervaringen zowel online als via mond-tot-mondreclame. Deze pleitbezorging verbetert niet alleen de reputatie van het bedrijf, maar trekt ook gelijkgestemd talent aan dat waarde hecht aan een ondersteunende en inclusieve werkcultuur.’

#3. Versterking van de employee advocacy

De derde belangrijke trend die Minchington onder de aandacht brengt, hangt min of meer samen met de vorige, maar is toch ook wel weer fundamenteel anders. Het gaat er volgens hem om dat de huidige werknemers een steeds grotere rol krijgen binnen employer branding-strategieën. ‘In het huidige digitale tijdperk, waarin authenticiteit en transparantie hoogtij vieren, speelt de stem van medewerkers een cruciale rol bij het vormen van de externe perceptie van een organisatie’, zoals hij het samenvat.

Door werknemers in staat te stellen hun ervaringen op authentieke wijze te delen, kunnen bedrijven hun merk menselijker maken en geloofwaardig overkomen bij zowel potentiële kandidaten als consumenten, stelt hij. ‘Employee advocacy gaat verder dan traditionele marketinginspanningen en biedt oprechte inzichten in de bedrijfscultuur en -waarden. Deze transparantie schept vertrouwen en bevordert een diepere band tussen de organisatie en haar stakeholders. Bovendien dient employee advocacy als een krachtig instrument voor interne afstemming en verbetering.’

Meer weten?

Zin gekregen om meer te weten te komen? Van 9 tot 11 oktober is Amsterdam opnieuw het decor voor de groots opgezette World Employer Branding Day. Met cases van onder meer McKinsey, Amazon, Coca-Cola, DHL Group, Merlin Entertainment, PwC en McCain. Met de promocode werf krijg je 100 euro korting per persoon.

World Employer Branding Day

Lees ook

6 verschillen tussen man en vrouw als het aankomt op sollicitatiegesprekken

Wat ooit een black box was, begint zich steeds meer open te stellen. Waar sollicitatiegesprekken voorheen vaak een wat ondoorgrondelijk moeras vormden, of een ‘modderpoel van desinformatie‘, ontstaat de laatste tijd steeds meer belangstelling voor wat er in deze interactie met kandidaten gebeurt. Mede door A.I. en enorm veel transcripties van gesprekken wordt veel interview intelligence rondom dit proces verzameld. In Nederland zijn bijvoorbeeld In2Dialog en Cammio hiermee bezig, in Amerika timmeren BrightHire en Pillar hard aan de weg. Wat levert dat zoal op? Onder meer deze 6 inzichten over de verschillen tussen man en vrouw:

#1. Vrouw krijgt meer vragen, en minder tijd

Als vrouwelijke kandidaat krijg je gemiddeld 20% meer vragen op je afgevuurd in een sollicitatiegesprek. Tegelijk krijg je dan 25% mínder tijd om die vragen te beantwoorden. Vooral bij mannelijke interviewers speelt dit sterk, aldus Pillar-CEO Mark Simpson, na analyse van meer dan 1.000.000 sollicitatiegesprekken. ‘Dit is een signaal dat mannelijke interviewers over het algemeen denken dat vrouwen meer tijd nodig hebben om hun waarde te bewijzen.’

#2. Vrouw moet zich meer bewijzen

Niet alleen krijgen vrouwen méér vragen, hen wordt ook vaker gevraagd naar hun sterkste punten (in 45% van de gesprekken tegenover 33% voor mannen), zwakheden (40% tegenover 31%) en mislukkingen (24% tegenover 18%). Daarnaast krijgen vrouwen vaker de vraag waarom de organisatie ze zou moeten aannemen (47% tegen 37%) en waarom ze de baan willen (46% tegen 35%).

Vrouwen krijgen vaker de vraag waarom de organisatie ze zou moeten aannemen en waarom ze de baan willen.

‘Hoewel deze vragen niet inherent negatief zijn, richten ze zich op het bewijzen van iemands waarde. Het feit dat mannen deze vragen minder vaak tegenkomen, suggereert dat sommige interviewers mannen als capabeler beschouwen’, aldus Simpson. ‘Door middel van gestructureerd interviewen, waarbij elke kandidaat een vergelijkbare reeks vragen krijgt, gericht op de vaardigheden die nodig zijn voor de functie, daalt de frequentie van vragen die iemands waarde aantonen met 42%.

#3. Vrouw vindt het lastiger om over loon te praten

De analyse van Pillar kijkt ook naar hoe bepaalde kandidaten reageren op verschillende onderwerpen die tijdens een sollicitatiegesprek te berde worden gebracht. Zo is bijvoorbeeld te zien of een kandidaat positief of negatief reageert. En daaruit blijkt dat met name bij vrouwen het ongemak toeneemt zodra het onderwerp ‘beloning’ ter sprake komt.

Bij vrouwen neemt het ongemak toe zodra het onderwerp ‘beloning’ ter sprake komt.

Het is nauwelijks een verrassing, het is al vaker uit onderzoek gebleken, maar vrouwen blijken hier dus echt aantoonbaar ongemak bij te ervaren, iets wat al vaker als een belangrijke verklaring voor de hardnekkige loonkloof is aangewezen. Om hier iets aan te doen raadt Simpson interviewers aan ‘de compensatiestructuur van uw bedrijf uit te leggen en te vertellen hoe deze overeenkomt met de industrienormen en het interne beleid. Moedig de kandidaat aan om vragen te stellen over het beloningspakket en ga grondig in op eventuele zorgen. Over het algemeen vereist dit onderwerp een doordachte en respectvolle benadering.’

#4. Mannen praten meer met elkaar (over sport)

Ook misschien geen bijster grote verrassing, maar het Pillar-onderzoek toont het in elk geval glashard aan: vrouwelijke kandidaten krijgen beduidend minder smalltalk en koetjes en kalfjes in hun sollicitatiegesprekken. Mannelijke interviewers en kandidaten zullen daarentegen vaker proberen op deze manier raakvlakken met elkaar te vinden over bijvoorbeeld sport. ‘Maar dit kan leiden tot vooroordelen over hoe leuk je iemand vindt (en hoe leuk hun antwoorden zijn)’, waarschuwt Simpson.

‘Over sport praten kan leiden tot vooroordelen.’

Mannen besteden 32% meer tijd aan smalltalk als ze andere mannen interviewen. In gesprekken met vrouwelijke kandidaten blijken zulke onderwerpen echter zelden aan bod te komen. ‘Hoewel een gesprekje over koetjes en kalfjes belangrijk is om een goede onderlinge verstandhouding op te bouwen, ontstaat er inconsistent interviewgedrag omdat interviewers zich niet op dezelfde manier gedragen bij gesprekken tussen mannen en vrouwen. Hier is een eenvoudige oplossing voor – beperk persoonlijke smalltalk’, aldus de Pillar-CEO.

#5. Kandidate heeft liefst vrouw als interviewer

Na een sollicitatiegesprekken geven vrouwelijke kandidaten aan een betere ervaring te hebben gehad als ze door een vrouw zijn geïnterviewd. Sentimentscores, die de ervaring van de kandidaat meten, zijn dan doorgaans 18% hoger dan bij mannelijke interviewers. Vrouwelijke interviewers blijken daarnaast vaker vragen te stellen over ‘zachte vaardigheden’, zoals teamwerk, communicatie en conflictoplossing. Deze vragen komen 24% vaker voor in gesprekken tussen vrouwen onderling dan bij gesprekken met mannelijke interviewers.

Soft skills komen 24% vaker voor in gesprekken tussen vrouwen onderling dan bij gesprekken met mannelijke interviewers.

‘Hoewel het voor alle kandidaten de voorkeur heeft om vrouwen vrouwen te laten interviewen en mannen mannen, raden we aan om een divers samengesteld team te gebruiken’, adviseert Simpson. ‘Een divers interviewpanel heeft veel minder kans op vooroordelen dan één persoon of een team van “gelijksoortige” mensen.’

#6. Vrouw houdt langer gesprek

Dit lijkt misschien ook een beetje een open deur, maar is ook zeker niet noodzakelijkerwijs slecht, zegt Simpson. Maar goed, als vrouwen andere vrouwen interviewen, duren de gesprekken dus gemiddeld 10 tot 15% langer dan als mannen het sollicitatiegesprek houden. Simpson: ‘Zolang de kandidaat maar genoeg tijd heeft om te schitteren is dit natuurlijk geen probleem.’

Gemiddeld zijn kandidaten slechts 62% van de tijd aan het woord, veel minder dan de ideaal geachte 75%.’

Eerder liet hij al zien dat het ideale sollicitatiegesprek (geen screeningsgesprek) tussen de 45 en 60 minuten duurt. Daarbij is het goed als de kandidaat 75% van die tijd aan het woord is, zegt hij. ‘Over het algemeen praten interviewers te veel. In alle interviews in Pillar zien we dat kandidaten slechts 62% van de tijd praten.’ Wat volgens hem dus onvoldoende tijd geeft voor een grondige beoordeling van de capaciteiten, vaardigheden en algemene geschiktheid van de kandidaat voor de functie. Alhoewel vrouwen daar dus wel gemiddeld iets meer tijd voor blijken te hebben dan mannen…

Meer weten?

Meer Talent Intelligence? Eind september praten we er volop over verder tijdens de tweede editie van de Global Talent Intelligence. Koop hier je tickets. Of neem contact op voor informatie over groepstickets.

GTIC

1 op de 3 vacatures zou al fake zijn: is het echt zo erg?

Het fenomeen bestond natuurlijk al langer. Maar de laatste tijd neemt het aantal berichten over fake job postings zó hard toe, dat je vrijwel over elke vacature die je online tegenkomt kunt gaan twijfelen. Volgens (Amerikaans) onderzoek van ResumeBuilder.com heeft maar liefst 4 op de 10 bedrijven dit jaar al een of meer vacatures online gezet, terwijl ze helemaal niet naar iemand op zoek zijn. Momenteel heeft zelfs 3 op de 10 organisatie zulke niet bestaande vacatures online staan. Een praktijk die (redelijk) acceptabel is, aldus (bijna) 70% van de ondervraagde hiring managers.

Veel bedrijven zetten fake vacatures om uit te stralen dat ze groeien.

De reden dat bedrijven dit doen? Simpel: het verzamelen van cv’s om die eventueel later te gebruiken is (met 59%) een belangrijke verklaring. Maar er zijn nog meer verklaringen. De meest genoemde redenen zijn bijvoorbeeld ‘open lijken voor talent’ (67%), groei van de onderneming uitstralen (66%), aan je zittende medewerkers uitstralen dat hun werkdruk binnenkort verlicht zal worden (63%) en – misschien nog wel het ergst: uitstralen naar je medewerkers dat ze vervangbaar zijn, zodat ze harder gaan werken (62%).

‘Zorgwekkend’

‘Zorgwekkend’, noemt Stacie Haller (van ResumeBuilder) de trend, zeker omdat de fake vacatures vaak direct afkomstig zijn van HR-afdelingen. ‘De entiteit die juist verantwoordelijk is voor het uitdragen van een accuraat beeld van de organisatie. De HR-afdeling is misschien wel de laatste plek waarvan je wil dat ze fake informatie delen.’ Sollicitanten krijgen overigens wel relatief vaak een bevestiging van en een reactie op hun sollicitatie, zo blijkt. Oók als het om vacatures gaat die feitelijk helemaal niet bestaan. Sterker nog: vaak leidt het zelfs tot échte sollicitatiegesprekken, zo blijkt.

‘De HR-afdeling is misschien wel de laatste plek waarvan je wil dat ze fake informatie delen.’

De vele fake vacatures lijken het beeld te bevestigen van een kantelende arbeidsmarkt, en de ervaringen die veel werkzoekenden hier momenteel in hebben. Haller ziet er ook een andere trend in. Voorheen waren het vooral bureaus die ervan beticht werden nepvacatures te plaatsen om zo kandidaten binnen te hengelen die ze eventueel later ergens zouden kunnen plaatsen. Die ontwikkeling is volgens haar nu overgeslagen naar grote corporates. Geen goed teken, zegt ze. ‘Veel van die bedrijven rapporteren nu een hogere productiviteit. Maar ik denk dan: hebben ze niet alleen de angst in de organisatie verhoogd?’

Op LinkedIn of de eigen site

Volgens het onderzoek staan 7 van de 10 nepvacatures óf op LinkedIn, óf op de eigen werkenbij-site (of allebei). Ook Indeed, ZipRecruiter en Glassdoor zouden echter volop fake job postings bevatten. Haller raadt kandidaten aan in elk geval altijd de datum van een vacature te checken. ‘Als hij ouder dan 5 maanden is, kun je ervan uitgaan dat hij nep is.’ Ook is het volgens haar aan te raden altijd de werkenbij-site van de organisatie te checken en de hiring manager te bellen (of te mailen) voordat je solliciteert. Dit helpt overigens ook bij het herkennen van bijvoorbeeld phishing-vacatures, een ander fenomeen dat wereldwijd sterk lijkt toe te nemen.

‘Als hij ouder dan 5 maanden is, kun je ervan uitgaan dat de vacature nep is.’

De vele fake vacatures ondermijnen het vertrouwen in de arbeidsmarkt, aldus Haller. Het gaat ook in tegen de gebruiksregels van LinkedIn en andere jobboards. ‘Het is op geen enkele manier een goede aanpak’, stelt ze daarom. ‘Geen enkel onderdeel hiervan is acceptabel. Het woord fake verdient gewoon nergens een plaats in het sollicitatieproces.’ Nou ja, daar komt ze overigens ook wel een beetje op terug. Want uit het onderzoek blijkt dat de nepvacatures niet alleen soms toch tot een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek leiden, maar zelfs soms tot een échte baan. Die er daarvoor dus eigenlijk niet was.

Markt daalt 5%

Het onderzoek naar de vele fake vacatures komt niet lang na onderzoek van Staffing Industry Analists, waaruit blijkt dat de wereldwijde markt voor jobboards afgelopen jaar 5% gedaald is, tot een totaal van 34,4 miljard dollar (32 miljard euro). Dat was de eerste daling sinds 2015, het jaar dat SIA begon met deze rapportage. Ten opzichte van dat jaar was de omzetgroei van de jobboards overigens nog wel 151%. Ter vergelijking: in dezelfde tijd groeide de totale staffing industry ‘slechts’ met 31%.

fake vacatures

Het onderzoek van ResumeBuilder is trouwens zeker niet het enige dat de trend van de fake vacatures opmerkt. Eerder constateerde Revelio Labs het ook, aan de hand van het sterk dalende aantal hires per vacature dat zij meten. De nepvacatures zijn soms gewoon ‘vergeten’ te verwijderen van jobboards nadat ze zijn vervuld, stellen de onderzoekers nog netjes bij de BBC. Maar volgens hen duiden ze ook op een andere ontwikkeling: omdat een vacature zo online staat, is het faken ervan ook zo gedaan. En dat trekt natuurlijk weer mooi de aandacht.

Het Britse StandOut CV vermoedt dat ruim een derde van alle online te vinden vacatures fake is.

Het New Yorkse Clarify Capital meldde na onderzoek onder 1.000 hiring managers dat ruim 7 op de 10 vacatures meer dan 30 dagen openstaat, en ruim 10% zelfs meer dan een half jaar. De helft van de respondenten zeggen dat ze vacatures zelfs continu open laten staan, ‘omdat ze altijd openstaan voor nieuw talent’, terwijl ruim 1 op de 3 zegt dit te doen om een actieve talentpool op te bouwen, voor het geval iemand vertrekt. Volgens het Amerikaanse Resume Genius is zelfs 1,7 miljoen van de huidige Amerikaanse vacatures fake, terwijl het Britse StandOut CV het houdt op ruim een derde van alle online te vinden vacatures.

Meer weten?

Ben Zweig (Revelio Labs) spreekt eind september op de Global Talent Intelligence. Koop hier je tickets. Of neem contact op voor informatie over groepstickets.

GTIC

Lees ook

Nooit meer iemand afwijzen! (En zo kun je dat regelen)

Of het nu een ministerie is, een (academisch) ziekenhuis, of een ICT-consultancy-gigant: een van de grootste uitdagingen waarmee ze allemaal te maken hebben is dat ze in het ene deel van de organisatie zeer schaars en goed talent afwijzen, terwijl in een ander deel ze ‘moord en brand’ schreeuwen om deze personen. Alle goede bedoelingen en systemen (inclusief skills-matching) ten spijt, worden nog altijd veel te veel mensen afgewezen die eenvoudig en direct plaatsbaar waren op een andere openstaande vacature.

Als de kandidaat niet past op de vacature waarop gereageerd is, kan het systeem geen alternatieven bieden.

De kandidaat die wordt afgewezen op de ene vacature, wordt in zijn (/haar) gevoel afgewezen door de hele organisatie. In de meeste gevallen is hij of zij voor altijd voor de organisatie verloren. Hoe stom het ook klinkt, zelfs het meest geavanceerde ATS biedt maar weinig soelaas voor dit probleem. De structuur van het systeem is nu eenmaal lineair ingericht: de vacature (en de hiring manager) staan centraal, niet het matchen van de kandidaat. Anders gezegd, als de kandidaat niet past op de vacature waarop gereageerd is, kan het systeem geen alternatieven bieden.

De oplossing is eenvoudig

Een recruiter zou in het ideale geval wel zulke alternatieven kunnen aanreiken, maar met zijn/haar workload en beperkte actuele overzicht van openstaande vacatures in de organisatie (soms honderden) kan hij of zij daar zelden goed op inspelen. Nog los van de hoge doorlooptijd van recruiters zelf en hun beperkte kennis van de organisatie en de verschillende functies daarbinnen. Ook liggen de KPI’s van recruiters veelal op eigen vacatures en niet op die van anderen binnen de organisatie. Laat staan bij een afdeling of vestiging elders in het land.

Beleg het afwijzen exclusief bij iemand die wel een totaaloverzicht heeft op alle vacatures.

Ik begrijp derhalve zeer goed waarom deze synergie tussen kandidaat en andere functies dan de vacature maar moeilijk tot stand komt. Maar de oplossing is eenvoudig. Verbied recruiters gewoon om nog langer af te wijzen, en zeker in bedrijfskritische disciplines. Denk: monteurs, zorgmedewerkers, developers. Het afwijzen wordt belegd bij iemand die wel een totaaloverzicht heeft op alle vacatures of met technologie kan werken waarop deze sollicitanten die je niet wilt aannemen, toch kunt matchen met andere openstaande vacatures.

Uit de silo’s!

Alliander werkt min of meer volgens deze systematiek. Zij nemen geen mensen aan op een vacature bij een business unit, maar op een meer generieke functie of rol. Voordat ze iemand met unieke en schaarse skills afwijzen, heeft iemand in het recruitmentteam de verantwoordelijkheid om er zeker van te zijn dat ze niet elders in de organisatie deze persoon nu of op de korte termijn zoeken. Zo gaan ze onnodig talentverlies tegen. En mocht iemand echt niet passen, maar wel uit het juiste hout gesneden zijn, dan delen ze deze met andere bedrijven via het Arbeidsmatchplatform. Andere organisaties doen dit via The Talentpoolcommunity.

Dat houdt dus in dat je als recruiter op sommige rollen niet meer mag afwijzen.

Wil je het maximale rendement halen uit je wervingsinspanningen? En ben je een grote(re) organisatie die meer dan gemiddeld werkt in silo’s, regio’s, vestigingen, afdelingen of business units? Dan moet je het afwijzen van kandidaten die reageren op schaarse en bedrijfskritische profielen altijd centraal organiseren. Dat houdt dus in dat je als recruiter op sommige rollen niet meer mag afwijzen. Totdat technologie hierbij kan helpen en de KPI’s van recruiters hierop worden aangepast, is dit de meest logische oplossing. Overigens legt het bedrijven die dit doen geen windeieren. Het is een productiviteitsaanjager, fantastisch voor je employer brand en vervult vooral de meest moeilijk invulbare vacatures. En het is net zo simpel als hier omschreven….

Lees ook

2x: Wat Recruitment Marketing Automation voor je merk kan doen

De toekomst van recruitment is aan Recruitment Marketing Automation, hoor je tegenwoordig vaak. Maar wat betekent dat eigenlijk? Hoe pakt dat uit in de praktijk? En wat komt er allemaal bij kijken? Dat wordt duidelijk op 4 juli, tijdens het allereerste RMA Trends Event. Als voorproefje geven Kenter en VolkerWessels alvast een kijkje in hún RMA-keuken…

#1. Kenter: Verleiden met RMA engines

Op zijn zachtst gezegd was het nogal een flinke uitdaging waarvoor Simone van Essen zich gesteld zag. Als kersvers CHRO van Kenter, dienstverlener in energievoorzieningen en -data uit Duiven, met zo’n 500 medewerkers, moest ze in no time een werkgeversmerk vanaf de grond opbouwen én dat naar de markt brengen. De rol van Recruitment Marketing Automation (RMA) bleek daarbij onmisbaar. ‘We verleiden onze doelgroepen met specifieke content.’

‘In een steeds krappere arbeidsmarkt zagen we ons geconfronteerd met een toename van 550 naar 1.600 vacatures per jaar.’

Centraal in haar aanpak staat een duidelijke doelgroepbenadering. ‘Dat heb ik tot 2022 al binnen Alliander vergaand doorgevoerd, toen ik daar nog Head of Talent Acquisition was. In een steeds krappere arbeidsmarkt zagen we ons daar op een gegeven moment geconfronteerd met een toename van 550 naar 1.600 vacatures op jaarbasis. Toen heb ik recruitment heel anders ingericht. We zijn ons veel meer gaan verplaatsen in én ons gaan organiseren rondom onze doelgroepen. Wie zijn ze, wat vinden ze leuk in hun werk, waar bevinden ze zich?’

Wat maakt het leuk en interessant?

Deze manier van werken heeft Van Essen meegenomen naar Kenter. Per kritische doelgroep is ze eerst intern, dus bij de eigen medewerkers, gaan onderzoeken wat het aantrekkelijk maakt om bij het bedrijf te werken. ‘Daaruit kwamen interessante dingen. Zo hebben monteurs in hun functie bij andere organisaties steeds meer te maken met toezichthoudende werkzaamheden, terwijl ze bij ons juist het monteren en assembleren zo leuk vinden om te doen. Ook kunnen ze bij ons deels hun eigen werkzaamheden plannen. Dat wat de functie leuk en interessant maakt, willen we binnen Kenter dus juist behouden!’

Recruitment Marketing Automation is tegenwoordig een term die je te pas en te onpas hoort. Maar wat kan het precies doen voor je merk? Deze 2 grote organisaties laten het zien aan de hand van een kijkje in hun RMA-keuken...

‘We zijn ons veel meer gaan verplaatsen in én ons gaan organiseren rondom onze doelgroepen.’

Al die input is ten slotte vertaald naar een EVP, een employer value proposition. ‘Die laat zien wat ons onderscheidt als organisatie. Een voorbeeld is de aandacht die we hebben voor de persoonlijke omstandigheden van onze mensen. Bijvoorbeeld iemand heeft jonge kinderen thuis en omstandigheden maken het niet mogelijk om in een bepaalde periode wacht- en storingsdienst te draaien in de avonden en weekenden. Dan is er altijd wel iemand die diegene tijdelijk kan vervangen. Onder meer deze persoonlijke aandacht en de ruimte om zelf invulling aan je rol te geven maakt het voor onze medewerkers aantrekkelijk om bij ons te werken.’

RMA als toverwoord

Een mooi uitgewerkt werkgeversmerk is één, dat bekendmaken aan de markt is minstens zo belangrijk. In die fase zit Kenter nu. Toverwoord(en) daarbij: Recruitment Marketing Automation. ‘Profielen maken, specifieke content ontwikkelen voor latent werkzoekenden, en die voortdurend monitoren en aanscherpen en verbeteren.’ Concreet draait nu de eerste ‘RMA engine’ en staat de volgende in de startblokken. ‘Voor de meetspecialisten/monteurs druppelen de eerste warme kandidaten zelfs al binnen. Het vernieuwende van de aanpak die we kiezen met UP is dat ze bij voorbaat een garantie geven op een bepaald aantal gesprekken met kandidaten.’

Recruitment Marketing Automation is tegenwoordig een term die je te pas en te onpas hoort. Maar wat kan het precies doen voor je merk? Deze 2 grote organisaties laten het zien aan de hand van een kijkje in hun RMA-keuken...

‘Met LinkedIn alleen redden wij het echt niet.’

‘Met LinkedIn alleen redden wij het echt niet’, aldus Van Essen. ‘Simpelweg omdat onze meetspecialisten/monteurs niet of nauwelijks op LinkedIn zitten. Met RMA benader je je doelgroepen volledig op maat. Je kent ze, weet wie ze zijn en waar ze zijn, en je verleidt ze langzaam maar zeker met specifieke content. Om een voorbeeld te geven: meetspecialisten/monteurs vinden het spelen van technische spelletjes leuk. Dat hebben we dan ook in de contentaanpak opgenomen.’ Zo werkt het bedrijf continu aan verbetering, en betrekt daar ook vaak eigen medewerkers bij. ‘Samen leren we, samen worden we beter’, aldus Van Essen.

#2. VolkerWessels: Erkende Toekomstmakers

Hoe bouw je een sterk employer brand voor een groot Nederlands bouwconcern met meer dan 130 bedrijven en 17.000 medewerkers? Door consistent je unieke verhaal te vertellen, met de inzet van recruitment marketing automation, zegt Odile Elshout, directeur Marketing & Communicatie bij VolkerWessels. Dat gezamenlijke verhaal heeft bij het bouwconcern de naam ‘De Toekomstmakers’ meegekregen. ‘Dit verhaal heeft tijd nodig gehad om te ontwikkelen, maar nu wordt het breed gedragen en erkend binnen de organisatie.’

‘Dit verhaal heeft tijd nodig gehad om te ontwikkelen, maar nu wordt het breed gedragen.’

Het merkverhaal richt zich op 3 belangrijke doelen, legt Elshout uit. ‘Bekend worden bij het Nederlandse publiek, trots creëren bij huidige medewerkers en nieuwe medewerkers aantrekken. Hierbij gaat het veelal om schaarse doelgroepen die we willen bereiken op mbo-, hbo- en universitair niveau, zoals bouwkundigen, engineers, IT- en finance-professionals.’ VolkerWessels hanteert hierbij een én/én-strategie, waarbij zowel de kleinere regionale bedrijven als de grotere landelijke bedrijven hun eigen marktbenadering hebben. Die decentrale structuur zorgt voor behoud van ondernemerschap binnen de bedrijven, aldus Elshout. ‘Het werkt stimulerend omdat de verantwoordelijke directeuren hun verhaal zelf heel goed kunnen vertellen.’

Sponsoring en lappendeken

Sinds 3 jaar investeert VolkerWessels veel in sponsoring om de naamsbekendheid te vergroten. Dit gebeurt onder de naam VolkerWessels, wat niet alleen mensen aantrekt om bij het bedrijf te komen werken, maar ook de onderliggende bedrijven meer instroom en bekendheid geeft. Een uniforme huisstijl en één beeldmerk zijn hierbij cruciaal. ‘Voorheen was er sprake van een lappendeken van verschillende bedrijven met ieder hun eigen historische waarde, maar ook eigen huisstijlen. Rebranding was noodzakelijk om de onderlinge verbondenheid te versterken en beter herkenbaar te worden’, legt Elshout uit.

Daarbij kwam ook één centraal platform: werkenbijvolkerwessels, waar alle vacatures te vinden zijn. Deze site wordt ondersteund door gerichte sponsoring en activiteiten met specifieke doelgroepen, zoals studieverenigingen en mbo-scholen. ‘Het is belangrijk een centraal punt te hebben waar alle vacatures samenkomen. Dit vergroot de zichtbaarheid en maakt het eenvoudiger voor potentiële kandidaten om te solliciteren’, zegt Elshout. ‘Een centraal platform draagt ook bij aan de inzet van RMA. Door alle data op een platform te verzamelen, kunnen we de kandidaat echt centraal zetten in de candidate journey in plaats van de vacature.’

Merkvoorkeur opbouwen

‘De Toekomstmakers’ gaat erom continu het verhaal van VolkerWessels te vertellen en te laten zien waar het bedrijf voor staat, aldus Elshout. ‘Mensen zijn niet continu op zoek naar werk, maar door consistent de verhalen te delen, bouw je wel merkvoorkeur op.’ Dit betekent dat VolkerWessels niet alleen inzet op vacatures, maar juist op het delen van de projecten waarmee zij bezig zijn waarin de combinatie met de bedrijfscultuur samen komt. Recruitment marketing automation speelt hierin een cruciale rol. ‘Met meer dan 700 vacatures per jaar, is het belangrijk om kandidaten gericht te benaderen en het proces te automatiseren.’

‘Elke doelgroep heeft een eigen benadering nodig, en RMA helpt ons daarbij. Zo zorgen we dat talent ons op eigen kracht weet te vinden.’

Juist de decentrale structuur van VolkerWessels (zonder één groot centraal recruitmentteam) maakt dit belangrijk, zegt Elshout. ‘RMA helpt ons efficiënt te werken en de juiste kandidaten te bereiken. Het zorgt ervoor dat we merkvoorkeur opbouwen voordat de kandidaat zelf een nieuwe baan zoekt. Door het gedrag te volgen en te combineren met vakinhoud die passend is bij de persoon, benaderen we bijvoorbeeld bouwkundigen in de Randstad anders dan wegenbouwers in noord-Nederland. Elke doelgroep heeft een eigen benadering nodig, en RMA helpt ons daarbij. Zo zorgen we ervoor dat talent ons op eigen kracht weet te vinden.’

Recruitment Marketing Automation is tegenwoordig een term die je te pas en te onpas hoort. Maar wat kan het precies doen voor je merk? Deze 2 grote organisaties laten het zien aan de hand van een kijkje in hun RMA-keuken...

Meer weten?

Wil je meer weten over hoe je sterke employer brand inzet om aansluiting te vinden met de juiste kandidaten? Kom dan donderdag 4 juli naar het RMA Trends Event in het Zalmhuis in Rotterdam. Samen met inspirerende keynotes van onder meer Ahold, NS, VolkerWessels en Kenter leer je dan alles over bijna 10 jaar RMA. Generatie Z, A.I. en platformtechnologie; het komt ook allemaal voorbij. Ben jij klaar voor de toekomst van recruitment? Meer informatie:

RMA Trends