Jongeren hebben steeds minder te kiezen: aantal vacatures daalt in 2 jaar tijd met een kwart

Verhalen erover hoorde je al langer veel in de markt: voor recent afgestudeerden staat bepaald geen gespreid bedje meer klaar. Maar nu blijkt het ook officieel uit de cijfers van Indeed: ook in Nederland neemt het aantal vacatures voor starters en junioren op de arbeidsmarkt zienderogen af. Ten opzichte van vorig jaar ligt het aantal vacatures voor deze groep zo’n 11% lager, ten opzichte van 2 jaar geleden zelfs 24%. Opvallend: aan de andere kant groeit de vraag naar ervaren personeel juist door, afgelopen jaar zelfs met zo’n 6%. Maar de vraag is natuurlijk: hoe kun je straks nog ervaren mensen krijgen, als niemand meer ervaring kan opdoen?

Door junioren geen kans te geven, zijn er later minder gekwalificeerde senioren.

Die vraag houdt ook Indeed bezig. Door junioren geen kans te geven, zijn er later minder gekwalificeerde senioren. Op termijn ook voor bedrijven een groot risico. stelt Stan Snijders, managing director Benelux. ‘In een krappe arbeidsmarkt telt elk talent. Het is voor werkgevers waardevol om niet alleen ervaring mee te wegen, maar ook het potentieel en de vaardigheden van starters te zien. Jong talent kan nieuwe inzichten en frisse perspectieven brengen die organisaties helpen zich verder te ontwikkelen. Door generaties te combineren, ontstaat een werkvloer die zowel divers als toekomstgericht is.’

Nadruk op skills

Het traditionele bedrijfsmodel van de ‘personeelspiramide’, een brede basis van jong talent dat doorgroeit naar de top, wordt in rap tempo vervangen door een ‘diamantvorm’ met vooral ervaren krachten aan de top, constateert Indeed. Juist in sectoren als de juridische dienstverlening (-41%), administratie (-31%) en marketing (-30%) blijkt de vraag naar juniors het hardst af te nemen. Mogelijk speelt A.I. hierbij een rol, aldus de onderzoekers. Uit aanvullend onderzoek onder honderden werkgevers blijkt namelijk dat bijna 40% van hen verwacht dat A.I. invloed zal hebben op de positie van werkzoekenden die startend zijn.

Bijna 40% van de werkgevers verwacht dat A.I. invloed heeft op de positie van startende werkzoekenden.

Om jonge werkzoekenden te helpen, adviseert Snijders dat zij wellicht voordeel kunnen behalen door tijdens sollicitatiegesprekken de nadruk te leggen op hun vaardigheden, leervermogen en motivatie. Daarmee zouden ze zich kunnen onderscheiden van de meer ervaren werk(zoek)enden.

CBS-cijfers

De vacaturetrend van Indeed sluit aan bij recent gepubliceerde cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat het aantal jongeren met een startkwalificatie vaker werkloos is en er geen toename meer is van jongeren met betaald werk. Ook uit andere landen komen steeds meer geluiden over de toenemende moeite die het jongeren kost om in de huidige arbeidsmarkt aan een baan te komen. Zo stijgt de jeugdwerkloosheid op dit moment zeer snel in het Verenigd Koninkrijk, en ligt het in de VS al boven de 10% (volgens de officiële cijfers). In China, waar het boven de 14% is, schijnen jongeren zelfs al te willen betalen om te pretenderen een baan te hebben.

Het is te simpel om het alleen aan A.I. te wijten, stelt het WEF.

Vorig jaar kende het VK zo’n 17.000 entry level functies, waarvoor 1,2 miljoen afgestudeerden in de rij stonden, ruim 70 per vacature. Het World Economic Forum ziet het toenemende probleem ook, maar stelt dat het te simpel is om het alleen aan de opkomst van A.I. te wijten. Volgens hen spelen ook de conjunctuur, stagnerende sociale mobiliteit en een toenemende mismatch tussen skills en de vraag op de arbeidsmarkt een rol, dit alles tegen een achtergrond van economische onzekerheid en toenemende geopolitieke spanningen.

Onzekerheid troef

In Europa gaat het dan ook niet zozeer om die groeiende werkloosheid alleen, maar vooral om groeiende onzekerheid. Waar bijvoorbeeld de jeugdwerkloosheid in Spanje weliswaar is gedaald van 40% naar 27%, zijn contracten wel korter geworden en stagneren de lonen. Vergelijkbare patronen van ‘snel erin, snel eruit’ op de arbeidsmarkt doen zich voor in landen als Frankrijk en Duitsland, waar jonge werknemers vaak in tijdelijke banen in de horeca, detailhandel en technologiesector terechtkomen, constateert het WEF, dat tegelijkertijd ook een sterke comeback ziet van stages en vakopleidingen.

Lees ook

 

Ook op de arbeidsmarkt komen vrouwen nog altijd van Venus, en mannen van Mars

Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus. De ruim 30 jaar oude klassieker van John Gray over de verschillen in communicatiestijlen houdt nog steeds de gemoederen bezig. Ook op de arbeidsmarkt blijken veel verschillen tussen man en vrouw hardnekkig. Soms onbewust, soms institutioneel bepaald, en juist daarom vaak moeilijk te veranderen, blijkt uit het nieuwe rapport De Nederlandse arbeidsmarkt als werkplek voor mannen én vrouwen van Intelligence Group, waarin de mismatch tussen oude structuren en de nieuwe werkelijkheid wordt blootgelegd, en tegelijk oplossingen worden gepresenteerd.

‘De oplossingen zijn er. Het vraagt alleen de moed de huidige norm ter discussie te stellen.’

Het kostwinnersmodel uit de vorige eeuw is nog altijd de basis van veel van die structuren, zo blijkt. Zoals de standaard werkdag, die nog steeds tot 5 uur ’s middags duurt, terwijl scholen midden op de dag dichtgaan. Of de hardnekkige veronderstelling dat deeltijdwerkers minder ambitieus of minder waardevol zouden zijn. ‘Dat vraagt om herziening’, aldus Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp, samen met Maike van Eldert auteur van het rapport, waarvoor ook tal van succesvolle vrouwen zijn geïnterviewd. ‘De oplossingen zijn er’, stellen beiden. ‘Het vraagt alleen de moed om de huidige norm ter discussie te stellen.’

Verschillende werkkleding

Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt zou het helpen als ook de grote structuren van de arbeidsmarkt meer inclusief worden, stelt het rapport. Door als organisaties bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan comfort en (mentale) gezondheid. Of door werkkleding en uitrusting aan te bieden die aansluiten op verschillende lichaamstypen, en ruimte te bieden voor maatwerk in werktijden en roosters. ‘Een beleid dat door een genderbewuste bril wordt bekeken, sluit beter aan bij de werkelijkheid’, zo luidt 1 van de 20 aanbevelingen niet voor niets.

Het rapport komt op een precair moment. Volgend jaar juni treedt de Europese Richtlijn Loontransparantie ook in Nederland in werking (al heeft onze dubbel demissionaire regering wetgeving hierover opnieuw uitgesteld, nu tot begin 2027, en zien ook nu werkgevers weer eens allerlei beren op de weg). Tegelijkertijd blijkt Nederland nog altijd een van de hoogste child penalties te hebben, oftewel: een daling in het inkomen van vrouwen die moeder worden. Ook zijn het nog meestal moeders die geacht worden zelf oplossingen te vinden voor de combinatie van werk en zorg, terwijl de onderliggende systemen slecht op elkaar aansluiten.

babyboete

Parttime werken

Die onderliggende en hardnekkige structuur zie je ook duidelijk terug in de regelmatige onderzoeken van Intelligence Group op de arbeidsmarkt. Kijk je bijvoorbeeld naar de pullfactoren om mensen aan te trekken, dan valt op dat vrouwen meer belang hechten aan werksfeer (48% versus 40% bij de mannen), dichtbij huis kunnen werken (35% versus 24%), acceptabele werkdruk (25% versus 22%) en de mogelijkheid om parttime te werken (23% versus 8%).

Een auto van de zaak? Dat hoeft van de meeste vrouwen dan weer niet zo nodig…

Qua gewenste arbeidsvoorwaarden wijken vrouwen dan weer positief af van mannen qua flexibele werktijden (48% versus 42%), de mogelijkheid om thuis te werken (36% versus 31%), en goede parkeergelegenheid bij het werk (13% versus 10%). Een auto van de zaak? Dat hoeft van de meeste vrouwen dan weer niet zo nodig (5% versus 15% bij de mannen).

Veeleisender qua sollicitaties

Opvallend: vrouwen lijken daarentegen wel weer een stuk veeleisender in de sollicitatieprocedure. Een korte doorlooptijd is voor 46% van belang (tegen 40% van de mannen), persoonlijke feedback voor 43% (en 38% van de mannen). Eenvoudig online een sollicitatie kunnen indienen? Waar 36% van de vrouwen er belang aan zegt te hechten, is dit onder mannen maar 29%. En ook een gegronde reden krijgen voor een eventuele afwijzing weegt voor vrouwen gemiddeld zwaarder (32% versus 29%). Maar zich gediscrimineerd voelen op het werk? Dat geldt gemiddeld genomen voor vrouwen net zo min als voor mannen (beide 66%).

Een korte doorlooptijd is voor 46% van de vrouwen van belang (tegen 40% van de mannen).

Verder opvallend: vrouwen rekenen in een sollicitatieprocedure ook op aanzienlijk minder interviews (gemiddeld 3,30 versus 3,47 bij de mannen), en ze gaan er ook vanuit dat een procedure flink minder lang duurt (gemiddeld 2,22 weken versus 2,35 voor mannen). Het geeft andermaal aan: het wordt tijd om meer rekening te houden met de verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Of, zoals generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan het in het onderzoeksrapport stelt: ‘Bij elke beslissing die we nemen, van uitrusting tot werktijden tot procedures, moeten we de vraag stellen: werkt dit voor iedereen?’

Meer weten?

Bestel hier het hele rapport over mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt:

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Lees ook

Verrassend: nergens worden zoveel extra vacatures verwacht als hier

Dit jaar mogen we misschien een dipje in de arbeidsmarkt hebben beleefd, met (iets) meer werklozen en (iets) minder vacatures. Maar als we de Employment Outlook Survey (MEOS) van ManpowerGroup mogen geloven, is dat binnenkort weer verleden tijd, en keert de krapte gewoon weer terug. In de nieuwste editie van dit onderzoek zegt maar liefst 36% van de ondervraagde werkgevers in Nederland in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar meer personeel aan te willen nemen. Daarmee heeft Nederland de hoogste werkgelegenheidsverwachting van Europa.

Met name in de bouw worden veel vacatures verwacht.

In het laatste kwartaal van dit jaar was dit nog maar 28%, en begin dit jaar 30%, dus de positieve verwachting lijkt daadwerkelijk in de lift te zitten. En het gaat om werkgevers in vrijwel alle sectoren, aldus het onderzoek. Zo verwacht meer dan de helft van de werkgevers in de bouw- en vastgoedsector (56%) meer krachten te gaan werven (een stijging van 25 procentpunten ten opzichte van het vorige kwartaal). Maar ook bij de publieke sector (inclusief gezondheid en sociale diensten) is het optimisme groot: 42% verwacht extra vacatures (een plus van 14 procentpunt).

Up- en reskilling 

De sterke vooruitzichten voor Nederland komen volgens Andre Secrest, Algemeen Directeur bij ManpowerGroup Nederland, voort uit ‘een veerkrachtige economie’. Veel organisaties ervaren nog steeds uitdagingen bij het vinden van specifieke vaardigheden, ziet hij. Vooral engineering-profielen blijken nog altijd zeer moeilijk te vervullen (28%), gevolgd door A.I.-model- en applicatieontwikkeling (19%) en traditionele IT- en datavaardigheden (17%). Om tekorten op te vangen, investeert 36% van de organisaties in up- en reskilling van medewerkers. Verder zegt 1 op de 5 organisaties meer tijdelijke of flexibele krachten in te zetten.

‘Dit vraagt om een strategie waarin behoud net zo belangrijk is als werving.’

‘Ondanks een lichte afname van de algehele krapte, blijft de spanning in specifieke sectoren en voor veelgevraagde skills toenemen’, aldus Secrest. ‘Dit vraagt om een personeelsstrategie waarin behoud van talent net zo belangrijk is als werving. De nieuwe generatie werknemers hecht bovendien meer waarde aan flexibiliteit, werkplezier, ontwikkeling en een werkgever die in hen investeert. Vooruitkijken is daarom belangrijk. Werkgevers die investeren in opleidingsmogelijkheden, een evenwichtige werkdruk en een cultuur waarin medewerkers perspectief ervaren, bouwen aan een sterk fundament.’

Structurele krapte?

Want de krapte, die is dus voorlopig nog niet weg, zo stelde eerder ook al iemand als econoom Mathijs Bouman. Al nuanceert CPB-directeur Pieter Hasekamp de signalen over structurele krapte ook wel weer. ‘De arbeidsmarkt past zich in de praktijk altijd aan’, stelt hij, waarbij hij constateer dat de werkgelegenheid deze eeuw groeide met ruim 2 miljoen mensen, een stijging van 25%. De netto participatiegraad (het aandeel mensen tussen de 15 en 75 jaar met betaald werk) bedraagt nu 73%, ongeveer de hoogste van alle ontwikkelde landen. De nu oplopende werkloosheid ‘laat vooral zien hoe bijzonder de afgelopen 5 jaar geweest zijn’, zegt hij.

‘Laten we eindelijk eens werk maken van een leven lang ontwikkelen.’

Ja, minder migratie en meer vergrijzing kunnen uiteindelijk leiden tot minder aanbod op je vacatures, dat ziet Hasekamp ook. Maar de arbeidsmarkt is ook een markt, stelt hij. En dus: ‘arbeidsaanbod en arbeidsvraag beïnvloeden elkaar, en loongroei fungeert als aanpassingsmechanisme’. Zijn conclusie is dan ook: geruchten over structurele arbeidsmarktkrapte lijken ‘sterk overdreven’. Al pleit hij er ook wel voor meer in te zetten op technologie, duurzame inzetbaarheid, en (her)scholing. ‘Met een leven lang ontwikkelen kunnen mensen zich de vaardigheden eigen maken die in de toekomst nodig zijn. Laten we daar eindelijk eens werk van maken.’

Lees ook

Werkzoekende bereid tot concessies, meeloopdag of rondleiding wel zeer gewild

Hoewel de arbeidsmarkt iets minder krap wordt, blijft het voor werkgevers moeilijk om personeel te vinden. Daarom heeft UWV recent aan ruim 4.200 werkzoekenden (met én zonder WW-uitkering) gevraagd hoe zij naar werk zoeken, wat ze belangrijk vinden en of ze denken dat persoonlijke kenmerken een negatieve invloed hebben op hun kansen op een nieuwe baan. Daaruit blijkt bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor een meeloopdag om de wervende organisatie alvast een beetje te leren kennen.

‘Een positieve bedrijfscultuur blijkt voor veel werkzoekenden minstens zo belangrijk als salaris.’

Meer dan een derde van de ondervraagden zegt bijvoorbeeld graag eerst kennis te maken via een meeloopdag, open dag of informeel gesprek. Ook een workshop of training, of een webinar of infosessie zijn populair. Slechts 13% van de mensen met een WW-uitkering zegt dat ze géén behoefte hebben aan laagdrempelig kennismaken, voor overige werkzoekenden is dit aandeel met 7% nog lager.

Een grote kans voor werkgevers die personeel zoeken, aldus Jeroen de Quillettes, arbeidsmarktadviseur bij UWV. ‘Werkzoekenden geven aan dat deze vormen helpen om de sfeer te proeven. Dat is belangrijk, want een positieve bedrijfscultuur is voor veel werkzoekenden minstens zo belangrijk als salaris, blijkt uit dit onderzoek.’ Volgens het UWV is het voor werkgevers dan ook van belang om laagdrempelig kennismaken in te zetten of zelfs standaard op te nemen als onderdeel in het sollicitatieproces. ‘Deze kennismakingsmomenten kunnen de drempel voor werkzoekenden verlagen om te solliciteren en meer kandidaten opleveren.’

Te lange reistijd

Een negatieve bedrijfscultuur, te lange reistijd en een salaris onder een bepaald minimum blijken voor werkzoekenden de meest genoemde redenen om een aangeboden baan uiteindelijk toch niet te accepteren. Met name werkzoekenden met een WW-uitkering zeggen werksfeer zelfs net zo belangrijk te vinden als het geboden salaris. De Quillettes: ‘Dat is een sterke indicatie dat ze, naast een stabiel inkomen, ook voldoening zoeken in sociale behoeften. Daarnaast kan een slechte sfeer leiden tot nieuwe uitval. Ze lijken dus te zoeken naar een duurzame basis.’

Voor werkzoekenden met een WW-uitkering is sfeer net zo belangrijk als salaris.’

Opvallend in het onderzoek is dat werkzoekenden vaak bereid lijken op veel fronten water bij de wijn te doen om de kans op een baan te vergroten. De Quillettes: ‘Denk aan het volgen van scholing naast de nieuwe baan, een baan aannemen zonder zicht op vast werk of een functie die niet aansluit bij werkervaring. Waarbij de werkzoekenden met een WW-uitkering nog vaker aangeven dat ze bereid zijn om concessies te doen dan overige werkzoekenden.’ Zelfs verhuizen voor een baan? Nee, dat zien werkzoekenden duidelijk minder zitten. Waar slechts zo’n 9% van alle werkzoekenden daartoe bereid lijkt, is dit bij de uitkeringsgerechtigden net 5%.

Werkzoekenden zijn best bereid concessies te doen voor een nieuwe baan, blijkt uit nieuw onderzoek van UWV.

Lees meer 

Lees hier het hele onderzoek van UWV over de wensen van werkzoekenden:

Zoekgedrag

Meer trends voor 2026?

Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje. 

Trends 2026-2030

A.I.-gebruik van werkgevers en kandidaten loopt steeds meer uiteen

Dat A.I. in opmars is in recruitment, dat is geen nieuws. Maar uit nieuw onderzoek onder ruim 1.000 werkenden en bijna 400 werkgevers in Nederland, dat vandaag wordt gepresenteerd op het FutureWorks-event van Indeed in Utrecht, blijkt wel een behoorlijk en groeiend verschil in A.I.-gebruik. Waar inmiddels 57% van de ondervraagde sollicitanten zegt A.I. in te zetten om hun kansen te vergroten, zegt van werkgevers slechts 40% A.I.-toepassingen in recruitment te gebruiken. Ongeveer de helft gebruikt het zelfs nog helemaal niet en 10% weet zelfs niet eens of hun organisatie überhaupt A.I. in het proces toepast.

Tíjdens gesprekken zegt 52% van Gen Z al A.I. als hulp in te roepen. Bij Gen X is dat slechts 5%.

Uit de cijfers blijkt dat sollicitanten vooral hun toevlucht zoeken tot A.I. voor het schrijven van motivatiebrieven (28%), cv’s (24%) en voorbereiding op gesprekken (23%). Jongeren lopen voorop: van Gen Z solliciteert slechts 6% zónder A.I., terwijl 60% van Gen X nog volledig op de traditionele manier zegt te zoeken naar werk. Ook in de voorbereiding is de kloof groot: waar 44% van Gen Z A.I. gebruikt om oefenvragen of gespreksonderwerpen te genereren, is dat bij Gen X slechts 9%. Tíjdens gesprekken zegt 52% van Gen Z al A.I. als hulp in te roepen. Bij Gen X is dat slechts 5%.

Groeiende mismatch

Opvallend is dat onder de werkgevers die A.I. al wel toepassen, de tevredenheid enorm is: 87% zegt het effectief te vinden, en slechts 1% ziet het nut er niet van in. Toch wordt A.I. slechts beperkt gebruikt, bijvoorbeeld voor het zoeken van kandidaten in talentpools (35%) en datagedreven besluitvorming (35%). De cv-beoordeling is nog nauwelijks geautomatiseerd (22%). Volgens Indeed wijst het onderzoek op een groeiende mismatch: ‘werkzoekenden gebruiken A.I. om sneller, beter en gerichter te solliciteren, maar werkgevers laten kansen liggen door onvoldoende gebruik te maken van beschikbare A.I.-tooling.’

Op het FutureWorks-event van vandaag presenteert de vacaturesite daarom twee nieuwe A.I.-tools: Career Scout en Talent Scout. De eerste is meer gericht op werkzoekenden, en biedt hen een soort persoonlijke A.I.-coach, die inzicht geeft in passende functies op basis van hun vaardigheden. Het toont niet alleen vacatures, maar legt ook uit waarom je een goede match bent en past je cv aan. Ook kunnen werkzoekenden met spraak sollicitatiegesprekken oefenen en direct feedback krijgen.

Talent Scout moet recruiters helpen snel de juiste kandidaten te identificeren, te matchen en te benaderen.

De tweede, Talent Scout geheten, moet recruiters gaan helpen snel de juiste kandidaten te identificeren, te matchen en te benaderen. ‘Beschrijf de ideale kandidaat en Talent Scout haalt met A.I. search verborgen talent naar boven, essentieel om in te spelen op de krapte in de arbeidsmarkt. De tool, met ATS-integratie, geeft uitleg over matches en verzorgt ook de eerste outreach’, aldus Indeed, dat beide tools momenteel test in de Verenigde Staten. Bij een succesvolle introductie daar zal het de tooling ook in Nederland gaan uitrollen, zo belooft Indeed.

Meer weten?

Lees hier het hele onderzoek ‘Werven in 2026’:

Werven in 2026

Lees ook

Hoe game based assessments kunnen leiden tot méér sollicitanten

Op Digitaal-Werven presenteerde de Gemeente Amsterdam samen met BrainsFirst een case over de toegenomen kwaliteit in selectie door de inzet van game based assessments bij de traineeships. Een losse opmerking van Anne Eikenboom, adviseur arbeidsmarktcommunicatie van de Gemeente Amsterdam (foto), triggerde mij daarbij. Ze zei: ‘We zien ook significant meer sollicitanten nu we adverteren dat je via een game solliciteert’. Dat staat haaks op opmerkingen die ik soms uit de markt hoor, waar game based assessments soms juist als een drempel worden beschouwd. Dus heb ik gevraagd naar de data en die kreeg ik gelukkig van haar.

Anne Eikenboom (Gemeente Amsterdam)

In het kort:

  • Het betreft traineeships
  • Het betreft campagnes op Facebook en Instagram
  • Het is geen perfecte A/B-test, maar het gaat om verschillende campagnes
  • De campagnes waren niet perfect identiek, maar wel vergelijkbaar in duur en kosten
  • Het gaat om verschillende traineeships, maar wel erg vergelijkbaar

In 2022 en 2023 waren er 2 traineeships waar men nog op de traditionele manier selecteerde. Dit waren dus ook traditionele advertenties waarin gewoon de baan aangeprezen werd. In 2022 had men 61 sollicitanten en in 2023 had men 72 sollicitanten voor dit bouwtechnische traineeship. Gemiddeld dus 67 sollicitanten per campagne.

Het gemiddeld aantal sollicitanten nam toe van 67 naar 162.

In 2023 en 2024 had men 3 traineeships waarvoor er campagnes zijn ingezet. Eén generiek mbo-traineeship, een algemeen traineeship en een technisch traineeship. Deze hadden respectievelijk 174, 800 en 150 sollicitanten. Gemiddeld dus: 375 sollicitanten per campagne. Nu is de algemene traineeship met 800 sollicitanten altijd populair, dus laten we die voor een eerlijke vergelijking eruit. Dan hebben we nog steeds gemiddeld 162 sollicitanten voor vergelijkbare traineeships.

Nu kun je natuurlijk ook nog beargumenteren dat het mbo-traineeship relatief uniek is, dat doen niet veel organisaties. En het is ook veel breder dan het bouwtechnisch traineeship. Maar zelfs als je alleen kijkt naar het technisch traineeship, zie je dat dit dus ruim 2 keer zoveel sollicitanten wist te trekken dan het bouwtechnisch traineeship van 2022 en 2023.

Kwantiteit en kwaliteit

De best presterende campagne voor een traineeship waarin alleen de vacature gepromoot wordt haalt dus 72 sollicitanten binnen. De minst presterende campagne als er nadrukkelijk aangegeven wordt dat er géén cv of brief nodig is of dat er met een game gesolliciteerd wordt zorgt dus voor gemiddeld zo’n 150 sollicitanten. Dus de minst presterende campagne zonder cv haalt nog altijd 2 keer zoveel (!) kandidaten binnen als de best presterende campagne mét cv.

Maar meer is natuurlijk niet altijd beter. Dus: hoe zit het met de kwaliteit? Verrassend genoeg bleek ook de kwaliteit van de sollicitanten mee te schalen. Waar een traditionele campagne ongeveer 70 sollicitanten opleverde, van wie er 30 kwalitatief sterk genoeg waren, zag de gemeente Amsterdam bij de gamified campagnes bijvoorbeeld 150 sollicitanten, van wie er ongeveer 60 kwalitatief geschikt bleken. De individuele kwaliteit daalt dus licht, maar omdat de drempel lager is wordt de vijver van kwalitatieve sollicitanten (véél) groter.

Of het ook werkt voor meer senior functies is niet te zeggen…

En dan is het voordeel van een game based assessment natuurlijk ook nog eens dat je er heel duidelijke, eenduidige, data mee krijgt waar je veel makkelijker op kunt selecteren. De tijd die nodig is voor de selectie nam daardoor af – ondanks de verdubbeling van het aantal profielen. Belangrijke sidenote is natuurlijk wel dat dit nu alleen is toegepast op trainees, wat in de basis betekent: jongeren. Deze staan hier erg open voor en door hier expliciet aandacht aan te geven krijg je meer (gekwalificeerde) sollicitanten binnen. Of het ook werkt voor meer senior functies is niet te zeggen op basis van dit onderzoek.

Conclusie

We weten al heel lang dat het cv een hele matige voorspeller is. Er is geen enkel bewijs voor de voorspellende waarde, bleek recent weer op een wetenschappelijk congres van organisatiepsychologen in Nederland. En een motivatiebrief heeft al helemaal geen voorspellende waarde. Dus we weten dat game based assessments de eerlijkheid in het proces ten goede komt. Nu blijkt dat (in ieder geval onder jongeren) ook de kwantiteit van de sollicitanten toeneemt als je bekend maakt dit in je selectie te gebruiken. En ook de kwaliteit lijdt er niet onder. Dus: meer geschikte kandidaten om uit te kiezen als je ermee adverteert.

De bovenstaande advertenties zijn gemaakt voor de gemeente Amsterdam door The Brandstudios

Lees ook

Het Rijk blijft ook in 2025 meest favoriete werkgever, ASML in opmars (vooral bij mannen)

Goed nieuws voor de Rijksoverheid. Alle politieke partijen op de rechterflank beloofden in hun verkiezingsprogramma’s een kleinere overheid en vooral minder ambtenaren. Ter linkerzijde moet vooral het mes in het leger externen. Maar hebben die dreigende boodschappen ook gevolgen voor de populariteit van het Rijk als werkgever? Geenszins! Voor het zoveelste jaar achter elkaar komt de Rijksoverheid namelijk uit de bus als meest favoriete werkgever van de Nederlandse beroepsbevolking, bijna traditiegetrouw ook gevolgd door de Politie en Defensie. En dat bij alle categorieën: man, vrouw, jong en oud.

Meest Favoriete Werkgevers 2025

2025 2024 2023
Het Rijk 1 1 1
Politie 2 2 2
Defensie 3 3 3
ASML 4 5 4
KLM 5 8 8
Rabobank 6 4 13
Belastingdienst 7 7 6
Rijkswaterstaat 8 13 14
ING 9 6 7
GGZ 10 10 9
NS 11 12 12
UWV 12 15 10
Shell 13 9 5
Philips 14 22 11
ABN AMRO 15 14 16
Gemeente Amsterdam 16 16 23
Gemeente Rotterdam 17 19 26
Google 18 11 15
Unie van Waterschappen 19 35 35
Ministerie van Veiligheid en Justitie 20 34 50
GGD 21 28 17

In de lijst, samengesteld door Intelligence Group, valt sowieso de populariteit van overheden als werkgever op. Zo staan ook Rijkswaterstaat en de Belastingdienst hoog genoteerd, net als het UWV, de gemeentes Amsterdam en Rotterdam, het ministerie van Veiligheid en Justitie, de GGD, en opvallend genoeg: de Unie van Waterschappen, die juist net een grote campagne hebben gelanceerd om te werken aan de eigen bekendheid, maar volgens de cijfers zich dit jaar al in een behoorlijke stijging in populariteit mogen verheugen.

Shell is voor het eerst uit de top 10 geduikeld.

Zou die groei van al die overheden mogelijk iets met onzekerheid op de arbeidsmarkt te maken hebben? Opvallend genoeg maken veel commerciële partijen namelijk een duikeling op de ranglijst mee. Vooral de positie van Shell valt daarbij op. Het bedrijf was jarenlang in de hoogste regionen van de lijst te vinden, maar is nu voor het eerst uit de top 10 gevallen en pas terug te zien op ongeluks-plek 13, waarschijnlijk een gevolg van het officiële vertrek van het bedrijf naar Londen. Al is ook de daling van banken als ING en Rabobank, en – in mindere mate – (het nu sterk reorganiserende) ABN Amro best opmerkelijk te noemen.

Naar man/vrouw

Zoomen we in op de verschillen tussen mannen en vrouwen, dan valt opnieuw op dat vrouwen en tech op een of andere manier nog altijd een best moeizame combinatie blijft. Waar bij de vrouwelijke respondenten bijvoorbeeld de GGD, GGZ, alle gemeentes en het UWV relatief hoog staan aangeschreven als werkgever, blijken mannen juist veel eerder te neigen naar werkgevers als ASML (foto boven), Philips, Google en Microsoft. Over een klassieke verdeling gesproken…

Top 10 Mannen:
Top 10 Vrouwen:
1
Het Rijk
Het Rijk
2
ASML
Politie
3
Defensie
GGZ
4
Politie
Defensie
5
KLM
Rabobank
6
Belastingdienst
Gemeente Amsterdam
7
Rijkswaterstaat
KLM
8
NS
UWV
9
ING
GGD
10
Philips
Gemeente Rotterdam

Unilever, HEMA en bol zijn bij vrouwen een stuk populairder dan bij mannen.

Ook opvallend: waar de Rechtspraak bij vrouwen op #14 is te vinden, lijkt die organisatie bij mannen nauwelijks in overweging te komen. Ook universiteiten en academisch medisch centra scoren relatief veel beter bij vrouwen. Net als meer consumentgerichte bedrijven trouwens als Unilever (#24 bij vrouwen, #41 bij mannen), bol (#20 bij vrouwen, niet bij de eerste 50 bij de mannen) en HEMA (#25 bij vrouwen, ook niet bij de eerste 50 bij de mannen).

Naar leeftijd

Splitsen we de rankings uit naar leeftijd van de respondenten, dan vallen ook een paar interessante dingen op. Defensie is opmerkelijk genoeg bij ouderen nog populairder dan de Politie, terwijl bijvoorbeeld KLM, ING en Rijkswaterstaat juist bij ouderen aan relatieve aantrekkelijkheid verliezen. Bouwbedrijf BAM, Albert Heijn en de Europese Unie doen het daarentegen weer relatief erg goed onder de jongere doelgroep, net als de academisch medisch centra in bijvoorbeeld Leiden (LUMC), Rotterdam (Erasmus) en Utrecht (UMC).

2025 <30 2025 30-50 2025 50+
Het Rijk 1 1 1
Politie 2 2 3
Defensie 3 3 2
ASML 4 9 4
KLM 11 4 8
Rabobank 9 7 6
Belastingdienst 12 6 7
Rijkswaterstaat 14 5 14
ING 5 11 22
GGZ 6 12 18

Stijgers en dalers

Net als Shell heeft ook het eerder genoemde Unilever waarschijnlijk last van hun officiële vertrek uit Nederland. Het FMCG-bedrijf behoort namelijk tot de grootste dalers op de lijst, net als – opvallend genoeg – bedrijven als bol en Coolblue, maar ook De Efteling en PostNL en accountancy- en adviesbedrijven als Deloitte en PwC. Tot de stijgers dit jaar kunnen we de Europese Unie rekenen (nieuw binnen op plek 34), maar ook de Radbouduniversiteit, de Brandweer en de Unie van Waterschappen maken een flinke sprong in populariteit.

Europese Unie 34 (-)
Radboud Universiteit 29 (47)
Brandweer 33 (50)
Unie van Waterschappen 19 (35)
Staatsbosbeheer 35 (50)
Ministerie van Veiligheid en Justitie 20 (34)
LUMC 30 (44)
BAM 27 (38)
Erasmus MC 39 (50)
Achmea 31 (41)

(P.S. IG doet sinds 2003 onderzoek naar de voorkeur van Nederlandse werkgevers onder de Nederlandse beroepsbevolking. Voor deze editie van het onderzoek zijn er in totaal 11.369 personen ondervraagd en zijn er 1.085 werkgevers meegenomen. Onder de 50 worden de verschillen te klein om als significant te kunnen worden aangemerkt, vandaar dat meerdere organisaties positie 50 krijgen toegewezen.)

Lees ook

Hoe kun je nog goede virtuele selectiegesprekken houden in tijden van A.I.?

Net iets té gepolijst. Té voorgelezen. Té weinig spontaan. En soms met net wat te veel tijd tussen de vraag en het antwoord. Plus een blik die net iets te vaak lijkt af te dwalen. De reacties van kandidaten in virtuele selectiegesprekken zijn tegenwoordig soms verdachter dan ze ooit eerder waren. ChatGPT of een ander A.I.-systeem lijken dan een ongenode gast in het gesprek.

‘Het is natuurlijk niet verrassend als ook kandidaten A.I. tijdens selectiegesprekken gebruiken.’

Dit voelt misschien wat ongemakkelijk, maar is daarmee nog niet verrassend, zoals Mike Kyle, managing director of technology recruitment bij Coda Search & Staffing, een wervingsbureau voor leidinggevenden, opmerkt in een recent artikel in Harvard Business Review. ‘Als je ChatGPT gebruikt om vacatureteksten te schrijven en A.I. om sollicitanten te screenen, is het natuurlijk niet verrassend als ook kandidaten het tijdens sollicitatiegesprekken gebruiken.’

Averechts

Het leidt wel tot een nieuwe uitdaging. Want hoe kun je iemands ware capaciteiten beoordelen als een chatbot namens hem of haar het woord voert? Recruiters zouden in de verleiding kunnen komen om kandidaten te vragen hun scherm te delen om te bewijzen dat ze geen A.I. gebruiken. Maar dat kan averechts werken, omdat het wantrouwen uitstraalt en kandidaten kan afschrikken, aldus auteur Rebecca Knight.

‘Ik zou niet in de detectivemodus gaan.’

Slimmer is het om te heroverwegen hóe je überhaupt je selectiegesprekken voert, zegt Tiziana Casciaro, hoogleraar organisatiegedrag aan de Rotman School of Management van de Universiteit van Toronto. ‘Ik zou niet in de detectivemodus gaan en proberen te controleren wat de kandidaat doet”, zegt ze. ‘Je doel zou moeten zijn om een ​​interviewomgeving te creëren waarin het voorlezen van een ChatGPT-script niet werkt.’ Met andere woorden: maak je geen zorgen over het A.I.-gebruik; concentreer je liever op de vraag of kandidaten over de menselijke vaardigheden beschikken die A.I. nooit kan evenaren.

5 signalen

Knight noemt zo 5 signalen voor menselijke vaardigheden:

#1. Hoe goed reageren ze op sociale signalen?

‘Natuurlijk zijn er signalen van A.I.-gebruik: ongemakkelijke pauzes, dwalende ogen, een gekunstelde manier van spreken. Maar of het nu echt A.I. is of de zenuwen van een sollicitatiegesprek; waar het om gaat is of kandidaten over essentiële interpersoonlijke vaardigheden beschikken, zoals het vermogen om sociale signalen te lezen en zich aan te passen.’ Mike Kyle raadt aan om met kandidaten te praten voordat je je op het gesprek stort, om een ​​basislijn voor hun spraakpatronen vast te stellen. ‘Krijg een idee van hun communicatiestijl.’

‘Emotionele intelligentie, of soft skills, staan ​​niet los van competentie.’

Zodra je die basislijn hebt, kijk dan hoe ze omgaan met veranderingen in het gesprek. Verander je toon of lichaamstaal, ga voorzichtig te werk bij een antwoord en kijk of ze het opmerken en zich aanpassen. Die responsiviteit zegt iets over hun zelfbewustzijn en of ze mensen kunnen lezen. ‘Emotionele intelligentie, of soft skills, staan ​​niet los van competentie’, zegt Casciaro. ‘Deze vaardigheden bepalen hoe kandidaten zullen samenwerken met je team, je collega’s en je klanten.’

#2. Hoe verbinden ze complexe informatie?

Zelfs als een kandidaat tijdens het sollicitatiegesprek een chatbot gebruikt, is er een groot verschil tussen er volledig op vertrouwen en het gebruiken ervan om hun eigen denken vorm te geven, zegt Casciaro. In haar werk als professor merkt ze op dat zelfs als studenten toegang hebben tot dezelfde AI-tools voor schriftelijke opdrachten, sommigen nog steeds zich positief onderscheiden. ‘Je kunt zien wie kritisch kan denken aan de logica in hun argumentatie en hoe ze de puntjes met elkaar verbinden’, zegt ze. ‘Sommigen bouwen voort op informatie en verfijnen hun ideeën, terwijl anderen simpelweg herhalen wat ze hebben gekregen.’

‘Ik ben meer geïnteresseerd in hoe iemand denkt dan in wat hij of zij zich kan herinneren.’

Kyle raadt recruiters aan om op vergelijkbare kwaliteiten te letten. Hij stelt voor om rommelige, dubbelzinnige scenario’s te schetsen waarin er geen duidelijk juist antwoord is om te zien hoe kandidaten met onzekerheid omgaan. Luister vervolgens hoe ze redeneren en ideeën met elkaar verbinden. ‘Vraag niet: wat weet je over X? Vraag liever: laat me zien hoe jij met deze situatie zou omgaan’, zegt hij. ‘Ik ben meer geïnteresseerd in hoe iemand denkt dan in wat hij of zij zich kan herinneren – we gebruiken allemaal technologie om ons te helpen dingen te onthouden.’

#3. Helpen hun vragen het gesprek vooruit?

Een andere manier om te bepalen of kandidaten nieuwsgierig zijn en kritisch kunnen denken, is door te kijken hoe bereid ze zijn om vragen te stellen en hoe goed ze hiaten in de informatie herkennen. Kyle raadt aan vragen te stellen die opzettelijk vaag zijn of belangrijke details missen. ‘Je wilt zien of ze herkennen wat er ontbreekt en om meer informatie vragen. Je kunt bijvoorbeeld een data engineer vragen: hoe zou je een datapijplijn bouwen die van A naar B gaat? Of een kandidaat in de financiële sector: hoe zou je de maandafsluiting voor ons bedrijf aanpakken?’

‘Als ze je algemene, standaardantwoorden geven, lezen ze gewoon een script voor.’

‘Dat zijn algemene vragen. Als ze je algemene, standaardantwoorden geven, lezen ze gewoon een script voor’, zegt hij. ‘Maar als ze om verduidelijking vragen en in details duiken, laat dat zien dat ze kritisch denken.’

#4. Hoe reageren ze bij een onverwachte wending?

Let op hoe de kandidaat reageert als je van het script afwijkt. Zijn ze soepel op bekend terrein, maar struikelen ze op onbekend terrein? Dan laat dat zien hoe ze omgaan met onverwachte uitdagingen, stelt Kyle. Hij stelt voor om kandidaten halverwege het online sollicitatiegesprek te verrassen: deel je scherm en loop iets door waaraan je hebt gewerkt, een projectontwerp, stukje code of wat dan ook relevant is. ‘Deze aanpak is misschien niet voor elke functie geschikt’, stelt hij. ‘Maar voor veel functies is het een manier voor kandidaten om hun proces, hun beslissingen en wat ze de volgende keer anders zouden kunnen doen, te bespreken.’

‘Mensen die regelmatig A.I. gebruiken vertrouwen er doorgaans niet te veel op…’

Je probeert natuurlijk niet hun tabbladen in de gaten te houden, aldus Kyle. In plaats daarvan kijk je wel of ze kalm blijven, snel kunnen nadenken en hoe ze hun redeneringen zonder voorbereiding kunnen uitleggen. Hij raadt ook aan om kandidaten te vragen hoe vaak en waarvoor ze A.I. gebruiken. Dit helpt je te zien hoe vertrouwd ze zijn met de tools, hoe ze deze persoonlijk en professioneel toepassen en of ze de acceptatie binnen de organisatie kunnen bevorderen, zegt hij. ‘In mijn ervaring vertrouwen mensen die het regelmatig gebruiken er niet te veel op, omdat ze de beperkingen kennen en weten wat het wel en niet kan.’

#5. Hoe goed werken ze samen en lossen ze problemen op?

Sommige organisaties eisen dat kandidaten persoonlijk aanwezig zijn in de laatste fase van de selectiegesprekken, constateert Kyle. ‘Dit is misschien logisch voor bedrijven met hybride schema’s, waar medewerkers een deel van de week of maand op locatie moeten zijn’, zegt hij. ‘Persoonlijke sollicitatiegesprekken, met name die waarbij gebruik wordt gemaakt van een whiteboard of casusbesprekingen, hebben als bijkomend voordeel dat er meer samenwerking is.’ Toch kunnen ze duur, logistiek ingewikkeld en niet altijd praktisch zijn, zegt Casciaro.

Wie domineert? Wie betrekt stillere mensen?

Een eenvoudiger alternatief zijn groepsgesprekken, waarbij meerdere kandidaten samen aan een videogesprek deelnemen, 3 of 4 tegelijk, voor een teamgerichte oefening of probleemoplossingsactiviteit. Groepsgesprekken hebben een hoger tempo en zijn dynamischer dan 1-op-1 gesprekken, zegt ze. Ze geven ook een duidelijker beeld van de competenties en teamvaardigheden van de kandidaat. Je ziet wie luistert en voortbouwt op de ideeën van anderen, wie stillere mensen in het gesprek betrekt en wie de rest domineert of overstemt.

Conclusie

De kans is groot dat kandidaten A.I. gaan gebruiken in je selectiegesprekken, en zelfs als je het opmerkt, kun je er maar beperkt iets aan doen, concludeert Knight. In plaats van te proberen elk detail te controleren, en hen voor hun A.I.-gebruik te straffen, kun je volgens haar je maar beter richten op wat je over hen kunt leren: hoe ze omgaan met ambiguïteit, problemen doorgronden en zich aanpassen aan onverwachte situaties. Immers, ‘als je sollicitatiegesprek door een chatbot kan worden afgehandeld, is dat geen probleem voor de kandidaat’, zegt Kyle. ‘Dat is dan jóúw probleem.’

Lees ook

 

Recruitment wordt steeds selectiever: slechts 1 op 200 (!) kandidaten wordt nog aangenomen

Recruitment is in een paar jaar tijd ‘dramatisch meer selectief’ geworden. En recruiters moeten bovendien een stuk harder werken dan 4 jaar geleden. Recruitmentteams zijn sinds die tijd gemiddeld 14% kleiner geworden, terwijl het aantal vacatures dat elke recruiter gemiddeld moet verhapstukken tegelijkertijd wel met 40% steeg, en ze ook 93% méér sollicitaties binnen kregen. Die hogere workload leidde niet meteen tot meer resultaat: het aantal hires per recruiter daalde in 4 jaar met maar liefst 43%. Schokkend: nog slechts 0,5% van alle sollicitanten redt het uiteindelijk tot de eindstreep.

‘Teams zijn leaner, het werk is zwaarder, en recruitment is selectiever dan ooit.’

Het zijn slechts enkele van de opvallende cijfers uit het jaarlijkse benchmark-onderzoek van het Amerikaanse ATS Gem, dat ook dit jaar een analyse deed van het sollicitatieproces dat de 165 miljoen sollicitanten doorliepen die met het systeem te maken kregen. De data laten duidelijk een veranderend recruitment-landschap zien, met name in de Verenigde Staten. ‘Teams zijn leaner, het werk is zwaarder, en recruitment is selectiever dan ooit’, concluderen de onderzoekers zelf. Wat valt nog meer op aan de cijfers? We pakken er 6 opvallende bevindingen uit.

#1. Recruitmentteams zijn steeds kleiner

Is het A.I.? Is het kostenbesparing? Moeilijk om één oorzaak aan te wijzen, maar duidelijk is wel dat recruitmentteams steeds kleiner worden, sinds 2021 zelfs met 14%. Al is de grootste krimp er nu wel uit, zo lijkt het, en laten bijvoorbeeld organisaties met minder dan 100 werknemers juist een groei zien in het aantal recruiters dat ze in dienst hebben. Waarmee het vak dus ook in die categorie eindelijk erkenning lijkt te krijgen.

#2. Recruiters werken steeds harder

De reden van de kleinere recruitmentteams kan in elk geval niet gezocht worden in een afnemende workload, zo blijkt. Zo hebben recruiters niet alleen te maken met bijna 2 keer zoveel sollicitanten als in 2021 (+93%), maar ook met steeds meer vacatures per recruiter (van gemiddeld 9,6 naar 13,4 nu, een groei van 40%). Dit ‘do more with less’-idee leidt tot een hardere roep om meer efficiëntie en automatisering, concluderen de onderzoekers.

Opvallend genoeg nam het aantal hires dat elke recruiter wist te realiseren stevig af.

In slechts 4 jaar tijd is de werkdruk van recruiters bijna verdubbeld (1,9x). Maar opvallend genoeg nam het gemiddeld aantal hires dat elke recruiter wist te realiseren afgelopen jaren wel stevig af: van 50 per jaar tot slechts 29. Er is sprake van een flinke ‘onbalans tussen inspanning en resultaat’, constateren de onderzoekers dan ook.

#3. Proces steeds selectiever

Nog even over die groei van het aantal sollicitanten: dat leidt ook op andere manieren tot een steeds selectiever proces. Niet alleen neemt de time-to-hire gemiddeld weer toe (van 22 naar 24 dagen), ook krijgen sollicitanten te maken met steeds meer gesprekken voordat ze een aanbieding mogen verwachten. Het totaal aantal interviews per hire is in 4 jaar met 33% toegenomen, met name bij technische rollen, waar 35 tot 36 interviews (!) nu niet ongebruikelijk blijken te zijn. Maar ook bij sales, marketing en operationele rollen neemt het aantal interviews voor elke vacature stevig toe, tot gemiddeld wel 20, zo blijkt.

Bij technische rollen blijken 35 tot 36 interviews (!) nu niet eens ongebruikelijk.

#4. Zelf sourcen werkt

Post & pray blijkt ook in dit onderzoek steeds minder effectief. Een vacature op een jobboard plaatsen, leidt namelijk wel tot véél kandidaten, maar lang niet altijd tot de ideale match, zo blijkt. In cijfers: jobboards en eigen marketingkanalen (zoals de eigen werkenbij-site) zorgen voor ongeveer 90% van alle sollicitanten, maar slechts voor zo’n 52% alle uiteindelijke aannames. Vergelijk dat eens met directe sourcing: goed voor slechts 2,6% van alle sollicitaties, maar wel voor 11% van alle aannames. Bij referrals en interne mobiliteit zijn de verschillen tussen percentage sollicitaties en aannames zelfs nog groter.

Kandidaten die via sourcing binnenkomen hebben een 8 keer zo grote kans om aangenomen te worden als kandidaten die zelf op een open vacature solliciteren (via een jobboard of de eigen werkenbij-site). ‘Dat laat zien dat kwalitatief talent nog altijd het meest gevonden wordt door gerichte outreach’, aldus de onderzoekers. ‘Jobboards zorgen voor volume, maar referrals interne mobiliteit en directe sourcing leveren consequent méér aanwervingen op.’

#5. Er zit goud in de database

Ook niet voor het eerst dat dit wordt gezegd, maar dit onderzoek toont opnieuw aan: er zit goud in de eigen database. Steeds meer zelfs. Van alle kandidaten die recruiters via sourcing wist te vinden, had dit jaar bijna de helft al eerder met de organisatie contact gehad, hetzij als sollicitant, hetzij op een andere manier. In elk geval: ze zaten al in het ATS (of in het CRM) van de organisatie. Dit soort ‘rediscovered’ kandidaten zijn steeds belangrijker, aldus de onderzoekers, die zien dat het bij grote bedrijven inmiddels bijna om 60% van alle hires gaat. Waar een initiatief als The Talentpool Community natuurlijk ook op inspeelt.

Deze trend onderstreept hoe waardevol het is om te beginnen met je eigen netwerk voordat je naar buiten kijkt’, stelt het onderzoeksrapport. ‘Eerdere kandidaten, zilveren-medaille-winnaars en eerdere contacten blijven een van de rijkste bronnen van gekwalificeerd talent. Je bestaande netwerk is veel waardevoller dan je vaak beseft.’

#6. Strakkere funnel, meer volwassenheid?

Nog even over de funnel. Slechts 8% van alle sollicitanten haalt het voorbij de eerste screening, blijkt uit het onderzoek. En ongeveer 0,5% wordt dus uiteindelijk aangenomen. Het proces wordt dus steeds strenger, wat mogelijk ook kan verklaren dat kandidaten die uiteindelijk een aanbieding krijgen, dat in 82% van de gevallen ook accepteren, een percentage dat de afgelopen jaren nog nooit zó hoog lag. Volgens de onderzoekers duidt dat erop dat de markt ‘volwassener’ wordt: ‘werkgevers worden voorzichtiger in wie ze aannemen, kandidaten tonen meer commitment voordat ze ergens beginnen.’

Bij kleinere organisaties krijgt uiteindelijk slechts 0,3% van alle sollicitanten een baan.

Opvallend: kleinere organisaties (<100 medewerkers) laten gemiddeld veel meer kandidaten doorgaan naar de eerste selectiefase (25%), maar zijn daarna veel selectiever (slechts 0,3% wordt aangenomen). Grote organisaties (>1.000 medewerkers) zijn aanvankelijk veel selectiever, maar weten uiteindelijk wel 0,7% van alle kandidaten aan te nemen.

Meer weten?

Lees hier het hele onderzoek

Gem rapport

Meer trends voor 2026?

Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje. 

Trends 2026-2030

Lees ook

Hoe provincies en gemeenten hun ambtenaren het beste kunnen binden

De spanning op de arbeidsmarkt mag dan misschien wat afnemen, ‘de personele uitdaging blijft’, zo concludeert het A&O Fonds van de Nederlandse gemeenten. In hun meest recente Vacaturemonitor, over de eerste helft van 2025, noteren ze maar liefst 37% mínder vacatures dan in dezelfde periode in 2024. Een ‘kantelpunt’, zo noemen ze het zelf. Maar tegelijk is de krapte niet verdwenen: vanaf mei en juni werden juist weer meer vacatures uitgezet. En ook voor het komende jaar zijn de vacatureverwachtingen van de gemeenten weer positief, net als bijvoorbeeld bij de provincies en waterschappen het geval is.

Sterker nog: uit recente cijfers van Intelligence Group blijkt dat het aantal vacatures bij de lagere overheden veel minder in een dal zit dan de rest van de markt. Waar de ontwikkeling van het aantal vacatures ten opzichte van de rest van Nederland tot eind 2022 redelijk in de pas liep, kennen provincies, gemeenten en waterschappen sinds die tijd juist aanmerkelijk méér vacaturegroei, en wordt het verschil momenteel zelfs eerder groter dan kleiner. ‘De ergste terughoudendheid is wel weer voorbij’, concludeert het A&O Fonds bovendien zelf ook.

Toezichthouders gewild

De 3 meest gewilde functies bij de lagere overheden zijn de beleidsmedewerker ruimtelijke ordening, de toezichthouder en de WMO-consulent.

Die laatste groep, de WMO-consulent, is overigens wel steeds minder in trek, blijkt uit de cijfers. Waar de beleidsmedewerker afgelopen jaar nog een vacaturegroei liet zien van ruim 11%, is het aantal open vacatures voor WMO-consulenten in die tijd juist met bijna 17% afgenomen. Wel geldt de WMO-consulent nog altijd als schaars, met zo’n 3 vacatures voor elke actief werkzoekende in deze sector. En dat lijkt voorlopig ook niet te veranderen.

Zelden op zoek

Wat maakt de ambtenaren van gemeenten, provincies en waterschappen anders dan anderen op de arbeidsmarkt? Het blijkt bijvoorbeeld hun zoekgedrag te zijn. Zo zegt van de hele beroepsbevolking bijna 12% actief om zich heen te kijken. Bij ambtenaren in deze doelgroep is dat nog niet eens 8%, al zit dat wel enigszins in de lift: 2 jaar geleden was het nog geen 6%.

Echt actief hoeven ze misschien ook niet op zoek; het is namelijk een groep die ook uit zichzelf al veel benaderd wordt door andere werkgevers, zo blijkt. Althans: ruim de helft zegt minimaal eens per kwartaal wel een vacature te krijgen doorgespeeld van een andere organisatie. Alhoewel aan de andere kant ook zéér opvallend is dat maar liefst 32% zegt nóóit benaderd te worden.

Daarmee samenhangend is het opvallend te noemen dat ook bij ambtenaren van gemeenten en provincies te zien is dat ze vaker dan voorheen overstappen naar een nieuwe werkgever. Nog steeds gebeurt dit minder dan in de rest van de arbeidsmarkt – eenmaal binnen bij een lagere overheid, blijf je daar wel vaak relatief lang werken -, maar het verschil wordt wel aanmerkelijk snel kleiner, ook omdat in de rest van de arbeidsmarkt het aantal mensen dat extern een nieuwe baan vindt de laatste tijd juist wat afneemt.

Veel interne vacatures

Qua interne mobiliteit wijkt deze doelgroep nauwelijks af van de rest van de beroepsbevolking, zo blijkt. Wel valt op dat de ambtenaren van gemeenten, provincies en waterschappen veel vaker op interne vacatures vertrouwen; blijkbaar is dat hier een stuk beter geregeld dan in de rest van de arbeidsmarkt.

En daarbij spelen bij hen vooral de mogelijkheid om thuis te werken en flexibele werktijden een doorslaggevende rol. Aandacht voor goede werkplekken en goede werkomstandigheden? Dat speelt voor deze doelgroep dan juist weer minder een rol, zo blijkt. Waarschijnlijk gaan ambtenaren ervan uit dat dit bij deze overheidswerkgevers wel goed geregeld zal zijn.

En wat denken ze dan van de geboden arbeidsvoorwaarden? Dan blijkt vooral een goed salaris belangrijk, maar daarmee wijkt deze groep nauwelijks af van de rest van de beroepsbevolking, die ook steevast het salaris op #1 hebben staan, qua gewenste perks. Wel opvallend is hoeveel belang deze ambtenaren zeggen te hechten aan secundaire arbeidsvoorwaarden, en zelfstandigheid in de functie.

Binden en boeien

Willen gemeenten, provincies en waterschappen hun wervingsproblemen oplossen én nieuwe problemen voorkomen? Dan is het verstandig om aan employer branding te doen, en zo talent aan te trekken en retentie te verhogen, raadt datamanager Sabine Dobbe-Veldkamp aan. ‘Ook proactieve strategieën, zoals het identificeren en benaderen van potentiële kandidaten voordat ze solliciteren, zijn cruciaal.’ Om nieuw talent te werven is het ook belangrijk de pullfactoren van deze doelgroep te kennen en de juiste kanalen in te zetten. ‘Zo vergroot je de kans dat je zichtbaar wordt’, aldus de analist.

‘Werknemers die een stap willen maken, zullen altijd eerst intern kijken.’

Maar behoud van goede mensen is minstens zo belangrijk, benadrukt ze. ‘Werknemers die een stap willen maken, zullen altijd eerst intern kijken. Ga dus het gesprek aan, zodat je het talent niet aan de concurrent kwijtraakt. En investeren in de professionele ontwikkeling van medewerkers is cruciaal om hen gemotiveerd te houden, binnen te houden, en hun vaardigheden te verbeteren.’

‘Aantrekkelijkheid onder druk’

Een boodschap die met name gemeenten in hun oren mogen knopen, want ‘de aantrekkelijkheid van de gemeentelijke organisatie staat onder druk’, merkt programmamaker Patricia Honcoop op, naar aanleiding van recent Werkonderzoek van het A&O-fonds. Gemeenteambtenaren blijken hier overwegend tevreden over hun werk en team, maar minder positief over hun organisatie. Salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden spelen daarnaast een steeds grotere rol. Dit geldt voor nieuwe medewerkers, maar ook als reden voor vertrek, aldus het onderzoek waarin ruim 4.500 gemeenteambtenaren hun ervaringen deelden.

‘Inhoud brengt hen binnen, goed werkgeverschap houdt hen vast.’

Wel goed nieuws: meer dan de helft (55%) van de ondervraagde gemeenteambtenaren zegt een promotor te zijn van de eigen organisatie, een lichte stijging ten opzichte van eerdere jaren. Jonge medewerkers zijn hierbij duidelijk positiever dan oudere collega’s. Wel noemen jonge ambtenaren (<35 jaar) iets vaker het salaris en de doorgroeimogelijkheden als reden om een andere baan te zoeken dan oudere medewerkers. Zij geven ook vaker aan een baan te zoeken die meer past bij hun opleiding. ‘De verschuiving in motieven is duidelijk’, zegt Honcoop. ‘Inhoud brengt hen binnen, goed werkgeverschap houdt hen vast.’

Lees ook

Beeld boven

Heeft de flexbranche nu dan écht de bodem bereikt?

Dat de flexbranche in Nederland zware tijden beleeft, is al langer bekend. Uitzendbureaus hebben vanaf mei dit jaar weliswaar te maken met een gemiddeld licht stijgende omzet, hun aantal uren zit nog wel steeds flink in de min, zo blijkt uit de meest recente ABU-cijfers. En bij de detacheerders is het beeld al niet heel veel rooskleuriger, meldt vakvereniging VvDN. De omzet van Nederlandse detacheerders daalde afgelopen kwartaal met 6,4%, opnieuw een daling, al stabiliseert de neergang wel lichtjes.

Eerst nog maar even terug naar de uitzendbureaus. Uit de cijfers blijkt dat het aantal uren van uitzendkrachten al lange tijd onder druk staat, en groei in uren al jaren niet meer voorgekomen is. Toch is ING Research nog altijd positief. ‘Naar verwachting zal het aantal uitzenduren in de flexbranche in 2025 stabiliseren, na 2 jaren van krimp. In 2026 verwachten we een lichte groei’, zo schrijven de marktvorsers van de bank in een recente sectoranalyse. Iets wat ze vorig jaar overigens ook al zeiden te verwachten, toen onder meer naar aanleiding van de handhaving van de Wet DBA, die mogelijk veel zzp’ers richting uitzendwerk zou jagen.

Flinke kostenstijging

Ondertussen moeten de bankiers nu erkennen dat die begin dit jaar verwachte groei tot nu toe is uitgebleven. Waar andere sectoren wél groei laten zien in omzet, is dat in de uitzendbranche nog nauwelijks het geval, ondanks dus een korte opleving eerder dit jaar. En als de voortekenen niet bedriegen, wordt dat volgend jaar niet meteen anders, nu de nieuwe uitzend-cao in eerste instantie toch vooral zorgt voor een lastenverzwaring voor bureaus en tegelijkertijd een flinke kostenstijging voor hun klanten. En die klanten zagen zich de afgelopen jaren toch al geconfronteerd met steeds hogere kosten.

Klanten van uitzendbureaus zien zich al jaren geconfronteerd met steeds hogere kosten.

Dalende uren, maar wel stijgende omzetten, dat kun je moeilijk lang blijven volhouden (als er geen duidelijk stijgende productiviteit tegenover staat). Toch blijft Katinka Jongkind, econoom Services, Retail & Leisure bij ING, optimistisch. ‘De marktomstandigheden blijven uitdagend, maar de bodem lijkt bereikt’, stelt ze positief. Waar dat enthousiasme echter precies op gebaseerd is, is voorlopig moeilijk te achterhalen of te begrijpen. Temeer daar de bankiers ook zelf constateren dat wet- en regelgeving de komende tijd uitzendwerk niet alleen duurder maakt voor inhurende bedrijven, maar ook nog eens minder flexibel.

De detacheerders dan

Hoe is het dan bij de detacheerders? Daar zegt ING Research niet specifiek iets over, behalve dat ze ‘om personeel te werven en te behouden steeds vaker investeren in opleidingen en trainingen.’ Ondertussen staan ook hier echter de omzetten nog steeds flink onder druk. In het derde kwartaal van 2025 lag de omzet van Nederlandse detacheerders liefst 6,4% lager dan in dezelfde periode vorig jaar. De daling is minder sterk dan eind 2024, maar is nu toch ook alweer zo’n 2 jaar continu aan de gang. En misschien mag de bodem (in de krimp) bereikt zijn, de weg naar boven lijkt toch ook nog niet echt gevonden.

Waar de detacheringsbranche na corona hoogtijdagen beleefde, zijn die nu zonder twijfel voorbij. Het aantal gedetacheerden is ook flink afgenomen (afgelopen kwartaal met -9,2%). Detacheerders moeten concurreren met opdrachtgevers die vaker kiezen voor vaste contracten, constateert de nieuwste VvDN-MarktMonitor. ‘We zitten nog steeds in hetzelfde schuitje’, concludeert VvDN-voorzitter Edwin van den Elst dan ook wat mismoedig. ‘De daling komt door bezuinigingen in de publieke en private sector. Steeds meer bedrijven hebben het moeilijk, waardoor hun inhuur van gedetacheerden daalt.’

Minder snel stijgende tarieven

Opvallend is dat detacheerders nu ook aan hun tarieven gaan sleutelen. De gemiddelde tarieven stegen in het derde kwartaal van dit jaar met 3,4%, relatief weinig, vergeleken met de gemiddelde cao-stijgingen en de inflatie. Dit komt bijvoorbeeld doordat vanwege de hoge ‘leegloop’ (gedetacheerden zonder opdracht: afgelopen kwartaal +14,7%) bureaus er eerder voor kiezen gedetacheerden in te zetten op een opdracht tegen een lager tarief. ‘Het is zinvoller om iemand op een mooie opdracht te zetten, desnoods tegen een lagere prijs, dan om de professional op de bank te laten zitten’, aldus Van den Elst.

Ook concurrentie van zzp’ers zorgt ervoor dat detacheerders hun tarieven niet meer zo snel kunnen verhogen, al krijgen dus ook de detacheringspartijen volgend jaar te maken met een dubbele pensioenpremie en stijgende kosten vanwege het principe van gelijkwaardige beloning, wat voor hen de totale kosten van een gedetacheerde verhoogt – en dus druk zet op de marges. Van den Elst is over 2026 dan ook niet zo optimistisch als ING. ‘Detacheerders zijn en blijven de schokdempers voor de economie’, zegt hij. Maar voor het ‘interessante, uitdagende 2026’ ziet hij zijn branche vooral ‘in de pauzestand’ staan.

Lichtpuntjes en leegloop

Al ziet ook Van den Elst trouwens wel lichtpuntjes aan de horizon. ‘Detachering wordt iets minder dan voorheen ingezet voor het opvullen van de schaarste die het gevolg is van de krappe arbeidsmarkt, en meer voor het inhuren van expertise’, zegt hij. En dan kunnen detacheerders zich ook beter onderscheiden in goed werkgeverschap, onder meer door training en opleiding. ‘In de toekomst komen ook projecten weer los, onder andere in IT en Finance. Dan zijn er weer volop kansen voor detacheerders die klaar staan om hun gespecialiseerde professionals in te zetten.’

Toch is de leegloop wel een structureel probleem voor de branche. De leegloop volgt een cyclisch patroon, met de meeste leegloop in Q4 van elk jaar. Projecten komen tot hun eind en bedrijven worden wat voorzichtiger in de inzet van nieuwe mensen. Van Q1 tot Q3 valt het percentage dan weer geleidelijk, voordat het weer omhoog schiet. Over de afgelopen jaren wordt het plateau van leegloop echter steeds hoger, van 5,7% (Q1 2023) naar 7,2% (Q1 2024) en 8,4% (Q1 2025).

‘Er zijn straks weer volop kansen voor detacheerders die klaar staan om hun gespecialiseerde professionals in te zetten.’

Dit wijst duidelijk op problemen binnen de sector, waar steeds minder mensen aan de bak kunnen komen, terwijl de detacheerders hun kosten wel moeten doorbetalen. Genoeg om ook deze sector de komende tijd nog met veel belangstelling, maar ook enige vrees te blijven volgen.

Meer weten?

Tijdens een webinar op donderdag 13 november van 12:00 tot 13:00 deelt Intelligence Group de meest recente data en inzichten over de verwachte prijsontwikkelingen binnen de flexmarkt. Daarbij komen zowel de uitzendmarkt (met de nieuwe CAO per 1 januari 2026 en andere trends) als de markt van theoretisch geschoolde inhuur (met hogere tarieven) aan bod. Aanmelden is gratis. 

Aanmelden

Lees ook

Hoe de Belgen wél jonge accountants weten aan te trekken

In Nederland staat het vak van de accountant al jaren onder druk. ‘Er is steeds meer werk voor accountants, maar hun aantal neemt amper toe’, kopte NRC eerder dit jaar nog. Jonge professionals haken zelfs af, mede door de hoge werkdruk, terwijl de eisen aan accountants wel toenemen. Instroom vanuit de opleidingen stokt, vrijwel overal zijn personeelstekorten aan de orde van de dag. Beroepsvereniging NBA probeert onder meer met de Impact Challenge daar al wel langer iets aan te doen, maar vooralsnog lijkt het een druppel op een gloeiende plaat, en zoeken kantoren hun heil dus steeds meer over de grens om hun vacatures te vervullen.

Niet dat de situatie in België nu meteen heel anders is. Ook hier zijn de tekorten nog altijd groot, en hebben kantoren moeite voldoende (jonge) accountants te vinden. Maar er is hier wel een duidelijke kanteling te merken. En de ITAA-campagne Skip that sh*t lijkt daarin een grote rol te spelen. Met onder meer de inzet van een jonge DJ, en een opzwepende dance track, wist de Studentendag van deze NBA-tegenhanger gisteren maar liefst 1.500 studenten te lokken naar de Brussels Expo, waar ze konden kennismaken met de carrièremogelijkheden en de digitale toekomst van het vak.

WWW.triptyque.be 0497 530 630

Swingend beroep?

De accountant als swingend beroep? Het idee is misschien nog even wennen. Maar het werkt wél. Althans: minder Belgische accountantskantoren rapporteren dit jaar al moeite te hebben hun vacatures te vervullen (van 92% naar 88%).

‘Het beroep wint aan aantrekkingskracht’, aldus ITAA-voorzitter Bart Van Coile, die de toekomst van de sector ook meteen ‘opvallend positief’ noemde, omdat bij de Belgen steeds meer jongeren kiezen voor een opleiding in accountancy en fiscaliteit.

Volgens recente cijfers stijgt het aantal studenten accountancy en fiscaliteit spectaculair aan Vlaamse hogescholen: sommige opleidingen noteren tot 90% méér inschrijvingen dan vorig academiejaar. Deze trend is ook merkbaar binnen Franstalige onderwijsinstellingen. De nieuwe generatie accountants en belastingadviseurs kiest bewust voor een beroep dat stabiliteit, inhoud en maatschappelijke relevantie biedt, aldus Van Coile. ‘Het is een toekomstgerichte job waarin je data, technologie en advies combineert.’

Impact maken

Ook de perceptie bij Belgische jongeren evolueert. Niet alleen DJ’s en swingende campagnes maken het vak overigens aantrekkelijker: het is ook de technologie, flexibiliteit en maatschappelijke relevantie die worden benadrukt. ‘De digitalisering verandert het profiel van de accountant en van de belastingadviseur: minder cijfers intikken, meer inzichten delen. Dat spreekt studenten aan die impact willen maken’, aldus Robrecht De Wolf, ITAA-ambassadeur. ‘De rol van de accountant en belastingadviseur is breder dan ooit: van financieel advies tot databeheer en duurzaamheid’, vult ITAA-ondervoorzitter Vincent Delvaux hem aan.

WWW.triptyque.be 0497 530 630

Kom daar maar eens om in Nederland, waar de AA, de RA, de assistent-accountant, evenals controllers, auditors, belastingadviseurs, boekhouders en financieel administrateurs, al jaren vermeld staan in de lijst ‘kansrijke beroepen‘, maar de uitstroom toch nog altijd hoger is dan de – ook nog eens: dalende – instroom van accountancystudenten. Zou er wat dat betreft niet misschien ook nog eens naar de Belgische situatie gekeken kunnen worden, en hier bijvoorbeeld ook een populaire DJ in de arm moeten worden genomen om het tij te keren?

@thehappyfinancial Hoe kijken jullie naar het beroep van accountant? Wat zouden jullie doen om het beroep te veranderen? #accountant #financial #thehappyfinancial #studiekeuze #studie ♬ origineel geluid – Marjan Heemskerk MSc RA

Meer lezen?

Fotografie: Triptyque