Werf& Awards dit jaar prooi voor Utrechtzorg, Kruidvat, NS en Partou; pareltje voor Lievegoed

In het Utrechtse Van der Valk-hotel zijn vandaag de Werf& Awards uitgereikt. Er waren 10 genomineerden, in 2 categorieën: recruitment en arbeidsmarktcommunicatie. In de eerste categorie waren de prijzen voor Kruidvat (vakjury) en Utrechtzorg (publieksprijs). In de tweede categorie waren Partou (vakjury) en Nederlandse Spoorwegen (publiek) de gelukkigen. Lievegoed kreeg een ‘pareltje’ voor zijn inzending.

NS, Kruidvat, Partou en Utrechtzorg hebben sinds vandaag een (tweede) Werf& Award in huis.

Alle 10 genomineerden hadden in de ochtend een pitch gegeven in twee zalen van het gebouw.

Tiende keer

Het was de tiende keer in successie dat Marion de Vries de awards uitreikte. Ze keek eerst terug op 10 jaar Werf& Awards. Vanaf de eerste winnaars Tata Steel en Philips liep ze in sneltreinvaart door de hoogtepunten uit 520 inzendingen in 10 jaar. De jury heeft zo gemiddeld 50 cases per jaar bekeken en beoordeeld, vertelde ze. ‘Dat is een bak werk, maar wat is dat leuk’, zei De Vries op het podium. Van vacaturesites in 2016 en mobile-first toen dat nog nieuw was, en van de opkomst van data om je doelgroepen te kennen, tot werkgeversverhalen en storytelling in 2019. Van covid in 2020 tot employee experience, referral en candidate experience in 2021 en afgelopen jaar meer samenwerking en meer volledige journeys.

‘Recruitment en arbeidsmarktcommunicatie apart, dat kan eigenlijk niet meer.’

‘Hoog tijd om de prijs te herevalueren’, zei ze er trouwens ook meteen kritisch bij. ‘Recruitment en arbeidsmarktcommunicatie apart, dat kan eigenlijk niet meer. Dan zie je dat er in het vak heel veel veranderd is de afgelopen jaren.’

Married at First Sight

Voor de daadwerkelijke prijsuitreiking werden twee mensen in het bijzonder in het zonnetje gezet: Bernadette – steun en toeverlaat – Magrie en Daniëlle Valk, die al 10 jaar lang in de jury zit, als enige die er vanaf het begin af aan bij is. Ook liet De Vries nog even haar licht schijnen op het niveau van de inzendingen van dit jaar, wat ze het ‘het Married at First Sight-effect’ noemde.

Bij MafS heb je een selectieratio van 1:10 in een moeilijke doelgroep, daar zou je je als recruiter voor moeten schamen.’

‘We hebben daar geprobeerd de ultieme match te maken. Peter en Mariska. Maar als je heel eerlijk bent klopt er geen hout van. Je hebt een selectieratio van 1:10 in een moeilijke doelgroep, daar zou je je als recruiter voor moeten schamen. Dat zit ook een beetje in de inzendingen. Het lijkt wel alsof we soms worden afgeleid door wat er allemaal kan. Maar die chemie tussen mensen, dat kun je niet automatiseren. Die recruiter die een heel grote hospitality in zich heeft, en de creativiteit en de lef in arbeidsmarktcommunicatie, die zou ik wel meer willen zien.’

De prijzen zelf

En toen was het dus tijd voor de prijzen zelf. Oud-winnaar Eric van Bourgonje reikte in een filmpje de eerste uit aan Utrechtzorg, gevolgd door Marion de Vries die Kruidvat in het zonnetje zette, vooral vanwege de manier waarop ze de insights in hun doelgroep hadden vertaald. En dan ging het haar bijvoorbeeld niet alleen om het inzicht dat solliciteren best spannend is voor 15- en 16-jarigen, maar ook dat het voor die doelgroep best slim is om te adverteren bij de energy drinks.

‘Vooral de ouders die zeggen: fijne dag met mijn kind, ík ga werken, dat was een heel herkenbaar inzicht.’

Bij de categorie Arbeidsmarktcommunicatie was het oud-winnaar Ruud de Groot van het Leger des Heils die het publiek via een video toesprak. Hij deelde vanuit de trein de prijs uit aan NS, waarvan vervolgens in groten getale een team op het podium aantrad, sommigen zelfs in uniform. Waarna opnieuw juryvoorzitter Marion de Vries het woord nam, en (bijna) de laatste prijs van de dag mocht uitreiken. Dat was de prijs van de vakjury, en die ging dit jaar naar Partou. Nadat de kinderopvangorganisatie ook al in 2023 had gewonnen, kregen ze nu dus opnieuw een erkenning voor hun inspanning, die nu zelfs voor de hele branche zijn impact had. ‘We hebben er vreselijk om moeten lachen in de jury’, zei juryvoorzitter De Vries over de case. ‘Vooral de ouders die zeggen: fijne dag met mijn kind, ík ga werken, dat was heel herkenbaar en een goed inzicht.’

Een pareltje

En toen was er ook nog ‘een kleine verrassing’, zoals De Vries het uitdrukte. ‘Er zijn af en toe van die inzendingen die halen dan net niet die awards’, zei ze. ‘Pareltjes. Dit jaar hadden we er zo eentje. En we hebben zelf het recht genomen die ook uit te reiken. Omdat ze een heel goed insight over hoe men naar de organisatie kijkt deels met humor hebben opgelost. Supersympathiek, heel geloofwaardig en authentiek.’ Een echte parel dus. En zo werd Lievegoed de vijfde gelukkige winnaar van de dag. Waarna het allerláátste woord uiteindelijk aan de hits van ABBA was.

Komende weken in verschillende podcasts nog meer aandacht voor deze winnaars.

Lees ook

Meer weten?

Kijk voor meer informatie bij Werf& Awards.

Generatie Z kijkt verder dan salaris: secundaire arbeidsvoorwaarden steeds bepalender

Kun je beter meer salaris bieden, of toch liever een hoog salaris? Alhoewel salaris nog steeds bovenaan staat met de lijst van belangrijke pullfactoren, lijken ook secundaire arbeidsvoorwaarden aan belang te winnen. En met name als je jong talent aan je wil binden. Zo kwam het FD deze week met een bericht dat het fiscaal voordelig aflossen van een studieschuld dit jaar een populaire arbeidsvoorwaarde geworden is, en zou volgens AWVN de helft van de bedrijven in de cao al zogenoemde ‘groene arbeidsvoorwaarden‘ opnemen (vaak duidend op een fiets van de zaak).

De helft van alle bedrijven zou zogenoemde groene arbeidsvoorwaarden hebben ingevoerd.

Uit de jaarlijkse Europese Global Employee Benefit Study (GEBS) van het Zweedse Epassi blijken ook andere secundaire arbeidsvoorwaarden hoge ogen te gooien. Denk aan persoonlijke ontwikkeling (82%), opleidingsbudgetten (67%), scoren fysieke vitaliteitsprogramma’s (78%), de fietsregeling (73%) en woon-werkvergoedingen (83%). Generatie Z blijkt daarbij het meest ‘benefit-gedreven’: 45% van hen zou bereid zijn om een lager salaris te accepteren in ruil voor een uitgebreider of meer gepersonaliseerd pakket aan arbeidsvoorwaarden. Ook millennials (35%) laten die bereidheid in groten getale zien.

‘Strategisch instrument’

‘Werkgevers realiseren zich steeds meer dat vitaliteit en werkgeluk belangrijke elementen zijn in het aantrekken en behouden van talent. Voor werkgevers betekent dit dat passende secundaire arbeidsvoorwaarden niet langer een ‘extraatje’ zijn, maar een strategisch instrument’, zegt Antonio Barradas, CEO van Bedrijfsfitness Nederland, dat onderdeel is van Epassi.

Antonio Barradas

Van de Nederlandse ondervraagden in het onderzoek geeft 62% aan dat het benefitspakket hun beeld van de werkgever beïnvloedt. In Nederland zou zelfs 61% van de werknemers naar eigen zeggen een baan kunnen afwijzen als het pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden onvoldoende aansluit op hun behoeften. Ook voor behoud van personeel speelt het aanbod een belangrijke rol: 75% van de Nederlandse werknemers overweegt van baan te wisselen als elders een beter passend pakket beschikbaar is – mits de rest van de functie gelijk blijft.

Kloof intentie en ervaring

Voor werkgevers is het dus van belang om deze voordelen goed over de bühne te brengen, stelt Barradas. ‘Toch blijkt er een kloof tussen intentie en ervaring: 71% van de Nederlandse werkgevers erkent het strategische belang van employee benefits, maar slechts 62% van de werknemers zegt dit ook in de praktijk te herkennen. Dat verschil is nergens anders in Europa zo groot als in Nederland. Opvallend, zegt Barradas, die ook nog wel een paar tips voor werkgevers in huis heeft: ‘Het aanbod moet allereerst aansluiten bij de wensen van werknemers. Maar minstens zo belangrijk is dat je als werkgever helder communiceert wat je precies biedt.’

54% van de Nederlanders vindt het huidige aanbod van secundaire arbeidsvoorwaarden niet aansluiten bij hun persoonlijke voorkeuren.

In het onderzoek valt verder op dat 54% van de Nederlandse werknemers aangeeft dat het huidige aanbod van secundaire arbeidsvoorwaarden onvoldoende aansluit bij hun persoonlijke voorkeuren. Daarmee scoren ‘we’ relatief hoog in vergelijking met andere Europese landen. Ook voelen werknemers in Nederland zich minder gestimuleerd om gebruik te maken van de verschillende benefits. Generatie Z is in het onderzoek degene die zich het meest gestimuleerd voelt (55%), maar zij rapporteren dan weer minder duidelijkheid over wat er precies wordt aangeboden door een werkgever.

Iets andere wensen

Uit wereldwijd onderzoek dat Deloitte gisteren naar buiten bracht, bleek ook al dat Gen Z er iets andere wensen op nahoudt dan de generaties voor hen. Zo blijkt hun mentale gezondheid (nog steeds) onder druk te staan, en voelen Nederlandse respondenten zich ten opzichte van hun generatiegenoten elders ook nog eens mínder gesteund op dit vlak. Velen ervaren stress door lange werkdagen, gebrek aan erkenning of beloning voor werk. Ook zegt slechts 31% van de Gen Z’ers daadwerkelijk advies, begeleiding en ondersteuning door hun manager in hun dagelijkse werkzaamheden te ervaren.

De ondervraagde Gen Z’ers en millennials in Nederland zeggen overigens ook veel waarde aan professionele ontwikkeling te hechten. Voor 16% van de Nederlandse Gen Z-respondenten is ‘doorlopend leren en ontwikkelen’ zelfs het voornaamste carrièredoel. Wereldwijd ligt dit percentage met 9% beduidend lager. Ook blijkt ‘betekenisvol werk’ een belangrijke factor voor werkplezier en welzijn. Ruim de helft van de Nederlandse Gen Z’ers (51%) in het onderzoek heeft ooit een baan opgezegd omdat deze niet als betekenisvol werd ervaren, hoger dan het wereldwijde gemiddelde (van 44%).

Lees ook

Hoe LinkedIn en Indeed de Europese jobboard-markt domineren (maar niet overal…)

De cijfers van Indeed en LinkedIn zijn simpelweg indrukwekkend. Wereldwijd domineren Indeed en LinkedIn de belangrijkste marktplaatsen van vacatures. Maar liefst 49,8% van de omzet en meer dan 90% van de winst die alle vacatures in de wereld maken, wordt verdeeld door LinkedIn en Indeed, waarbij de eerste net iets meer omzet neemt dan Indeed.

De actieve baanzoekers in Europa noemen Indeed net iets vaker dan LinkedIn.

Qua marktaandeel en marktdominantie is de situatie in Europa niet veel anders, zeker als het gaat om voorkeur onder de Europese beroepsbevolking, blijkt uit onderzoek door Intelligence Group. Terwijl er in heel Europa naar schatting zo’n 13.200 vacaturesites actief zijn, geniet onder 44% van de (actief baanzoekende) Europese beroepsbevolking of Indeed of LinkedIn de voorkeur. LinkedIn wordt door iets meer dan 1 op de 5 personen uit de Europese beroepsbevolking open (dus niet geholpen) genoemd, terwijl Indeed daar net iets bij achter blijft. De actieve baanzoekers in Europa noemen daarentegen Indeed weer net iets vaker; 1 op de 4, waarbij LinkedIn volgt met 23%. Voor dit onderzoek zijn de laatste 2 jaar in totaal 212.812 personen ondervraagd.

Waar zijn LinkedIn en/of Indeed marktleider?

Waar in Europa LinkedIn en/of Indeed marktleider zijn? Misschien zou een toepasselijkere vraag zijn waar LinkedIn of Indeed géén marktleider zijn. Onder actieve baanzoekers in Europa is Indeed in elk geval in 5 landen de nummer 1, te weten: België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Ierland. LinkedIn is op zijn beurt in 6 landen de nummer 1: Nederland, Italië, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Griekenland.  In 6 landen hebben ze positie 1 of 2 in handen, met een gecombineerd marktaandeel in deze landen tussen de 59 en 72%., te weten Italië (72%), Engeland (68%), Nederland (62%), Noorwegen (62%), Ierland (61%) en Frankrijk (59%).

Indeed LinkedIn marktaandeel %
BB Actief BB Actief BB Actief
IT 2 2 1 1 74% 72%
GB 1 1 2 2 69% 68%
NL 2 2 1 1 61% 62%
NO 2 2 1 1 67% 62%
IE 1 1 2 2 57% 61%
FR 2 1 1 2 56% 59%
SE 3 3 1 1 54% 56%
AT 7 7 3 2 45% 51%
BE 3 1 2 2 43% 45%
GR 3 3 1 1 41% 42%
DE 1 1 3 3 42% 41%
CH 4 3 1 1 38% 39%
ES 3 3 2 2 38% 35%
LV 10 10 1 2 29% 31%
PT 3 7 1 4 46% 29%
HU 3 3 2 2 21% 24%
DK 5 6 2 2 30% 24%
FI 9 8 2 2 24% 22%
HR 10 11 3 3 18% 18%
SI 8 8 3 3 18% 16%
PL 5 6 3 3 17% 14%
LT 10 4 4 15% 14%
RO 4 6 3 3 14% 12%
BG 11 13 3 3 10% 12%
CZ 7 8 3 4 13% 11%
EE 6 12 3 3 13% 8%
SK 12 10 4 10 9% 6%

Het marktaandeel is uitgerekend als percentage van alle (open) genoemde jobboards in een land. Er zijn ook landen in Europa waar Indeed en LinkedIn geen of nauwelijks een rol van betekenis spelen, zoals Slowakije, Estland, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Litouwen en Polen.

In de landen waar Indeed marktleider is, helpt Google ze extra in het zadel, zoals uit analyse van Jonathan Turpin al bleek. Opvallend is dat alleen in Italië dit niet het geval was, maar daar is LinkedIn dan ook marktleider en Indeed pas de nummer 2. Dat zou een verklaring kunnen zijn, al is er over het vacature-SEO effect van Google op Linkedin veel minder bekend, mede omdat LinkedIn zelf haar X-ray heeft uitgezet en daardoor veel minder informatie goed vindbaar is voor Google.

Top-20 van Europese jobboards

Eigenlijk kun je stellen dat er maar een handjevol vacaturesites is dat na LinkedIn en Indeed nog enigszins een ‘footprint’ heeft in meerdere Europese landen. Zij staan dan ook op plekken 3 tot en met 5 van de lijst van 20 grootste Europese jobboards.

Europese beroepsbevolking Actief baanzoekende Europese beroepsbevolking
LinkedIn.com 21% 23%
Indeed.com 19% 25%
infojobs.net 5% 9%
Stepstone 4% 4%
Monster 3% 3%

Regionaal sterk zijn Infojobs (met name in Spanje en Italië) en StepStone (in met name Duitsland/de DACH regio). Maar ook zij zijn veelal op hun lokale markt al verslagen door LinkedIn en/of Indeed. Van een echte Europese footprint is bij deze jobboards dan ook geen sprake, net zo min als bij Monster op plek 5. Nog slechts 3% van de actieve Europese baanzoekers noemt Monster (open).

Eigenlijk is de belangrijkste boodschap dat er naast LinkedIn en Indeed geen echte serieuze speler meer is.

Het verschil met de top-4 is groot en na de fusie met CareerBuilder zijn de verwachtingen ook niet meer echt hooggespannen in Europa. Monster komt nog terug in het rijtje omdat er én géén andere Europese alternatieven zijn én ze nog steeds een sterke naamsbekendheid hebben. Maar eigenlijk is de belangrijkste boodschap dat er naast LinkedIn en Indeed geen echte serieuze speler (meer) is. Buiten de top-5 zijn het namelijk vooral nationale marktplaatsen die de top-20 completeren. Uitzonderingen daarbij zijn nog enigszins Xing (de Duitse equivalent van LinkedIn), totaljobs, en Jooble.com, een wereldwijde concurrent van Indeed.

Bron: Intelligence Group 2025

De stelling uit het eerdere artikel Wie gaat Linkedin en Indeed nog verslaan? lijkt daarom ook wel gerechtvaardigd. Dat voor hen het ‘gevaar’ gaat komen uit de bestaande jobboards in Europa? De kans daarop lijkt nagenoeg nihil. Het zullen eerder nieuwkomers zijn gedreven door A.I., platforms of ‘dark horses’ die Linkedin en Indeed naar de troon moeten gaan steken. We houden het in de gaten!

Lees ook

Over de toekomst van recruitment, of: hoe een rups een vlinder kan worden

Het contrast kon bijna niet groter zijn. In de bovenzaal van een pand met roots tot in de 14de eeuw, zijn een 60-tal TA-leaders bij elkaar gekomen om vooruit te blikken. Het klassieke gebouw van Karel V in hartje Utrecht blijkt echter een prachtig decor om samen de toekomst van recruitment door te spreken. En wel met twee internationale Randstad-directeuren, Glen Cathey en Samantha Schlimper, die speciaal voor de gelegenheid uit de VS zijn komen afreizen.

Niet alleen A.I., maar ook hoe we denken over skills zal de wereld van werk de komende jaren ingrijpend veranderen, leerden de bezoekers gisteren tijdens The Future of Recruitment. Wat kregen zij mee waar we ons allemaal op kunnen/moeten voorbereiden?

‘Zie A.I. als een persoon, en het verandert helemaal hoe je ermee omgaat.’

Glen Cathey bijt het spits af, met zijn visie op de rol van A.I. in recruitment. Géén co-piloot, zegt hij, géén assistent en ook géén back-up. ‘Zie A.I. liever als een persoon, en het verandert helemaal hoe je ermee omgaat.’ A.I. is alles aan het veranderen, het is ‘de nieuwe elektriciteit’, is zijn boodschap. De hype mag misschien een beetje voorbij zijn, hij trekt toch de analogie met (de mythe van) de kokende kikker: omdat we er zelf middenin zitten, hebben we niet genoeg in de gaten in hoeverre A.I. nu al ons leven beïnvloedt. Een beetje zoals het ook is met klimaatverandering, voegt hij toe, op deze werkelijk zonovergoten dag.

Vol met tips

Zijn ochtendsessie is gevuld met tips over hoe beter gebruik te maken van de mogelijkheden die A.I. nu al biedt. Door er gewoon mee in gesprek te gaan, meer vragen te stellen, en aan meer systemen dezelfde vragen te stellen. ‘Zodat je een second opinion krijgt.’ En dat zal ook steeds meer via een ‘gewoon gesprek’ gaan, via voice dus, verwacht hij. ‘Ik denk dat we over 20 jaar niet meer snappen dat we ooit met vingers op toetsenborden bezig waren en met duimen op kleine schermen om een prompt in te voeren.’

‘Ik denk dat we over 20 jaar niet meer snappen dat we ooit met vingers op toetsenborden bezig waren.’

Maar het is niet alleen een toekomstbespiegeling die we hier krijgen, de deelnemers gaan ook zelf aan de slag. ‘Mensen leren door dingen te doen’, zegt Cathey namelijk. ‘Het is een beetje zoals je rijbewijs halen. Je kunt eindeloos filmpjes van verkeerssituaties kijken, maar je leert het pas door achter het stuur te stappen. Je kunt alleen upskillen door kennis toe te passen.’ En dus komen overal de laptops uit de tas, en gaan aan de tafels de aanwezigen aan de slag met de eerder uitgedeelde opdrachten.

Maar niet voordat Cathey toch wel wat waarschuwingen heeft meegegeven. Zoals: ‘Voer geen persoonlijke informatie in, en ook geen gevoelige, vertrouwelijke of bedrijfsinformatie. Vertrouw ook niet blind de output, en vat niet de content van anderen samen en presenteer dat alsof die van jezelf is.’ Maar laat dit je vooral niet beletten het wél te gebruiken, zegt hij. ‘Wat ik wil dat je meeneemt van de sessie vandaag: have an A.I.-first mentality. Hoe kan A.I. me helpen om dit te doen? Verander je gedrag. Anders zul je er nooit de benefits van proeven.’

Conversational technology

De essentie van generative A.I. is volgens Cathey dat het conversational technology is: je kunt ermee in gesprek, en het zal uit de context steeds meer informatie kunnen ophalen en zijn antwoorden kunnen verbeteren. ‘Je moet uitleggen wat-ie moet doen, en hoe je wil dat het antwoord eruitziet. Zie het in die zin als elke andere medewerker. Een assistent, back-up of co-piloot is het niet: dit is immers iemand die meer weet dan jij. Maar hij zal misschien niet altijd de eerste keer begrijpen wat je wil. Gebruik dus een iteratieve benadering, en verschaf context, zoals je ook bij mensen in een conversatie zou doen.’

‘Heb je moeite goede prompts te maken? Dan vráág je dat toch gewoon ook aan A.I.?’

Als je niet blij bent met de uitkomst van wat een generatieve A.I. je voorschotelt, ‘ben je zelf 50% verantwoordelijk’, houdt Cathey zijn gehoor voor. En heb je moeite om zelf goede prompts te maken? Dan vráág je dat toch gewoon ook aan A.I., zegt hij, onder het mom van ‘meta-prompting‘, door hem ook wel ‘help me help you‘ genoemd. En make it explain, zegt hij ook, dus: ‘Vraag ook gewoon: hoe ben je hierop gekomen?’ Geen vraag is volgens hem eigenlijk te gek. ‘Als je wil dat het klinkt als iets, vraag het gewoon. Of vraag om een army of roles, om allerlei invalshoeken dus.’

De ogen openen

Ondertussen wordt aan de tafels hard gewerkt aan bijvoorbeeld betere vacatureteksten, maar ook aan vragen voor sollicitatiegesprekken, en bijbehorende scorekaarten, compleet met wat dan goede antwoorden van kandidaten zouden kunnen zijn. Interessant blijkt bijvoorbeeld hoe A.I. kan helpen een vacaturetekst om te schrijven naar een meer skills-gerichte (en dus meer inclusieve) vacature. ‘Zo kun je ook vragen om 5 verschillende LinkedIn-posts, compleet met emoji’s en hashtags, om deze vacature onder de aandacht te brengen. De meeste mensen vinden dat moeilijk, A.I. kan dat wel, en nog snel ook’, aldus Cathey.

‘Als je het unimpressive vindt, kun je A.I. ook altijd vragen om het beter te doen.’

En ‘als je het unimpressive vindt, kun je het ook altijd vragen om het beter te doen. Net als je bij een persoon zou kunnen doen’, voegt hij toe. Zo kun je volgens hem eigenlijk over elke vraag waar je mee zit het gesprek aan. ‘Ik hoop dat dit je ogen opent. Je kunt altijd meer doen en meer vragen. Je kunt het ook vragen een rol of een persona te spelen. En je kunt het ook gebruiken om veilig moeilijke gesprekken te oefenen voordat je die met een echt mens hebt. Het kan in die zin ook een heel waardevolle coach zijn. A.I. heeft geen ego, beoordeelt je niet.’ Kortom: de ideale, alwetende vriend en collega, stelt de gespreksleider.

Eén keer naar de sportschool

Maar, zo voegt hij er aan het eind van de ochtendsessie wel aan toe: je moet de relatie wel onderhouden. ‘Als je niet je gedrag verandert, dan is het net alsof je één keer naar de sportschool bent gegaan. Ik ben niet hierheen gekomen om je alleen maar te laten oefenen. Als je dit gedrag niet vastlegt, dan heeft het geen impact gehad. Dan heeft het geen verschil gemaakt voor jou, je team en je organisatie. Dus: hoe ga jij ervoor zorgen dat je op regelmatige basis naar de sportschool gaat? Want als je niet je gedrag verandert, dan zal het niet lang duren voordat A.I. jouw baan overneemt en jij irrelevant wordt.’

‘Als je niet je gedrag verandert, zal het niet lang duren voordat A.I. jouw baan overneemt en jij irrelevant wordt.’

En dat is helemaal geen extreme gedachte, zegt hij. ‘Het gebeurt vandaag de dag al. Welke rol je ook hebt, het gaat gebeuren.’ En ja, dus ook met recruiters. Maar zegt hij er ook nog enigszins geruststellend achteraan: ‘Je bent de veiligste in je organisatie als je degene bent die A.I. omarmt in plaats van degene die probeert A.I. tegen te houden.’ Een prikkelende gedachte om de hierop volgende stadswandeling mee in te gaan.

Niet alleen A.I., maar ook hoe we denken over skills zal de wereld van werk de komende jaren ingrijpend veranderen, leerden de bezoekers gisteren tijdens The Future of Recruitment. Wat kregen zij mee waar we ons allemaal op kunnen/moeten voorbereiden?

Ontwerpen om de mens heen

Na de lunch en wandeling is de koek nog niet op. Want niet alleen A.I. verandert de wereld van werk ingrijpend, dat geldt ook voor het werk zélf, aldus Sam Schlimper. Haalde Cathey de genodigden al uit hun comfortzone, dat geldt minstens zo voor de managing director van Randstad Enterprise. Volgens haar moeten organisaties zich namelijk helemaal opnieuw ontwerpen, en wel met de mens en zijn behoeften als uitgangspunt. Het werk dat gedaan moet worden, moet je daaromheen organiseren, zo is haar idee, omdat je anders nooit grootse prestaties en operational excellence kunt opschalen.

‘Het gaat allemaal om de joy of work’, zo is haar stelling. Want daarmee gaat het nu niet goed, zegt ze. ‘De mental health van werknemers gaat onderuit. De stress ging wereldwijd gemiddeld van 13% naar 38%, het verloop van 15% naar 21% en ook de productiviteit groeit nauwelijks meer.’ Tijd om daar wat aan te doen, is haar oproep. Waarbij het zogenoemde pixelation van werk voor haar een kernbegrip is. Oftewel: functies zoals ze nu zijn opknippen in flexibele ‘pixels’ van taken en vaardigheden, dus: ‘banen uit elkaar halen en weer anders in elkaar zetten, maar dan rondom gewenste outcomes in plaats van KPI’s en responsibilities.’

‘De stress ging wereldwijd van 13% naar 38%, het verloop van 15% naar 21% en ook de productiviteit groeit nauwelijks meer.’

Welk werk moet gedaan worden? Welke taken zijn daarbij nodig? Welke skills moet je daarvoor in huis hebben? En dan: waar en wanneer kun je dit werk het beste doen? En moet een mens het doen, of kan A.I. of een cyborg het net zo goed? ‘Dát is pixelation‘, aldus Schlimper, die er meteen het voorbeeld bijhaalt van de verpleegkundige, die slechts 50% van haar tijd met verpleging bezig is, en de andere 50% met dingen die ze eigenlijk niet wil. ‘Als je dat pixelatet, kun je 50% van het werk wegnemen waar ze een hekel aan heeft. En dit voorbeeld kun je in alle organisaties zien.’

‘The competitive edge

Op deze manier het werk anders organiseren is volgens Schlimper ‘the competitive edge‘ de komende jaren. Maar het is wel een cultuur- en gedragsverandering, voegt ze toe, en dus niet makkelijk te implementeren. Al helpt het volgens haar enorm dat je hierbij de mensen die het werk doen centraal kunt zetten, en je mensen de kans geeft vooral te doen waar ze écht goed in zijn en wat bij hen past. ‘Als we niet de mensen in hun core kennen, kun je al hun skills kennen, maar gaat het niet werken’, zegt ze. En dat geldt ook voor leerstijlen van mensen. ‘Als je dat linkt aan het werk dat gedaan moet worden, dan zal het resultaat groot zijn.’

‘De functiebeschrijving ziet er vaak zelfs letterlijk uit als een box. Maar hoeveel mensen passen daar nou precies in?’

We denken nu nog te veel aan ‘jobs in boxes‘, zegt ze. ‘De functiebeschrijving ziet er vaak zelfs letterlijk uit als een box. Maar hoeveel mensen passen daar nou precies in? Ik zeg niet: je moet mensen alleen dingen vragen te doen die ze leuk vinden. Maar als je mensen steeds dingen laat doen die ze niet leuk vinden, haal je de motivatie eruit bij mensen. Het gaat niet om je functietitel, maar om het werk dat je doet. Je kunt ze nog steeds in een box een plek geven, maar ze kunnen wel meer werk in de hele organisatie doen’, zegt ze, verwijzend naar bijvoorbeeld de aanpak die ze bij Mastercard hebben gedaan.

Een cultural shift

Ander voorbeeld: Morgan Stanley. Toen het bedrijf erachter kwam dat A.I. betere investeringsbeslissingen kon maken dan de mens, gaf het de wealth managers de kans om diepere conversaties met cliënten te voeren, en kort gezegd: vaker met ze te gaan lunchen. ‘Maar A.I. neemt nu de beslissingen’, aldus Schlimper. ‘Cliënten blij, wealth managers blij, resultaten prima.’ Maar toch kost het veel organisaties nog moeite om zo te gaan denken, merkt ze, waar ter wereld ze ook komt. ‘Dit is echt een cultural shift.’

Maar vergelijk het met hoe een rups een vlinder wordt. Bij het ontpoppen gooit de rups eigenlijk alles af, en behoudt alleen zijn DNA. ‘Dit is wat ik eigenlijk wil dat je onthoudt van vandaag’, zegt Schlimper. ‘Het helpt mensen erover nadenken. Je moet ontleren, jezelf opnieuw uitvinden. Dat doe je normaal het beste als je door een trauma gaat. Maar we willen niet dat mensen door een trauma gaan. Dus moet je dat simuleren. Bijvoorbeeld door een scenario te schetsen: wat als we volgend jaar niet meer bestaan, wat is er dan gebeurd? Als je zo’n vraag stelt, dan kun je erover gaan nadenken. Je moet mensen kunstmatig in de crisismodus zetten.’

‘Je bént geen recruiter, je hebt skills, die je voor veel dingen kunt inzetten. Zo ben je zelf deel van de oplossing.’

Het risico om niets te doen is meestal groter dan het risico van wel in actie komen, benadrukt ze ook. En dat geldt zeker ook in de wereld van recruitment. ‘Onze industrie zal de komende jaren disrupt worden, dat is een zekerheid’, aldus Schlimper. ‘Maar je bént geen recruiter, je hebt skills, die je voor veel dingen kunt inzetten. Op die manier ben je zelf deel van de oplossing. Als je jouw organisatie in beweging weet te krijgen over die boxes, dan creëer je vanzelf weer nieuwe kansen. En jij hebt daar vanuit je huidige rol in recruitment de capaciteit voor. Zo kun je werken aan die nieuwe wereld rondom de joy of work.’

Lees ook

Waarom we briljante leiders afwijzen – soms nog voor ze één woord gezegd hebben

Hij had het allemaal. Twintig jaar ervaring in complexe omgevingen. Teams gebouwd, crisissen getrotseerd, strategie en vertrouwen op één lijn gekregen. Geen haantje-de-voorste, wel iemand die met weinig woorden precies wist wat er nodig was. Na een uur praten keek hij me aan, glimlachte bijna verontschuldigend en zei: ‘Ik denk dat ik klaar ben voor iets anders.’ Niet groter. Niet prestigieuzer. Gewoon: anders. Kleiner. Dichter bij het vuur. Meer impact, minder politiek.

Hij wist waar hij vandaan kwam. Hij wist wat hij te bieden had.

Hij wist waar hij vandaan kwam. Hij wist wat hij te bieden had. En hij wist dat hij z’n volgende hoofdstuk niet in dezelfde sector ging vinden. Ik geloofde hem. En ik wist ook wat ik moest zeggen. ‘Je bent er klaar voor. Maar ik weet niet of de markt dat ook is.’

De safe bet

Want dat is wat ik telkens opnieuw zie gebeuren. Bedrijven zeggen dat ze openstaan voor andere profielen, frisse blikken, leiders met lef. Maar zodra het over C-level gaat, krimpt die openheid in tot één smal lijntje: iemand die het al gedaan heeft. In dezelfde sector. Met dezelfde uitdagingen. De safe bet. En dus vallen net die mensen die écht iets zouden kunnen veranderen buiten beeld. Niet omdat ze tekortkomen. Maar omdat ze niet herkenbaar genoeg zijn.

Zodra het over C-level gaat, krimpt alle openheid vaak in tot één smal lijntje.

Dat zijn de momenten waarop mijn job spannend wordt. Wanneer ik voel: deze match kán werken, als iemand het durft zien. En ja, ik pitch die kandidaat dan toch. Niet om te provoceren, maar omdat ik geloof in wat er mogelijk is, voorbij de standaard checklist. Soms zegt de klant meteen nee. Maar soms – en dat zijn de mooiste momenten – stopt iemand even. Wordt stil. En zegt dan: ‘Vertel eens meer.’ Dát is waar het boeiend wordt. Daar begint het échte gesprek. En daar kijk ik ook naar uit op het Werf& Live-event. Zin in zo’n gesprek? Zoek me op. Ik ben diegene met het Vlaamse accent…

Over de auteur

Isabel Verhelst is een resultaatgerichte, no-nonsense coach met een passie om mensen te verbinden. Ze is eigenaar van Ingenium Executive Search, een boutique bureau met de focus op top C-level talent dat perfect past bij het DNA van de organisatie. Recent heeft ze ook Talent to match gelanceerd met als missie via online cursussen MKB-managers expert te maken in werving.

Lees ook

Heleen Stoevelaar: ‘Binden is een zwaktebod, blijf boeien’

Ze staat in Nederland bekend als ‘de koningin van de referral’, maar voor Heleen Stoevelaar is referral nooit een doel op zich. Het is eerder een logisch gevolg van goed werkgeverschap, zegt ze in een nieuwe aflevering van de Monkey Rock-podcast van Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer (EN HR solutions) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group). ‘Je kunt pas succesvol een referralstrategie inzetten als de basis klopt. Als mensen blij zijn, betrokken zijn en zich gewaardeerd voelen.’ Is dat niet het geval, dan zullen ze nooit andere kennissen aandragen, zo is haar overtuiging.

‘Je kunt pas succesvol een referralstrategie inzetten als de basis klopt. Als mensen blij zijn en zich gewaardeerd voelen.’

In de podcast brengt de dagvoorzitter van het aanstaande Werf& Live ook de bekende combinatie ‘binden en boeien’ ter sprake. Een bijzondere combinatie, zegt ze. Volgens haar is het woord ‘binden’ zelfs achterhaald. ‘Binden klinkt alsof je mensen vast wil houden tegen hun zin’, legt ze uit. ‘Nee, blijf boeien. Dáár gaat het om.’ Haar missie als directeur en eigenaar van de Referral Company is dan ook helder: organisaties helpen om van hun medewerkers echte ambassadeurs te maken. ‘Mensen die zó enthousiast zijn over hun werk, dat ze vanzelf anderen willen meenemen in dat verhaal.’

Geen ’tientje voor een vriendje’

Als referral-pionier heeft Stoevelaar van haar vak echt haar missie heeft gemaakt. Wat maakt haar aanpak zo bijzonder? En hoe kun je als organisatie referralstrategieën wél succesvol implementeren? Veel organisaties denken dat ze met een geldbedrag als bonus een referralprogramma succesvol kunnen maken. Maar volgens Heleen werkt het niet zo simpel. ‘Het draait nooit om geld. Natuurlijk kun je een incentive geven, maar de meeste medewerkers doen het omdat ze willen dat een oud-collega of bekende óók bij een fijne werkgever terechtkomt.’

‘Bij een accountant loopt de helft inmiddels in een hoodie van het bedrijf.’

Dat bleek ook bij zorgorganisaties, waar medewerkers liever waardering ontvangen in een andere vorm dan geld. ‘We kijken dan naar mogelijkheden binnen de WKR-regeling, of naar belevenissen. Het gaat toch vooral om erkenning.’ En inspiratie genoeg als het daarom gaat. ‘Een medewerker had een reis naar Suriname op z’n bucketlist. We berekenden dat hij daarvoor 7 referrals nodig had. Hij haalde het en ging. Fantastisch, toch?’ Maar het kan ook kleiner. ‘Bij een accountantskantoor loopt de helft inmiddels in een hoodie van het bedrijf. Omdat ze punten verzamelen met kleine acties: een post delen, iemand aandragen, op een beurs staan.’

Zonder proces geen succes

Een referralprogramma dat niet is ingebed in een goed proces is gedoemd te mislukken, waarschuwt Stoevelaar. ‘Als je het niet kunt integreren in je ATS of geen opvolging kunt garanderen, moet je niet eraan beginnen.’ Opvolging binnen 24 uur is volgens haar zelfs een keiharde voorwaarde. ‘Je wilt niet dat een medewerker zich schaamt omdat zijn aangedragen kandidaat niets hoort.’ Ander struikelblok? Het management. ‘Managers hebben geen idee hoeveel recruitment kost, laat staan wat referral kan opleveren.’ Daarom zet ze ook sterk in op ROI-berekeningen. ‘We laten zien wat een hire via LinkedIn kost, en hoeveel duurzamer een referral is. Dan gaan de ogen open.’

‘Managers hebben vaak geen idee hoeveel recruitment kost, laat staan wat referral kan opleveren.’

Eén van de sterkste punten in haar aanpak is segmentatie, legt ze uit. ‘Je hebt op de werkvloer meerdere generaties met verschillende voorkeuren. Je kunt niet één strategie gebruiken.’ Zo ontwikkelde ze voor een klant een college tour voor jongere medewerkers. ‘Zij mochten iemand meenemen naar een gesprek met de CEO. Geen sollicitatie, maar een kennismaking. Het ging om verbinding, niet om direct resultaat.’ Voor oudere medewerkers werd juist bewust even geen aandacht besteed aan referral. ‘Zo creëerden we FOMO. Ze vroegen zich af waarom zij niks meer hoorden, en dat triggerde weer nieuwe betrokkenheid.’

Van cash naar community en samba

Een interessante ontwikkeling in de wereld van referral is de verschuiving van cash naar experience, ziet Stoevelaar. ‘Toen de energierekening omhoog ging, steeg de vraag naar cash. Maar bij jongere doelgroepen werkt een ervaring, een beleving, vaak beter. Of het nu gaat om een etentje, merchandise of een teambuilding-trip.’ Ook het belonen van gedrag is in opkomst. ‘Je beloont niet alleen een hire, maar ook de stappen daarnaartoe. Zo bouw je een community van ambassadeurs.’

Zelf pleit ze al jaren voor het actief benaderen van doelgroepen. ‘Kom van achter je laptop vandaan. Ga waar je doelgroep is. Congres, voetbalveld, campus, noem maar op.’ In haar teams organiseerde ze bijvoorbeeld samba-ochtenden. ‘Woensdagochtend gingen we letterlijk lawaai maken in de markt. Bellen, langsgaan, contact maken.’ Een treffend voorbeeld? ‘Op de Huishoudbeurs haalden we zo massa’s parttime postbezorgers binnen. Precies de doelgroep die we zochten: moeders met tijd over tussen 9 en 3.’

‘Zonder LinkedIn weet een recruiter vaak niet wat hij moet doen.’

Hoewel de tools voorhanden zijn, ziet Heleen dat het mkb op dit gebied vaak nog achterloopt. ‘Veel recruitment wordt nog ‘erbij’ gedaan. Dat is niet meer van deze tijd. Gebruik A.I., werk slimmer, laat technologie je helpen.’ Ze roept ook op om recruitment serieus te nemen. ‘Zonder LinkedIn weet een recruiter vaak niet wat hij moet doen. Maar recruitment is meer dan een tool. Het is contact maken, relaties bouwen.’

5 take-aways

#1. Zonder goed werkgeverschap geen referral

‘Binden is een zwaktebod. Blijf boeien.’ Goede referral begint met gelukkige medewerkers die trots zijn op hun werkgever. Zonder betrokkenheid geen ambassadeurs.

#2. Proces en opvolging zijn cruciaal

‘Binnen 24 uur moet je een referral-kandidaat bellen.’ Een referralprogramma zonder snelle opvolging faalt. Koppel je programma aan je ATS en houd het strak georganiseerd.

#3. Pas je strategie aan op je doelgroep

‘Generatie X zegt: waar staat het ook alweer? Generatie Z vraagt: what’s in it for me?‘ Segmentatie is key: verschillende generaties vragen om een andere toon, beloning en aanpak.

#4. Referral is méér dan geld

‘Een hoodie of reis naar Suriname kan meer effect hebben dan 1.500 beloning.’ Waarde zit vaak in beleving en trots, niet alleen in cash. Kies beloningen die aansluiten op de wensen van je mensen.

#5. Kom van achter je scherm

‘Letterlijk de boer op: op de kade, bij de helikopterplatformen, bij de Huishoudbeurs.’ De beste matches ontstaan buiten LinkedIn. Ga waar je doelgroep is en maak écht contact.

Heleen live aan het werk zien?

Wil je Heleen Stoevelaar live aan het werk zien? Zij is op 15 mei 2025 terug als dagvoorzitter tijdens Werf& Live, dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van de (flex)markt en employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

Meer weten?

Benieuwd naar meer inzichten van Heleen Stoevelaar? Luister de volledige Monkey Rock-podcast en ontdek hoe zij de uitdagingen van de arbeidsmarkt te lijf gaat.

Lees en luister ook:

Waarom Transdev kiest voor game-based assessments: ‘We willen anders blijven kijken naar talent’

Van functies op het hoofdkantoor tot de bus- en taxichauffeurs zelf; elke sollicitant bij ov-bedrijf Transdev zal binnenkort te maken krijgen met de game-based assessments van Equalture. Het bedrijf dat via merken als Connexxion, Hermes, Breng en Witte Kruis dagelijks duizenden mensen vervoert via bus, trein, tram en taxi, heeft hiermee binnen de ov-wereld een primeur. Transdev zet hiermee ‘een flinke stap richting de toekomst’, aldus recruitmentmanager Sonja Klijn. Wat wil ze daarmee zeggen? En wat wil het bedrijf met de nieuwe manier van assessments bereiken? Een kort interview.

> Hoe zag jullie recruitmentproces hiervoor eruit?

De basis staat echt goed. Na elke sollicitatie nemen we binnen 1 tot 3 werkdagen persoonlijk contact op. Daarna beoordelen we het cv en de motivatie, gevolgd door een korte capaciteitentest. Wie door deze fase komt, wordt uitgenodigd voor een introductiedag met een presentatie, interview en proefrit. Vervolgens volgt het psychologisch onderzoek met een reactietest, cognitieve test en een gesprek met een psycholoog. Daarna is er nog een medisch onderzoek, een VOG-aanvraag en een rijtest. Als dat allemaal positief is, start iemand met de opleiding of direct in dienst.’

Sonja Klijn

> Wat waren jullie uitdagingen hierbij?

‘We krijgen vaak complimenten over ons proces en onze aanpak, maar we merkten dat de lengte en zwaarte van het traject in de praktijk soms een obstakel waren. In de huidige arbeidsmarkt verliezen we talent aan concurrenten die sneller schakelen. We wilden dus versnellen zonder concessies te doen aan kwaliteit. Daarnaast zochten we naar meer objectiviteit. Minder keuzes maken op onderbuikgevoel, meer op data. Ook retentie speelt een rol – we willen beter begrijpen wie écht past en blijft.’

‘We wilden versnellen zonder concessies te doen aan kwaliteit.’

> Waarom viel de keuze op Equalture?

‘We waren op zoek naar iets écht vernieuwends. Iets dat beter past bij de huidige arbeidsmarkt én bij de ervaring die wij onze kandidaten willen bieden. Equalture viel meteen op door hun game-based aanpak. Dat is laagdrempelig, leuk om te doen én wetenschappelijk onderbouwd. Het zorgt ervoor dat we meteen een objectief beeld krijgen van iemands potentieel – nog vóór we naar een cv of motivatie kijken. Dat maakt het proces eerlijker én efficiënter.’

Video uit een eerdere campagne van Transdev:

> Hoe ziet het nieuwe proces eruit?

‘De games worden nu helemaal aan het begin van het traject ingezet. Kandidaten spelen de online games meteen na hun sollicitatie. De uitkomsten geven inzicht in cognitieve vaardigheden en gedrag. Aan de hand hiervan beoordelen we belangrijke vaardigheden zoals reactiesnelheid en besluitvaardigheid. Dit helpt ons snel en eerlijk te bepalen of iemand geschikt is voor de functie én of we bij elkaar passen. Op basis daarvan stemmen we het vervolgtraject af. Zo kunnen we sneller schakelen, en krijgt elke kandidaat een proces dat beter past bij hun profiel. Het maakt de ervaring niet alleen korter, maar ook persoonlijker en positiever.’

‘Het maakt de ervaring niet alleen korter, maar ook persoonlijker en positiever.’

> Wat hoop je dat deze verandering oplevert?

‘Voor ons draait alles om mobiliteit – mensen in beweging brengen. Maar dat begint bij de mensen binnen onze organisatie. Onze medewerkers zijn cruciaal voor het succes van Transdev. We willen een werkomgeving waarin zij zich veilig voelen en kunnen ontwikkelen. Door vanaf het begin op een andere manier naar talent te kijken, vinden we de juiste mensen voor de juiste plek. Equalture helpt ons daarbij – met games die op een leuke en moderne manier laten zien wat iemand in huis heeft.’

Video van 1 jaar geleden, toen onder meer de Koning bij Transdev op visite was:

Op de foto boven: Equalture-oprichter Fleur Melkert en Minke Jansma, directeur HR&O bij Transdev.

Meer weten?

Charlotte Melkert van Equalture is een van de sprekers op het allereerste Skills Event in de geschiedenis, op 19 juni 2025.

Skills Event

Lees ook

Dit zijn dé 4 pijlers voor wie latente kandidaten wil bereiken

Een vacature plaatsen, en dan maar hopen dat de juiste kandidaat reageert? Dat werkt steeds minder, ziet Gijs de Bont, Business Developer bij UP in Business. ‘De beste kandidaten zitten niet de hele dag jobboards te refreshen, ze zijn gewoon aan het werk’, zegt hij. Maar als je ze op het juiste moment aanspreekt met een kans die perfect bij ze past? ‘Dan wordt het een ander verhaal.’ Recruitment moet slimmer, niet harder, zegt hij. Maar wat is daar dan voor nodig? Hij ziet 4 verschillende pijlers.

#1. Personalisatie door data

Gijs de Bont

Data zijn onmisbaar in elke moderne recruitmentstrategie. En zeker als je via Recruitment Marketing Automation kandidaten wil benaderen op basis van hun gedrag en interesses. Door data te gebruiken – zoals interacties met je website, e-mailopeningen en klikgedrag – kun je een veel relevantere boodschap sturen, aldus De Bont. ‘Een IT-specialist die een artikel leest over cloud computing? Stuur hem een gerichte e-mail met een passende vacature of een uitnodiging voor een webinar over technologie binnen jouw organisatie. Dit vergroot de kans op engagement aanzienlijk.’

#2. Automatisering van touchpoints

Recruiters schieten nu nog vaak met hagel in de hoop op een reactie, maar kandidaten prikken daar dwars doorheen, aldus De Bont. ‘Ze willen geen standaardpraatje, maar een bericht dat écht relevant is voor hun situatie.’ Met Recruitment Marketing Automation bouw je volgens De Bont een gestructureerde candidate journey. ‘Kandidaten ontvangen dan niet één losse mail met standaard dezelfde afgezaagde openingszin: “Jouw profiel sluit perfect aan op onze vacature!, maar je neemt ze stapsgewijs mee in een heel proces’. Dat kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • Eerste contactmoment: een gepersonaliseerde e-mail of advertentie gebaseerd op hun interesses.
  • Waardevolle content: deel blogs, cases en video’s over werken bij jouw organisatie.
  • Gerichte opvolging: kandidaten die interesse tonen, ontvangen een uitnodiging voor een event of een vrijblijvend gesprek.

‘Door deze geautomatiseerde flows werk je efficiënter en verhoog je de betrokkenheid van kandidaten.’

#3. Employer branding en nurturing

Recruitment draait niet alleen om het vullen van openstaande vacatures, benadrukt De Bont. Het gaat volgens hem in de eerste plaats om het bouwen van relaties. En Recruitment Marketing Automation kan dan helpen bij wat wel talent nurturing wordt genoemd: het warm houden van talentpools door continu waardevolle content te delen. ‘Door recruitment te zien als een continu proces in plaats van een losse actie, bouw je aan een duurzame talentpool’, zegt hij. Denk aan:

  • Verhalen van medewerkers
  • Inzichten over bedrijfscultuur en groeimogelijkheden
  • Updates over innovaties binnen jouw organisatie

‘Dit zorgt ervoor dat potentiële kandidaten jouw bedrijf kennen en waarderen, nog voordat ze actief op zoek gaan naar een nieuwe baan.’

#4. Bereik kandidaten waar ze zijn

Door verschillende kanalen in te zetten, vergroot je de kans om de juiste kandidaten op het juiste moment te bereiken, aldus De Bont. ‘Denk aan:

  • Social media-advertenties gericht op specifieke doelgroepen
  • Gepersonaliseerde e-mailcampagnes met relevante vacatures
  • Retargeting voor kandidaten die eerder interesse toonden
  • Contentmarketing om latent werkzoekenden te informeren en te inspireren.

‘Dat de juiste kandidaat spontaan op je vacature stuit? Dat gebeurt simpelweg niet meer’, concludeert de business developer. ‘Waar het vroeger misschien nog volstond om een vacature online te plaatsen of een potentiële kandidaat een InMail te sturen, zijn deze methoden nu steeds minder effectief. Kandidaten worden overspoeld met berichten en reageren minder vaak. Ze verwachten een persoonlijke, relevante benadering en beslissen steeds kritischer over welke kansen ze overwegen.’ En een continue Recruitment Marketing Automationmultichannel-aanpak kan daarbij volgens hem wel eens de uitkomst zijn.

Meer weten?

Op 22 mei geeft Gijs de Bont samen met collega Thomas van Meer de Masterclass RMA voor Recruiters – Slimmer Talent Werven, waarin je ontdekt hoe je met RMA talent aantrekt en de relatie versterkt – en hoe automatisering je helpt te focussen op kansrijke kandidaten.

Masterclass RMA

Detacheerders zien arbeidsmarkt kantelen: omzetdaling van bijna -8%

De detacheringsbranche heeft last van een stroef lopende arbeidsmarkt. Niet alleen daalde in het eerste kwartaal van 2025 de omzet van Nederlandse detacheerders met 7,6% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, ook het aantal gedetacheerden zonder opdracht historisch hoog, aldus de nieuwste MarktMonitor van de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN). ‘Er komen minder aanvragen binnen en de tarieven staan onder druk’, concludeert VvDN-voorzitter Edwin van den Elst somber.

‘Budgetten staan on hold en projecten worden uitgesteld. De pauzeknop lijkt ingedrukt.’

Als verklaring voor de terugloop in detacheringsaanvragen wijst hij allereerst op de geopolitieke spanningen en magere macro-economische vooruitzichten. ‘Er is een hoop onrust in de markt, waardoor de vooruitzichten voor bedrijven onzeker zijn. Ook bij de overheid en vooral bij gemeenten wordt bezuinigd met het oog op het dreigende ravijnjaar. Budgetten staan on hold en projecten worden uitgesteld. De pauzeknop lijkt ingedrukt.’

Wet DBA

Volgens Van den Elst heeft de verschuiving van flex naar vast overigens een nog veel grotere impact op de detacheringsbranche. ‘Ondanks de start van de handhaving van de Wet DBA door de Belastingdienst sinds 1 januari dit jaar zien we nog niet veel zzp’ers die zich nu laten detacheren. Ook zijn opdrachtgevers uit angst voor handhaving op schijnzelfstandigheid niet meer opdrachten voor detachering gaan uitzetten. Opdrachtgevers nemen wel vaker zzp’ers en gedetacheerden zelf in vaste dienst. Daar hebben detacheerders natuurlijk last van’, constateert hij.

Het aantal gedetacheerden zonder opdracht is in het eerste kwartaal gestegen met 18%.

Het aantal gedetacheerden zonder opdracht (de zogenoemde leegloop) is in het eerste kwartaal van 2025 fors gestegen met 18% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Tegelijkertijd neemt het percentage medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd bij detacheringsorganisaties elk kwartaal toe. Inmiddels heeft ruim driekwart (76,4%) van de gedetacheerden een vast contract. Dat is fors meer dan het aandeel vast op de totale arbeidsmarkt (volgens CBS 56,8% in het eerste kwartaal van 2025).

Lichtpuntjes

Het is een van de lichtpuntjes die Van der Elst nog steeds ziet. ‘Het hoge aantal vaste contracten is voor mij een bevestiging dat detacheerders onverminderd blijven investeren in het binden, boeien en begeleiden van hun mensen. Het percentage leegloop is historisch hoog. Dan is het best spannend om mensen te blijven aannemen, te investeren in hun opleiding en ontwikkeling en hen een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden.’

‘De daling vlakt af, de hoop is dat deze stabiliseert.’

Ook ziet hij voorzichtig licht aan de horizon van de detacheerders schijnen. ‘De omzetdaling van 7,6% (gecorrigeerd voor werkbare dagen) in het eerste kwartaal van dit jaar is fors, maar iets minder sterk dan in het vierde kwartaal van 2024, toen de gezamenlijke omzet van detacheerders nog met 10% kromp. De daling vlakt dus af, de hoop is dat deze stabiliseert en dat we in de loop van 2025 weer voorzichtig omhoog kunnen kijken. Elke detacheerder voelt nu die pijn. Dit is een periode waar we doorheen moeten, maar het langetermijnperspectief is positief.’

Alleen Medisch stijgt

De omzetdaling is bij detacheerders in vrijwel alle vakgebieden te merken. Alleen in de sector Medisch is nog een groei waar te nemen, waarschijnlijk een effect van de handhaving van de Wet DBA, aldus de VvDN. De tarieven waarover de MarktMonitor rapporteert laten een groei zien van gemiddeld 3,8%. Volgens Van der Elst is het nu het moment waarop het kaf van het koren zal worden gescheiden. ‘Er is nog steeds een war for talent gaande. Dit is het moment waarop je afhaakt of het gevecht wint door vast te houden aan goed werkgeverschap.’

‘Demografie liegt niet, de schaarste op de arbeidsmarkt blijft en zal alleen maar toenemen.’

De cijfers uit de MarktMonitor tonen volgens Van den Elst aan dat detacheerders voor dat laatste kiezen. ‘Detacheerders nemen nu genoegen met minder winst door substantieel te blijven investeren in de ontwikkeling van talent. Wij zijn ervan overtuigd dat we op lange termijn hier de vruchten van plukken. Want demografie liegt niet, de schaarste op de arbeidsmarkt blijft en zal alleen maar toenemen. En dus de behoefte aan talent met kennis en expertise in verschillende sectoren. Als de economie weer aantrekt, zijn detacheerders er klaar voor om wel de juiste professionals beschikbaar te hebben.’

Lees ook

‘Voor groei arbeidsproductiviteit is vooral meer vertrouwen in de werkvloer nodig’

De arbeidsproductiviteit is de laatste tijd weer volop in het nieuws. Doordat met z’n allen méér uren werken bijna niet lukt, nu bijna iedereen die werken wil dat al doet, rest er niets anders dan de productiviteit per gewerkt uur omhoog te krijgen, willen we economisch blijven groeien. Maar tegelijk blijkt dat elk jaar weer razend moeilijk (alhoewel De Nederlandsche Bank dat beeld recent wel een beetje nuanceerde). Tegenover een stijging van 0,4% aan arbeidsproductiviteit per jaar, stond vorig jaar een gemiddelde stijging van de cao-lonen van maar liefst 5,3%. Dus: terwijl de lonen stijgen, blijft het rendement op arbeid vrijwel gelijk.

Het mkb zou jaarlijks zelfs zo’n 65 miljard euro mislopen door achterblijvende arbeidsproductiviteit.

Nu kun je die loongroei natuurlijk zien als een aanjager van groei van de arbeidsproductiviteit. ‘De prikkel om te innoveren, is niet groot met goedkoop personeel. Als de lonen stijgen, zul je moeten investeren in nieuwe technieken om concurrerend te blijven’, zei ABN Amro-econoom Philip Bokeloh bijvoorbeeld recent nog, in navolging van een andere bekende econoom, Alfred Kleinknecht. Maar andersom geldt dat dus ook: zonder structurele productiviteitsgroei zijn loonstijgingen op termijn voor bedrijven onhoudbaar. Volgens het Nederlands Comité voor Ondernemerschap loopt het mkb hierdoor jaarlijks zelfs zo’n 65 miljard euro mis.

De essentie

Maar is de oplossing dan maar vol gaan voor méér technologie, procesoptimalisatie en digitale innovatie op de werkvloer? Volgens Margreth van Kuijl, people manager bij Beep for Help, een (niet-medisch) hulpplatform dat hulpvragers en -gevers aan elkaar verbindt, gaan we dan voorbij aan de essentie van het probleem. En dat is volgens haar: hoe organiseren we werk eigenlijk, en voor wie werkt dat nog? ‘In de jaren 90 werd digitalisering dé belofte van vooruitgang’, aldus Van Kuijl. ‘Maar inmiddels zijn we ruim 25 jaar verder, maar blijven we nog steeds vasthouden aan dezelfde structuren, routines en aannames over arbeidsproductiviteit.’

Margret van Kuijl
Margreth van Kuijl

‘Efficiëntie houdt geen stand als de mensen op de vloer structureel overbelast zijn.’

We kunnen – dankzij digitalisering, internet, e-mail en mobiele telefoons – nu veel meer dan toen. Maar volgens Van Kuijl moeten we oppassen technologie niet als toverwoord te zien. ‘Technologie wordt vaak gepresenteerd als de heilige graal, maar dat beeld is misleidend’, zegt ze. ‘We praten veel over vernieuwing, maar vaak blijft het dan bij digitalisering. Maar innovatie vraagt om samenhang: technologie, organisatie en mensen moeten op elkaar zijn afgestemd. Veel werkgevers focussen op kosten, terwijl ze de werkprocessen ongemoeid laten. Efficiëntie houdt geen stand als de mensen op de vloer structureel overbelast zijn.’

Meer inzet, meer uren, meer druk

Hogere productiviteit wordt nog vaak gelijkgesteld aan meer inzet, meer uren, meer druk, zegt ze. Terwijl het tegenovergestelde volgens haar juist nodig is. ‘Mensen worden structureel overvraagd door onduidelijke prioriteiten en overbodige administratie. Dat zorgt voor stress en haalt de focus weg van het werk dat er écht toe doet. Loonstijging en productiviteitsgroei gaan hand in hand: alleen door slimmer te werken, zijn hogere lonen houdbaar.’ Iets wat overigens ook minister Eddy van Hijum lijkt te zeggen, als hij pleit voor sociale innovatie.

De lonen stijgen wel, maar de arbeidsproductiviteit niet of nauwelijks. En dat is een probleem. Volgens Margreth van Kuijl ligt de oplossing niet zozeer in méér technologie, maar in meer vertrouwen geven op de werkvloer. Hoe bedoelt ze dat precies?

Hogere werkdruk leidt tot uitval, afnemende motivatie en een hoog ziekteverzuim, ziet Van Kuijl. De zorgsector is daarvan volgens haar een duidelijk voorbeeld: in 2024 lag het ziekteverzuim rond de 7%. ‘Lang gold de aanname dat werkdruk en productiviteit hand in hand gaan. Inmiddels weten we beter’, zegt ze. Terwijl de werkdruk in de zorg opliep, nam de flexibiliteit er juist af. ‘Roosters zijn star, maatwerk ontbreekt en alternatieve werkmodellen blijven onbesproken.’

‘Het echte knelpunt zit niet in technologie of contractvormen, maar in de manier waarop werk is georganiseerd.’

De flexibele schil is daarbij volgens haar niet het probleem. ‘Het echte knelpunt zit dieper: niet in technologie of contractvormen, maar in de manier waarop werk is georganiseerd. Structuur krijgt voorrang boven inhoud. We blijven vasthouden aan verouderde modellen. Zelfs als allang duidelijk is dat ze niet meer werken. En als het systeem niet functioneert, maakt het weinig uit of je vast of flexibel bent.’

Leren is geen luxe

Om loonstijgingen structureel vol te houden, is een lerende organisatie ‘een strategische noodzaak’, aldus Van Kuijl. ‘Medewerkers die zichzelf blijven ontwikkelen, leveren meer waarde en zijn gemotiveerder. Stilstand betekent achteruitgang – zowel voor mensen als voor organisaties.’ Zulke ontwikkeling vereist wel ruimte, vertrouwen en structuur. Volgens TNO heeft 32% van de werknemers echter te maken met hoge taakeisen, terwijl tegelijkertijd 41% niet méér autonomie ervaart. ‘Een combinatie die juist tot uitval kan leiden’, aldus Van Kuijl.

‘Productiviteit vraagt ook om minder controle, meer vertrouwen. Minder regels, meer ruimte.’

Flexibiliteit zou dan ook geen uitzondering moeten zijn, maar juist een uitgangspunt, zegt ze. ‘Het gaat niet om nóg een reorganisatie of tool, maar om fundamentele keuzes over hoe werk georganiseerd is. HR moet die beweging aanjagen. Stel duidelijke prioriteiten en zorg dat medewerkers weten waar ze aan moeten werken. Als iets niet bijdraagt aan de 3 belangrijkste doelen van het bedrijf, moet het niet op de agenda staan. Productiviteit vraagt ook om minder controle, meer vertrouwen. Minder regels, meer ruimte. Wie dat aandurft, wint op resultaten én op menselijkheid.’

Hoe McDonald’s 2 miljard dollar (!) wist te besparen met A.I. in recruitment

Lang geleden, in de jaren 90, werkte Johnny Campbell nog in een videotheek, tussen de rijen aan VHS-videobanden. ‘In mijn vroege tienerjaren was ik zo in feite een soort IMDb voor mijn lokale buurt in Dublin, waar ik komedies en thrillers aanbeval aan klanten die geen idee hadden wat ze moesten kiezen’, blikt de huidige recruitmentgoeroe terug. Maar toen kwam Netflix. ‘Eerst veranderde het de industrie met dvd’s die rechtstreeks naar je huis werden verzonden. Geen wachtrijen, geen boetes voor te laat komen. En toen kwam streaming – een uitvinding die het oude model volledig deed verdwijnen. De videotheek? Helemaal weg.’

‘A.I. transformeert onze manier van werken compleet. Dit is hét moment voor online werving en selectie, en het gaat snel.’

Eenzelfde ontwikkeling staat de huidige wereld van recruitment te wachten, waarschuwt Campbell, die binnenkort, op 15 mei, een van de hoofdsprekers is op de jubileumeditie van Werf& Live. En de reden daarvoor is niet Netflix, maar A.I., zegt hij. ‘We bevinden ons nu op een vergelijkbaar keerpunt als toen met de videotheken. A.I. transformeert onze traditionele manier van werken compleet. Dit is hét moment voor online werving en selectie, en het gaat snel.’ En dan heeft hij het niet alleen over dingen efficiënter doen, en administratief werk elimineren, maar echt over compleet nieuwe en andere recruitmentprocessen.

McHire met een bot

Om te demonstreren over welke impact we het hebben, haalt hij graag een voorbeeld van McDonald’s aan, een enorm bedrijf met 40.000 vestigingen in 120 landen, goed voor 2,1 miljoen nieuwe medewerkers per jaar.Voor hen is efficiënte werving dan ook niet alleen een prettige bijkomstigheid, maar ook een absolute zakelijke noodzaak’, aldus Campbell. ‘Elke keer als een drive-thru een medewerker mist, verliezen ze 500 dollar per dag. Waarom? Langere rijen schrikten klanten af ​​en het omzetverlies liep snel op. Met een gemiddelde wervingstijd van 21 dagen is dat dus 10.500 dollar aan omzetverlies voor slechts één vacature.’

Wat vroeger 21 dagen duurde, duurt nu nog maar 3 dagen.’

Vermenigvuldig dat maar eens met het aantal openstaande vacatures over de hele wereld, en het is duidelijk hoe enorm de financiële impact is. Maar toen was daar een jaar of 5 geleden ineens McHire, een recruitmentplatform dat speciaal door Paradox voor de fastfoodketen is gebouwd. ‘In plaats van sollicitaties met cv’s en lange formulieren, sms’en kandidaten nu simpelweg een nummer. De A.I.-gestuurde chatbot doet de rest: kandidaten screenen, sollicitatiegesprekken inplannen en aanbiedingsbrieven versturen. Wat vroeger 21 dagen duurde, duurt nu nog maar 3 dagen.’

Simulatie als sollicitatie

Het resultaat is volgens Campbell niet alleen dat de fastfoodketen hiermee een besparing van 2 miljard dollar wist te genereren. Het zorgt er ook voor dat het proces echt fundamenteel verandert. ‘Stel je voor dat je mensen aanneemt zonder cv’s. In plaats van documenten te screenen, kan A.I. de vaardigheden, ervaring en het potentieel van kandidaten in realtime beoordelen. Wat als sollicitatiegesprekken simulaties worden, afgestemd op de functie? Of beoordelingen zouden worden gegamificeerd om sterke en zwakke punten te onthullen? De kiem hiervoor wordt al gelegd. We zijn er nog niet, maar de verschuiving komt eraan’, ziet hij.

‘Wat als beoordelingen worden gegamificeerd om sterke en zwakke punten te onthullen?’

En dit gaat echt niet alleen op voor fastfood-functies, benadrukt hij. Voor zwaardere, meer gespecialiseerde functies is het beeld weliswaar anders, maar ook hier zal A.I. volgens hem ontegenzeglijk een grote rol gaan spelen. ‘Of het nu gaat om het automatiseren van planningen of het bedenken van compleet nieuwe manieren om talent te beoordelen, de mogelijkheden zijn eindeloos. De organisaties die succesvol zullen zijn, zijn degenen die deze verandering omarmen. Degenen die vasthouden aan oude processen lopen het risico de videotheek van de werving te worden – achtergelaten door een wereld die verder evolueert.’

De derde revolutie

Ook de bekende Australische recruiter Greg Savage gelooft dat het die kant op zal gaan. ‘Dit is een transformatie in de praktijk: A.I. ondersteunt niet alleen de werving, maar herdefinieert deze fundamenteel’, zegt hij. Volgens Campbell zelf is het de derde grote revolutie in de recruitmentwereld in de afgelopen 30 jaar. ‘Eerst hadden we de opkomst van vacaturesites eind jaren 90. Daarna de komst van sociale media, waardoor sourcing schaalbaarder werd dan ooit tevoren. En nu zitten we midden in de derde golf: de opkomst van A.I. Al voelt deze verschuiving wel fundamenteel anders’, zegt hij.

Het is spannend. Maar het is ook chaotisch. En voor velen is het ook zeer onzeker.’

De reden daarvan? ‘Het gaat niet alleen om nieuwe technologie – het gaat om het herdefiniëren van hoe we werken, wat recruiters doen en hoe we waarde creëren. Het is spannend. Maar het is ook chaotisch. En voor velen is het ook zeer onzeker.’ Wat hij overigens bij veel bedrijven terugziet. Zoals bij 7-Eleven, dat bij de aanname van jaarlijks 120.000 mensen dankzij A.I. de time-to-hire wist terug te brengen van 11 naar minder dan 3 dagen – en tegelijkertijd de quality-of-hire wist te verbeteren. Of bij Amazon, waar ze met micro-innovaties de productiviteit van recruiters weten te verhogen.

Maak er marketing van

Als je A.I.-implementatie tot een succes wil maken, dan is zijn tip: maak er marketing van. ‘Technologie faalt niet – slecht verandermanagement wel. Bij 7-Eleven lanceerden ze niet zomaar een A.I.-systeem, ze bouwden er een hele campagne omheen: roadshows, feedbackloops, testpilots, steun van winkelmanagers en een supportlijn bemand door voormalige recruiters. Ze noemden het systeem zelfs ‘Rita’ (Recruiting Individuals Through Automation). Managers waren zo betrokken dat sommigen dachten dat ze een echt persoon was! Behandel de implementatie daarom als een marketingcampagne. Win harten voordat je tools uitrolt.’

Het A.I.-tijdperk in recruitment komt er niet aan – het is er al.’

Zijn conclusie: ‘Er is een veelvoorkomende misvatting dat snellere werving ten koste gaat van kwaliteit. Maar iedereen die ik hierover gesproken heb, was het daar niet mee eens. Bij 7-Eleven hielpen kortere wervingscycli bijvoorbeeld om sterkere kandidaten te werven. En bij Amazon leidden geautomatiseerde samenvattingen van notities tot proactievere en strategischere wervingen. Kortom: vertragingen gaan ten koste van kwaliteit. Slimme snelheid versterkt juist de kwaliteit. Als je een TA-leider bent, is dit mijn oproep tot actie. Het A.I.-tijdperk in recruitment komt er niet aan – het is er al.’

Meer weten?

Op 15 mei 2025 is Johnny Campbell keynote spreker tijdens Werf& Live, dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Campbell zal dan optreden vlak voor de uitreiking van de Werf& Awards van dit jaar. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

‘Meeste zorg-zzp’ers die terug wilden in loondienst, hebben dat nu al gedaan’

Er werd met grote vreze naar uitgekeken. Maar vooralsnog lijkt de handhaving van de Wet DBA sinds 1 januari niet echt te hebben geleid tot ‘een schokgolf op de arbeidsmarkt’, concludeerde de NOS vorige week na een korte rondgang. Zo zag bijvoorbeeld zelfstandigenorganisatie VZN dat de behoefte aan zzp’ers in de zorg momenteel weer begint te groeien. ‘Dit wordt niet breed uitgedragen, omdat instellingen nog steeds hopen dat mensen in loondienst komen. Aan de achterkant groeit de inzet echter gestaag.’

Het aantal zzp’ers in de zorg was al eerder aan het dalen.

Dat is ook terug te vinden in nieuwe cijfers van Intelligence Group, het onderzoeksbureau dat recent samen met Compagnon ook een uitgebreide analyse maakte van de arbeidsmarkt in de zorg. Daaruit blijkt dat zowel het aantal werknemers als zzp’ers in de zorg nogal schommelt door de tijd heen, maar dat er nauwelijks een 1-januari-effect te merken is. Het aantal werknemers in de branche nam begin dit jaar weliswaar sterk toe, maar was daarmee nog wel lager dan precies een jaar eerder. En het aantal zzp’ers in de zorg was al eerder aan het dalen – wie wilde overstappen op loondienst had dat dus waarschijnlijk al eerder gedaan.

Liever zzp

In het onderzoek wordt ook op meerdere momenten in het jaar aan zzp’ers in de zorg gevraagd in hoeverre ze bereid zijn om terug te keren in loondienst, iets wat tenslotte een doel was van de DBA-handhaving. Ook daar is echter geen grote trendbreuk te zien. Sterker nog: het aantal zorg-zzp’ers dat zegt dit te overwegen daalt momenteel juist weer iets, terwijl hooguit het aantal twijfelaars wat stijgt. ‘Het lijkt er dus op dat de groep die makkelijker over te halen was, nu daadwerkelijk al terug is in loondienst. Maar de huidige groep blijft schijnbaar toch nog liever zzp’en’, aldus onderzoeker Geert-Jan Waasdorp.

Dat strookt dus ook met de signalen die zelfstandigenorganisatie VZN doet uitgaan. De afgelopen weken lijkt de terughoudendheid om zzp’ers in te huren iets minder te worden bij opdrachtgevers, of de noodzaak is voor hen groter, tekende de NOS daarover op. En ook de meeste zzp’ers in de zorg hier zeggen dat ook liever te blijven dan dat ze (weer) in loondienst gaan. ‘Tuurlijk, vaste dienst zou meer stabiliteit geven, maar je moet je er wel gelukkig voelen. Ik merk hoe fijn afwisseling is voor mij’, zegt bijvoorbeeld een van de ondervraagde zzp’ers.

Werksfeer en waardering

In het onderzoek van Intelligence Group en Compagnon was over 2024 een grote stijging te zien in zzp’ers die overwogen weer in loondienst te gaan: van 9% naar zo’n 16%. Inmiddels daalt dat percentage dus weer. Zelfstandigen die dat overwogen, bleken daarbij overigens vooral belang te hechten aan werksfeer, waardering en de deskundigheid van het team, terwijl zzp’ers in de zorg die zelfstandig wilden blijven dat vooral zeiden te doen vanwege het uurtarief, de inhoud van de opdracht en een acceptabele reistijd. ‘Daar ligt dus potentieel om gerichter te werven op deze doelgroep’, aldus de onderzoekers.

Het animo onder zorg-zzp'ers om terug te gaan in loondienst neemt niet langer toe. De meeste zzp'ers die nu nog in de zorg werken, willen dat ook de in de toekomst graag als zzp'er blijven doen, zo blijkt uit nieuwe cijfers van Intelligence Group.

Bij Jobdigger was recent trouwens ook te zien dat het aantal zzp-opdrachten in het eerste kwartaal van 2025 een stuk lager was dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Hierbij viel met name ook de zorgsector op. Waar in 2024 nog de Verpleegkundige en de Verzorgende IG tot de 6 meest gevraagde zzp-functies behoorden, is namens de zorg dit jaar alleen nog de Verpleegkundige in de top-10 te vinden, op de allerlaatste plek. Over het totaal aantal vacatures in de zorg bekeken nam het percentage voor zzp’ers overigens ook (licht) af, van 14% in 2024 naar 11% dit jaar.

Meer weten?

Download hier het hele onderzoek van Compagnon en Intelligence Group, inclusief oplossingsrichtingen:

Zorgrapport

Lees ook