Aantal rechtszaken over A.I. in recruitment neemt wereldwijd steeds verder toe

Eerder dit jaar hadden we bijvoorbeeld al de eerste uitspraak in de roemruchte Workday-zaak, waardoor miljoenen Amerikaanse sollicitanten ouder dan 40 zich bij deze rechtszaak kunnen aansluiten. En ook Aon kreeg voor zijn assessmentmethodes al met een een forse aanklacht te maken. Deze maand kwam er nóg een geruchtmakende zaak bij, waarin Sirius XM Radio zich moet verantwoorden voor het gebruik van iCIMS-software, die volgens de klager discriminerend zou werken, wat onder meer zou blijken uit het feit dat hij voor ongeveer 150 functies bij het radiostation werd afgewezen, ondanks zijn (vermeende) kwalificaties op IT-gebied.

Het gebruik van A.I. in recruitment lijkt steeds meer uit te monden in een juridisch wespennest.

Het is de zóveelste zaak op dit gebied, nadat eerder dit jaar bijvoorbeeld ook financiële softwareleverancier Intuit voor de rechtbank werd geroepen, en wel voor het gebruik van het al eerder omstreden HireVue in het recruitmentproces, waarbij een dove (inheemse) sollicitant beweert dat het geautomatiseerde video-interview niet goed was ondertiteld, waardoor ze ten onrechte op achterstand zou staan. Het is een kleine greep van de meest opvallende zaken, maar het geeft maar aan: het gebruik van A.I. in recruitment lijkt steeds meer uit te monden in een juridisch wespennest. Zeker als de beoordeling van sollicitanten ervan afhangt.

Een kwestie van tijd

In Europa zijn zulke geruchtmakende zaken nog niet bekend, al moet daarbij gezegd worden dat de EU AI Act natuurlijk ook nog niet geheel in werking is, maar recruitment hierbij al wel als ‘high risk‘ is bestempeld. Wat zulke rechtszaken als in Amerika ook hier waarschijnlijk een kwestie van tijd maakt. En waarbij bedrijven die de fout ingaan een maximale potentiële boete ter hoogte van 35 miljoen euro of 7% van de wereldwijde jaaromzet van de onderneming voor de ernstigste overtreding riskeren.

De A.I.-screening gaf in bijna 9 op de 10 gevallen de voorkeur aan blanke mannen.

En bedrijven hebben ook goede reden om zich hierover zorgen te maken. De University of Washington Information School publiceerde vorig jaar bijvoorbeeld een grootschalige studie waaruit bleek dat bij A.I.-ondersteunde cv-screenings voor 9 beroepen met 500 sollicitaties de technologie in 85,1% van de gevallen de voorkeur gaf aan namen die geassocieerd worden met witte mensen en in slechts 11,1% aan namen die geassocieerd worden met vrouwen. In sommige situaties werden zwarte mannelijke sollicitanten in wel 100% van de gevallen benadeeld ten opzichte van hun blanke mannelijke tegenhangers.

Vooroordelen bevestigd

Uit eerdere (kleinere) studies bleek ook al dat ChatGPT vooroordelen vertoont op basis van ras en handicap bij het sorteren van cv’s. Discriminatie op basis van ras is ook wat Ashton Harper het iCIMS ATS verwijt, dat aan sollicitatiemateriaal scores toe zou kennen op basis van datapunten die een indicatie zijn van etniciteit (zoals onderwijsinstellingen, postcode, werkervaring, enz.), waardoor volgens Harper Afro-Amerikaanse kandidaten onevenredig worden benadeeld. Hij beweert dat deze geautomatiseerde beoordeling ertoe heeft geleid dat zijn sollicitaties al heel vroeg werden uitgefilterd, voordat hij verder kon gaan in de procedure.

Toen de dove sollicitant te horen kreeg dat ze ‘actief moest luisteren’, besloot ze het niet erbij te laten zitten.

De zaak tegen Intuit is misschien nog wel interessanter, en mogelijk invloedrijker, omdat die de fundamenten van sommige software aan de orde stelt. De dove aanklaagster werkt namelijk al een tijdje als seizoensmedewerker voor Intuit, en krijgt daarbij steeds positieve beoordelingen en bonussen, maar wordt voor een meer definitieve functie gedwongen te werken met de HireVue-software, die niet met gebarentaal kan omgaan. Toen ze een afwijzing kreeg waarin stond dat ze moest werken aan ‘meer effectieve communicatie’, ‘beknopte en directe antwoorden’ moest geven en ‘actief moest luisteren’, besloot ze het niet erbij te laten zitten.

Onder vuur

En dan is er dus ook nog de zaak tegen Workday, dat systematische leeftijdsdiscriminatie wordt verweten. En Aon (alsmede een klant) zag zelfs maar liefst 3 van zijn assessmentmethodes, waarbij A.I. een rol speelt, juridisch aangevallen. Zo gaat het om de zogeheten ADEPT15, een tool die meer dan 8 miljoen keer is afgenomen bij sollicitanten en werknemers en algoritmische processen gebruikt om brede werkstijlen te beoordelen. Ook Aon’s video-interviewplatform vidAssess-AI ligt onder vuur, net als gridChallenge, een gamified cognitieve beoordelingstool aangestuurd door A.I. die het werkgeheugen van kandidaten beoordeelt.

Zo gebeurt er eigenlijk iets opmerkelijks. De wetgeving rondom A.I. blijkt ertoe te leiden dat bedrijven (zeker in Amerika) zich steeds meer juridisch moeten verantwoorden voor praktijken die vóór de opkomst van A.I. ook al heel gewoon – en vaak ook discriminerend – waren, maar toen eigenlijk nog weinig juridische grondslag hadden om tegenop te treden. Nu wetgevers overal ter wereld A.I. zo goed en zo kwaad als dat kan proberen te reguleren, ontstaan die mogelijkheden ineens wel. En sollicitanten lijken die kans ook steeds vaker aan te grijpen. Wat bedrijven dwingt al hun procedures nog eens goed tegen het licht te houden.

‘Misleidende marketing’

Vaak gaat de juridische klacht trouwens ook in tegen beweringen van de ontwikkelaars van tools, als ze bijvoorbeeld stellen dat deze ‘eerlijk’, ‘vrij van vooroordelen’ en ‘zonder nadelige gevolgen’ zouden zijn, wat volgens ngo ACLU (de American Civil Liberties Union) meestal neerkomt op ‘een misleidende marketingtactiek’. En ‘naarmate dit soort tools en praktijken steeds wijdverspreider worden, moeten degenen die ze gebruiken er nauwlettend op toezien dat ze iedereen eerlijk behandelen en geen systematische vooroordelen op de arbeidsmarkt verergeren’, aldus Tim Macdonald, juridisch directeur van de ACLU in Colorado.

Trump hecht weinig waarde aan de disparate impact van A.I.-tools.

‘Als A.I. zo is gebouwd dat er geen rekening wordt gehouden met de risico’s van vooroordelen, dan kan het niet alleen die patronen van uitsluiting in stand houden, maar ze zelfs verergeren’, vertelde rechtenhoogleraar Pauline Kim recent aan Fortune. Al speelt hier volgens haar – opnieuw – ook het beleid van president Trump een rol. Trump heeft namelijk in april geprobeerd per decreet de zogeheten disparate impact-vorm van discriminatie te verbannen, waarbij impliciete, onbewuste discriminatie zou kunnen worden aangetoond. Denk aan een A.I.-tool die op min of meer onverklaarbare wijze alle 40-plussers eruit filters.

Afmelden voor A.I.

‘Het betekent dat instanties geen zaken zullen nastreven na te streven die zo’n ongelijke impact met zich meebrengen, of zullen proberen te begrijpen hoe deze technologieën een ongelijke impact kunnen hebben’, aldus Kim. ‘Ze trekken zich echt terug uit die poging om deze risico’s te begrijpen en werkgevers erover te informeren.’ Al zijn er op het niveau van sommige staten zeker pogingen om de (impliciete) vooroordelen van technologie via wetgeving aan te pakken, ‘inclusief de mogelijkheid [voor potentiële werknemers] om zich in bepaalde omstandigheden af ​​te melden voor het gebruik van A.I.’, zo vertelt een advocaat aan Fortune.

Volgens sommige A.I.-bedrijven kunnen hun tools echter ook corrigeren voor nu bestaande onevenwichtigheden in de arbeidsmarkt. Victor Schwartz, associate director of technical product management van vacatureplatform Bold, wijst in dit geval bijvoorbeeld op het bekende feit dat vrouwen over het algemeen pas solliciteren als ze aan alle kwalificaties in de vacature voldoen, terwijl mannen dat veel eerder doen. Als A.I. de sollicitatieprocedure van de sollicitant kan stroomlijnen, zou dit mogelijk de drempels kunnen wegnemen voor mensen die anders minder snel op bepaalde functies zouden solliciteren, zegt hij.

Lees ook

Hoe zelfs in tijden van A.I. bluf nog échte aanbiedingen kan opleveren (maar niet als Nike-CEO)

Waarom zou hij eigenlijk géén CEO van Nike kunnen worden? Hij had er toch goede ideeën over? Zoals: geen witte zolen meer. Het hoofdkantoor verplaatsen van het Amerikaanse Oregon naar het Britse Liverpool. En, ook belangrijk: de iconische Air Max 110 herintroduceren. De 25-jarige Sam Byrne was dan ook bloedserieus toen hij zijn open sollicitatie voor de hoogste bestuurdersstoel van Nike op de bus deed. En hij deed er meteen een salarisvoorstel bij. Hij hoefde geen miljoenen, of grootse aandelenpakketten, maar zou voor zijn werk gewoon genoegen nemen met store credits en exclusieve, unreleased Nike-schoenen.

En toen kwam het antwoord. Tot veler verbazing (inclusief die van de sollicitant zelf) had Nike namelijk daadwerkelijk de moeite genomen om terug te schrijven. En dan niet in de vorm van een automatische afwijzing, maar een vriendelijke, persoonlijke mail waarin ze zijn ambitie prezen, maar vertelden dat zij zijn ideeën toch een beetje té riskant vonden, en dat ze daarom aan een meer ’traditionele kandidaat’ de voorkeur gaven. Ze sloten hun bericht af met een knipoog, en een verwijzing naar hun iconische slogan Just do it.

Heroverweging

Tot zover al een mooi verhaal natuurlijk. Want wie kan er nu zeggen formeel afgewezen te zijn als Nike-CEO? Maar daar hield het nog niet op voor Sam Byrne. Want nadat hij het op LinkedIn wereldkundig had gemaakt, en het antwoord viraal ging, duurde het niet lang of er volgde een twééde bericht van Nike. Ze hadden zijn sollicitatie nog eens goed bekeken, schreven ze, en een heroverweging gemaakt. De huidige CEO willen ze graag nog even in zijn positie laten, schreven ze daarbij. Maar zou Byrne misschien 6 maanden stage willen komen lopen in Oregon? Flights are booked. Your desk is ready. Bring your ideas – and your 110’s. 

Deze stage bij het merkstrategie- en marketingteam van het hoofdkantoor ‘is bedoeld als een proefperiode, met de mogelijkheid tot een meer permanente leiderschapsrol, mocht je in Oregon net zo onstuitbaar blijken als in Liverpool’, zo leest de mail van het Global Brand Talent Acquisition-team van het sportmerk. Het bedrijf voegde eraan toe dat Byrne’s ‘creativiteit, culturele inzichten en passie’ indruk op hen hadden gemaakt.

De stoute schoenen aan

Soms heeft het dus zin om – vrij letterlijk – de stoute schoenen aan te trekken, en ergens met bluf naar binnen te proberen te komen, zo blijkt maar weer. Al twijfelt de mede-eigenaar van kleding- en sneakerswinkel The Block P in Liverpool nu echter wel of hij op het aanbod moet ingaan. Hij zou er namelijk zijn succesvolle samenwerking met zijn 29-jarige maatje Charlie McDonough bijvoorbeeld voor moeten opgeven.

@blockp We’ve been quiet the last few weeks on TikTok, but we’ve got some big announcements coming soon 👀 #airmax95 #sneakerstore ♬ original sound – Handle Bars 360 🛴

De twee werkten in hun eigen sneakerzaak nadat ze allebei – onafhankelijk van elkaar – een serieus ongeval hadden meegemaakt.

De twee werkten in die zaak nadat ze allebei – onafhankelijk van elkaar – een serieus ongeval hadden meegemaakt, McDonough in het verkeer, Byrne bij het voetballen. Maar met The Block P hebben ze de afgelopen tijd in het centrum van Liverpool een behoorlijke klantenschare op te bouwen. Dan is zomaar 6 maanden stage lopen in de VS natuurlijk geen makkelijke stap. Alhoewel de mail van Nike ook daarvoor wel een mooie opening bood, in de zin dat ze daar samen zouden kunnen onderzoeken hoe Nike zou kunnen samenwerken met Block P en het zou kunnen integreren ‘in ons wereldwijde ecosysteem’.

Part 3 soon come…

Veel reageerders adviseren hem dan ook vooral op het aanbod in te gaan. ‘Dit is ONGELOOFLIJK!! Ga er zeker heen. Het is een unieke kans om achter de schermen te kijken van ’s werelds beste schoenenmerk’, schrijft bijvoorbeeld iemand. ‘Sam, pak je koffers, ga op dat vliegtuig, dit is een ongelooflijke kans! Heel veel succes’, antwoordt een ander. Het zou het verhaal natuurlijk ook inderdaad nóg mooier maken als hij die kant op gaat. Maar wat Byrne uiteindelijk besluit te doen, is op moment van schrijven nog niet helemaal duidelijk. Al schrijft hij wel veelbelovend: Part 3 soon come.

‘Soms gaat het niet om de functie waarop je solliciteert, maar om de moed om jezelf te laten zien…’

‘In veel opzichten gaat dit moment verder dan slechts één man en één merk’, schrijft het Aziatische People Matters hierover. ‘Het verhaal herinnert ons eraan dat zelfs in het tijdperk van A.I., algoritmen en geautomatiseerde afwijzingen, menselijke communicatie, gedurfde ideeën en storytelling nog steeds van belang zijn in het sollicitatieproces. Soms gaat het niet om de functie waarop je solliciteert, maar om de moed om jezelf te laten zien en de manier waarop je met mensen in contact komt, die bepalen wat er gaat gebeuren…’ Kort samengevat: Just do it.

Lees ook 

Steeds meer screeningsbureaus voor sollicitanten: wat zegt dat over de arbeidsmarkt?

Een incident dat recent veel stof deed opwaaien: meer dan 400 mensen bleken zonder de juiste diploma’s toch een baan in de zorg te hebben gekregen. Deze week meldde de Volkskrant dat het ging om het zogeheten bureau F&P Educatie, dat ervan verdacht wordt grootschalige fraude te hebben gepleegd met ervaringscertificaten, oftewel EVC’s (Erkenning van Verworven Competenties). Het werd een voorbeelddossier dat veel werkgevers heeft wakker geschud. Want als vervalste documenten zo makkelijk door de mazen van het net glippen, hoeveel zekerheid heb je dan nog over wie je echt binnenhaalt?

Het is precies dat gat in de markt waarin steeds meer screeningbedrijven springen. Hun aantal nam de afgelopen 5 jaar dan ook snel toe, met ruim 30%, zo blijkt uit KVK-cijfers die het AD onlangs publiceerde: van 268 in 2020 naar 353 in 2025. En daarbij gaat het héél vaak over aannamebeslissingen. Van advocatenkantoren tot ziekenhuizen, casino’s en banken: steeds meer organisaties besteden het natrekken van diploma’s, werkervaring en integriteit uit. Waar screening ooit werd gezien als een soort luxe, vooral gebruikt bij hoge functies of gevoelige sectoren, is het de laatste jaren steeds meer standaard bij vrijwel elke procedure geworden.

Soms verplicht

De opmars van de screeningsbureaus houdt min of meer gelijke tred met de opkomst van (al dan niet malafide) bureaus die EVC’s verstrekken. Maar het is zeker niet alleen in de zorg dat werkgevers steeds meer waarde hechten aan de waarheidsgetrouwheid van sollicitanten. Voor bepaalde functies, zoals in de kinderopvang, is screening zelfs wettelijk verplicht. Ook voor politieambtenaren, werknemers van particuliere beveiligingsorganisaties, medewerkers van recherchebureaus, luchtvaartpersoneel en sommige functies bij de overheid zijn er aparte wettelijke regelingen.

Cijfers van de KVK laten zien dat het aantal screeningsbureaus de laatste 5 jaar flink is toegenomen: van 268 in 2020 naar 353 dit jaar. Steeds meer sollicitanten liggen zodoende onder de loep. Wat zegt dat precies over de arbeidsmarkt van het moment?

De opmars van de screeningsbureaus houdt min of meer gelijke tred met de opkomst van (al dan niet malafide) bureaus die EVC’s verstrekken.

Eerder dit jaar werd ook nog een wetsvoorstel ingediend om wetenschappers die met sensitieve kennis willen werken apart te screenen. Volgens schattingen van het ministerie van Onderwijs gaat het om 8.000 screenings per jaar, van zowel buitenlandse als Nederlandse wetenschappers en studenten. Daarbij wil het ministerie onder meer kijken naar de vraag of iemand een strafblad heeft, maar ook bijvoorbeeld naar diens studie- en arbeidsverleden, zijn familie en eventuele risicovolle contacten, bijvoorbeeld met een bepaald regime. Daarbij mag zelfs ook informatie van de veiligheidsdiensten worden gebruikt.

A.I. helpt (niet) mee

De snelle opmars van generatieve A.I. maakt het makkelijker dan ooit om overtuigende vervalsingen te produceren. Diploma’s, certificaten, zelfs referentiebrieven: een printje ziet er vaak net zo echt uit als het origineel. Dat helpt werkgevers ook niet mee. ‘Werkgevers willen zekerheid, maar de administratie die erbij komt kijken is gigantisch’, aldus Harm Voogt, directeur van Disa Global Solutions (voorheen Validata), een van de spelers in de markt die de snel groeiende vraag ervaart. Voor opdrachtgevers controleren zij niet alleen documenten, maar ook registraties, VOG’s en soms zelfs nevenactiviteiten of social media-sporen.

Voogt durft te stellen dat het gemiddelde cv 60% tot 70% onwaarheden bevat en 15% tot 20% echte leugens over diploma’s en vervulde functies. Levent Bedrijfsrecherche onderzocht ook al eens 10.000 cv’s en ontdekte toendertijd dat in 75% van de gescreende cv’s onwaarheden stonden, en dat 25% daarvan échte leugens waren. Uit Nederlands onderzoek bleek in 2016 dat onder meer een reeks aan afwijzingen ervoor kan zorgen dat sollicitanten méér leugens op hun cv gaan verstoppen.

‘Werkgevers willen zekerheid, maar de administratie die erbij komt kijken is gigantisch.’

Het klinkt dus aantrekkelijk: meer zekerheid over wie je werkelijk aanneemt. Toch schuilt er ook een keerzijde. De Autoriteit Persoonsgegevens hamert erop dat screening alleen mag als er een gerechtvaardigd belang is, en dat kandidaten altijd vooraf moeten weten wat er precies wordt gecontroleerd. Een sollicitant screenen op een BIG-registratie als verpleegkundige? Logisch. Maar voor een marketingvacature de Instagram van een kandidaat doornemen? Dat schuurt al snel met privacywetgeving. En alleen toestemming van een (potentiële) werknemer om ze te mogen screenen is ook niet genoeg om het te doen, benadrukt de AP.

De vertrouwenskwestie

En dan is er natuurlijk ook nog de vertrouwenskwestie. Screening kan veiligheid vergroten, maar ook een signaal afgeven dat je je toekomstige medewerker in eerste instantie níet vertrouwt. Dat kan bij hen ook wel eens verkeerd vallen. Kandidaten die al meerdere aanbiedingen hebben, kunnen zich afvragen: waarom zou ik hier in een bureaucratisch keurslijf stappen, terwijl ik elders sneller en met meer vertrouwen word binnengehaald?

Sollicitanten kunnen screening zien als motie van wantrouwen nog vóór ze begonnen zijn.

De opkomst van screeningbureaus is daarmee niet alleen een antwoord op fraude, maar ook een teken van bredere verschuivingen in de arbeidsmarkt. Werkgevers zoeken meer controle, kandidaten vragen meer vertrouwen. Het resultaat is een spanningsveld waarbinnen je als recruiter zult moeten zien te laveren. Daarbij speelt ook een praktische vraag op: hoe houd je als organisatie grip op uitbesteed werk? Een bureau mag misschien sneller diploma’s controleren, maar hoe zeker weet je dat de data vervolgens veilig worden opgeslagen? En hoe zorg je dat het proces proportioneel blijft, zodat je niet meer data verzamelt dan strikt noodzakelijk is?

De praktijk: enkele tips 

De groei van screening stelt recruiters en hiring managers dus voor een paar heel concrete keuzes. Een aantal aandachtspunten van Justis en de AP:

  • In principe ga je als werkgever zelf over of je sollicitanten screent of niet. Maak daarin een bewuste afweging per functie: screening kan van belang zijn in zorg en financiële dienstverlening, maar in creatieve sectoren of bij junior functies betekent het al snel een overdaad van bureaucratie, en staan de risico’s niet in verhouding tot de gedane moeite. Er moet in elk geval altijd een gerechtvaardigd belang zijn voor screening, anders moet je er niet aan beginnen.

Uit de brochure Screening van Personeel
  • Communiceer helder: kandidaten waarderen transparantie. Laat weten wat je checkt, waarom, en hoe je met hun gegevens omgaat. Als werkgever heb je zelfs een informatieplicht: je moet niet alleen laten weten dat je een screening uitvoert, maar ook achteraf wat de resultaten zijn.
  • Wees proportioneel: vaak worden meer middelen ingezet naarmate de functie risicovoller is. Maar elke extra check moet je kunnen uitleggen en moet in verhouding staan tot de functie. Niet: we screenen alles wat kan, maar: we screenen datgene wat relevant is.
  • Houd regie over je eventuele partner: stel duidelijke afspraken over bewaartermijnen en dataminimalisatie. Jij blijft als werkgever verantwoordelijk, ook als je het werk uitbesteedt. Screeningsbureaus moeten overigens zelf over een vergunning beschikken op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, anders mogen ze hun werk niet uitvoeren.

Let op de AVG

  • Screening betekent dat je bezig bent met persoonsgegevens, en dus de AVG van toepassing is. Dat betekent in elk geval dat je moet kunnen aantonen dat je een legitieme reden (gerechtvaardigd belang) hebt voor de screening, en dat de screening noodzakelijk moet zijn, wat onder meer betekent dat je je doel niet op een andere manier of door een minder ingrijpend middel dan screening kunt bereiken.
  • Denk na of je niet alleen vast personeel wilt screenen, maar ook je interimmers, zzp’ers, uitzendkrachten of stagiairs. En hoe ga je om met eventuele vrijwilligers?
  • Voor wie een vertrouwensfunctie gaat vervullen, of het nou bij de overheid is, bij bijvoorbeeld het Koninklijk Huis of de politie, of in het bedrijfsleven, bij bijvoorbeeld de burgerluchtvaart of vitale ondernemingen voor de maatschappij zoals elektriciteitsbedrijven, staat screening door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) op het programma. Criteria hierbij zijn eerlijkheid, onafhankelijkheid, loyaliteit en integriteit. Bij een positief resultaat ontvangt de medewerker een Verklaring van Geen Bezwaar. Het is hier de verantwoordelijke minister die de vertrouwensfuncties aanwijst.
  • Elke werkgever is sowieso verplicht een identiteitsbewijs van nieuwe medewerkers op te vragen, te controleren en er een kopie van te bewaren. De gegevens op dit bewijs kun je natuurlijk al eenvoudig naast de aangeleverde sollicitatie leggen ter controle.
  • DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) stelt een Centraal diplomaregister beschikbaar. Hierin kunnen mensen hun eigen diploma’s bekijken en er een uittreksel van
    downloaden. Je kunt als werkgever niet rechtstreeks in het diplomaregister kijken, maar wel de sollicitant vragen een gecertificeerd pdf-bestand te sturen.

Meld het al in de vacature

  • Ga je over tot screening, meld dat dan al in de vacaturetekst. Bijvoorbeeld ‘Voor indiensttreding dient een Verklaring Omtrent het Gedrag te worden overgelegd’ of ‘Een persoonsonderzoek kan deel uitmaken van de selectieprocedure’.
  • Als werkgever kun je een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van een kandidaat vragen. Een VOG geeft aan of het justitieel verleden van een persoon een probleem vormt voor het vervullen van een bepaalde functie. Jaarlijks worden er zo’n 1,5 miljoen VOG’s aangevraagd bij Justis. Voor sommige functies is dit wettelijk verplicht, bijvoorbeeld voor leraren, gastouders en taxichauffeurs. Maar ook voor andere beroepen kan een VOG nodig zijn. Als werkgever bepaal je zelf of een VOG nodig is. Ook mét een strafblad kan iemand trouwens nog steeds een VOG ontvangen: een snelheidsovertreding is bijvoorbeeld niet relevant voor een leraar, maar wel voor een chauffeur. Justis weegt zelf steeds het belang van de aanvrager af tegen het belang van de samenleving.
  • Voordat je in gesprek gaat met een kandidaat kun je deze ook een vragenformulier laten invullen als input voor het gesprek. Hierin kunnen vragen aan bod komen als: bent u in de afgelopen 5 jaar wel eens ontslagen? Bent u in het verleden getoetst op integriteit of vakbekwaamheid, en zo ja: is er een voorbehoud gemaakt? Ook kun je kandidaten natuurlijk altijd een verklaring laten afleggen over deze onderwerpen en er hun handtekening onder laten zetten. Of neem een integriteitstest af – er bestaan digitale tests aan de hand waarvan je meer te weten kunt komen over iemands integriteit.

Meer weten?

In de recente brochure ‘Screening van personeel: wanneer en hoe selecteren op integriteit’ geeft Justis nog veel meer handige tips en handvatten hoe je de risico’s op niet-integer personeel kunt beperken.

Meer lezen?

Wie voert de beste sollicitatiegesprekken: A.I. of de bureaurecruiter?

Wie is de betere interviewer: de (bureau)recruiter of A.I.? Uit een nieuw en grootschalig onderzoek van de Rotterdamse wetenschapper Luca Henkel, uitgevoerd samen met coauteur Brian Jabarian (University of Chicago Booth Business School) komt een mogelijk verrassend resultaat. Het is de A.I. die de recruiter hierin inmiddels evenaart. Sollicitanten die door A.I. zijn geïnterviewd, hebben niet alleen 12% meer kans om een baan aangeboden te krijgen, maar blijken ook 18% vaker in die baan te starten en na een maand 17% vaker nog steeds in dienst te zijn dan kandidaten die door menselijke bureaurecruiters waren geïnterviewd.

Als kandidaten de keuze krijgen, dan verkiest liefst 78% de A.I.-interviewer boven de menselijke recruiter.

Het onderzoek bevestigt daarnaast ook nog eens wat al uit enkele andere eerdere onderzoeken bleek: als kandidaten de vraag krijgen voorgelegd met wie ze het liefst een gesprek willen voeren, dan kiest maar liefst 78% de A.I.-interviewer boven de menselijke recruiter. Daar sta je dan als recruiter met je ‘persoonlijke aandacht’ die het verschil maakt… Te meer daar ook nog eens uit het onderzoek blijkt dat sollicitatiegesprekken gevoerd met A.I. méér relevante informatie over de kandidaat opleveren. ‘Dit zou de toekomst van sollicitatieprocessen kunnen veranderen’, concluderen Henkel en Jabarian dan ook.

Groot onderzoeksnieuws deze week: A.I. zou nu al betere sollicitatiegesprekken kunnen voeren dan menselijke recruiters. Meer mensen krijgen dan een baan, en die blijven gemiddeld ook langer. Maar wat zegt dat over de toekomst van het vak?

70.000 sollicitanten

Voor het onderzoek deden ze een veldexperiment met maar liefst 70.000 sollicitanten. In het sollicitatieproces van een groot recruitmentbureau wezen ze kandidaten willekeurig toe aan menselijke recruiters, aan AI-voice agents, of ze gaven hen zelf de keuze tussen beide. Over alle groepen heen bleek de tevredenheid over het proces ongeveer gelijk te blijven. Ook in de waarschijnlijkheid dat sollicitanten een baan zouden accepteren, bleek nauwelijks verschil te ontwaren. ‘De bevindingen suggereren dat A.I. een krachtig instrument kan zijn in het sollicitatieproces, zonder de ervaring van de sollicitant in gevaar te brengen’, aldus Henkel.

‘A.I. kan een krachtig instrument zijn in het sollicitatieproces, zonder de ervaring van de sollicitant in gevaar te brengen.’

Het onderzoek leidde onder meer op LinkedIn deze week al tot heel wat discussie. ‘Volgens de onderzoekers is A.I. meer gefocust en laat het kandidaten meer aan het woord, waardoor recruiters uiteindelijk betere signalen krijgen. Dit zet het debat over A.I. in HR in een nieuw daglicht: misschien maakt A.I. sollicitaties niet kouder, maar juist eerlijker en effectiever’, reageerde bijvoorbeeld Wendy van Ierschot. Een ander voorspelde dat dit betekent dat recruiters waarschijnlijk steeds meer evaluator en adviseur worden in plaats van zelf de interviewer, en ook meer ethisch overzicht zullen moeten bewaken. 

Eind aan de black box?

Zou A.I. op deze manier echt een eind gaan maken aan een eeuwenlange recruitmentpraktijk die tot een paar jaar geleden vooral als een nogal willekeurige black box werd gezien, maar waarin de mens toch lang onmisbaar leek, met al zijn bias van dien? Sollicitatie-expert Aaltje Vincent wil wat dat betreft nog niet te hard van stapel lopen, en pleit ook voor wat nuanceringen bij het onderzoek. ‘Ten eerste gaat het om bureaurecruiters, en dat is toch vooral het voorportaal. Ik denk dat het resultaat bij corporate recruiters en hiring managers misschien toch wel anders geweest zou zijn. En die doen in de praktijk meestal de eindselectie.’

‘Ik denk dat het resultaat bij corporate recruiters en hiring managers misschien toch wel anders geweest zou zijn…’

Daarnaast wijst ze op eerdere onderzoeken, waaruit al langer blijkt dat gestructureerde interviews betere resultaten opleveren dan hun ongestructureerde evenknie. Maar in hoeverre daarvan hier sprake is, is haar ook onduidelijk. En dus ook of de vergelijking tussen A.I. en de mens wel fair is. Ook vraagt ze zich af wat in het onderzoek de invloed is van de standaard testresultaten van de kandidaten waar de recruiters naar kijken.

Andere ervaringen

Meer anekdotisch dan het grootschalige Erasmus-onderzoek natuurlijk, maar online zijn ook veel minder positieve ervaringen te lezen over sollicitatiegesprekken die via A.I. verlopen. Volgens het onderzoek van Henkel en Jabarian is slechts in 7% van de A.I.-gesprekken sprake van technische problemen, maar laten we zeggen: hun bevindingen contrasteren nogal met die van bijvoorbeeld recent Dice-onderzoek, onder de noemer The Trust Gap in Tech Hiring, dat laat zien dat 68% van de ruim 200 ondervraagde techprofessionals volledig A.I.-gestuurde wervingsprocessen wantrouwt, terwijl 80% mensgestuurde benaderingen juist wél vertrouwt.

Toch zal de opmars van A.I. juist in sollicitatiegesprekken ‘onvermijdelijk‘ zijn, stelt recruitmentgoeroe Johnny Campbell. En dan vooral omdat er in de menselijke gesprekken volgens hem zo verschrikkelijk veel misgaat. ‘Vergis je niet – het is gebrekkig. Het is inconsistent tussen interviewers. Het is bijna onmogelijk om kwaliteit op grote schaal te meten. En dat is al tientallen jaren zo. Daarom, als je op zoek bent naar het onderdeel van recruitment dat het meest rijp is voor verdere disruptie door A.I., dan is dit het wel.’

Interview Intelligence

Volgens Campbell zal de opkomst van Interview Intelligence daarin al veel betekenen. ‘Deze slimme systemen helpen je te definiëren hoe een goede indruk eruitziet, deze te schalen naar elke interviewer en vervolgens te meten of aan die normen wordt voldaan. Zie het als een stille co-piloot in de kamer – een die je een seintje geeft als je dieper moet graven, signaleert wanneer je een competentie mist en stilletjes bijhoudt hoe consistent je bent. En dat hebben we als recruiters nodig, want de kandidaten hebben zich al uitgerust met hun eigen A.I.-equivalent: tools die hen suggesties voor antwoorden geven, en zelfs in realtime feiten controleren.’

‘Als je op zoek bent naar het recruitment-onderdeel dat het meest rijp is voor verdere A.I.-disruptie, dan is dit het wel.’

De volgende stap, zegt hij, zal zijn dat een A.I.-collega en mens sámen de gesprekken gaan doen. Iets wat bij sales bijvoorbeeld al gebruikelijk is. ‘De A.I. luistert, geeft technische antwoorden en vult details in die de verkoper niet bij de hand heeft.’ Zo kan het ook gaan in recruitment, denkt hij. ‘Stel je voor: jij en een hiring manager praten met een kandidaat. Halverwege mengt de A.I. zich in het gesprek: “Mag ik, voordat we afronden, vragen naar je ervaring met X?” Of de kandidaat vraagt: “Wat is je ouderschapsverlofbeleid?” en de A.I. antwoordt direct, tot in de puntjes nauwkeurig.’

Toekomst is samen

De toekomst, wat hem betreft, zal er dus waarschijnlijk eentje zijn van A.I. en recruiter samen. ‘Mensen sturen nog steeds het gesprek. A.I. vult de gaten op, zorgt ervoor dat er niets over het hoofd wordt gezien en dat alles op koers blijft. Het is alsof je een scheidsrechter hebt die toevallig ook alle regels uit het boek kent en ze je midden in de wedstrijd kan influisteren.’ Waarbij die scheidsrechter volgens hem dus ook steeds meer de wedstrijd zal kunnen overnemen. ‘Niet voor elke functie, dat zou gek zijn (althans niet meteen!). Maar voor junioren, afgestudeerden of sollicitatiegesprekken in de beginfase? Waarom niet?’

‘We zijn de fase van “gaat het gebeuren?” voorbij’, stelt Campbell. ‘A.I. in sollicitatiegesprekken is niet te vermijden. De enige echte vragen zijn: hoeveel ervan laat je toe, en hoe snel? Kijk goed naar het midden van je proces – de sourcing, de screening, de repetitieve beoordeling – en vraag je af: zou A.I. dit sneller, beter en consistenter kunnen doen? De kans is groot dat het kan (of zal). De kloof tussen degenen die deze verschuiving omarmen en degenen die dat niet doen, zal uiteindelijk niet in jaren worden gemeten, maar in maanden.’ Iets wat het Erasmus-onderzoek dus extra duidelijk maakt.

Lees ook

Esther Hendriks: ‘We hebben geen zorgprobleem, we hebben een samenlevingsprobleem’

Als bestuurder van MantelzorgNL staat Esther Hendriks aan het hoofd van een bureau met 40 collega’s, 100 vrijwilligers en 15 ervaringsdeskundigen. Maar de groep mensen waarvoor de vereniging en stichting zich inzet is ontelbaar veel groter. Naar schatting zijn er namelijk in Nederland zo’n 2 tot 5 miljoen mensen die structureel zorgen voor een naaste. ‘Het gaat vaak om langdurige, intensieve zorg: een partner met MS, een ouder met dementie, een kind met een beperking. Het overkomt je, je solliciteert er niet op’, aldus Hendriks. ‘En ineens moet je het inpassen naast je baan als leraar, politieagent of wat dan ook.’

Bron: Werk&Mantelzorg Monitor

Wij zeggen: we hebben geen zorg- of vergrijzingsvraagstuk, we hebben een samenlevingsvraagstuk.’

Zo’n 1 op de 4 werknemers in Nederland combineert op die manier betaald werk met onbetaalde zorg voor een naaste. Toch blijven hun belangen structureel onderbelicht, zegt Hendriks. De reflex in politiek en media (‘Er zijn te weinig handen in de zorg, dus laten we allemaal een uurtje meer zorgen’) schuift het probleem te vaak terug naar het individu, vindt ze. ‘Je vraagt mensen feitelijk te kiezen: ga ik onbetaald voor mijn ouders zorgen, of betaald in een verpleeghuis werken? Ga ik voor de klas staan, of ga ik thuis zorgen? Wij zeggen: we hebben geen zorg- of vergrijzingsvraagstuk, we hebben een samenlevingsvraagstuk.’

Een hoge prijs

Vooral vrouwen betalen hiervoor een hoge prijs, constateert Hendriks. ‘Bij levenslang en levensbreed zorgen, zoals voor een kind met een beperking, zie je dat in 90 procent van de gevallen een vrouw haar loopbaan opgeeft en fulltime onbetaalde zorgverlener wordt.’ Dat komt niet alleen door maatschappelijke verwachtingen, maar ook door praktische omstandigheden: wie parttime werkt, wordt vaak als eerste gevraagd om extra te zorgen. ‘Het begint met een boodschap doen, een ziekenhuisbezoek… en voor je het weet, ben je jaren verder en is werken geen optie meer.’

‘Een vader met een papadag oogst applaus. Een moeder die morgen niet werkt? Oh… onhandig.’

De norm is hardnekkig. Van oudere generaties hoort Hendriks wel eens. ‘Gelukkig hebben we dochters, die gaan straks voor ons zorgen.’ Ze ziet het ook terug in de verdeling thuis. ‘Een collega van mij is 33, haar kind is 2. Toen ik vroeg of de kinderopvang óók wel eens haar vriend beld door als er iets misgaat, zei ze: nee, nooit. Dat zegt veel. Ergens zit nog steeds de impliciete verwachting dat vrouwen het oplossen.’ Ook de waardering verschilt. ‘Een vader met een papadag oogst applaus. Een moeder die morgen niet werkt? Oh… onhandig. In organisaties hoor je tegen vrouwen sneller: blijf maar in je veilige functie, het is thuis al zwaar genoeg.’

‘Vrouwen zorgen, mannen regelen’

Op macroniveau besteden mannen en vrouwen ongeveer evenveel uren aan mantelzorg, maar de piek en de inhoud verschillen. ‘Vrouwen doen vaker het fysieke en emotionele zorgen; mannen nemen vaker regeltaken of vervoer op zich. En bij 75-plussers zie je mannen die intensief voor hun partner zorgen, vaak met een diepe toewijding. Zo van: zij heeft 40 jaar voor ons gezorgd, nu zorg ik voor haar.’

‘Opvallend genoeg is stoppen met werk zelden de beste route.’

Die patronen kleuren ook de werkvloer, ziet ze. ‘Er zijn vrouwen die twijfelen of ze überhaupt moeten benoemen dat ze mantelzorger zijn, uit angst dat het tegen ze werkt. Werkgevers denken dan: oei, die moet straks elke maandag weg. En het omgekeerde gebeurt óók: dezelfde mantelzorg leidt bij mannen eerder tot waardering: je bent empathisch en betrokken.’ Opvallend genoeg is stoppen met werk zelden de beste route, constateert Hendriks echter ook. ‘Wie werk en mantelzorg kan combineren, houdt het vaak langer vol en raakt minder overbelast. Werk geeft een natuurlijke grens en daarmee ook respect.’

Bron: Werk&Mantelzorg Monitor

Geven en nemen, en maatwerk

Juist daarom pleit Hendriks ook voor maatwerk boven alleen maar regelingen. ‘Het belangrijkste is het goede gesprek. Niet meteen in cao-artikelen denken, maar in wat echt werkt. Weten dat je, als het moet, je werk mág neerleggen, geeft al rust. Roosters slim schuiven kan ook veel doen. Ik ken een voorbeeld van een moeder met een kind met een ernstige meervoudige beperking die alleen nachtdiensten draait bij een zorgorganisatie. Officieel wringt dat met regels, maar in de praktijk werkt het al jaren, omdat er aan beide kanten flexibiliteit en lef is. Zij leest thuis van half 10 tot 10 de dossiers, zodat ze om 10 uur scherp start. Geven en nemen.’

‘Weet je hoeveel mantelzorgers je in dienst hebt? Ga het gesprek aan.’

Volgens Hendriks begint het allemaal bij bewustzijn. ‘Weet je hoeveel mantelzorgers je in dienst hebt? Lukt het ze om te combineren? Ga het gesprek aan.’ Het levert ook zakelijk iets op, zegt ze. ‘Wie dit goed regelt, ziet ziekteverzuim dalen. Mantelzorgondersteuning betaalt zich terug; mensen melden zich aantoonbaar minder vaak ziek. In het mkb zie je dat dit vaak al gebeurt, omdat iedereen elkaar kent en informele ruilingen vanzelf gaan. Grote organisaties kunnen die wendbaarheid ook organiseren, maar dan moet je het wel willen.’

Blinde vlekken

Hendriks trekt graag de parallel met de afgelopen decennia. ‘In 3 generaties hebben we in Nederland een heel systeem opgebouwd voor werk en jonge kinderen: verlof, opvang, regelingen. Dat was hard nodig, en het kon omdat we het als maatschappij belangrijk vonden. Laten we dat nu net zo voortvarend doen voor mantelzorg. Met flexibiliteit, mogelijkheden voor verlof, ondersteuning. Een helder hoofd op het werk vraagt een rustig hoofd thuis.’

‘Bouw nu het systeem dat we bij ouderschap ook bouwden.’

Dat is volgens haar niet alleen sociaal, maar ook economisch verstandig. ‘Onze beroepsbevolking groeit niet meer. Als je tegelijkertijd geen extra handen van buiten toelaat en wél mensen vraagt onbetaald te mantelzorgen, kun je niet 2 à 3 procent groei verwachten. Dan moet je eerlijk zijn over de keuzes die je maakt.’ Tot slot wijst ze ook op de blinde vlek bij veel werkgevers die het probleem niet zien. ‘Ik sprak ooit een grote organisatie waar ze zeiden: wij hebben dat probleem niet; hier werken alleen mannen en jongeren. Maar toen we het onderzochten, bleek meer dan 30% van de medewerkers te mantelzorgen. Je weet het pas als je het vraagt.’

Lees ook

Aad van der Werf: ‘Acteren we al genoeg op de vergrijzing die op ons afkomt?’

De arbeidsmarkt is tegenwoordig een soort veelkoppig monster. Aan de ene kant een inzakkende economie, die een stevige rem zet op investeringen. En aan de andere kant aanhoudende krapte, die de komende jaren alleen nog maar sterker belooft te worden. Hoe daar als organisatie doorheen te navigeren? En wat zijn de grote ontwikkelingen die daarbij spelen? Strategisch Arbeidsmarkt Adviseur Aad van der Werf worstelt daar zelf ook wel mee, bekende hij i

Wereldwijde onzekerheid, dat is vooral wat de economie momenteel kenmerkt, zegt hij. En daarom ook onzekerheid op de arbeidsmarkt. Terwijl er natuurlijk een aantal dingen wél gewoon zeker zijn. Zoals de demografische ontwikkelingen. ‘Hier in Zuid-Holland is 50% van de buschauffeurs boven de 55. En zo zie je dat natuurlijk in heel veel sectoren. Ik zei pas nog gekscherend tegen iemand: ik hoop dat je over een jaar of 4 à 5 nog gewoon de bus of tram kan nemen. Want zijn we nou al echt aan het acteren op die enorme vergrijzing die op ons afkomt?’

Op tijd handelen

Neem de technieksector, zegt hij. Je weet de uitstroom daar, en kunt ook de instroom redelijk goed voorspellen. ‘Dus je ziet het aankomen, kunt daarnaar gaan handelen.’ Maar tegelijk gebeurt er volgens hem te weinig. Ja, er wordt driftig overlegd, en er worden pacten gesloten. ‘Maar gebeuren er vanuit de gemeente, vanuit het UWV, vanuit het onderwijs nou ook de goede dingen? Als ik dan over die grote tekorten lees, en techniekbedrijven schreeuwen om mensen, maar ook tienduizenden vakmensen vertrekken, dan denk ik wel eens: welcome to the real world. Het zou bijna een liedje kunnen zijn.’

Zelf is Van der Werf onder meer betrokken bij de de zogenoemde Regiodeal in de Zuid-Hollandse Delta. Hij werkt daar mee aan een programma onder de titel Delta Dreamers, dat scholen, gemeenten en organisaties in de regio samenbrengt om een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor elkaar te krijgen. Daarbij is niet alleen aan organisaties gevraagd wat volgens hen nodig is daarvoor, maar zijn door hogeschool InHolland ook tal van jongeren ondervraagd, met als resultaat onder meer directe wervingsadviezen voor een aantal van de deelnemende bedrijven.

Salaris helemaal niet bovenaan

Het is echt een mooi voorbeeld van samenwerking, en van jongeren ook zelf betrekken bij de problematiek, zegt hij. ‘Het onderzoek had eigenlijk één conclusie: jongeren zien door de bomen het bos niet meer. Er worden heel veel projecten gestart, en die houden dan vervolgens weer op. En dan beginnen we weer een nieuw project. Maar we zien dat de doelgroep zich er vaak niet in herkent, in al dit soort initiatieven en projecten. Wat nu echter uit dit onderzoek heel duidelijk komt is dat deze generatie zegt: ik verwacht van mijn werkgever vooral een goede ondersteuning bij het vinden van huisvesting, goed vervoer en een goede begeleiding.’

Salaris? Het is belangrijk, weet Van der Werf ook. ‘Maar het blijkt dus in de eerste plaats vooral om andere dingen te gaan. En als je dat weet, dan kun je deze groep daarin misschien faciliteren. En dan wordt ook je verloop een stuk lager.’ Het is meteen een pleidooi voor een volgende kabinet om voor veel meer huisvesting te zorgen voor de jonge doelgroep. ‘Om ervoor te zorgen dat ze een bijdrage kunnen blijven leveren aan de regio of aan het bedrijfsleven.’ Waarbij ook de werkgever van hem trouwens best wat meer betrokken mag zijn bij de bouw van die woningen. ‘Waarom niet eigenlijk? ASML is dat weer aan het doen in elk geval.’

Ken je kandidaten

De moraal van het verhaal? Ken je kandidaten, vat Van der Werf het samen. ‘Weet je op basis waarvan jongeren kiezen? Weet je dan hoe je ze kunt verleiden? Ken je jouw kandidaten voldoende? Als zo’n sector zegt: ja, ze gaan allemaal binnen 2 jaar weer weg. Wat zou je dan kunnen gaan doen om ze beter te gaan verleiden en te behouden?’ Zo’n onderzoek als van de Regiodeal bevat daarin misschien weinig nieuws, geeft hij toe. ‘Maar het was voor mij bijvoorbeeld wel een harde bevestiging in: ze kiezen heus wel voor dit werk, maar alleen als ze het hebben gezien, hebben gevoeld en hebben ervaren.’

Beeld van een recente bijeenkomst van de Delta Dreamers

Wat ook helpt: vroegtijdig realistische beelden tonen, zegt hij. ‘In de techniek staan er altijd mensen met een helm op of een schroevendraaier in beeld. Terwijl die jongeren zelf zeggen: dat is totaal niet meer hoe het is. Die beelden zijn onjuist en achterhaald. En het sluit ook niet aan bij hun werkelijkheid.’ Dat aanpassen zou dus al helpen. Net als de voorlichting. ‘Je ziet dat ze zelf zeggen dat TikTok hierin niet belangrijk voor ze is. Ze willen meelopen, excursies, stages. Dat komt ook gewoon weer helemaal terug. Ze willen het voelen, beleven, ervaren. Daar ligt een veel grotere kans voor het bedrijfsleven dan ze nu toe beseft hebben.’

Op bezoek bij Sif

Zo was Van der Werf zelf laatst nog bij Sif, een enorme Nederlandse fabrikant van offshore funderingen voor windturbines, met onder meer een productielocatie op de Tweede Maasvlakte. Dit bedrijf was meermaals ‘maakbedrijf van het jaar‘, maar blijft voor het grote publiek nog vrij onbekend. ‘Terwijl ik daar was, zag ik alleen maar high tech, ik zag lasrobots, je ziet staal van 8 centimeter gewalst worden, zó indrukwekkend. Ik snap best: ze kunnen niet iedere dag mensen over de vloer hebben. Maar als je meer van dit soort voorbeelden kunt gaan laten zien, en zo het beroep in beeld brengt, dan willen jongeren écht wel.’

Ergens is bij jongeren, maar ook bij hun ouders en hun peers, het beeld ontstaan dat ‘bouwen en techniek vies is, want dan ben je altijd smerig. Ga maar in de business werken, want daar kan je veel verdienen. Of ga maar in de zorg werken, want dan kun je arts worden, maar word maar geen verpleegkundige of verzorgende. En dat is natuurlijk zonde’, besluit hij. ‘Er is een enorm potentieel, wat dus blijkbaar toch niet op de juiste manier wordt geïnformeerd. Ik denk dat daar nog heel veel verhalen te vertellen zijn, juist ook aan de jeugd. Want die wil daar graag bij geholpen worden. Dus zet je deuren daarvoor open.’

Benieuwd naar de hele podcast?

Deze zomer duiken we in de hot topics die wervingsprofessionals bezighouden. In de podcast De zomer van slim werven hoor je alles over de nieuwste trends en slimme oplossingen om jouw wervingsaanpak future-proof te maken. Ontvang de podcast en blijf op de hoogte van nieuwe afleveringen via onderstaand formulier:

Zomerpodcast

Lees ook

 

Eerst wandelen in Den Bosch, en daarna wat slimmer weer naar huis

Van het nut van referentiechecks tot recruitment marketing automation, en van A.I. tot ‘de grootste gotische kerk van Nederland’. Terwijl de introweek voor studenten in volle gang was, beleefde in café Cinq in hartje Den Bosch deze week een select groepje HR-professionals ook een soort introductie: zij gingen niet alleen in groepen wandelen onder leiding van twee stadsgidsen, maar ook met elkaar in gesprek over de meest recente ontwikkelingen in de wereld van HR. De primeur van de CHRO Summer Walks, die volgende week ook in Leiden en Zwolle nog een vervolg krijgt. Mede dankzij het stralende zonnetje werd het in elk geval een zeer succesvolle dag. Een korte impressie.

Rond lunchtijd verzamelde het gezelschap zich in Café Cinq, aan het plein vlak onder de Sint Jan. Buiten was het op de terrassen een drukte van belang, binnen was het gelukkig koeler, zo beaamden ook de aanwezigen.

De impact van A.I.

Gastheer Geert-Jan Waasdorp deed namens Intelligence Group de aftrap. Hij bracht op geheel eigen wijze de laatste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in kaart, en stond met name stil bij de opkomst van A.I. en de impact die dat nu al heeft op het aantal banen voor jonge, net afgestudeerden.

Na een eerste wandeling door de stad streek het gezelschap neer bij locatie Monqui, waar het hoofdgerecht stond geserveerd. Caroline Pols (UP in Business) nam de gelegenheid te baat om haar verhaal over talent dat je moet verleiden nog eens uit de doeken te doen. Aan de hand van interessante cijfers, als: 94% van de kandidaten vindt een employer brand bepalend voor hun keuze, en meer dan 40% van de kandidaten wordt meer dan eens per kwartaal benaderd. Een andere arbeidsmarkt dan ooit dus, zo maakte Pols duidelijk. Waarbij dus ook een andere aanpak dan vroeger past.

Een stelling die tot heel wat discussie aan de tafel leidde.

Buiten hielpen 2 stadsgidsen de groep vervolgens weer aan allerlei wetenswaardigheden over de stad, over de Dommel en de Aa, de protestanten en katholieken, en de glimmende draak voor het station, door de Bosschenaren schijnbaar ‘de schoonmoeder’ genoemd.

Nut van referentiechecks

Voor het toetje belandden de aanwezige HR-professionals in Hotel Central, waar niet alleen het gebak klaarstond, maar ook Mees van ’t Hoff, die namens Teamtailor een korte, interactieve bijdrage gaf over het belang van metrics in HR en recruitment.

Het leverde onder meer een pittige en openhartige discussie op over de waarde van referentiechecks. Want heb je daar nu iets aan in je selectiebeslissingen? Of geven ze toch alleen maar een vals beeld van iemand? Genoeg stof om over door te praten in elk geval.

Waarna de groep voor de laatste keer deze middag in de benen klom, en een aantal zelfs nog net voor sluitingstijd de heilige Sint-Jan wist te bezoeken, waar ondertussen vol op het orgel werd gespeeld.

Al met al een bijzonder gedenkwaardige middag, zo was bij de borrel uiteindelijk het meest gehoorde oordeel. En leuk om zo eens met andere vakgenoten te kunnen spreken, op een manier die ze anders niet zo makkelijk krijgen aangereikt. Voor wie het ook nog eens wil proeven: volgende week in Leiden en Zwolle zijn nog 2 nieuwe kansen

CHRO Summer Walks

 

Wim op woensdag: Waarom A.I. de gastarbeider van nu is

In de jaren 60 en 70 haalde Nederland, net als andere West-Europese landen, arbeidskrachten uit landen als Turkije, Marokko, Italië, Spanje en het toenmalige Joegoslavië. Deze mensen kwamen vaak werken in fabrieken of in sectoren met fysiek zwaar of laagbetaald werk waarvoor moeilijk Nederlandse arbeiders te vinden waren. De verwachting was dat ze tijdelijk zouden blijven, vandaar de term ‘gastarbeider’.

A.I. wordt nu ook ingezet voor taken die mensen liever niet willen doen.

Kijk je naar de huidige ontwikkelingen met kunstmatige intelligentie, dan zie je opvallende parallellen. A.I. wordt nu ook ingezet voor taken die mensen liever niet willen doen, te duur vinden, of waarbij snelheid en schaalbaarheid cruciaal zijn. Net zoals destijds met gastarbeiders gaat het om werk dat organisaties moeilijk kunnen vervullen met hun bestaande personeel.

Repetitieve taken

A.I. neemt momenteel vooral repetitieve taken over: standaard e-mails schrijven, grote hoeveelheden data verwerken, klantvragen beantwoorden, eerste versies maken van documenten. Het is het werk dat mensen vaak saai vinden, te tijdrovend, of waarbij menselijke creativiteit en empathie minder essentieel zijn. De cruciale waarheid is echter: net zoals de gastarbeider geen tijdelijke gast bleek te zijn, zo zal A.I. ook geen tijdelijke oplossing blijken. De technologie integreert zich steeds dieper in onze arbeidsprocessen en wordt een structureel onderdeel van hoe we werken.

🎯 Wat dit betekent voor recruitment? Ik zie 4 cruciale verschuivingen

#1. Van functies vervullen naar mensen transformeren

Waar recruitment traditioneel draaide om het matchen van kandidaten met bestaande functieprofielen, moet je nu kandidaten vinden die kunnen meegroeien met de A.I.-transformatie. Dus zoek mensen die:

  • Nieuwsgierig zijn naar technologie
  • Adaptief kunnen denken
  • Bereid zijn hun werkwijze voortdurend aan te passen

En nee, dat is heus geen leeftijdsdingetje. Dat komt in elke leeftijdscategorie voor. Aanpassingsvermogen is/wordt de kerncompetentie van de komende jaren.

#2. Nieuwe competenties worden cruciaal

De meest gewilde professionals zijn straks niet degenen die A.I. het beste kunnen bedienen, maar degenen die het beste kunnen samenwerken met A.I. Dit vraagt om:

  • Prompt engineering-skills
  • Kritisch denken over A.I.-output
  • Het vermogen om menselijke expertise te combineren met machine-intelligentie

Waarbij deze laatste de meest essentiële is.

#3. Snelheid wordt allesbepalend

Bedrijven (en mensen) die te langzaam schakelen in hun A.I.-adoptie verliezen concurrentievoordeel. Als recruiter moet je organisaties helpen om snel de juiste A.I.-vaardige talenten binnen te halen, voordat concurrenten dat doen.

⚠️ Late adopters krijgen straks de ‘left-over-kandidaten’.

#4. Het recruitmentproces zelf verandert

A.I.-tools kunnen nu cv’s screenen, eerste gesprekken voeren en persoonlijkheidsanalyses maken. Recruiters die deze tools niet omarmen, worden zelf vervangen. De strategie:

  • Gebruik AI om efficiënter te werken
  • Focus je menselijke expertise op complexe matches en culturele fit
  • En misschien wel het belangrijkste: blijf communiceren

Iemand bellen om te feliciteren, wordt het meest gewaardeerd.

⏰ De urgentie: waarom nu handelen?

Net zoals heel wat bedrijven in de jaren 70 die geen gastarbeiders aannamen achterbleven bij de concurrentie, zo riskeren organisaties en recruiters nu hetzelfde met A.I.-adoptie. Het verschil: deze transformatie gaat veel sneller. Voor recruiters betekent dit een unieke kans:

✅ Wees de partner die organisaties helpt navigeren door deze A.I.-revolutie
✅ Bouw expertise op in het herkennen van A.I.-talent en competenties
✅ Ontwikkel een netwerk van technisch vaardige professionals
✅ Positioneer jezelf als de recruiter die begrijpt hoe A.I. de toekomst van werk vormgeeft

🔥 De conclusie

De vraag is niet óf A.I. onze arbeidsmarkt zal transformeren, maar hoe snel dit zal gebeuren. Recruiters die nu investeren in A.I.-kennis en A.I.-vaardige kandidaten bouwen aan hun toekomstbestendigheid. Wachten is geen optie meer. Want net zoals de gastarbeider uiteindelijk geen gast bleek, zo zal A.I. ook geen tijdelijke trend zijn, maar de nieuwe realiteit.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

Inge Vernooy-Klijberg (Croonwolter&dros): ‘De pensioengolf gaat ons in de techniek hard raken’

Monteurs. Werkvoorbereiders. Kortom: uitvoerend technisch personeel. Ze behoren in de arbeidsmarkt van vandaag tot de meest schaarse doelgroepen. En hen werven wordt er de komende tijd ook niet makkelijker op, zegt Inge Vernooy-Klijberg. ‘Je ziet daar dat de mensen die er zijn vaak ook veel ervaring hebben, en dat de pensioengolf ons hard gaat raken in dat vlak’, aldus de Talent Acquisition Manager van technisch dienstverlener Croonwolter&dros. Dat betekent volgens haar dus ook dat nieuwe manieren van werving nodig zijn. ‘Als we door blijven werven zoals we nu doen, komen niet dezelfde aantallen naar binnen.’

‘Ik denk dat white-collar workers tegenwoordig makkelijker te werven zijn dan blue-collar workers.

De vergrijzing van het personeelsbestand in de sector dwingt tot ‘proactieve anticipatie’ en een meer duurzame recruitmentstrategie, zo zegt Vernooij-Klijberg in de nieuwste aflevering van de Monkey Rock-podcast van Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer (EN HR solutions) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group). Dat betekent volgens haar onder meer datagedreven bewustwording creëren, proactief investeren in talent pipelines en zelf voldoende talent opleiden. ‘Ik denk dat white-collar workers tegenwoordig makkelijker te werven zijn dan blue-collar workers‘, stelt zij, in contrast met de situatie van 10 tot 15 jaar geleden.

Afstemming onderling

Vernooij-Klijberg heeft zelf bijna 30 jaar ervaring in talent acquisition en zo’n 20 jaar in diverse recruitment-leiderschapsrollen bij organisaties als Philips, BDO en TenneT. Sinds een klein half jaar leidt zij een team van 19 mensen bij Croonwolter&dros, verspreid over 7 locaties in Nederland. Die verspreiding brengt ook haar eigen uitdagingen met zich mee, legt ze uit. ‘Als bijvoorbeeld in één divisie een werkvoorbereider wordt gezocht en je hebt een hele goede silver medalist die je uiteindelijk moet afwijzen, wil dat dus niet zeggen dat die niet in een andere divisie past.’

‘Ik vind het leuk om het inhoudelijke met het plezier te combineren.’

Ook afstemming en teambuilding is soms een uitdaging als iedereen zo verspreid zit, vertelt ze. Elke maandagochtend organiseert zij daarom een ‘fresh start of the week’, waarbij iedereen online samenkomt om highlights, uitdagingen en gezamenlijke projecten te bespreken. Daarnaast brengt zij het team eens per kwartaal een hele dag fysiek bijeen. ‘In de ochtend doen we dan iets inhoudelijks. Dan nodigen we een spreker uit van de business of een sourcing expert. En dan gaan we daarna lunchen en in de middag hebben we bijvoorbeeld een bokssessie. Ik vind het leuk om het inhoudelijke met het plezier te combineren.’

Offensief anticiperen

De sterke vergrijzing en andere langetermijntrends op de arbeidsmarkt zorgen ervoor dat een defensieve aanpak in talent acquisition niet meer volstaat, aldus Vernooy-Klijberg. Daarom is volgens haar ‘offensief anticiperen’ nodig. Zeker in de blue collar-functies. ‘Het is een onderdeel van onze maatschappij en arbeidsmarkt dat we nog steeds onderwaarderen’, stelt ze.

Blue-collar is een onderdeel van onze maatschappij en arbeidsmarkt dat we nog steeds onderwaarderen.

Haar oplossing bestaat onder meer uit een strategisch raamwerk gebaseerd op 3 pijlers: wat ga je doen? Hoe ga je het doen? En: met welke mensen ga je het doen? Centraal staat daarbij een kwadrantenmodel waarbij vacatures worden ingedeeld op 2 assen: volume (weinig versus veel) en mate van businesskritisch (laag- versus hoogkritisch). ‘Door die 4 kwadranten te maken, al je vacatures daarin te plotten en vervolgens ook je budget daarop in te zetten, kun je kijken: in welke kwadrant heb ik wat voor soort recruitment approach en welke recruitment resources nodig?’

5 petten

De recruiter van tegenwoordig draagt veel meer petten dan voorheen, constateert Vernooy-Klijberg. ‘Je bent nu tegelijk een salesmanager én projectmanager. Daarnaast draag je zorg voor candidate relationships en is stakeholder management essentieel in je rol als recruiter. En ten slotte, een van de allerbelangrijkste dingen blijft uiteraard: hoe goed ben je in je recruitmentvak?’

‘De balans in die 5 petten is in elk kwadrant verschillend.’

Deze multidisciplinaire competenties vereisen verschillende profielen voor verschillende situaties. In haar kwadrantenmodel plaatst zij daarom bewust verschillende specialisten, zegt ze. ‘De balans in die 5 petten is altijd verschillend. In het ene kwadrant hen heb je bijvoorbeeld veel meer stakeholder management als je bijvoorbeeld een bedrijfskritische niche-vacature moet invullen, terwijl je bij volumegroepen de accenten op andere skills van de recruiter legt.’

Relationeel kapitaal 

Voor een duurzame recruitmentstrategie benadrukt Vernooy-Klijberg het belang van relationeel kapitaal. Haar eigen geheime succesformule is ‘iedereen eerst heel goed leren kennen. Niet alleen je team, maar ook je stakeholderveld. Waarin begeef je je? Welke mensen heb je gewoon nodig om iets succesvol te maken?’

‘Waarin begeef je je? Welke mensen heb je gewoon nodig om iets succesvol te maken?’

Dit relationele kapitaal is volgens haar vooral cruciaal in traditionele sectoren waar lokale stakeholders een sterke positie hebben. ‘Je moet de lijn naar HR en directie pakken, maar juist ook die naar de lokale stakeholders. Omdat ze dus gefragmenteerd zitten overal, is één beslissing nemen en vervolgens de directie meekrijgen nog niet zo dat je deze keuze vervolgens ook ergens kunt laten landen.’

De 5 takeaways

De 5 takeaways van de podcast met Inge Vernooy-Klijberg:

#1. Team boven individu

Investeer bewust in teambuilding bij decentrale teams door regelmatige online check-ins en kwartaal bijeenkomsten die inhoud en plezier combineren.

#2. Van divisie- naar doelgroepgericht werken

Organiseer recruitment rond doelgroepen in plaats van divisies om ‘snijverlies’ van goede kandidaten te voorkomen en efficiëntie te verhogen.

#3. Datagedreven anticiperen op vergrijzing

Gebruik concrete cijfers om de impact van pensionering inzichtelijk te maken en investeer proactief in jonge talenten en eigen opleidingen.

#4. Erken recruitment als volwaardig vak

Recruiters vervullen 5 verschillende rollen (sales, projectmanagement, candidate relations, stakeholdermanagement en vakinhoudelijke expertise) en verdienen erkenning als specialisten.

#5. Balanceer traditie met vernieuwing

Ook conservatieve sectoren kunnen moderne recruitment practices omarmen door geleidelijke verandering en respect voor bestaande waarden.

Lees en luister ook:

Pretpark voor de arbeidsmarkt: hoe de bouw in Harderwijk het talent voor de toekomst verleidt

Een doolhof van rioolbuizen (het grootste riooldoolhof van Europa!). Een interactieve theatershow met Yasmine, Manus en Mira Bouwer. Slijm maken bij Mad Science. Racen over de skelterbaan. Graven in het zand. Metselen met minibakstenen. Of ontdekken hoe stroom werkt in een elektrafabriek. Kinderen tot ongeveer een jaar of 10, 12 konden deze zomervakantie hun hart ophalen in het tijdelijke themapark JIJ Bouwt de Toekomst in Harderwijk. En dat deden ze tot en met afgelopen weekend ook vrij massaal, als we de organisatoren mogen geloven. In de eerste weken van opening waren de shows zelfs vaak volledig uitverkocht.

Het was alweer de derde editie van het zomerevent, dat in 2022 in Enschede zijn primeur beleefde. Dit jaar streek het voor het eerst neer in Harderwijk. Het is een mooi voorbeeld van wat er allemaal mogelijk is in arbeidsmarktcommunicatie als je de handen ineenslaat. Want de doelgroep mag dan de allerjongste jeugd zijn, er zit wel degelijk een arbeidsmarkt-idee achter. ‘Nu investeren om later te kunnen oogsten’, zo legde Anne de Jonge, destijds adviseur onderwijs en arbeidsmarkt bij Bouwend Nederland en als zodanig initiatiefnemer van het themapark het bij de eerste editie uit.

Samen met de bonden

De derde editie werd de afgelopen weken voor het eerst georganiseerd door stichting JIJ in de Bouw & Infra, in samenwerking met Bouwend Nederland, de Aannemersfederatie Nederland, vakbonden CNV en FNV, Vereniging van Waterbouwers en WoningbouwersNL. Voor de ontwikkeling van het park werkte de stichting samen met Kibeco (bekend van Dinopark) en Van Hoorne Entertainment (van onder meer Woezel & Pip en Brandweerman Sam), naast partners als Mad Science, SOMA College en Bedrijfsopleidingen, Traffic Service Nederland en Bouw & Infra Park Harderwijk. TBI Holdings BV (momenteel 565 vacatures) en Van Gelder Groep BV (143 vacatures) traden op als hoofdsponsor.

Een hele organisatie dus. Maar dan heb je ook wat. Want dat ze in de bouw dringend mensen nodig hebben, is natuurlijk geen nieuws. Volgens cijfers van het UWV stonden er in 2024 ruim 20.000 vacatures open in de bouw, een stijging van 30% ten opzichte van 5 jaar eerder. En die tekorten groeien naar verwachting alleen nog maar. De helft van de sector noemt het gebrek aan personeel om projecten uit te kunnen voeren, nu al als grootste zorg.

De komende jaren zijn volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) maar liefst 60.000 nieuwe werknemers nodig.

De komende jaren zijn volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) maar liefst 60.000 nieuwe werknemers nodig voor projecten zoals woningbouw, de verduurzaming van bestaande woningen en de versterking van het energienetwerk. Volgens volgens opleidingsfonds Wij Techniek gaat het daarnaast in de technieksector tot 2029 ook nog eens om maar liefst 121.000 nieuwe arbeidskrachten. Alle hens aan dek dus.

‘Het zaadje geplant’

De actie in Harderwijk komt daarvoor natuurlijk te laat. Kinderen die nu in het pop-up-pretpark ‘het zaadje geplant‘ hebben gekregen voor de mooie kanten van het werk in de sector, komen op z’n vroegst in 2030, maar waarschijnlijker pas tegen 2040 de arbeidsmarkt op. Maar dat mag de pret niet drukken. ‘We richten ons samen op de kinderen: de generatie van morgen. Want hoe mooi is het om al op jonge leeftijd te ontdekken hoe creatief, avontuurlijk en belangrijk het werk in de bouw en infra is?’, aldus Wiep van der Pal, directeur van de organiserende stichting. ‘We willen hen laten kennismaken met de diversiteit aan beroepen in de sector.’

En daarvoor was er in het themapark in Harderwijk gelegenheid genoeg. Tot en met een eigen playlist op Spotify en de horeca in de ‘schaftkeet’ aan toe. Terwijl aan de ene kant van de arbeidsmarkt volop vergaderd, getaskforced en overlegd wordt over Aanvalsplannen en Actieplannen, en met miljoenen wordt gestrooid voor zogenoemde Hybride Techniek Centra en wat bijvoorbeeld vorig jaar nog als ‘De Gouden Poort‘ werd gelanceerd, maar vanaf dit jaar de Techniekroute heet, laten ze hier zien hoe het ook kan: gewoon handen uit de mouwen, iets leuks opzetten en zo laagdrempelig investeren voor de toekomst.

Dromen van techniek

Want onderzoek van Techsharks toonde het recent nog aan: voor bijna de helft van de mensen die nu in de techniek werken (49%), was het al vroeg duidelijk: zij droomden als kind al van deze sector. Vooral mannelijke technici wisten het vroeg: meer dan de helft (53%) wist al als kind dat ze iets met techniek wilden doen. Vrouwen hadden die droom iets minder vaak (30%). En meer dan driekwart (77%) van hen vindt dat hun sector – onterecht – een negatief imago heeft. Iets waar pop-up-pretparken zoals die in Harderwijk dus hopelijk wel hun positieve steentje aan kunnen bijdragen. Je kunt er immers niet vroeg genoeg bij zijn…

Lees ook

Waarom de Nederlandse arbeidsmarkt nog altijd niet volledig is ingericht op vrouwen

Inmiddels is 47% van alle werkenden vrouw. Maar structurele ongelijkheid blijft hardnekkig, zo merkt FNV-vakbondsbestuurder Lisa Viktorsson op. ‘De loonkloof tussen mannen en vrouwen is nog altijd 10,5%. Vrouwen krijgen op de arbeidsmarkt ook vaker te maken met grensoverschrijdend gedrag. En de werkvloer is in veel gevallen nog altijd ingericht op mannen’, somt ze op. ‘Op basis van alleen het feit dat je vrouw bent, word je minder gewaardeerd. Dat valt gewoon niet uit te leggen.’

‘Op basis van alleen het feit dat je vrouw bent, word je minder gewaardeerd. Dat valt gewoon niet uit te leggen.’

Een ander probleem dat maar niet verdwijnt: zwangerschapsdiscriminatie. Volgens onderzoek ervaart 43% van de zwangere vrouwen dit, al denkt Viktorsson dat het werkelijke percentage nog veel hoger ligt. Slechts 11% van de vrouwen doet melding. ‘Vaak herkennen we het niet eens als discriminatie’, legt ze uit. ‘Als je contract niet wordt verlengd of je een promotie misloopt, is het duidelijk. Maar dat is lang niet altijd zo. Denk aan werkende zwangeren die niet meer worden uitgenodigd voor meetings, geen loonsverhoging of minder/geen opleidingsbudget krijgen. Het gebeurt in de praktijk allemaal.’

En dat is onacceptabel, vindt ze. ‘Zwangerschap hoort bij het leven. Werkgevers moeten een omgeving creëren waarin dit bespreekbaar is en waarin vrouwen hun rechten kennen.’

Basisvoorzieningen vaak nog afwezig

Viktorsson benadrukt dat er vele praktische verbeteringen mogelijk zijn die de werkvloer inclusiever maken. ‘Dat zijn eigenlijk ‘gewoon’ goede arbeidsvoorwaarden, zoals gelijke beloning, loondoorbetaling bij ziekte vanaf dag 1, reiskostenvergoeding en flexibele arbeidstijden.’ Maar ook basisvoorzieningen ontbreken vaak, ziet ze in de praktijk. ‘Denk aan een goede kolfruimte. Dat is zo’n vanzelfsprekendheid, maar op veel plekken niet aanwezig.’

‘Een goede kolfruimte lijkt een vanzelfsprekendheid, maar is op veel plekken niet aanwezig.’

Schrijnend zijn ook de verhalen over toegang tot toiletten die ze vaak hoort. Daar hebben vrouwen onder meer gedurende de maandelijkse cyclus last van. ‘Neem vrouwen in de kinderopvang die alleen op een groep staan. Zij kunnen niet zomaar naar het toilet om zichzelf te verschonen. Of vrouwelijke chauffeurs, die niet weten waar ze onderweg terecht kunnen. Dat is niet normaal in 2025’, aldus Viktorsson. 

Menstruatie en overgang blijven taboe

Ook menstruatie en overgang blijven vaak moeilijk bespreekbaar op de werkvloer, merkt ze. Onder rijksambtenaren geeft bijvoorbeeld nog geen 1% aan dat menstruatieklachten ooit ter sprake komen in functioneringsgesprekken. Voor overgangsklachten is dat met 2,16% nauwelijks beter. ‘Leidinggevenden willen vaak wel helpen, maar weten niet hoe’, zegt Viktorsson. ‘Het ontbreekt aan structuur, handvatten en sociale veiligheid.’

‘Het ontbreekt aan structuur, handvatten en sociale veiligheid.’

Toch zijn er volgens haar ook wel lichtpuntjes. In steeds meer cao’s, onder meer bij NS, zijn afspraken gemaakt over maatwerk bij menstruatie- en overgangsklachten. Sinds januari 2025 zijn er weer in 11 cao’s concrete afspraken gemaakt. ‘Een goede stap vooruit’, noemt Viktorsson dat. ‘Vergeleken met een paar jaar zijn we verder gekomen. Maar we zijn er nog niet. Want het gaat niet alleen om afspraken maken. Het gaat erom of er ook daadwerkelijk gebruik van die afspraken wordt gemaakt. Zijn werknemers goed op de hoogte van een degelijke afspraak?’ 

‘Als we willen dat de werkvloer werkt voor alle mensen, dus ook vrouwen, dan is het belangrijk om te onderzoeken wat de behoeften zijn. Kleine aanpassingen kunnen al veel verschil maken. Bijvoorbeeld passende werkkleding, maar denk ook aan ademende in plaats van synthetische kleding voor vrouwen in de overgang.’

Moederschapscultuur zit diep

Viktorsson weet uit eigen ervaring hoe vrouw(on)vriendelijk veel systemen nog zijn. ‘Mijn eigen zwangerschap maakte me bewust van hoe lastig het is om een goede werknemer te zijn en te voldoen aan alle verwachtingen als moeder.’ Ze wijst op het impliciete beroep dat altijd op moeders wordt gedaan. ‘De school die moeders vraagt om te helpen. De kinderopvang waar je verplicht 11 uur moet afnemen, ook als je korter werkt. De flexibiliteit wordt nog steeds bijna altijd bij vrouwen gezocht.’

‘Werk je als moeder 5 dagen per week? Dan ben je een afwezige slechte moeder.’

De maatschappelijke druk maakt het alleen maar erger. Er is een dubbele standaard. ‘Werk je als moeder 5 dagen per week? Dan ben je een afwezige slechte moeder. Ben je volledig thuis met de kinderen? Dan ben je een thuisblijfmoeder en benut je niet je potentieel. Je doet het eigenlijk nooit goed. Dat is onze sterke moederschapscultuur. 82% van de Nederlanders vindt dat moeders met jonge kinderen maximaal 3 dagen per week moeten werken. Voor vaders is dat maar 35%.’

Systemen sluiten niet op elkaar aan

Volgens Viktorsson ligt het probleem vooral in de mismatch tussen werk, opvang en school. ‘Scholen sluiten om 14.00 uur. Studiedagen zijn er te pas en te onpas. En kinderopvang verplicht je tot 11 uur afname. Wie heeft dat bedacht?’ Andere landen laten zien dat het (veel) beter kan. ‘In Zweden krijgen ouders 480 verlofdagen die ze samen verdelen. Vaak neemt de moeder de eerste periode vrij, daarna de partner. Bovendien biedt de kinderopvang daar standaard warme, gezonde maaltijden aan. Dat scheelt zoveel druk voor ouders.’

Viktorsson pleit ook in Nederland voor een fundamenteel andere benadering van vrouwen op de arbeidsmarkt. ‘We moeten stoppen met doen alsof dit individuele keuzes zijn. Het zijn collectieve problemen, en dus hebben we collectieve oplossingen nodig.’ En die oplossingen zijn er, benadrukt ze. ‘Behoud loon bij een vierdaagse werkweek. Zorg voor betaald ouderschapsverlof en uitbreiding daarvan. Maak kinderopvang toegankelijk. Pak grensoverschrijdend gedrag aan. Elimineer eindelijk de loonkloof.’

‘We moeten af van het idee dat vrouw-zijn en werken in conflict zijn.’

Kortom: op naar een inclusieve, vrouwvriendelijke werkvloer. ‘We moeten af van het idee dat vrouw-zijn en werken in conflict zijn. Zorg en werk moeten eerlijk verdeeld worden. En dat begint bij de werkvloer. Maak het bespreekbaar. Geef vrouwen de ruimte. En zorg dat de basis op orde is.’

Lees ook

 

Van afwijzen wordt niemand blij… maar wat als je iedereen kunt doorverwijzen?

‘Een paar weken geleden had ik een leuk gesprek met een kandidaat. Uiteindelijk heb ik haar moeten afwijzen – nooit een leuk moment’, schreef Jesse Remijnse, corporate recruiter bij Auto Hoogenboom, recent op zijn LinkedIn. ‘Toch kreeg ik gisteren een kaartje waarin zij me bedankte voor het gesprek én voor de manier waarop ik het had gebracht. En het mooiste? Door mijn doorverwijzing heeft ze nu een baan gevonden waar ze blij mee is. Het herinnert me eraan dat het niet alleen gaat om wie je aanneemt, maar ook om hoe je met mensen omgaat als het antwoord ‘nee’ is. Een beetje aandacht en oprechte interesse maken écht verschil.’

Het gaat niet alleen om wie je aanneemt, maar ook om hoe je met mensen omgaat als het antwoord ‘nee’ is.’

Het is een van die berichten die niet alleen aangeeft hoe pijnlijk afwijzen is, en kan zijn, maar ook wat het nut van doorverwijzen is. Het is het principe waar ook de recent gelanceerde The Talentpool Community op is gebaseerd, omdat de afgewezen kandidaat bij de ene functie juist misschien perfect kan zijn voor de volgende vacature bij een andere organisatie. Want niet alleen voor de kandidaten is een afwijzing vervelend, dat is-ie vaak net zo goed voor de recruiter die de boodschap moet brengen. ‘Van de recruiters vindt 47% afwijzen écht niet leuk, terwijl de andere 53% zegt dat het er nu eenmaal bij hoort’, aldus Geert-Jan Waasdorp.

2 maanden onderweg

Waasdorp is samen met Maarten Westerduin een van de initiatiefnemers van The Talentpool Community, die vandaag 2 maanden en 2 dagen onderweg is en inmiddels bijna 300 werkgevers in Nederland heeft aangesloten. Deze organisaties verwijzen kandidaten en talent momenteel dus aan elkaar door in plaats van hen af te wijzen. ‘Door alleen een hyperlink toe te voegen aan wat voorheen de afwijsmail of afwijsapp was, verandert eigenlijk al het hele speelveld van werving’, aldus Waasdorp. ‘Kandidaten worden automatisch gematcht én deelnemende werkgevers zien automatische de beste skills-matches op hun online vacatures.’

Als mensen verkopen we niet graag nee. Liever bieden we anderen kansen. Goed nieuws dus dat recruiters nu ook mensen niet meer hoeven af te wijzen, maar kunnen doorverwijzen naar een andere functie. Hoe vordert dat initiatief al? 

‘Door alleen een link toe te voegen aan je afwijsmail, verander je eigenlijk al het hele speelveld.’

Getuige de meer dan een miljoen sollicitaties die elke week in Nederland worden verstuurd, is het onmiskenbaar dat recruiters veel meer mensen moeten afwijzen dan ze ooit kunnen aannemen. Maar elke keer die vervelende boodschap moeten brengen is wel te verlichten door mensen niet meer af te wijzen, maar door te verwijzen. ‘Een enorm positieve injectie voor de candidate experience én het employer brand‘, aldus Waasdorp. ‘Een doorverwijzing met perspectief krijgen, dat is voor een kandidaat nu eenmaal veel prettiger dan een afwijzing.’

Snel, positief, goed functionerend

In zo’n beetje alle sectoren in Nederland zijn zo inmiddels meer dan 20 werkgevers begonnen met het uitwisselen van talent, vertelt hij. ‘Inmiddels stappen hele sectoren en regionale samenwerkingsinitiatieven in, omdat ze zo makkelijk en voordelig een goede gezamenlijke talentpool kunnen opbouwen. Snel, positief, goed functionerend én voor slechts 99 euro per maand per werkgever – ongeacht het aantal doorverwijzingen of aantal matches. Grote en kleine werkgevers, van ASML en NS tot en met CSU en Middin doen al mee. De vraag is dus niet óf, maar wanneer jij ook gaat meedoen’, zegt hij enthousiast.

Meer weten? 

Meer weten over hoe je een geluksinjectie kunt toevoegen voor zowel recruiter als kandidaat, en tegelijk tal van mogelijke matches op een presenteerblaadje krijgt? Word in 30 minuten bijgepraat over alle (sectorale) kansen van The Talentpool Community:

Talentpool Community in 30 minuten