Waarom de bakkersbranche ook buiten de sector naar knapperig verse ideeën zoekt

In de bakkerij en andere ambachtelijke foodbranches is de arbeidsmarkt nog altijd krapper dan krap. Goede bakkers gaan daarom als.. eh.. zoete broodjes over de toonbank. En creatieve en praktische oplossingen voor de tekorten zijn dan ook.. eh.. broodnodig, stelt Marcel Jansen, marketingspecialist bij Brood- en Banketbakkers-ondernemersvereniging NBOV. Reden waarom de NBOV, samen met het Bakery Institute en arbeidsdeskundigen van het UWV op dinsdag 2 september een heuse BAKathon willen organiseren, een brainstorm- en co-creatie-sessie voor mensen binnen én buiten de bakkerijsector.

‘Als we ook in de toekomst nog willen genieten van écht brood, of handgemaakte patisserie, dan is het nú tijd om samen te werken.’

‘Mensen staan in de (TikTok) rij voor tompoezen, croissants en chocoladerepen, maar niet om te solliciteren op de vacatures in de bakkerij’, vertelt Jansen. ‘Bakkers en andere specialisten moeten openingstijden inperken vanwege een gebrek aan personeel of kiezen voor het zelf opleiden van enthousiastelingen zonder bakkerij-achtergrond. Ambachtelijk bakken is mensenwerk. Als we ook in de toekomst nog willen genieten van écht brood, handgemaakte patisserie en producten die met liefde en aandacht zijn gemaakt, dan is het nú tijd om samen te werken aan slimme, creatieve en duurzame oplossingen. Wat bak jij ervan?’

Steeds meer bakkers geven aan moeite te hebben het broodnodige personeel te vinden. Vorig jaar sloten bijvoorbeeld nog een flink aantal bakkerszaken vanwege personeelstekort. Ook de beroemde bakker van de originele Bossche bollen, Jan de Groot, haalde dit jaar het nieuws met zijn moeite om goede mensen te vinden, onder meer om de bollen te vullen. Het bakkersvak kampt onder meer met groeiende weerzin tegen werken in de nacht, waarschijnlijk één van de redenen dat de helft van de jongeren die de bakkersopleiding heeft gevolgd, uiteindelijk toch geen bakker wordt.

Op zoek naar verse ideeën

De ‘BAKathon’ is bedoeld om ‘samen de arbeidsmarktkrapte in de bakkerij in te duiken en aan te pakken: we bedenken niet alleen ideeën, we werken ze ook direct uit tot concrete oplossingen’, zo kijkt Jansen vooruit. ‘Dit kan dus alleen met een mix van mensen, zowel van binnen als buiten de bakkerijsector. Want wij geloven dat juist de combinatie van praktijkkennis en nieuwe invalshoeken kan leiden tot ideeën die verrassen én kunnen werken. Bovendien kunnen uitkomsten ook voor vergelijkbare branches interessant zijn.’ Zie het als een soort Kraptetop, maar dan specifiek voor de bakkerssector.

De ‘BAKathon’ is bedoeld om ‘samen de arbeidsmarktkrapte in de bakkerij in te duiken.

Wie op 2 september naar de oude Verkadefabriek in Zaandam afreist, kan ‘natuurlijk rekenen op lekker eten’, maar ook op interessante ontmoetingen en inspiratie op de dag, verwacht hij. De ochtend staat in het teken van zoveel mogelijk knapperig verse en out-of-the box-ideeën genereren. ‘In de middag willen we er vervolgens een aantal uitpikken en die in multidisciplinaire teams uitwerken en pitchen’, aldus Jansen. ‘Kortom: een dag vol creativiteit, ontmoetingen, ervaringen delen, verbindingen leggen en samenwerken aan slimme oplossingen voor de arbeidsmarktkrapte.’ Maar pas op: lieverkoekjes worden hier niet gebakken!

Meer informatie

Wil je meedenken? Schrijf je in via deze link:

Meebakken?

Lees ook

Hoe Recruitment Marketeers data inzet om kandidaten te werven én pitches te winnen

Met inmiddels meer dan 4.000 campagnes op zijn conto, onder andere voor organisaties als Strukton, de Provincie Zuid- én Noord-Holland en Avia, kun je rustig stellen dat het Haarlemse Recruitment Marketeers behoorlijk goed weet wat er werkt in de wereld van recruitment marketing en employer branding. Van sociale media tot jobboards, en van zoekmachineoptimalisatie tot jobmarketingcampagnes: als je jouw vacature bij jouw doelgroep onder de aandacht wil brengen, dan hebben ze hier door hoe je dat het beste kunt doen. 

Remko Booghmans

Dat betekent ook: alles doormeten, vertelt employer branding-specialist Remko Booghmans, die in 2019 het bureau startte, na een lange loopbaan bij Adver-Online. En dat doormeten betreft ook allang niet meer alleen het online gedrag van de kandidaten, waar ze allemaal op klikken, welke platforms het beste renderen en hoe je ze het best naar de sollicitatieknop kunt loodsen. Ook de arbeidsmarktdata van bijvoorbeeld het Giant Dashboard van Intelligence Group zijn daarbij al een paar jaar onmisbaar. ‘Die data helpen ons echt enorm in het werven van de beste kandidaten voor onze klanten’, aldus mede-eigenaar Stefan Ebbeling.

Géén loze beloftes

Maar dit soort data zijn niet alleen belangrijk om te weten wat werkzoekenden beweegt en motiveert. Ze helpen volgens hem ook om opdrachtgevers te managen, én om succesvol te zijn bij commerciële pitches, om bijvoorbeeld aanbestedingsteksten beter te onderbouwen, en daar ‘data-driven strategische voorstellen’ van te maken, in plaats van offerte-slides gebaseerd op slechts intuïtie of ervaring.

‘Om pitches te winnen heb je niet genoeg aan mooie voorbeelden alleen.’

‘We hebben zelf veel campagnedata, maar voor een aanbesteding moet je laten zien dat je écht de arbeidsmarkt van vandaag kent, dat je weet wat mensen nú beweegt. Giant levert dat vertrouwen’, aldus adviseur Recruitment Marketing Bart Muller. ‘Om pitches te winnen heb je tegenwoordig niet genoeg aan mooie voorbeelden alleen. Je hebt ook harde data nodig waarmee je laat zien dat jouw aanpak géén loze belofte is maar gebaseerd op feiten: wie zijn de doelgroepen? Waar bevinden ze zich? En hoe realistisch is plaatsing binnen de beoogde tijd?’

Geen tool, maar een wapen

Het dashboard is op die manier ‘niet zomaar een tool, maar een commercieel én strategisch wapen’, vult Ebbeling aan. De effectiviteit van strategieën doormeten is van cruciaal belang om het wervingsproces te verbeteren, weten ze bij Recruitment Marketeers. Of het nu gaat om klanten binnen de overheid, de zorg, het onderwijs, in de techniek en logistiek, maar ook daarbuiten.

Stefan Ebbeling (zittend)

‘Opdrachtgevers verwachten méér dan alleen bereik of clicks: ze willen sollicitanten met de perfect fit’, vertelt Ebbeling. ‘Zelfs met de beste, meest relevante en effectieve campagnes is het soms moeilijk te voldoen aan die verwachting van klanten. Dus het is zaak die verwachtingen te managen en ondertussen onverminderd succesvol het beste talent uit de markt te halen.’ En een dashboard als Giant kan juist de daarvoor benodigde data leveren, zegt hij. ‘Dit voorkomt teleurstellingen en zorgt voor eerlijke en realistische verwachtingen bij de klant, zowel over tijdlijnen als over volumes en profielen.’

Continue toetsing

De data leveren de Recruitment Marketeers overigens ook diepgaand inzicht in motivatie en oriëntatiegedrag van doelgroepen, helpen pullfactoren en mediavoorkeuren van doelgroepen te bepalen als uitgangspunt voor teksten, beelden en placements, en zijn input voor ‘continue toetsing’: campagnes worden bijgestuurd op basis van data over respons en conversie.

Doelgroepdata helpen niet alleen om de juiste kandidaten te vinden. Ze kunnen óók enorm helpen om klanten te winnen, is de ervaring bij het Haarlemse Recruitment Marketeers. 'Om pitches te winnen heb je nu niet meer genoeg aan mooie voorbeelden.' 

Dat helpt overigens enorm, legt Ebbeling uit. Sinds het gebruik van het dashboard is de cost-per-hire over alle klanten heen bijvoorbeeld met gemiddeld 15% verminderd, omdat de data helpen de mediakeuze effectiever te maken. Datagedreven targeting en taalgebruik leiden bovendien tot gemiddeld 25% méér sollicitaties die voldoen aan de profielen die de klant opgeeft.

‘De cost-per-hire is met gemiddeld 15% verminderd, omdat de data helpen de mediakeuze effectiever te maken.’

En de tijd om een campagne live te krijgen is dankzij de data ook een stuk korter geworden, van gemiddeld 10 naar 8 weken – tussen strategie en uitrol. Voor Recruitment Marketeers zelf trouwens ook fijn: dankzij de data worden twee keer zoveel tenders gewonnen. ‘De feedback op onze voorstellen is nu veel vaker: evidence-based en betrouwbaar’, aldus Ebbeling.

Lees ook

Slechts 56% techvrouwen vindt wervingsbeleid al goed afgestemd op gendergelijkheid

‘Ja, ze trekken vrouwelijk talent aan. Maar de mannelijke rollen zijn beter.’ Het antwoord van een respondent in recent onderzoek van AND Digital onder 240 vrouwelijke leiders werkzaam in de Nederlandse techsector laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. Meer dan 3 op de 5 (63%) van alle techvrouwen geeft weliswaar aan dat hun werkgever succesvol is in het werven van vrouwelijk talent, maar slechts 56% vindt dat het wervingsbeleid ook daadwerkelijk is afgestemd op gendergelijkheid. ‘Het wordt beter, maar het blijft een mannenwereld’, antwoordt een ander.

‘Ja, ze trekken vrouwelijk talent aan. Maar de mannelijke rollen zijn beter.’

Dat blijkt ook uit andere antwoorden van de enquête. Zo geeft 37% er blijk van wel eens genderdiscriminatie te hebben waargenomen, en 2 op de 5 hebben dat zelf persoonlijk (herhaaldelijk) meegemaakt. Hoewel er meldpunten bestaan voor discriminatie – en deze gemiddeld een 6,9 scoren voor toegankelijkheid – blijft het vertrouwen in de daadwerkelijke impact beperkt. Zoals een respondent opmerkt: ‘Er zijn genoeg kanalen, maar ik betwijfel of ze effectief zijn.’ Tijd voor verandering dus, zegt Managing Director Europe Marloes Zwinkels, ‘waarbij exacte technische vaardigheden plaats maken voor meer menselijke interactie en inzichten.’

Minder salaris gevraagd

Het recente onderzoek van AND Digital is het zoveelste in een recente reeks dat laat zien dat de emancipatie op de arbeidsmarkt nog lang niet voltooid is. Ook een analyse van meer dan 18.000 profielen van werkzoekenden op het platform van JobQ valt in die categorie te scharen. Op deze jobsite geven werkzoekenden bij het aanmaken van hun profiel zelf hun voorkeur voor het gewenste bruto maandsalaris, het aantal uur per week en de maximale reisafstand aan. Wat blijkt? Zelfs in deze vrije, anonieme setting geven mannen gemiddeld een flink hogere salarisverwachting op dan vrouwen, ook als ze evenveel willen werken.

‘De hardnekkige loonkloof is niet alleen een kwestie van beleid, maar ook van diepgewortelde – vaak onbewuste – patronen.’

‘De hardnekkige loonkloof is dus niet alleen een kwestie van beleid, maar ook van diepgewortelde – vaak onbewuste – patronen bij alle betrokken partijen’, concludeert oprichter Boudewijn Dekker dan ook. ‘Niet alleen in organisaties, maar ook in hoe we onszelf en elkaar beoordelen.’ Ook bij het uitsplitsen naar werkervaring blijkt dat mannen structureel meer salaris vragen dan vrouwen. Het verschil wordt bovendien groter naarmate het aantal jaren werkervaring toeneemt. Waar het verschil bij maximaal 3 jaar ervaring nog 7,3% bedraagt, loopt dit op tot 16,9% bij 7 jaar of meer ervaring.

Laagste van EU

De hardnekkige verschillen tussen man en vrouw komen ook terug in recent onderzoek van workforce consultancy SThree en het Centre for Economics and Business Research (Cebr) waaruit blijkt dat Nederland op plek 31 van 36 landen staat als het gaat om vrouwelijke participatie in technische beroepen. ‘In een krappe arbeidsmarkt blijft hierdoor veel potentieel onbenut. Door vrouwen beter te betrekken bij technische opleidingen en beroepen, kunnen we dit tekort aanpakken’, zegt Margot van Soest, Managing Director bij SThree.

Uit het onderzoek blijkt dat in 2022 slechts 10% van de meisjes in leerjaar 4 van het voortgezet onderwijs voor een technisch vakkenpakket koos, tegenover 28% van de jongens. Van de vrouwen die uiteindelijk een technische opleiding afrondt, werkt in 2023 bovendien slechts 31% daadwerkelijk in een technisch beroep, tegenover 51% van de mannen. Terwijl de branche tegelijk wel zo’n 80.000 vacatures telt. ‘Nederland hoort bij de wereldtop in bèta-technisch onderwijs, maar slaagt er niet in dat potentieel te vertalen naar de aansluiting op de arbeidsmarkt’, concluderen de onderzoekers dan ook wat mismoedig.

Van de vrouwen die een technische opleiding afrondt, werkt uiteindelijk slechts 31% daadwerkelijk in een technisch beroep.

Dat vrouwen in Nederland maar zo moeilijk aan bod komen in zogeheten STEM-banen, heeft volgens de SThree-onderzoekers daarnaast onder meer te maken met ‘werkdruk, baanonzekerheid, een niet-ondersteunende cultuur en zelfs intimidatie.’ Volgens cijfers van Techniek Nederland werken er momenteel zo’n 17.000 vrouwen in de techniek – een toename van 2.000 ten opzichte van 2020, maar nog altijd minder dan 20% van de totale werkgelegenheid in de sector. Ondanks alle campagnes als Girls’ Day en verhalen in LINDA. ten spijt. Nog genoeg werk te doen dus. Voor mannen én vrouwen, binnen én buiten de sector. 

Lees ook

Beeld boven

Waarom bewoners in Belgische verzorgingshuizen steeds vaker meebeslissen over wie ze aannemen

In Nederland kennen we bijvoorbeeld in het onderwijs al scholen waar de kinderen zelf mee mogen praten over wie ze als juf willen. Ook liet gemeente De Fryske Marren al eens inwoners meedoen in het recruitmentproces voor nieuwe ambtenaren, en liet Human Concern al eens cliënten met een eetstoornis participeren in de keuze van hun eigen begeleiders. En de West-Brabantse zorgorganisatie SDW Zorg liet zijn cliënten met een verstandelijke beperking niet alleen aanschuiven bij sollicitatiegesprekken, ze mochten ook al aan het begin meedenken over het functieprofiel en de vacaturetekst.

In België is het fenomeen ook in opkomst, en met name in verzorgingshuizen, zo meldden diverse media recent. Het gaat daarbij specifiek om een methode, die is geënt op het van oorsprong Scandinavische Tubbe-systeem, waarbij het idee is dat ouderen niet ‘worden opgesloten’, maar zich juist zoveel mogelijk thuis mogen voelen en zo ook behandeld worden. ‘Dat wil zeggen dat we hen de nodige inspraak en vrijheid moeten geven, dat we bewoners zichzelf moeten laten zijn en nog zin en betekenis laten ervaren”, zegt Saïda Sakali, van de Koning Boudewijnstichting, die het systeem uitrolt in de woonzorgcentra bij onze zuiderburen.

Wie laat je in huis?

En ja, daar horen dus soms ook heuse sollicitatiegesprekken bij. Eerder berichtten we op deze site al over de destijds 93-jarige Pius, die bij Zorgband Leie en Schelde participeerde in de sollicitatieprocedure en potentiële nieuwe zorgverleners aan een verhoor onderwierp. Inmiddels schijnt dit al geen uitzondering meer te zijn. Zo’n 1 op de 8 verzorgingshuizen in België past momenteel al de Tubbe-principes toe. En meebeslissen in de werving en selectie is daarbij vaak de gewoonste zaak van de wereld. Ook niet meer dan normaal, vindt Sakali. ‘Als je thuis bent, bepaal je ook wie je in huis laat en wie liever niet.’

Het is natuurlijk een manier van recruitment die niet voor elke organisatie is weggelegd. In het onderwijs is het goed denkbaar (en is het sinds 2015 zelfs min of meer wettelijk geregeld). Het kan grote problemen voorkomen, en kan tegelijk een mooie les voor de leerlingen vormen. Niet gek dat het daar dus ook al veel gebeurt, net als in de zorg. Waar het ook meteen een stukje employer branding kan zijn. Maar waarom zou het niet eigenlijk ook vaker voor een gemeentelijke overheid kunnen; een rol in het sollicitatieproces voor inwoners? Of bijvoorbeeld voor een culturele instelling, een gesprek met een aantal vaste bezoekers?

Het is natuurlijk een manier van recruitment die niet voor elke organisatie is weggelegd…

Of voor welke andere functie ook, zeker waar contact met de eindklant cruciaal is? Weinig organisaties zullen hun klanten willen ‘lastigvallen’ met hun eigen sollicitatie-sores. Maar je kunt je klanten vaak gerust vragen wat ze belangrijk zouden vinden in een kandidaat bij jouw organisatie. Zeker als je met je klanten een vorm van partnership onderhoudt. Het is een stukje ultieme klantenbinding. En geeft de kandidaat meteen duidelijkheid voor wie hij of zij het allemaal doet. Wie heeft er in die zin nog meer goede voorbeelden? Laat het weten!

Lees ook

Beeld boven

Detachering wint afgelopen maanden flink terrein ten opzichte van zzp

Hoe zag de flexmarkt eruit in het eerste halfjaar van 2025? Na de aankondiging van de handhaving op schijnzelfstandigheid werden aanvankelijk grote verschuivingen op de arbeidsmarkt verwacht. Maar die leken in de eerste maanden van dit jaar toch wel weer mee te vallen. Uit de nieuwste cijfers van het vast/flexdashboard van Intelligence Group blijkt nu dat er – ietwat verlaat – toch wel degelijk een duidelijk effect is. En dat is dat het aandeel zzp’ers in opdrachten in de flexmarkt daalt, terwijl detachering juist terrein wint. Sterker nog: het aandeel detachering is sinds 2022 (de start van de metingen) niet zo hoog geweest: ruim 75%.

Het gemiddelde aantal flexopdrachten per maand lag voor het eerste halfjaar van 2025 rond de 9.000 opdrachten per maand. In het eerste halfjaar van 2024 lag dit nog op 11.000 opdrachten per maand. Al met al een daling van ruim -18% dus. Ook voor de maand mei en juni van 2025 zien we nog altijd een negatieve jaar-op-jaar-ontwikkeling van respectievelijk -15% en -21%, al lijkt deze daling bij detachering wel te stabiliseren, terwijl die bij zzp’ers nog doordaalt. Dat leidt dus ertoe dat het aandeel detachering in het totaal toeneemt, wat overigens geldt binnen zowel de publieke als private sector.

Roemernorm

In de data valt ook nog iets anders op: het aandeel van de publieke sector wint ook weer terrein ten opzichte van dat van de private sector, zowel waar het gaat om zzp’ers als om detachering. Ondanks de zogeheten Roemernorm, en alle pogingen en beloftes de externe inhuur te beteugelen, lukt het ‘Den Haag’ schijnbaar maar niet om hier grip op te krijgen. Althans: andere sectoren lijken hier beter in te slagen, iets wat eerder dit jaar ook al bleek uit de zogenoemde Talent Monitor. Hier bleek niet alleen dat (met name de Rijks)overheid niet alleen nog altijd véél flex inhuurt, maar ook daar nog eens het meest riant voor betaalt.

De wind tegen

Uit de cijfers blijkt voor zowel publieke als private partijen een lichte daling in het absolute totaalaantal flexopdrachten voor juni 2025, dus zzp én detachering samen. Dit nadat in de eerste maanden van dit jaar juist voor beide soorten flex een kleine opleving gaande leek te zijn. Van het mogelijk verwachte effect dat na handhaving van de schijnzelfstandigheid veel zzp’ers hun toevlucht zouden zoeken tot detachering lijkt dus vooralsnog weinig sprake. Beide groepen hebben in de huidige arbeidsmarkt min of meer even zwaar de wind tegen, zo blijkt uit de cijfers.

‘De overheid moet nu dus echt in zijn eigen vlees gaan snijden en zich aan zijn eigen wetten gaan houden.’

Dat detachering momenteel terrein wint op zzp’ers hoeft overigens niet alleen met de Wet DBA-handhaving te maken te hebben, reageert Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp. ‘Het kan natuurlijk ook deels komen door de volle banken van de detacheerders, die daardoor feller en scherper op de bal zitten. Ons valt in elk geval al langer op dat vooral white collar zzp’ers nog weinig zin hebben om in loondienst te gaan.’ Hij noemt het daarnaast ‘pikant’ dat bij de overheid de vraag (ook naar zzp’ers) nog steeds zo hoog is. ‘Die moeten nu dus echt in hun eigen vlees snijden en zich aan hun eigen wetten gaan houden’, concludeert hij.

Meer weten? 

Bart van der Geest en Coenraad Sassen (Intelligence Group) lichtten de cijfers van de meest recente Talent Monitor ook toe in een speciale podcast, die nog veel meer ontwikkelingen op de flexmarkt beschrijft. Beluister de podcast hier:

Lees ook

Wat als je de kandidaat een assessment kunt laten doen – zonder dat hij of zij het merkt?

Onder sollicitanten zijn ze nog altijd ‘gevreesd en gehaat‘. ‘Help, ik moet een assessment maken‘, verzucht dan ook menig kandidaat. En nu mag met bijvoorbeeld gamification tegenwoordig de ervaring stukken beter zijn dan jaren geleden, het is vaak toch nog een drempel in een sollicitatieprocedure. Of althans: zo wordt het vaak nog gevoeld. Bovendien liggen bij veel soorten assessments ook nog allerlei vormen van bias op de loer. Zou het daarom niet beter zijn kandidaten te testen in hun natuurlijke habitat, met hun eigen gedrag? Zodat ze werkelijk zichzelf en hun vaardigheden kunnen laten zien?

‘Elke muisklik, elke toetsaanslag wordt vastgelegd. Zou A.I. daar niet voorspellende waarde uit kunnen aflezen?’

Van Schmidt & Hunter weten we dat work samples goede voorspellende waarde hebben. Wat als we daarvoor geen nieuwe voorbeelden hoeven te laten zien, maar gewoon bestaande, uit werk dat je nu al doet? Het werk van veel mensen wordt nu bijna continu vastgelegd, met elke inlog, en elke muisklik, elke toetsaanslag. Zou A.I. daaruit geen voorspellende waarde kunnen aflezen? ‘Beoordeeld worden terwijl je bezig bent – op basis van hoe je leert, werkt, beslissingen neemt of interactie hebt’, noemt Jouko van Aggelen dit. Oftewel: ‘onzichtbare psychometrie‘. Assessen zonder dat de kandidaten het in de gaten heeft.

Micro-coachingstool

‘Heb je een case in je onboardingproces doorlopen? Heeft je micro-coachingtool vastgelegd hoe je met feedback omgaat? Weerspiegelde je gedrag in Slack je situationele oordeel?’, zo haalt het Global Head bij Aon Assessment enkele voorbeelden aan van hoe dit in de praktijk kan uitpakken. Het zijn vormen van assessment waarvoor je als kandidaat geen (manipuleerbare) vragenlijst meer hoeft in te vullen, maar die werkelijk gedrag vastleggen, en daaruit voorspellende waarde halen. Misschien niet volledig gevalideerd, maar het lijkt in elk geval waardevoller dan voorspellingen doen op basis van social media-gedrag.

‘Met credentialing-ecosystemen kun je als kandidaat jouw gevalideerde eigenschappen delen.’

Van Aggelen heeft het over assessments ‘ingebouwd in de systemen die we al gebruiken. Deze systemen verzamelen passief gegevens, die intelligente platforms vervolgens vertalen naar inzichten in sterke punten, kwetsbaarheden en compatibiliteit. Assessments gaan dan van ‘gebeurtenis’ naar infrastructuur. Van een zelfstandige tool naar een achtergrondlaag. Jij (de kandidaat of medewerker) behoudt de controle. Met credentialing-ecosystemen kun je als individu vervolgens ervoor zorgen dat je jouw gevalideerde eigenschappen kunt laten zien, en kunt bezitten en delen met werkgevers en andere systemen.’

Overtuigingskracht

Een soort SkillsCV-plus dus. Waarbij wat je vandaag bij de ene werkgever doet, dus meteen aantoonbaar als overtuigingskracht kan dienen voor de volgende. Die potentiële werkgever hoeft in een sollicitatiegesprek vervolgens niet meer te gissen naar een bepaalde vaardigheid, maar kan gewoon bewijs ervoor vragen. Logisch denkvermogen? Emotionele intelligentie? Doelgerichtheid? Met people analytics is het tegenwoordig niet alleen steeds beter bij te houden, maar ook op te slaan, en voor individuele medewerkers als bewijsmateriaal te gebruiken op de arbeidsmarkt. Min of meer zoals dat ook met micro-credentials gaat.

Wat als wat je vandaag doet bij de ene werkgever, meteen als overtuigingskracht kan dienen bij de volgende?

Maar het idee van Van Aggelen kan toch niet overal op enthousiasme rekenen. Enerzijds zegt bijvoorbeeld Quentin Bouche van coachingsplatform Coachello deze verandering al waar te nemen. ‘Onze A.I.-coach legt al vast hoe mensen omgaan met echte situaties, zoals feedback geven of conflicten oplossen. En die micromomenten vertellen ons meer dan welke test dan ook. Wat spannend is, is niet alleen de onzichtbare assessmentlaag, maar ook de mogelijkheid om deze direct te debriefen, waardoor inzichten worden omgezet in coachinggesprekken, acties en het stellen van doelen. Dáár vindt de echte groei plaats.’

Niet tijdens de lunch

Maar er klinkt anderzijds ook scepsis door. Zo haalt de bekende assessmentexpert Wim Bloemers Truman Burbank aan, naamgever van de film The Truman Show. Een andere Nederlandse expert, Nicoline Hermans, maakt zich ook druk om de ethische kant. ‘Tuurlijk, misschien maakt technologie dit in de toekomst mogelijk. Maar nu wordt het als onethisch beschouwd om mensen te beoordelen die zich niet bewust zijn dat ze beoordeeld worden. Tijdens een assessmentdag leggen daarom professionele assessmentpsychologen uit dat iemands prestaties alleen beoordeeld worden tijdens de formele opdrachten, niet tijdens de lunch of pauzes.’

In dezelfde lijn, zegt ze: ‘in sommige assessmentgames die momenteel aan populariteit winnen, is het volkomen onduidelijk welke vaardigheden of competenties worden beoordeeld. Ik ben er echter zeer van overtuigd: assessments moeten zo transparant mogelijk zijn voor deelnemers. Laten we niet terugkeren naar de black box van assessments uit begin jaren 80 van de vorige eeuw.’

‘Laten we niet terugkeren naar de black box van assessments uit begin jaren 80 van de vorige eeuw.’

De in Amsterdam gevestigde deskundige Andreas Dockel sluit zich daar min of meer bij aan. Hij wijst op het cruciale belang van transparantie, toestemming en strategische context als we kandidaten op deze manier gaan beoordelen.

Wat wil de kandidaat?

Wat natuurlijk wel ook de vraag opwerpt: mogen we kandidaten echt alleen assessen als ze wéten dat ze geassesst worden? Of krijg je dan juist níet het werkelijke gedrag te zien? En dan nog, met de onmiskenbare opkomst van A.I. en (aanverwante) Performance Management-tools zal het bovendien waarschijnlijk niet te vermijden zijn dat het vastleggen van gedrag ook een grotere rol zal gaan spelen in werving en selectie in de (nabije) toekomst. Al zal het alleen maar komen doordat veel kandidaten waarschijnlijk steeds minder zin zullen hebben om in testjes te moeten bewijzen wat ze op het dagelijkse werk allang al bewezen hebben.

Hebben kandidaten nog wel zin om in testjes te moeten bewijzen wat ze in hun werk allang bewezen hebben?

Nu A.I. aan de ene kant ervoor zorgt dat werkgevers worden overstelpt met voor selectie eigenlijk nutteloze cv’s en motivatiebrieven, en dit aan de andere kant ook werkgevers steeds meer voor juridische uitdagingen stelt, is het waarschijnlijk juist tijd om een andere oplossing te zoeken, waarbij assessments meer verbonden worden met de dagelijkse gang van zaken en dagelijkse prestatiesystemen. Het zal niet makkelijk zijn, meer wetenschap, goede voorbeelden en transparantie zijn zeker nodig, net als nadenken over van wie de data is en hoe je dat zo houdt. Maar als de voortekenen niet bedriegen, staan we momenteel pas aan de vooravond van deze ontwikkeling.

Meer weten?

Van 22 tot 24 september vindt in Amsterdam weer de Global Talent Strategy & Intelligence Conference plaats waarin alle ontwikkelingen en trends op het gebied van Talent Intelligence worden besproken. Meer informatie vind je hier:

Global Talent Strategy & Intelligence Conference

Lees ook

Ruud de Groot: ‘Als er geen recruitment bij het Leger des Heils nodig is, gaat het goed in Nederland’

Het Leger des Heils neemt jaarlijks ongeveer 1.500 nieuwe medewerkers aan – 300 meer dan er vertrekken – om de groeiende problematiek in Nederland het hoofd te bieden. ‘Helaas nemen de problematieken in Nederland toe, dus meer hulpverlening is er nodig. Wij zouden eigenlijk willen krimpen, niet nodig willen zijn als recruitment. Dan gaat het goed in Nederland’, legt Ruud de Groot, recruitmentstrateeg bij het Leger des Heils, de realiteit van de sector uit in de nieuwste aflevering van de Monkey Rock-podcast, gepresenteerd door Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer (EN HR solutions) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group).

Van post & pray naar gespecialiseerd recruitmentteam

Toen het Leger des Heils 10 jaar geleden nog geen dedicated recruitment had, lag de verantwoordelijkheid bij HR-adviseurs die vacatures online zetten en vervolgens afwachtten. Oftewel: het klassieke post & pray. Een fundamentele verschuiving naar professioneel recruitment was noodzakelijk om de groeiende vraag naar hulpverleners bij te kunnen houden, vertelt De Groot.

De business case voor gespecialiseerd recruitment was volgens hem dan ook helder. ‘Op het moment dat je een goed recruitmentsysteem hebt staan met de juiste mensen, gaat dat uiteindelijk iets opleveren in je ziekteverzuim en uitstroompercentage met het aannemen van de juiste mensen.’ Het management werd overtuigd door het verhaal dat recruitment hiring managers kan ontlasten, en ziekteverzuim en uitstroom kan reduceren. Twee pijnpunten die op het moment dat recruitment daar een dempende bijdrage aan kan leveren, voordelig uitpakt voor de organisatie en daarmee de business case rond kan maken.

Realistische campagne doorbreekt conventies

Een belangrijk hoogtepunt vormde de winnende campagne bij de Werf& Awards, die bewust afweek van de gangbare communicatie in de hulpverlening. ‘We hebben onszelf de spiegel voorgehouden. Trekken we daar nou de kandidaten mee aan die passen bij onze doelgroep’, reflecteert De Groot op hun eerdere aanpak. In plaats van de gebruikelijke beelden van lachende medewerkers en cliënten, koos het Leger des Heils daarom voor een rauwere benadering. ‘We hebben een campagne ontwikkeld die dicht bij het echte werk komt. Die de realiteit laat zien van hoe heftig het is om ons werk te doen.’

De campagne stelde kandidaten de directe vraag: ‘Deze baan is iets of niets voor jou.’ Hoewel de campagne een piek in sollicitaties opleverde en het uitstroompercentage licht deed dalen, was het belangrijkste effect strategisch, aldus De Groot. ‘Het was eigenlijk een eenmalige boost die wat teweeg heeft gebracht, ook intern, waardoor je nu sneller dingen erdoorheen krijgt in een grote complexe organisatie.’

Van 3 naar 18 recruiters: schaalbare organisatie

De groei van 3 naar 18 recruiters vereiste een strategische aanpak. Het land werd opgedeeld in een tiental regio’s, elk met hun eigen HR-team en recruiter. ‘Het leuke daarvan is wel voor de recruiter dat hij een heel breed palet heeft aan functies’, vertelt De Groot over de diversiteit binnen elke regio. Deze aanpak biedt recruiters variatie, maar vereist wel uniformiteit in processen. ‘We hebben alle processen in beeld gebracht. Dus het proces van werven, aannemen, indiensttreding. Wat zijn de verschillen in de regio’s? Hoe kunnen we daar een uniform proces van maken?’ Een ATS-systeem en gezamenlijke trainingen zorgen voor eenduidigheid.

‘De campagne stelde kandidaten de directe vraag: deze baan is iets of niets voor jou.’

De nieuwe campagne ‘Doe jij wat je gelooft’ fungeert bewust als filter. De Groot legt uit. ‘Een onderdeel daarvan is geloof. Dat hoeft niet per se natuurlijk alleen christelijk te zijn. Want wij geloven ook in kansen. Mensen kansen geven. We geloven in de talenten van mensen.’ Deze positionering heeft voor- en nadelen. Het voordeel: ‘Je kunt heel specifiek een accent op geloof leggen en daar met je campagne en communicatie ook heel specifiek naartoe gaan.’ Het nadeel: veel enthousiaste mensen moeten teleurgesteld worden die wel achter de normen en waarden staan van het Leger des Heils, maar net niet bij het DNA passen.

Belangrijk is hoe het Leger des Heils hiermee omgaat, benadrukt De Groot. ‘Wij gaan daar op die manier mee om, omdat we ze gewoon heel goed doorverwijzen naar onze collega-partijen.’ Deze coöperatieve benadering past bij de missie waarbij winst geen doel is, maar het bedienen van mensen die hulp nodig hebben.

Strategische uitdagingen en toekomstbestendigheid

De organisatie anticipeert op veranderende zorgbehoeften. ‘We geloven heel erg dat mensen een eigen plek hebben waar ze weer tot rust kunnen komen in hun stappen naar herstel. Dus dat betekent dat ik geen woonbegeleider nodig heb op een groep, maar dat ik een ambulant begeleider nodig heb’, illustreert De Groot de verschuiving van woongroepen naar ambulante begeleiding.

‘Een onderdeel is geloof. Dat hoeft niet per se natuurlijk alleen christelijk te zijn’

Deze strategische koerswijziging vereist andere profielen: bijvoorbeeld van MBO naar HBO, en andere skills. Daarnaast speelt flexibiliteit een rol bij crisissituaties zoals de Oekraïense vluchtelingencrisis of acute noodopvang bij calamiteiten. Referrals blijven een sterke pijler, met 10 tot 15% geregistreerd, maar vermoedelijk veel hoger. ‘Mensen voelen zich soms bezwaard om bij ons aan te geven: ik heb iemand geworven’, omdat ze de wervingsbonus van 300 euro als te commercieel ervaren. ‘Er zit een heel sterke verbondenheid met de identiteit van onze organisatie, zodat ze ook graag mensen aandragen zonder daarvoor een bonus te krijgen.’

5 takeaways

De 5 takeaways van de podcast van Ruud de Groot (Leger des Heils):

#1. Bouw systematisch aan gespecialiseerd recruitment

Met een heldere business case die laat zien hoe recruitment hiring managers ontlast en financieel voordelig uitpakt. Zorg voor draagvlak door concrete resultaten te tonen in ziekteverzuim en uitstroompercentages.

#2. Durf authentiek te communiceren, ook als dat afschrikt

Breek door conventies heen en toon de werkelijkheid. Een realistische benadering trekt betere matches aan dan gepolijste campagnes die verkeerde verwachtingen wekken.

#3. Creëer uniformiteit binnen diversiteit

Bij schaalgroei is het essentieel om processen te standaardiseren terwijl je lokale autonomie behoudt. Investeer in ATS-systemen en gezamenlijke trainingen voor consistentie.

#4. Gebruik je werkgeversmerk als strategisch filter

Een sterk gedefinieerd DNA werkt zowel aantrekkend als afstotend. Zie afwijzing niet als verlies, maar als efficiënte preselectie die betere matches oplevert.

#5. Anticipeer op strategische koerswijzigingen

Bouw flexibiliteit in je recruitmentstrategie om snel te kunnen schakelen tussen verschillende profielen en volumes, afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en organisatiestrategie.

Lees en luister ook:

Succesvol zij-instromers werven: hovenier Ronald laat zien wat erbij komt kijken

Zij-instromers. In de zorg zijn ze zeer gewild. Net als in het sociaal domein. Of in het onderwijs. En anders wel in de techniek. Bij de Politie. En als chauffeur. Of zelfs als dominee. Ja, waar eigenlijk niet? Maar in de praktijk blijkt zo’n overstap toch vaak niet zo makkelijk als het van de buitenkant soms wordt voorgespiegeld. Wie voor de klas wil, kan bijvoorbeeld te maken krijgen met hoge hordes, waarin eerdere ervaring nauwelijks van waarde lijkt te zijn. En ook de (tijdelijke) teruggang in salaris is lang niet overal even goed geregeld. Dat maakt dat de vooraf gehoopte aantallen zij-instromers uiteindelijk toch vaak niet gehaald worden.

Voor wie een beetje oplet, zijn er echter ook genoeg succesverhalen op te tekenen als het om zij-instromers gaat. Vooral bij organisaties die erkennen dat de zij-instromer niet op 0 begint, maar juist al heel wat bagage bij zich heeft, en je alleen nog maar moet kijken hoe je die het best kunt erkennen en inzetten. Zoals het verhaal van Ronald, die jaren lang in de detailhandel werkte, van sportzaak tot stroopwafelmarktkraam, maar ontdekte dat hij toch liever buiten in het groen wilde werken. Via een leer-werkplek bij Baneninhetgroen, uitzendbureau in de groensector, kreeg hij daartoe uiteindelijk ook de kans.

Houding boven ervaring

‘De stap naar werken in het groen, had ik veel eerder moeten maken’, vertelt hij nu. Zoals zo vele anderen was ook voor hem de coronatijd het moment om het roer volledig om te gooien. Hij maakte de stap naar de branche die hij al kende vanuit zijn jeugd, toen hij namelijk al rondliep in de kassen van zijn vader, waar hij (onbewust) al veel over planten leerde. Nu werkt hij bij Hoveniersbedrijf De Jager, met veel plezier. ‘Er is altijd werk in de groenvoorziening’, zegt hij. ‘Het is belangrijk dat je je goed voelt bij het werk en het buiten zijn, maar ook dat je een beetje ervaring hebt. Maar als je dat hebt, biedt dit vak veel voldoening.’

Zij-instromers: in de huidige arbeidsmarkt hoor je er veel over. Maar de praktijk is soms weerbarstig. Ronald, die de stroopwafels op de markt verruilde voor een baan als hovenier, vertelt wat erbij komt kijken. 'Je staat elke dag bij iemand anders in de tuin.'

‘Wat Ronald bij zich droeg aan technische kennis was mooi meegenomen, maar het was zijn houding die de doorslag gaf. Tijdens het kennismakingsgesprek werd al snel duidelijk: hier zit iemand met motivatie, werkmentaliteit en leergierigheid’, aldus Rick Romijn, eigenaar van Baneninhetgroen. ‘Inmiddels is hij een vaste en gewaardeerde kracht binnen het team. Ronald past perfect bij de bedrijfscultuur en haalt zichtbaar plezier uit zijn werk. Zijn verhaal bewijst: ook zonder jaren ervaring kun je snel een waardevolle collega worden, als je maar de kans krijgt!’

Geschiktheidsonderzoek

En juist in dat ‘de kans krijgen’ schuilt vaak de crux, zo blijkt. Als je er een succes van wilt maken, gaat het om ‘investeren aan de voorkant‘. Om ‘contact met het thuisfront‘. En om een duidelijk inwerktraject. Het gaat om een goed uitgevoerd geschiktheidsonderzoek vooraf. Maar vooral ook: om maatwerk, zo constateerde de Inspectie van het Onderwijs al eens in een onderzoek naar het effect van zij-instromers in het onderwijs. Oftewel: persoonlijke aandacht. Iets waarin juist recruiters en loopbaancoaches zouden moeten kunnen uitblinken.

En anders helpen BN’ers natuurlijk ook. Zoals de 58-jarige acteur, zanger en radio-DJ Eric Corton, die dit jaar een mbo-diploma voor werk in de ouderenzorg haalde. Of ex-politica Mei Li Vos die via een werkervaringstraject voor zij-instromers in het basisonderwijs als ‘juf in opleiding‘ in Amsterdam-West terecht kwam. Voormalig bestuursvoorzitter van de AFM, Merel van Vroonhoven, stapte ook al over naar het onderwijs, en verhaalt daar wekelijks over in De Volkskrant. Maar de bekendste van allemaal is toch waarschijnlijk Fred Teeven, die na een tijdje Nederland besturen besloot toch liever – tot aan zijn pensioen – een bus te gaan besturen. Zij laten zien dat het best kan. Voor iedereen. Op elke leeftijd. Als iemand ze daartoe maar de kans geeft.

Lees ook

Hoe een integrale aanpak helpt om grip op je Workforce Management te krijgen

Nu de arbeidsmarkt structureel krap blijkt, en met name specialisten steeds moeilijker te vinden, zijn steeds meer organisaties op zoek naar grip, groei en continuïteit. Een oplossing daarvoor, stelt het inmiddels 10 jaar geleden opgerichte Spril, is: Total Workforce Management. Oftewel: een integrale aanpak voor het organiseren, aansturen en ontwikkelen van je héle workforce: vast, flexibel, extern én intern. Het verbindt strategie, planning, leveranciers, ontwikkeling en compliance tot één samenhangend geheel en zorgt zo voor overzicht, regie en de flexibiliteit die nodig is om mee te bewegen in een veranderende arbeidsmarkt.

‘Zonder integrale aanpak verlies je grip, wendbaarheid, betrouwbaarheid en aantrekkingskracht.’

Klinkt mooi. Maar wat komt er allemaal bij kijken? En is het werkelijk het wondermiddel dat als oplossing voor de krapte én tegelijk de onzekerheid kan dienen? Wel als je het goed aanpakt, stelt Spril in een recente whitepaper. Want die Total Workforce Management antwoordt in elk geval op een aantal trends, zoals medewerkers die om meer autonomie, wendbaarheid en ontwikkeling vragen, klanten die continuïteit én kwaliteit verwachten en wetgeving die strenger verwachten en vraagt om controle en transparantie. ‘Kortom: zonder integrale aanpak verlies je grip, wendbaarheid, betrouwbaarheid en aantrekkingskracht’, aldus de auteurs.

Driehoeksmodel

‘Alleen organisaties die integraal sturen op de totale workforce – vast, flexibel, freelancers én leveranciers – blijven duurzaam succesvol’, durven ze te stellen. ‘Total Workforce Management helpt om die complexiteit te managen én kansen te benutten. Niet alleen voor vandaag, maar vooral met het oog op de toekomst.’ Bij Spril werken ze daarvoor met een zogeheten ‘Driehoeksmodel’, waarbij organisatie, medewerkers en klanten samen bouwen aan een dynamisch evenwicht, en efficiëntie, betrokkenheid en kwaliteit elkaar versterken.

‘De traditionele manier van werven en plannen houdt geen rekening met een kwalitatieve mismatch.’

‘De traditionele manier van werven en plannen houdt geen rekening met een kwalitatieve mismatch, het ontbreken van juiste vaardigheden op het juiste moment’, stellen ze. ‘Capaciteits- en poolmanagement bieden daarvoor een structurele oplossing. Door systematisch inzicht te creëren in benodigde en beschikbare capaciteit, kun je vooruitdenken in plaats van reageren op het moment zelf. Door in- en externe talentpools op te bouwen, wordt het mogelijk flexibel in te spelen op veranderende vragen. Zo ontstaat grip op de bezetting en ben je beter voorbereid op schommelingen in de vraag of beschikbaarheid.’

Integraal leveranciersmanagement

Maar daarvoor is het dus wel nodig voldoende zicht te hebben op je flexibele schil van freelancers, uitzendkrachten en tijdelijke professionals. ‘Zonder integraal leveranciersmanagement is het moeilijk om te sturen op prestaties, (contract)voorwaarden en compliance‘, aldus de Spril-auteurs. ‘Dat begint met inzicht. Wie werkt er, via welke partij, onder welke voorwaarden? Alleen met duidelijke contractafspraken, transparante prestatie-indicatoren en regelmatige evaluaties ontstaat een stabiele samenwerking die ruimte biedt voor kwaliteit én flexibiliteit.’

‘Er is een groeiende vraag naar invloed op werktijden, zelfroostering en flexibiliteit.’

Daar komt de verandering in veel functieprofielen door technologische ontwikkeling nog eens bij. Terwijl tegelijkertijd ook de behoefte van medewerkers verandert. ‘Er is een groeiende vraag naar invloed op werktijden, zelfroostering en flexibiliteit. Klassieke centrale planningsmodellen sluiten hier niet altijd meer op aan. Slimme planning vraagt om technologische ondersteuning én ontwikkeling van planningsvaardigheden binnen teams. Door forecasting, capaciteitsoptimalisatie en zelfroostering slim in te zetten, ontstaat meer wendbaarheid en efficiëntie, zonder grip op kwaliteit en continuïteit te verliezen.’

Geen last, maar een kans

Volgens Spril is de veranderende wetgeving op flexgebied ‘geen last, maar een kans. Het dwingt tot betere keuzes en meer regie. Juist dát is de kern van Total Workforce Management. De komst van de WTTA onderstreept wat wij al langer zien: Workforce Management draait niet alleen om planning, maar om integrale sturing. Wie nu anticipeert, voorkomt risico’s en versterkt de kwaliteit van externe samenwerking. Een organisatie die grip heeft op in-, door- en uitstroom, kan haar doelen veel beter realiseren. Niet alleen financieel, maar ook operationeel.’

‘Een organisatie die grip heeft op in-, door- en uitstroom, kan haar doelen veel beter realiseren.’

Recruitment, planning, ontwikkeling en performance horen in die Total Workforce Management-gedachte samen te werken vanuit één visie. ‘Alleen dan ontstaat een workforce die echt in staat is om mee te bewegen met veranderende omstandigheden’, zo valt in de whitepaper te lezen. Maar die komt er dus niet vanzelf. ‘Die ontstaat als medewerkers toegang hebben tot de juiste informatie, systemen en ondersteuning – én als de organisatie daarop stuurt.’

Meer weten?

Lees de hele whitepaper over de toekomst van Total Workforce Management:

 

6 stappen waarmee het Erasmus MC steeds inclusiever wordt voor vrouwen

Van alle 17.000 mensen die bij het Rotterdamse Erasmus MC werken is ongeveer twee op de drie vrouw. In de zorg is dat niet bijzonder afwijkend, zegt Raymond van Hattem, sinds bijna 2 jaar HR-directeur bij de organisatie. ‘Het gros daarvan werkt parttime. Dat zie je vooral in de primaire zorgberoepen, maar ook in laboratoria of bij de doktersassistenten. Daar zijn soms hele teams die alleen maar uit vrouwen bestaan.’

‘We zien in leidinggevende functies gelukkig wel veel vrouwen. Maar vrijwel allemaal werken ze fulltime. Dat zegt iets.’

Dat grote aantal deeltijders zie je ook af aan het feit dat die 17.000 mensen in totaal ‘slechts’ goed zijn voor zo’n 10.500 fulltime equivalenten. Dat leidt soms nog steeds tot moeilijke situaties, erkent Van Hattem. ‘Wie hier hoogleraar wil worden, moet simpelweg stappen zetten: onderzoek doen, publiceren, congressen bezoeken. Dat kost allemaal enorm veel tijd. We zien in leidinggevende functies gelukkig wel veel vrouwen. Maar vrijwel allemaal werken ze fulltime. Dat zegt iets. Voor vrouwen die parttime willen werken, kan dat nog altijd een serieuze drempel zijn om door te groeien.’

HR-initiatieven 

Met zoveel vrouwen op de werkvloer is het niet verwonderlijk dat ook het HR-beleid zich hier steeds meer op richt. Er zijn dan ook een groot aantal initiatieven in het ziekenhuis, vertelt Van Hattem. Een kleine opsomming:

#1. Menopauze-ondersteuning

Het ziekenhuis experimenteerde met tijdelijke interventies gericht op overgangsklachten. Van Hattem: ‘Je geeft daarbij een vrouwelijke medewerker in de overgang andere aandacht en maakt de menopauze bespreekbaar. Hiermee bepaal je welke aanpassingen kunnen helpen om met klachten om te gaan.’ Met de pilot wilde het ziekenhuis de overgang uit de taboesfeer halen. Dat had goede resultaten, maar vroeg ook een andere organisatievorm. En dat bleek lastiger. ‘Het vraagt ook om je artsen in te zetten voor je eigen medewerkers. Zij zijn eigenlijk voor patiënten, dus daarmee ontstaat een nieuwe uitdaging, gezien de schaarste.’

#2. Veilig parkeren en inclusieve reiskosten

Vrouwen die onregelmatige diensten draaien biedt het ziekenhuis toegang tot de parkeergarage. ‘We hebben daar beperkte capaciteit, maar als vrouwen werken in roosters in de avond en nacht, is het wel mogelijk er te parkeren. Dat draagt bij aan de veiligheid van onze werknemers.’ Ook introduceerde het ziekenhuis een algemene reiskostenregeling, omdat medewerkers ‘anders kosten moesten maken om hier te komen werken.’ Zeker als je flexibel werkt of contracten hebt met kleinere uren, kunnen de reiskosten pittig zijn. Een algemene reiskostenregeling gebaseerd op reisdagen heeft dan een inclusieve werking, zegt Van Hattem.

#3. Kinderopvang met voorrang

Na jaren zonder eigen kinderopvang startte Erasmus MC recent een samenwerking met Kindergarden. ‘We bieden nu via hen, bijna naast het ziekenhuis, onze medewerkers aan dat ze met voorrang geplaatst kunnen worden op een kinderopvangplaats. Inmiddels hebben we 5 fulltime plaatsen. Daarmee helpen we ongeveer 10 tot 12 kinderen.’ Van Hattem erkent dat de behoefte waarschijnlijk groter is. ‘Daarom voeren we het gesprek over hoe we deze pilot kunnen uitbreiden.’

#4. Omkleedvergoeding

Een opvallende arbeidsvoorwaarde is daarnaast de omkleedvergoeding voor fulltime medewerkers. ‘Medewerkers krijgen 80 euro voor de tijd die ze kwijt zijn om zich om te kleden in het ziekenhuis.’ Het ziekenhuis heeft geautomatiseerde systemen voor werkkleding. ‘Wij hebben hier KIA’s en KUA’s: kleding-inname-apparatuur en kleding-uitgifte-apparatuur. Je laat je pasje zien, vervolgens krijg je de kleding in jouw maat. De kleding wassen we collectief.’ Deze arbeidsvoorwaarde heeft meer impact op vrouwen, omdat er meer vrouwelijke collega’s in de zorg werken, legt Van Hattem uit.

#5. Mantelzorgcoach

Erasmus MC heeft een eigen mantelzorgcoach waar medewerkers met vragen over de combinatie werk en mantelzorg terecht kunnen. ‘Gelet op het grote aantal vrouwen hier en het feit dat met name een beroep op vrouwen wordt gedaan bij mantelzorg, levert deze mantelzorgcoach een belangrijke toegevoegde waarde’, aldus Van Hattem. ‘Medewerkers krijgen er tips hoe om te gaan met dilemma’s en schuldgevoel en tips voor een planning om tijd over te houden voor de nodige ontspanning. Met mantelzorgcoaching kun je voorkomen dat een medewerker in een burn-out raakt.’

#6. Stappenplan bij zwangerschap en werk

‘Voor leidinggevenden hebben we daarnaast een hulpmiddel ontwikkeld om met medewerkers die in verwachting zijn afspraken te maken over de risico’s in het werk. Denk aan extra bescherming bij werken met gevaarlijke stoffen, inzet op een andere werkplek en voorkomen van een stressvolle werkomgeving. Verder hebben we speciale kolfruimtes voor medewerkers die borstvoeding geven.’

Nog kansen

Ondanks al deze specifieke voorwaarden, ziet Van Hattem ook nog genoeg kansen om het leven van vrouwen in het ziekenhuis nóg beter te maken. Denk aan acute zorgsituaties in de privésfeer. ‘Stel, je zit op je werk en ineens moet je kind opgehaald worden. Dat zou je eigenlijk meteen moeten kunnen. Daar zijn oplossingen voor, maar daar maken we nog geen gebruik van’, zegt hij. ‘Als je daarmee kunt voorkomen dat mensen calamiteitenverlof opnemen, levert dat veel op. Bij ons is verzuim meer dan alleen een gemiste werkdag. Het betekent: langere wachtlijsten, uitgestelde operaties. Dat soort oplossingen kunnen dus echt het verschil maken.’

‘Bij ons is verzuim veel meer dan alleen een gemiste werkdag.’

‘Soms heb je kleine veranderingen die grote impact hebben’, weet Van Hattem. Hij is evenwel realistisch over de mogelijkheden en onmogelijkheden om de situatie nog verder te verbeteren. ‘Er is niet één ei van Columbus’, besluit hij. ‘In een academische ziekenhuisomgeving blijven nu eenmaal bepaalde eisen gelden.’ Tegelijkertijd benadrukt hij de intrinsieke motivatie in de zorg. ‘We hebben het hier nooit over purpose. Mensen komen hier werken om zorg te verlenen. Het zit in hun DNA. Dat is misschien ook belangrijker voor vrouwen dan voor mannen.’

Meer lezen? 

De balans gezocht: hoeveel tijd kun je redelijkerwijs vragen van een kandidaat?

Hij vertelde er heel trots en zelfverzekerd over. Als recruiter bij Amazon met inmiddels 14 jaar HR-ervaring, heeft Brandon Southern honderden sollicitatiegesprekken gevoerd. En daarbij kun je niet zorgvuldig genoeg zijn, is zijn mening. Sollicitatiegesprekken van een uur, met meerdere collega’s? Geen probleem. Meerdere screeningsrondes? Soms is het redelijkerwijs gewoon nodig. ‘Al met al heb ik zelden een proces meegemaakt dat ik als overdreven lang zou bestempelen. Veel processen lijken me heel redelijk, gezien de belangen die er op het spel staan voor zowel het team als de manager en het bedrijf als geheel.’

‘Dat sommige kandidaten zoveel rondes overdreven vinden? Tja, dat is dan maar zo…’

Want die belangen zijn groot, benadrukt hij nog maar eens. Bij het aannemen van mensen staat je reputatie als manager namelijk op het spel. Eén verkeerde aanstelling kan een team schaden en de resultaten negatief beïnvloeden. En het is soms vrijwel onmogelijk om van een slecht functionerende werknemer af te komen. Terwijl het zoeken van een vervanger dan weer ten koste gaat van ander werk. Sollicitatiegesprekken voeren is een duur en tijdrovend proces, wil hij maar zeggen. Maar het is wel nodig om geen verkeerde beslissing te maken. En dat sommige kandidaten dat dan overdreven vinden? Tja, dat is dan maar zo, stelt hij.

Twee dagen meelopen

Toch rijzen online wel steeds meer vragen over de praktijk om sollicitatieprocedures almaar langer te laten duren. Nu de arbeidsmarkt veranderd is, en werkgevers het weer meer voor het zeggen lijken te hebben, worden de selecties op veel plekken ook weer zwaarder, zo lijkt het. Zo haalde recent Cursor het nieuws, een door Anysphere ontwikkelde A.I.-programmeertool, waar je juist géén A.I. mag gebruiken bij sollicitatiegesprekken, maar waar ze als sluitstuk van de procedure kandidaten wel vragen om twee dagen mee te lopen met het team en het werken aan echte projecten. Twéé dágen? Dan vraag je natuurlijk nogal wat…

Medeoprichter en CEO Michael Truell zegt echter op deze manier mensen te kunnen vinden die echt gepassioneerd zijn en ‘problemen willen oplossen’ in plaats gewoon maar wat rond te kijken voor een baan. ‘Je bent waarschijnlijk niet supergemotiveerd als je het als een gewone baan ziet en bij verschillende techbedrijven tegelijkertijd aan het solliciteren bent’, zegt hij in de start-up-podcast Y Combinator. Bij meerdere bedrijven tegelijk solliciteren? Hoe zou je het als werkzoekende kandidaat inderdaad ook in je hoofd durven halen?

Is 8 gesprekken genoeg?

Ook andere bedrijven durven weer steeds hogere eisen aan hun kandidaten te stellen. Recent kwam het verhaal naar buiten van een anonieme werkzoekende, die solliciteerde naar een functie als senior productmanager, en na een gesprek met HR en de hiring manager ineens een ‘zeer uitgebreide’ huiswerkopdracht mee kreeg. ‘Ik heb er het hele weekend aan gewerkt zonder te slapen. Toen besloot ik me terug te trekken uit de procedure. Het voelde gewoon niet de moeite waard, de inspanning was enorm en ik had het gevoel dat de kans op een baan de persoonlijke kosten niet rechtvaardigde.’

‘De inspanning was enorm; ik had het gevoel dat de kans op een baan de kosten niet rechtvaardigde.’

En zo zijn er meer verhalen van ‘excessieve’ procedures. Zoals dat van de senior kandidaat die zich na 8 (!) sollicitatiegesprekken te hebben gevoerd ineens afvraagt of dat een afspiegeling zou zijn van de cultuur van de werkgever in kwestie. ‘Ik heb gesprekken gehad met HR, de hiring manager, een peer meeting, een technische oefening, een gesprek om die oefening te bespreken, een gesprek met een stakeholder, een gesprek met het hoofd van het internationale team, en één met het hoofd Noord-Amerika. Dit was zogenaamd de laatste fase, maar ik kreeg vrijdag een e-mail waarin stond dat ze wilden dat ik nog een állerlaatste gesprek voerde…’

The extra mile

Belachelijk en onredelijk, oordeelde 90% van de ruim 300 stemmers onder een poll die deze kandidaat erover opzette op het Britse communityforum Mumsnet. En het leidt ook daadwerkelijk tot verlies van talent, zo blijkt. Volgens de CEO van Wolt Market Israel zelfs tot een kwart van de kandidaten voor management- en juniorfuncties. En dan vooral tijdens de fase waarin kandidaten gevraagd wordt een opdracht te maken. Maar, zo zegt hij ook, ‘we hebben er prima kandidaten aan overgehouden die bereid zijn the extra mile te lopen.’

Ik begrijp deze trend niet waarbij bedrijven concurreren over wie hun kandidaten door het langste proces loodst…’

Opmerkingen die bij andere lezers op LinkedIn behoorlijk in het verkeerde keelgat schieten. ‘Ik begrijp deze trend niet waarbij bedrijven concurreren over wie hun kandidaten door een langer en omslachtiger proces loodst’, schrijft de ene. En een ander: ‘Deze selectiemethode heeft waarschijnlijk uitstekende kandidaten weggefilterd die zullen werken voor bedrijven die hun tijd en vaardigheden waarderen.’ En daar ligt precies de pijn. Want waar ligt de balans tussen wat je van kandidaten kunt vragen, en waar ze bereid zijn (gratis) hun tijd aan te besteden? Levert het werkelijk betere kandidaten op als je ze zo lang bezighoudt?

Laat maar zitten dan…

Zeker voor kandidaten die al in een baan zitten, zal de neiging groot zijn om dan te denken: laat dan maar zitten. En al helemaal als het gaat om senior kandidaten, die aantoonbaar jarenlange ervaring hebben. Waarom zouden zij nog hun geschiktheid in huiswerkopdrachten moeten aantonen, denken zij dan al snel. Dat kan zelfs ‘respectloos overkomen’, aldus headhunter Ruth Levi-Simhoni. ‘Vooral voor senior functies zijn huiswerkopdrachten niet de juiste aanpak. Ze benadrukken immers niet per se de sterke punten van de kandidaat. En kandidaten ervaren ze vaak als beledigend. Dan kun je beter referenties checken’, zegt ze.

93% of managers indicate the hiring process takes longer now than it did just two years ago.

Volgens recent onderzoek van Robert Half geeft 93% van de hiring managers toe dat hun proces tegenwoordig langer duurt dan 2 jaar geleden. Dat sluit aan bij eerder onderzoek van HR-goeroe Josh Bersin die ook al constateerde dat de time-to-hire wereldwijd oploopt, en juist daarom de opmars toejuicht van A.I. in het recruitmentproces. Recent onderzoek van Visma YouServe laat overigens ook de schaduwzijde zien: 34% van de door hen ondervraagde HR-professionals zegt goede kandidaten te verliezen door trage procedures aan concurrenten die sneller handelen. Bij 21% duurt een vacature invullen gemiddeld zelfs 3 tot 6 maanden.

Recent onderzoek van Indeed laat overigens ook een andere interessante trend zien. Zij zien enerzijds een al langer bekende relatie tussen conjunctuur en de time-to-hire, oftewel: hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe sneller procedures worden. Maar anderzijds is er ook een bijna omgekeerde relatie te zien tussen de time-to-hire en de quits rates, oftewel: het aantal mensen dat zelf hun baan opzegt. Bijzonder genoeg is juist die relatie het afgelopen jaar vrijwel verdwenen. Zowel de quits rate als de time-to-hire nemen nu toe, iets wat de afgelopen jaren niet eerder het geval geweest is. Maar of het ook betere kandidaten oplevert…?

Lees ook

Zomer op kantoor? Bij dit bedrijf hebben ze zelfs een zwembad voor het personeel

In de zomer speelt op menig kantoor altijd weer de discussie over de dresscode op. Wel of niet in korte broek? Zijn blote schouders toegestaan? En wat als je op je slippers binnenkomt? Bij e-commercebedrijf Toppy in Veghel hebben ze allemaal geen last van die debatten. In je zwembroek een klant bellen? Geen probleem. Even een duik in het zwembad tijdens werktijd? Kan ook gewoon. Het staat ervoor. ‘Wij hebben een beetje schijt aan de kantooretiquette’, aldus brand marketeer Pleun van den Biggelaar. ‘We geloven we dat je het meest productief bent als je je goed voelt en jezelf kunt zijn.’

‘Wij hebben een beetje schijt aan de kantooretiquette.’

Een zwembad op kantoor, het klinkt voor sommigen misschien als een droom. Voor Toppy is het echter ook weer niet zo héél veel moeite. Ze hebben ze namelijk toch al in het assortiment zitten. Maar dan nog is het natuurlijk wel een opmerkelijke, maar in deze tijd voor velen ook welkome arbeidsvoorwaarde. ‘Wij houden van zon, sterker nog: we leven ervan – dus dat lekkere weer mag je met je kleding ook gewoon aanbidden’, aldus Van den Biggelaar. ‘Als dat in een korte broek en teenslippers is, dan juichen wij dat alleen maar toe. En met dat zwembad op kantoor zou het natuurlijk raar zijn als je niet in je zwembroek zou mogen komen.’

Schoenloze vrijdag 

De bijzondere arbeidsvoorwaarde was recent ook Omroep Brabant al opgevallen. Tegenover de regionale omroep legt Van den Biggelaar graag nog eens uit dat er in de zomer ‘gewoon kneiterhard wordt doorgewerkt’, maar dat dit wel het beste gaat ‘in kleren die het allerlekkerste zitten’. Driedelige pakken zul je er dus niet aantreffen. ‘Je kunt er in pak misschien wel heel slim uit zien, maar kleding zegt niks over wie je bent en wat je kan’, aldus de brand marketeer, die toegeeft wel even aan het gebrek aan dresscode te hebben moeten wennen. ‘Toen ik hier begon vroeg ik eens of ik wel een korte broek aan mocht. Waarop Daan van HR letterlijk zei: Pleun, er lopen hier mensen op klompen rond. Doe lekker aan waar jij je goed in voelt.’

Dat betekent niet dat er helemaal geen grenzen zijn. In het magazijn gelden bijvoorbeeld veiligheidseisen. Dus op je slippers naar binnen? Dat is daar geen goed idee. ‘Dan ga je nat. Letterlijk. Wie geen werkschoenen draagt in het logistieke centrum, wordt natgespoten met een waterpistool’, aldus Van den Biggelaar. En ook op vrijdag is er soms een soort van dresscode. ‘We hebben af en toe schoenloze vrijdag. Dan banjer je gewoon op je sokken door het kantoor. Dat draagt bij aan dat fijne, huiselijke gevoel – en dat vinden we hier belangrijk.’

Een crocs-liefhebber!

Collega Sander Reiniers van online marketing loopt vrijwel het hele jaar in korte broek. En mede-eigenaar Jeroen van Uden durft het zelfs aan om crocs naar kantoor te komen. ‘Die kunnen natuurlijk al jaren niet meer, maar ik vond vandaag een mooie gelegenheid om uit de kast te komen als crocs-liefhebber’, zegt hij. Vrijheid blijheid, zo is het motto. Wat bijvoorbeeld ook blijkt uit het onbeperkt aantal vakantiedagen dat je bij het bedrijf kunt nemen. ‘We gaan uit van verantwoordelijkheid, niet van controle’, zegt Van den Biggelaar: ‘Zolang je je werk maar goed doet en je collega’s niet laat zwemmen. Tenzij in het zwembad natuurlijk…’

Lees ook