Bryan Peereboom (Wortell): ‘Laten we A.I. ook vooral niet moeilijker maken dan het is’

Even iets googlen? Bryan Peereboom zegt het bijna nooit meer te doen. Zó verweven is hij tegenwoordig met alle A.I.-toolings in zijn dagelijkse werk, dat hij liever dáár een antwoord op zijn vragen zoekt, via een simpele prompt. Veel duidelijker, veel overzichtelijker en veel uitgebreider. ‘Niet bij een vraag als “Geef me de top-10 bezienswaardigheden van Amsterdam”, maar wel bij een vraag als: “Wat zijn de best beoordeelde leveranciers voor deze functie, als je kijkt naar mijn marktsegment”. Of: “Ik ben employer brander, hoe zou mijn targeting eruit moeten zien? Hoe kan ik beter scoren?” Dat kun je best vragen.’

‘Laten we vooropstellen dat A.I. niet onfeilbaar is.’

En de antwoorden die je dan krijgt? ‘Laten we vooropstellen dat A.I. niet onfeilbaar is. Dat wil ik ook echt benadrukken. Je moet altijd zelf blijven nadenken en de data altijd blijven controleren.’ Maar als je dat goed en ethisch doet, kan A.I. ook echt deuren openen die voorheen voor gewone stervelingen min of meer gesloten waren, aldus het Head of Talent bij Wortell en oprichter van de Nationale Academie voor A.I., partner voor AI-geletterdheid in Nederland, in een recente podcast, opgenomen voor de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie.

Bryan Peereboom, tijdens het Recruitment & A.I.-congres 2024, foto: Bas de Meijer

Ferrari mag ook geen 300

In de podcast komen veel nieuwe ontwikkelingen op A.I.-gebied voorbij, net als bij de trainingen die Peereboom geeft. Van de EU AI Act tot de GDPR, en van Agentic AI tot waar het verkeerd gaat, zoals recent bij Workday. Maar door zulke gevallen moet je je ook niet laten afschrikken, benadrukt hij. ‘Natuurlijk, recruitment is niet voor niets high risk-categorie volgens de AI Act. Maar laten we het ook niet moeilijker maken dan het is. Als je je bewust bent van de mogelijkheden en de beperkingen, dan kan er ook heel veel wél met A.I. waar je je voordeel mee kunt hebben.’

‘Natuurlijk, recruitment is volgens de AI Act niet voor niets high risk-categorie.’

Vergelijk het met een Ferrari, zegt hij. ‘Daarmee kún je ook 350 kilometer per uur gaan. Maar op de Nederlandse snelweg mag dat niet. Er zijn er die dat wel doen, maar daarmee loopt het nooit goed af. Zo is het ook met A.I., in mijn ogen. We geven je de kennis, de tools om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving. Om de grenzen te kennen. Maar als jij daar vervolgens niets mee doet? Weet je, een certificaat voor zo’n AI-geletterdheid-training is geen vrijwaring, het is niet dat je dan mag doen en laten wat je wil. We leren je alleen wat de beperkingen zijn, waarmee je rekening moet houden, welke ethische kwesties je tegen kunt komen.’

Meer bewustwording

In die zin heeft de opkomst van A.I. misschien zelfs wel voor méér bewustwording in het recruitmentvak gezorgd, zegt hij. ‘Want laten we eerlijk zijn: we waren natuurlijk altijd al high risk. Maar iedereen dacht: ach, wat maakt het uit? Dat we daar misschien nu beter van op de hoogte zijn, dat er meer bewustwording is, en dat vanuit verschillende disciplines wordt gekeken hoe we omgaan met data en persoonsgegevens, en waar die gegevens bewaard worden, dat is natuurlijk alleen maar goed. Terwijl je tegelijk beseft dat de A.I.-systemen alleen maar beter kunnen worden als ze ook gevoed worden met relevante data.’

‘Ik geloof ook dat de uitkomst van een A.I. nooit helemaal verklaarbaar zal zijn.’

Dat betekent volgens Peereboom ook dat er altijd een deel ‘onverklaarbaar’ in de uitkomsten van een A.I. zal zitten. ‘Als je in high volume recruitment zit, en je krijgt bij wijze van spreken 15.000 sollicitaties op één vacature, dan weet je: er is geen ontkomen aan om een systeem te gebruiken voor de eerste selectie. Ik geloof zeker dat we daarin een bepaalde transparantie moeten kunnen brengen, en moeten kunnen staven waarom er geen bias inzit. Maar ik geloof ook dat de uitkomst nooit helemaal verklaarbaar en herleidbaar zal zijn, simpelweg vanwege de X-hoeveelheid data waarmee het systeem getraind is.’

In Hoofddorp vindt het AI & Recruitment Jaarcongres plaats van Werf&. Tijdens het congres wordt gesproken over de toepassing van AI bij personeelswerving.

Agentic AI

Zelf is Peereboom momenteel vooral bezig met Agentic AI, technologie die helpt om processen te automatiseren, en kan redeneren, beslissingen nemen en handelen in complexe, dynamische situaties. ‘Daarmee is het zo dat A.I. als het ware kan meelezen met wat je aan het doen bent. Stel: je hebt een standaard mailadres waarop je sollicitaties binnenkrijgt, en waar kandidaten ook vragen kunnen stellen. Nu kan A.I. dus echt op basis van de tekst lezen wat er staat, en hem beantwoorden, of doorverwijzen naar de goede afdeling. Op basis van die feedback die hij daarop krijgt, leert hij ook weer.’

‘A.I. kan steeds beter meelezen met wat je doet, en je daarbij ondersteunen.’

Uiteindelijk zullen zo steeds meer processen uit handen gegeven kunnen worden, verwacht hij. En dat kan nu al. ‘Ik geloof dat we straks leveranciers krijgen binnen de recruitmentwereld die gewoon zeggen: nou, ik heb hier een proces, dat kun je off the shelf afnemen. A.I.-as-a-service, zeg maar.  En daar zitten dan alle arbeidsmarktdata in, van CBS statline en de UWV werkmonitor en Giant van de Intelligence Group. Daarvoor betaal je dan een x-bedrag per maand, of per uitvoering. Ik denk dat er Talent Intelligence-spelers gaan ontstaan, die hierin een heel belangrijke rol gaan spelen. Dat vak zie je zeker exponentieel groeien.’

In Hoofddorp vindt het AI & Recruitment Jaarcongres plaats van Werf&. Tijdens het congres wordt gesproken over de toepassing van AI bij personeelswerving.

Promptwatch

Andere A.I.-toepassing die hij zelf veel gebruikt? ‘Ik vind het bijvoorbeeld interessant om de arbeidsvoorwaarden van concurrenten te vergelijken. Dus oké, wij zijn deze speler. In welk percentiel zouden wij ons moeten neerzetten? Of stel dat je EVP-onderzoek wil doen. Dat kan nu echt letterlijk in een paar uur, inclusief beeldmateriaal, blogs, EVP-document, alles erop en eraan.’ Of, ook interessant, Promptwatch, een Amsterdamse start-up die (employer) brands helpt om beter zichtbaar te worden in GenAI-platforms als ChatGPT en Gemini.

‘Dat er spannende tijden aankomen, dat is een ding dat zeker is.’

Het zal uiteindelijk het recruitmentvak alleen maar overzichtelijker maken, verwacht Peereboom. ‘Ik vind het nu al heel gaaf om te zien, dat de technologische innovatie ons in staat stelt om, plat gezegd, niet meer gebruik te hoeven maken van 7 of 8 verschillende leveranciers die elk hun eigen specialisme hebben, maar dat je wellicht zelf als organisatie in staat bent om een soort full service recruitment bureau te worden, dat van A tot Z het hele proces onder handen heeft. Waar dat allemaal uiteindelijk gaat eindigen? Dat weet ik niet. Maar dat er spannende tijden aankomen, dat is een ding dat zeker is.’

Benieuwd naar de hele podcast?

Deze zomer duiken we in de hot topics die wervingsprofessionals bezighouden. In de podcast ‘De zomer van slim werven’ hoor je alles over de nieuwste trends en slimme oplossingen om jouw wervingsaanpak future-proof te maken. Ontvang de podcast en blijf op de hoogte van nieuwe afleveringen via onderstaand formulier:

Zomerpodcast

Waarom LinkedIn en Indeed veel beter kunnen matchen, maar dat helemaal niet willen

De belangrijkste en meest dominante arbeidsmarktplatforms op de wereld hebben extreem veel (gedrags)data over werkenden en werkzoekenden. Een data- of AI-specialist zou het ‘de datahemel’ noemen, of iets als ‘de grootste snoepwinkel op aarde’. Toch lijkt het alsof LinkedIn en Indeed slechts beperkt in staat zijn om tot goede suggesties voor werkgevers, banen of vervolgstappen te komen. Wat zij laten zien op dit gebied is beschamend voor de matchingsindustrie en zorgt voor onnodig veel werk bij werkzoekenden en recruiters.

LinkedIn en Indeed verdienen (veel) geld door niet goed te matchen.

Maar dat heeft niets te maken met onkunde. Waar het wel mee te maken heeft is: omzet en winstgevendheid. LinkedIn en Indeed verdienen (veel) geld door niet goed te matchen. Door een kandidaat niet meteen de droombaan of werkgever voor te schotelen of een recruiter niet meteen de beste matches te presenteren, zullen zowel recruiter als werkzoekende

  • langer op de platforms blijven (money);
  • meer en langer moeten zoeken (money);
  • meer solliciteren (money) en
  • meer afwijzen (money)

Stel je voor dat een recruiter geen 140, maar slechts 10 InMails hoeft te sturen en slechts 15 minuten in plaats van 8 uur moet sourcen, om hetzelfde resultaat te bereiken? Dan heb je én veel minder recruiters nodig, minder seats, minder vacatureplaatsingen, minder cv’s…, en hebben LinkedIn en Indeed ook véél minder omzet en winst. Dit komt vaak meer op misschien wel 70 tot 80% omzetverlies… Dat is een flinke incentive om vooral níet beter te matchen. En door hun marktdominantie is er bij hen ook geen enkele prikkel om dit onderdeel te verbeteren.

Beter matchen kostte Monster veel geld 

In 2011 lanceerde Monster de 6Sense-technologie, gebaseerd op hun Trovix-acquisitie uit 2008. Het model van Monster bestond er destijds uit dat een werkgever geld betaalde om een cv te zien en die kandidaat te mogen benaderen. Met de komst van de 6sense-technologie had Monster eigenlijk de eerste semantische A.I.-zoekmachine met briljante resultaten: het analyseerde cv’s en vacatureteksten op basis van context en betekenis, niet alleen op het aantal keer dat een trefwoord voorkwam. Deze technologie zetten ze in voor Power Resume Search / SeeMore om kandidaten te rangschikken op relevantie van (recente) ervaring.

Monster bracht 15 jaar geleden eigenlijk al de eerste semantische A.I.-zoekmachine.

Het was bijna alsof een recruiter zelf de cv’s beoordeelde (let op: dit is al 15 jaar geleden!). Een werkgever had voor de introductie van de technologie niet 10 cv’s nodig om te komen tot een match (ter waarde van 50 dollar), maar slechts 3 (ter waarde van 15 dollar). Een revolutie in matching en efficiency, maar met een gigantische impact op het businessmodel. Ineens werden 70% mínder cv’s verkocht en daalde de omzet drastisch. Het resultaat was dat deze technologie eerder werd afgebouwd dan breed werd uitgerold omdat het destijds het bestaande businessmodel opat. Het resultaat vandaag kennen we.

Waar blijft LinkedIn’s A.I.-recruiter?

LinkedIn, eigendom van Microsoft en zeer sterk gelieerd met OpenAI, lanceerde in oktober 2024 de LinkedIn Hiring Assistant. Het is LinkedIn’s eerste A.I.-agent die routinetaken van recruiters automatiseert. Met een pilot onder 21 bedrijven (waaronder Siemens, Canva, Equinix, Zurich Insurance) en circa 171 gebruikers werden al snel heel mooie resultaten bereikt:

  • 20-30× sneller sourcen (van 1 per uur naar 20 tot 30 projecten/uur) bij Siemens
  • InMail-acceptatie steeg van 28% naar 36%
  • Tijdwinst voor recruiters in de orde van 50% minder time-to-source

Lekker uitstellen, en recruiters lekker inefficiënt laten werken tot het genadeschot komt.

Vriend en vijand zijn het erover eens dat dit een game changer kan zijn, met als logisch gevolg mínder LinkedIn Recruiter Seats. Inmiddels zijn we een klein jaar verder, A.I. heeft zich in sneltreinvaart verder ontwikkeld, maar LinkedIn heeft vooral de handrem stevig aangetrokken als het gaat om een verdere uitrol. Kleine innovaties die de productiviteit beperkt beïnvloeden worden (groots) geïntroduceerd, zoals Advances AI Assisted Search of hoe het leven van de recruiter met Linkedin’s A.I. eruit zou zien. Allemaal bullshit natuurlijk… We willen de Hiring Assistant, en we willen veel beter matchen met de juiste kandidaten. We weten dat het kan en we weten dat LinkedIn met haar data, met OpenAI, en met de LinkedIn Hiring Assistant, dat ook zeker kan. Waarom wordt er uitgesteld?

Een van de belangrijkste redenen waarom werkgevers nu in wurgcontracten van 3 jaar worden gepusht en veel te veel LinkedIn Seats afnemen, is dat LinkedIn niet in dezelfde valkuil wil stappen als Monster. Door nu met een goed werkende LinkedIn Hiring Assistant te komen verdampt de omzet en de winstgevendheid. Dus lekker uitstellen, en recruiters lekker inefficiënt laten werken tot het moment van het genadeschot komt. En dat gaat er zeker komen. Komt LinkedIn niet zelf met de innovatie, dan komt-ie misschien wel van een new kid on the block, zoals Mercor.

Slechte matching = lucratief model

We haalden LinkedIn al uitvoerig aan, maar min of meer hetzelfde geldt natuurlijk voor Indeed. Binnen Indeed zijn ze (terecht) heel trots op het feit dat ze uitstekend kunnen matchen op skills. Skills based matching is er al lang heel goed mogelijk. Ook heeft Indeed niet alleen het cv van kandidaten, maar natuurlijk ook gedetailleerd inzicht in zoekgedrag, sollicitatiegedrag, voorkeur, of mensen actief op zoek zijn, reageren, noem maar op. En dat is nog los van de omstreden en gedwongen koppeling met disposition data tussen Indeed en het ATS-systeem die Indeed probeert bij hun klanten door te duwen.

‘We zijn binnen recruitment verslaafd aan inefficiency.’

Net zoals LinkedIn kan Indeed dus vandaag al de arbeidsmarkt in haar fundamenten veranderen en direct impact hebben op het werkgeluk van honderden miljoenen personen door mensen wel te matchen op de juiste baan en met de juiste werkgever. Het enige nadeel is…. de omzet en winstgevendheid zouden in dat geval verdampen. En als je de nieuwe oplossingen tegen veel meer geld zou verkopen, zouden recruitmentmanagers en bedrijven dat heel slecht trekken. Ook zijn we binnen recruitment verslaafd aan inefficiency. Het vraagt dus een aardige revolutie…

Lock-in en afhankelijkheid

Op dit moment zijn de innovaties op gebied van matching bij LinkedIn en Indeed bedroevend langzaam. Alle innovaties en ontwikkelingen zijn erop gericht om de lock-in en afhankelijkheid van deze producten voor de komende jaren te vergroten bij hun klanten. Klanten die gezien de dominantie van deze partijen geen andere keuze hebben en daadwerkelijk zich in een hoek gedrukt voelen door dit machtsmisbruik. Werkgevers en recruitmentleiders moeten zich erop voorbereiden dat ze in de komende maanden en jaren echter alleen nog maar extra gepusht zullen worden.

Werkgevers en recruiters moeten zich erop voorbereiden dat ze alleen nog maar extra gepusht zullen worden.

Je hebt nu een contract voor 3 jaar met inefficiënte recruiter seats voor enkele honderdduizenden of miljoenen euro’s. Als dan uiteindelijk toch de uitrol komt van de LinkedIn Hiring Assistant, dan kun je die kopen door het huidige contract te upgraden en te verlengen. Iets dat je makkelijk als recruitmentmanager terugverdient doordat je dan niet alleen het aantal LinkedIn Recruiter Seats kunt reduceren dan wel upgraden, meer ook echte fte’s…. De businesscase is helder, LinkedIn happy en de recruiter… werkloos. Dat laatste is echter sowieso grotendeels onvermijdelijk.

Fast lane in recruitment

Dat marktmacht en dominantie dit afdwingen zit veel TA-leaders dwars, net als de uitstel van innovatie. Mijn advies aan LinkedIn en Indeed zou dan ook zijn om met een serie producten te komen die vergelijkbaar zijn met de fast-lane bij pretparken. Je kunt de langzame rij kiezen en betalen wat je nu betaalt. Of je kiest de fast lane, en betaalt premium, maar geniet tegelijk ook van alle efficiency. Dat is sympathieker en maakt de transitie geleidelijker in plaats van straks de hoon van de markt over je afroepen om vervolgens vanuit macht en dominantie iets af te dwingen.

Credit

Kies je die laatste route, dan zet je de deur wagenwijd open voor nieuwkomers, al blijven die vooralsnog angstvallig stil. Al laten aan de andere kant ook veel partijen en start-ups, zoals 8vance, TheMatchbox, bedrijven die zelf matchen met behulp van A.I. of een start-up als The Talentpool Community ook al langer zien dat veel beter matchen technisch heus wel mogelijk is.

Meer weten?

Nooit meer afwijzen, maar alleen nog maar doorverwijzen. Dat is de propositie van The Talentpool Community, een platform dat bedrijven aan elkaar verbindt, en de afgewezen kandidaat van de één doorverwijst naar de ander. Meer weten? Kijk hier:

The Talentpool Community

Lees ook

 

Ruim 1 op de 4 erkent wel eens enkel te solliciteren voor betere onderhandelingspositie ’thuis’

‘Sollicitatieshoppers’ hebben ze bij Top Employers Institute het fenomeen genoemd. Oftewel: mensen die meedoen op de arbeidsmarkt, niet om een andere baan te vinden, maar alleen maar om erachter te komen ‘wat ze waard zijn’, zodat ze dat bij hun eigen huidige werkgever kunnen gebruiken om een betere onderhandelingspositie af te dwingen (zonder de intentie daadwerkelijk van baan te wisselen). Ruim een kwart van de Nederlandse werknemers (26%) zou dit gedrag tentoon spreiden, zo bekennen ze in onderzoek uitgevoerd onder ruim 1.000 Nederlandse werknemers, werkzaam in organisaties van 250 medewerkers.

15% zegt daadwerkelijk succes hiermee gehad te hebben in onderhandelingen.

Onder jongvolwassenen (tot 35 jaar) loopt dit zelfs op tot 43%, zo melden de onderzoekers. En het schijnt nog te werken ook: 15% van de werknemers geeft aan hier ook daadwerkelijk succes mee gehad te hebben in onderhandelingen ’thuis’, terwijl dit onder dertigers oploopt tot maar liefst 27%. De generatiekloof is sowieso opvallend. Waar jongeren sneller de markt ‘aftasten’ of hun onderhandelingspositie willen versterken, lijken oudere generaties honkvaster. Slechts 8% van de ondervraagde 55-plussers zegt ooit te hebben gesolliciteerd met als doel betere voorwaarden te bedingen bij hun huidige werkgever.

Niet alleen maar geld

Het gaat de nieuwe generatie daarbij echter niet alleen om geld, zo blijkt tegelijk uit het onderzoek. Naast arbeidsvoorwaarden speelt ook zingeving een groeiende rol. Zo zijn bedrijven die zich niet inzetten voor duurzaamheid, minder aantrekkelijk om voor te werken, volgens bijna de helft (49%) van de ondervraagde werknemers. Voor de jongvolwassenen (onder 35) geldt dit zelfs voor 58%. Zo’n 1 op de 5 (20%) vindt de maatschappelijke missie van een bedrijf zelfs belangrijker dan een hoog salaris. En 22% geeft aan dat hun organisatie hier momenteel al mee bezig is en samenwerkt met goede doelen of maatschappelijke initiatieven.

‘Sollicitaties zijn voor jongere generaties niet langer slechts een route naar een nieuwe baan, maar ook een strategisch middel.’

‘Sollicitaties zijn voor jongere generaties niet langer slechts een route naar een nieuwe baan, maar ook een strategisch middel om invloed uit te oefenen op hun loopbaan’, stelt David Plink, de CEO van het Top Employers Institute. ‘Werkgevers moeten hiermee rekening houden door niet alleen te concurreren op salaris maar juist ook op waarden. De opkomst van de sollicitatieshopper is een duidelijk signaal dat medewerkers zoeken naar erkenning, ontwikkeling en een werkgever die aansluit bij hun overtuigingen.’

Lees ook

Zzp’ers nog altijd tevreden, maar blijvende zorgen over pensioen, AOV én kennisopbouw

Als zzp’er heb je geen baas, alleen klanten. Je kunt je eigen uren indelen, opdrachten weigeren, bent vrij om te bepalen voor wie je werkt en wat voor werk je wel en niet wil doen, en tegen welk tarief. En dat lukte de meesten de laatste jaren over het algemeen ook prima. Geen wonder dat 8 op de 10 zzp’ers in recent onderzoek van TNO en het CBS aangeeft nog altijd tevreden (53%) of zeer tevreden (29%) te zijn met hun werk als zelfstandige. Slechts 6% zegt (zeer) ontevreden te zijn, de rest antwoordt neutraal. Met die cijfers wijkt de zzp’er gemiddeld over de hele linie behoorlijk positief af ten opzichte van de werknemer in loondienst.

Slechts 9,5% van de zzp’ers in Nederland bouwt actief pensioen op via een lijfrentevoorziening.

Tegelijk zijn er wel zorgen over de grote rol van de vele zzp’ers op de arbeidsmarkt. Die zorgen zijn natuurlijk niet nieuw, maar recent kwamen er wel weer enkele analyses naar buiten die wat dit betreft te denken geven. Zo meldde platform Onderneming.nl, op basis van de recente CBS-cijfers, dat slechts 9,5% van de zzp’ers in Nederland actief pensioen opbouwt via een lijfrentevoorziening. En uit analyse van het gelieerde Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.nl blijkt dan weer dat meer dan 80% van de zzp’ers géén arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft, en dus geen enkele financiële bescherming geniet bij (langdurige) uitval.

Bedrijfsvermogen: 34.400 euro

Dat kan potentieel best grote problemen voor de toekomst opleveren. Gabriël Baysoy, woordvoerder van beide platformen, heeft bijvoorbeeld berekend dat zzp’ers gemiddeld een bedrijfsvermogen hebben van rond de 34.400 euro. Dat is natuurlijk nooit genoeg om langdurig op terug te vallen als je met pensioen wilt. ‘Veel zzp’ers rekenen op hun eigen woning of spaargeld, maar vergeten dan dat dat geld vaak al ergens voor bestemd is’, aldus Baysoy. ‘Een écht pensioen vraagt om een aparte, structurele aanpak. Juist omdat er niemand is die het voor je regelt, moet je als zzp’er zelf het initiatief nemen.’

Ruim 1 op de 5 zzp’ers heeft iets geregeld om inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid of ziekte op te vangen.

Iets soortgelijks geldt voor je verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. In totaal heeft 21% van de zzp’ers iets geregeld om hierbij inkomensverlies op te vangen, daaronder vallen naast AOV’s ook broodfondsen en vrijwillige verzekeringen via het UWV. Maar naar schatting bijna 1 miljoen zelfstandig ondernemers geniet dus geen enkele financiële bescherming bij langdurige ziekte of een ongeluk. Ook dat kan al snel gaan om duizenden tot tienduizenden euro’s, aldus Baysoy. ‘Voor een ondernemer met beperkte reserves is dat het verschil tussen blijven draaien of kopje onder gaan.’ Met alle gevolgen van dien.

Kosten een drempel

Uit cijfers van het CBS blijkt dat 46% van de onverzekerde zzp’ers de premie te hoog vindt, en 32% aangeeft deze hoe dan ook niet te kunnen betalen. Volgens Baysoy is dat zorgelijk, maar niet verrassend. ‘De kosten zijn een drempel, zeker bij een wisselend inkomen. Maar wat we ook zien, is dat veel zzp’ers hun financiële risico’s onderschatten. Als we hen vragen wat ze zouden doen als ze 6 maanden zouden uitvallen, is het antwoord vaak: geen idee. Maar pas als je weet waar je staat, kun je gericht keuzes maken. Daarom vind ik het belangrijk dat zelfstandig ondernemers zich bewust zijn van hun positie en de keuzes die ze hebben.’

In de Zelfstandigen Enquête Arbeid staat dit jaar overigens nog een punt dat zorgen voor de toekomst oproept, en dat is de ‘leercultuur’ van zzp’ers. Zo gaf slechts 38% van de zzp’ers in dit onderzoek aan de afgelopen 2 jaar te hebben geïnvesteerd in het verbeteren van werkprocessen of efficiënter werken. Uit de L&D in de zorg monitor bleek eerder ook al dat veel zorgmanagers de vele zzp’ers steeds meer als belemmering zien voor leren en ontwikkelen in hun organisatie. En de SER meldt in de Monitor Leercultuur ook al jaren dat zzp’ers minder deelnemen aan opleidingen en cursussen dan werknemers, en zo minder in zichzelf investeren.

Pensioenspijt?

Het zijn allemaal bepaald geen nieuwe constateringen natuurlijk. En ook zorgen die politiek heus wel worden gedeeld. Daarom werkt het kabinet bijvoorbeeld ook al sinds 2019 aan een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers, al treedt die volgens de huidige planning pas op zijn vroegst in 2027 in werking. En volgens een door VVD, D66, CDA en SGP ingediend wetsvoorstel mogen zelfstandigen ook alleen zzp’er blijven als ze kunnen aantonen dat ze een ‘proportionele voorziening voor later’ hebben getroffen. Voor beroepsgroepen als huisartsen of schilders bestaan zulke verplichte pensioenregelingen overigens nu ook al.

Van de zzp’ers die na hun dertigste pensioen beginnen op te bouwen, heeft 60% spijt dat zij niet eerder actie hebben ondernomen.

Ook de hele handhaving van de Wet DBA, en het continu proberen zzp’ers terug in loondienst te duwen, zet er natuurlijk op in persoonlijke én maatschappelijke problemen in de toekomt te vermijden. Want dat veel zzp’ers soms toch ook wel spijt ervan hebben dat ze sommige financiële zaken niet goed geregeld hebben, blijkt ook al vaker.

Zo gaf in onderzoek van zzp-bank Knab vorig jaar zo’n 44% van de 500 ondervraagden aan dat ze last hebben van ‘pensioenspijt’, oftewel: te laat begonnen met pensioenopbouw. Van de zzp’ers die er na hun dertigste mee beginnen, heeft zelfs 60% spijt dat zij niet eerder actie hebben ondernomen. En dat zet die grote tevredenheid uit het begin van het verhaal natuurlijk toch wel weer een beetje in een ander daglicht.

Lees ook

Werkgevers weten nieuwkomers steeds beter te vinden; arbeidsdeelname stijgt dit jaar met 20%

Er mag dan politiek van alles aan de hand zijn rondom asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen; op de arbeidsmarkt blijken deze nieuwkomers steeds beter hun weg te vinden, en zijn ze over het algemeen zeer welkom. Waar er vorig jaar nog zo’n 88.000 een baan hebben gevonden, zal dat dit jaar toenemen tot zo’n 105.000, een stijging van bijna 20%, verwacht ABN Amro in een nieuw rapport. Dit niet alleen vanwege de krappe arbeidsmarkt, maar ook dankzij de verruiming van regels in 2023.

‘Door een optelsom van factoren komt veel nu nog vrijwel onbenut arbeidspotentieel in beeld.’

‘De werkloosheid blijft naar verwachting laag, onder meer door vergrijzing. Intussen hebben bijna alle sectoren te maken met personeelstekorten, wat de productiviteit van bedrijven onder druk zet’, analyseert Mario Bersem, sectoreconoom Zakelijke Dienstverlening. ‘De vraag naar personeel is dus groot. Daarnaast maakt gewijzigde wet- en regelgeving het voor nieuwkomers eenvoudiger werk te vinden. Door deze optelsom van factoren komt een groot deel van nu nog vrijwel onbenut arbeidspotentieel in beeld, wat kansen biedt in veel sectoren en goed is voor de Nederlandse economie.’

Asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen vinden steeds sneller en vaker hun weg naar een baan. Het aantal werkende nieuwkomers neemt dit jaar met maar liefst 20% toe, tot ruim 100.000, zo blijkt uit een nieuw rapport van ABN Amro.

Oekraïense nieuwkomers actief 

Het belang van regelgeving is vooral goed zichtbaar in de ervaring van Oekraïense vluchtelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Zo hebben Oekraïners vrije toegang tot werk via de (recent tot 2027 verlengde) Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Met als resultaat dat van alle Oekraïners van 15 tot 65 jaar in Nederland eind 2024 bijna 60% – ruim 55.000 personen – aan het werk was. ABN Amro verwacht dat dit aantal tegen het einde van dit jaar zal oplopen naar 65.000 werkende Oekraïense nieuwkomers (+18%).

Door het vervallen van de 24-weken-eis nam het aantal werkende asielzoekers vorig jaar ruim 200% toe.

Ook het aantal werkende asielzoekers steeg vorig jaar trouwens fors, met maar liefst 200% – van 2.500 in 2023 tot ruim 8.000 in 2024, blijkt uit cijfers verstrekt door UWV. Dit aantal neemt in 2025 naar verwachting met nog eens 25% toe. Dat is vooral te danken aan de vervallen 24-weken-eis, die vóór 2024 voorschreef dat asielzoekers niet meer dan 24 weken per jaar mogen werken. Bij statushouders – nieuwkomers met een tijdelijke verblijfsvergunning – is een vergelijkbare trend zichtbaar; ook hun arbeidsdeelname groeit jaar op jaar, mede dankzij de Wet inburgering 2021, die actief arbeidsparticipatie stimuleert.

Asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen vinden steeds sneller en vaker hun weg naar een baan. Het aantal werkende nieuwkomers neemt dit jaar met maar liefst 20% toe, tot ruim 100.000, zo blijkt uit een nieuw rapport van ABN Amro.

Kweekvijver van talent

Voor 2025 verwacht ABN Amro dat 5.500 nieuwkomers met een vluchtelingenstatus aan het werk gaan; een stijging van 22%. Desondanks is er in deze groep nog steeds een aanzienlijk onbenut arbeidspotentieel. Dat biedt werkgevers volgens Bersem veel kansen om nieuw talent te vinden. ‘De ervaringen met Oekraïense vluchtelingen laten zien wat er mogelijk is als belemmeringen worden weggenomen. Zo wordt het potentieel van asielzoekers en statushouders nog niet volledig benut. Dat biedt sectoren met grote personeelstekorten – zoals de horeca, logistiek, schoonmaak en de zorg – mogelijkheden vacatures te vervullen.’

‘De ervaringen met Oekraïense vluchtelingen laten zien wat mogelijk is als je belemmeringen wegneemt.’

Werkgevers die investeren in begeleiding van nieuwkomers, bijvoorbeeld in samenwerking met uitzendbureaus en HR-dienstverleners, kunnen zo een kweekvijver van talent aanboren, is Bersems overtuiging. ‘Dat biedt niet alleen oplossingen voor personeelstekorten, maar is ook goed voor de integratie van nieuwkomers.’ Iets waar ABN Amro zelf overigens ook aan bijdraagt, via het eigen zogeheten Reboot-programma, dat jaarlijks zo’n 20 mensen met een vluchtelingen-achtergrond aanneemt voor zinvol werk bij de bank.

Uit onderzoek van de SER bleek al eerder dat hoe langer statushouders in Nederland zijn, hoe hoger hun arbeidsparticipatie is. Uit de CBS-studie Asiel en integratie blijkt dat na 9 jaar een ruime meerderheid van alle 18- tot 65-jarige statushouders (55%) werk heeft. Wel is het zo dat de meeste werkende statushouders werken in deeltijd (53%) en met een tijdelijk contract (79%). Aan de andere kant is het positief om te melden dat werk voor statushouders steeds vaker de belangrijkste bron van inkomsten is als ze langer in Nederland zijn, en dat statushouders met een recente verblijfsvergunning ook steeds sneller een baan vinden.

Lees ook

Hoe ook bij mannen parttime steeds meer de standaard op de arbeidsmarkt wordt

Parttime werk heeft de laatste jaren een opmerkelijke opmars beleefd. Waar het eerst vooral de man was die nadat er kinderen kwamen fulltime bleef werken, en de vrouw er een parttime baan(tje) ‘bij’ had, het zogeheten ‘anderhalfverdienersmodel‘, is dat de laatste jaren aan het kantelen. Inmiddels zijn er 419.000 stellen waar beide partners parttime werken, terwijl dat 10 jaar geleden met 229.000 nog bijna de helft minder was, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Parttime is op die manier min of meer de standaard aan het worden, fulltime steeds meer de uitzondering. Ondanks alle focus op krapte.

Ook in de vacatures zie je die trend naar parttime terug. Ruim 1 op de 5 vacatures vraagt momenteel om parttimers. En hoewel dat aantal in absolute termen wat daalt, neemt het relatief nauwelijks af, blijkt uit een analyse van Jobdigger. Vooral functies als verkoopmedewerker, schoonmaker, verzorgende IG of administratief medewerker worden vaak in deeltijd aangeboden, zo blijkt. PostNL voert bij de directe werkgevers de lijst aan, gevolgd door Kruidvat, het Leger des Heils, Thuisbezorgd.nl en Domino’s. Bij bemiddelaars zijn YoungCapital, Maandag, Yacht en Randstad de grootste aanbieders van parttime werk.

Minder vraag naar burgemeesters

De verzorgende IG behoort overigens ook tot de grootste stijgers op de hele arbeidsmarkt, zo blijkt uit een aanvullende analyse van Jobdigger over het tweede kwartaal van dit jaar. Ook docenten Engels en Nederlands zijn dit jaar bijzonder gewild, net als de Jurist ruimtelijke ordening en de ‘opperman stratenmaker’. Naar de schoonheidsspecialiste, bagagist, klantmanager, agile coach en – opvallend genoeg – de Burgemeester blijkt dit jaar tot nu toe een stuk minder vraag dan in het eerste kwartaal van dit jaar, gemeten over bijna een miljoen unieke vacatures.

Als een van de weinigen in Nederland heb je als burgemeester géén recht op een deeltijdbaan.

En zo zijn we weer terug bij het onderwerp parttimers. Want de burgemeester, dat is dan ook precies een van de weinige functies in Nederland waarvoor je wettelijk gezien geen parttime aanstelling kúnt krijgen (en daarmee een van de weinige uitzonderingen is op het in de Wet flexibel werk geldende recht op deeltijdwerk). Burgemeester ben je in beginsel namelijk 24 uur per dag/7 dagen per week (ook al heeft ongeveer 1 op de 3 burgemeesters nog wel 1 of meer betaalde bijbanen, zo blijkt uit – al ouder – onderzoek).

Europees kampioen

Of dit gebrek aan parttime mogelijkheden de verklaring is voor afnemende interesse in het ambt? Dat is de vraag. Maar bij andere beroepen blijkt al wel vaker de aantrekkingskracht toe te nemen zodra de functie ook parttime wordt aangeboden. ‘We blijven in grote mate een deeltijdeconomie’, zegt dan ook bijvoorbeeld Mara Yerkes, hoogleraar sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Bijna de helft van de Nederlandse beroepsbevolking werkt in deeltijd. Daarmee zijn we Europees kampioen. ‘Als je ons vergelijkt met andere landen, steken we er met kop en schouders bovenuit. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen.’

Ruim 6 op de 10 Nederlandse vrouwen tussen de 20 en 65 jaar werken in deeltijd.

Zo’n 61% van de Nederlandse vrouwen tussen de 20 en 65 jaar werkt in deeltijd. Dat is veel meer dan Nederlandse mannen, van wie zo’n 19% in deeltijd werkt, en ook veel meer dan vrouwen in andere landen: het EU-gemiddelde ligt op 28% (tegen 8% van de Europese mannen). Dat doen we overigens al heel lang. Als je naar de afgelopen 10 jaar kijkt, valt wel op dat het aantal mensen dat parttime werkt relatief nauwelijks verder is toegenomen. Maar steeds vaker komt het dus wel voor dat zowel de man als de vrouw in deeltijd aan de slag zijn. ‘Dat geeft aan dat het anderhalfverdienersmodel aan het veranderen is’, aldus Yerkes.

In andere landen experimenteren ze volop met vierdaagse werkweken. Hier niet. Maar in Nederland wordt deeltijd wel steeds meer de standaard: ruim 1 op de 5 vacatures wordt al specifiek parttime aangeboden, blijkt uit onderzoek.

In 2024 meldde het CBS al dat mannen steeds vaker deeltijdwerk hebben van 20 tot 35 uur per week. In 2023 hadden relatief meer mannen een grote deeltijdbaan dan 10 jaar eerder, terwijl relatief minder mannen voltijd werkten. Uit een recente peiling van de FNV blijkt bovendien dat meer dan 2 op de 3 vaders van 56 jaar of ouder zegt achteraf liever minder uren te hebben gewerkt in ruil voor meer tijd met het gezin. Daarom trok een afvaardiging van een twintigtal mannen van de vakbond ook recent naar de Tweede Kamer, om te pleiten voor een vierdaagse werkweek (met behoud van salaris, dat dan weer wel).

Lees ook

Schoonmaker meest gezochte doelgroep voor zomerbijbaan: 9 keer meer dan in de winter

Een zomerbijbaan? Dan gaan de gedachten al snel naar werken op een festival, de terrasmedewerker of de chauffeur die auto’s van A naar B mag rijden. Maar in werkelijkheid leidt juist de schoonmaak de dans om de schaarse vakantiekracht, met een maar liefst 9 keer (!) zo hoge vraag in de zomer als in de winter, zo meldt een analyse van Intelligence Group. ‘We zijn de vacatures ingedoken met steekwoorden die specifiek duiden op vakantie- of seizoenswerk. Dan blijkt dat veel mensen gezocht worden om kantoorpanden en zorginstellingen schoon te maken. Zomerschoonmaak, zullen we maar zeggen‘, aldus head of marketing Bart van der Geest.

Naar bezorgers en koeriers is in de zomer ook veel vraag, maar in de winter relatief nog net iets meer.

Ook naar horecabediening (2,5x), verkopers (3x), magazijnmedewerkers en vakkenvullers (4x) en verzorgenden (4x) blijkt in de zomer veel meer vraag dan in de winter. Het omgekeerde komt overigens ook voor. Naar bezorgers en koeriers is in de zomer ook veel vraag, maar in de winter relatief nog net iets meer. ‘Ook dat is denk ik wel logisch’, aldus Van der Geest. ‘In de koude wintermaanden en rond de feestdagen bestellen mensen over het algemeen meer goederen, en laten ze gemiddeld waarschijnlijk ook wat vaker eten bezorgen.’

De meest gezochte doelgroep voor een zomerbijbaan? Die vind je niet op festivals, in de horeca, of rond zwembaden. Het is opvallend genoeg de schoonmaker die de lijst met vakantiewerk-vacatures aanvoert, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Vaker inroosteren

Ook Randstad ziet dat functies als huishoudelijke hulp (schoonmaakwerk) en verkoopmedewerker kansrijk zijn voor wie een zomerbijbaan zoekt. Voor deze 2 functies staan veruit de meeste vacatures online. Naar medewerkers in de bediening wordt een stuk minder gezocht, hetzelfde geldt voor vakkenvullers en orderpickers, aldus de uitzendorganisatie, die ook constateert dat er minder vakantiewerk is dan voorgaande jaren. ‘We zien dat veel jongeren al een bijbaan hebben en zich daar in de zomer vaker laten inroosteren’, aldus een woordvoerder. ‘We vermoeden dat werkgevers daardoor minder om een zomerbijbaan vragen.’

Schoonmaakwerk blijkt bij de werkzoekende duidelijk minder gewild.

Uitzender YoungCapital ziet dat het aantal vacatures voor vakantiekrachten dit jaar wél iets is gegroeid. ‘Tieners en twintigers werken veel vaker door het hele jaar heen dan vroeger’, constateert COO Ilse Luyk. ‘Maar we zien ook dat veel jongeren banen willen stapelen. Een bijbaan als vakkenvuller kun je prima combineren met een tijdelijke klus als medewerker op een vakantiepark of festival. Zo maak je van de zomer een feestje.’ Volgens de jongerenuitzender staat werken op een festival ook bovenaan de lijst als het gaat om de meest gewilde zomerbijbaan. Schoonmaakwerk blijkt bij de werkzoekende duidelijk minder gewild.

Dat heeft overigens niet alleen ermee te maken dat jongeren dit te zwaar of eentonig werk vinden, aldus Luyk. ‘Jongeren zoeken ook vaker vakantiewerk dat goed op hun cv past. Anders dan voorheen, toen het vooral draaide om geld verdienen.’ Volgens haar zijn tieners ‘kritischer dan ooit. Vakantiewerk moet méér zijn dan een bijbaantje. Ze willen flexibiliteit, iets leren én het gevoel hebben dat ze ertoe doen. Ze stellen vragen. Kiezen bewust. Willen werk dat klopt met wie ze zijn. Dat vraagt ook iets van werkgevers. Wie jonge mensen wil aantrekken, moet zich beter laten zien. Duidelijkheid, groeimogelijkheden, betekenis. Dáár gaan ze op aan.’

‘Verandering in mindset’

Ook een recruitmentorganisatie als Robert Half herkent dit. Waar een bijbaan vroeger vooral draaide om extra inkomsten, zijn ze vandaag ook een strategische stap richting arbeidsmarkt, constateert senior director Marie-Claire Olyslager. ‘Studenten willen meer uit hun bijbaan halen. Ze zoeken functies die hen relevante ervaring opleveren en hun carrièrepad versterken. Die shift merken we in het soort jobs dat ze kiezen én in de timing: studenten werken steeds meer buiten de klassieke zomermaanden. Een opvallende verandering in mindset’, zegt ze.

‘Een keuze voor een passende zomerbijbaan getuigt van motivatie en betrokkenheid bij het vakgebied.’

Volgens de recruiter heeft die verandering overigens ook een heel praktische en voor de betrokkenen strategische reden: steeds meer werkgevers vragen voor vrijwel alle vacatures al relevante werkervaring. Als je daar in je zomerbijbaan al ruimte voor vindt, dan levert dat natuurlijk altijd een streepje voor op. ‘Voor pas afgestudeerden, bij wie het gebrek aan ervaring vaak een struikelblok is tijdens sollicitaties, is dit een belangrijk voordeel’, aldus Olyslager. ‘Daarnaast getuigt zo’n keuze van motivatie en betrokkenheid bij het vakgebied – eigenschappen die door werkgevers sterk gewaardeerd worden.’

Lees ook

Is A.I. de veroorzaker van bias in recruitment, of juist de oplossing ervoor?

Bias in recruitment is hardnekkig, onbewust en vaak al aanwezig voordat een kandidaat überhaupt is gesproken. Volgens Frans onderzoek ontstaat maar liefst 85% van alle bias al vóór het eerste gesprek, vooral in de cv-selectie. Het is dus niet zo dat het met de komst van A.I. voor het eerst in het recruitmentproces is binnengeslopen, integendeel zelfs. Maar A.I. heeft er recent wel weer meer de nadruk op gelegd. Gaat A.I. dit soort bias en arbeidsdiscriminatie alleen maar verergeren, omdat het getraind is op biased data? Of kan het onterechte menselijke vooroordelen in recruitment juist tegengaan?

Gaat A.I. bias alleen maar verergeren, omdat het getraind is op biased data?

Een nieuw whitepaper van Digitaal-Werven, gesponsord door Selection Lab, Textmetrics, SoftMatch en TA Audit Institute, probeert daar antwoord op te geven. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat als je A.I. alleen maar laat kijken naar cv’s, dat dan veel bias gewoon blijft bestaan. De voorspellende waarde van een cv is nu eenmaal laag, zo is al vaak gebleken. En daar verandert eigenlijk bar weinig aan als je er niet met een mensenoog naar kijkt, maar met een algoritme. Dus A.I. laten kijken naar het hele cv en dan te trainen op hires zal altijd biased zijn. En dat blijkt ook elke keer, zo meldt Bas van de Haterd, auteur van de whitepaper.

‘Top’ of ‘goed’?

Maar er zijn ook andere manieren om A.I. wél nuttig in te zetten. Bijvoorbeeld om je menselijke selectie op bias te testen. Of om een cv om te zetten naar een skills-profiel en dat te matchen met een profiel dat je als recruiter met de hiring manager samen hebt bepaald. Je kunt A.I. ook naar vacatureteksten laten kijken en op basis van de data kun je dan zien wat aantrekkelijk is voor vrouwen, ouderen en etnische minderheden, of hen juist afstoot. Het gevolg is dat A.I. je vervolgens dus kan helpen dat soort termen te gebruiken of juist te ontwijken, zodat je bias in het begin van het proces vermindert.

Bias heeft de onhebbelijke neiging zichzelf te versterken.’

En dat is nuttig, want bias heeft de onhebbelijke neiging zichzelf te versterken, aldus Van de Haterd. ‘Een tekst die meer gericht is op mannen zal door algoritmes
zoals die van Facebook en Instagram meer getoond worden aan mannen, omdat deze clicks optimaliseren.’ En dat gaat vaak subtiel, zo blijkt. ‘Mannen gebruiken bijvoorbeeld vaker het woord “top”, vrouwen noemen iets eerder “goed”. Een kleine nuance maar met grote invloed op wie zich eerder aangesproken voelt en gemotiveerd is om te solliciteren!’ Juist daarom is bias ook vaak zo lastig te herkennen, stelt de whitepaper.

Interview Intelligence

In de fase van de sollicitatiegesprekken kan de zogenoemde Interview Intelligence steeds beter uitkomst bieden tegen bias en de onderbuik. ‘Er zijn verschillende leveranciers op dit gebied actief zoals Metaview en Brighthire en de Nederlandse partijen als In2Dialog en Carv. ‘De meeste tools hebben specifieke, unieke bias-indicatoren die ze kunnen aangeven. Zoals gelijkheid in tonaliteit. We vinden mensen die ‘zoals ons spreken’ namelijk vaak beter passen. Dit soort A.I.-tools kan zulke bias verlagen omdat ze iedereen op dezelfde manier beoordelen en ze alles horen.’

‘Alleen als A.I. ethisch ontwikkeld, zorgvuldig getraind én continu gecontroleerd wordt, helpt het echt bij eerlijker werven.’

Eigenlijk kun je zo elk onderdeel van het recruitmentproces benaderen, van de eerste werving tot preselectie, de gesprekken en de eventuele assessments, stelt Van de Haterd. Voor elk van deze fases ligt bias namelijk altijd op de loer, maar blijkt er inmiddels ook steeds betere (A.I.-)tooling beschikbaar om dit soort vooroordelen te ondervangen of te verminderen. ‘A.I. is geen magische oplossing’, blijkt daarbij elke keer weer. En dus is het ook niet zo dat A.I. altijd zorgt voor bias, of juist altijd bias voorkomt, is de conclusie. ‘Alleen als A.I. ethisch ontwikkeld, zorgvuldig getraind én continu gecontroleerd wordt, helpt het echt bij eerlijker werven.’

Meer weten?

Download de hele whitepaper over A.I. en bias via:

Whitepaper

Meer horen? 

Op 28 oktober vindt AI & Talent plaats, hét event waar de toekomst van HR en recruitment centraal staat. Welke onderwerpen wil jij dat daar de revue passeren? En wie of welke organisatie zou je daar graag eens op het podium zien en horen? Laat het weten via onderstaand formulier:

Geef jouw voorkeur voor event AI & Talent 2025

"*" geeft vereiste velden aan

Privacy*
Nieuwsbrief
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Lees ook

Wim op woensdag: Waarom het vertrek van een medewerker de vijand is van aantrekkingskracht

We steken tonnen tijd en energie in employer branding. Glossy foto’s, een uitgebreid EVP-onderzoek, een krachtig verhaal, een strak design, misschien zelfs een video met dronebeelden. Alles om te laten zien hoe aantrekkelijk we zijn als werkgever. Maar zodra iemand vertrekt, reageren we vaak stilletjes. Geen reflectie, geen verhaal, geen communicatie. Terwijl in zo’n vertrek van een medewerker misschien wel het échte employer brand zit – niet in hoe mooi je jezelf presenteert, maar in hoe je omgaat met iemand die besluit weg te gaan.

Het signaal van een exit klinkt harder dan welke vacaturetekst ook.

Want eerlijk is eerlijk: als een collega vertrekt, zendt dat een signaal uit. Naar het team, naar de markt, naar potentiële kandidaten. En dat signaal klinkt harder dan welke vacaturetekst ook. Toch doen we vaak alsof vertrek gewoon ‘hoort bij het spel’. Alsof het niets zegt. Alsof onze aantrekkingskracht onverminderd groot blijft, ook als mensen weglopen. Maar hier zit het venijn: je aantrekkingskracht als werkgever leeft niet in je campagnes. Die leeft in de verhalen die anderen over jou vertellen – juist als ze weggaan.

Ook het vertrek van een medewerker heeft grote invloed op het zorgvuldig opgebouwde employer brand, stelt Wim van den Nobelen. 'Dus als je aantrekkelijk wilt zijn voor nieuwe mensen, zorg dan dat je netjes omgaat met de mensen die vertrekken.' 

Een moment van waarheid

Dus:

  • Hoe praat een vertrekkende collega over jouw organisatie op een vrijdagmiddagborrel?
  • Hoe voelt een sollicitant zich als hij via-via hoort waarom iemand vertrok?
  • Wat denkt een kandidaat als hij LinkedIn afstruint en ziet wie allemaal ex- zijn?

Het vertrek van een medewerker is niet alleen een HR-proces. Het is een moment van waarheid. En het is – als je het negeert – ook de stille vijand van je zo zorgvuldig opgebouwde employer brand.

‘Aantrekkingskracht zonder zelfreflectie is gewoon zelfoverschatting.’

Kortom: als je aantrekkelijk wilt zijn voor nieuwe mensen, zorg dan dat je netjes omgaat met de mensen die vertrekken. Dat hun verhaal óók klopt met het beeld dat jij van jezelf wilt neerzetten. En misschien nog wel belangrijker: luister naar het waarom van dat vertrek. Want als aantrekkingskracht echt is, wil niemand weg.
 En onthoud: aantrekkingskracht zonder zelfreflectie is gewoon zelfoverschatting.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

Nu A.I. steeds meer de rol van zoekmachines overneemt, komen ook de GEO-specialisten op

Het was een bijzondere dag, eind juni, bij het Goudse onlinemarketingbureau Doublesmart. Het was namelijk de dag dat daar een nieuwe medewerker in dienst trad. En niet zomaar een medewerker, maar een GEO-specialist. Oftewel: een soort SEO-specialist, maar dan iemand die zich niet bezighoudt met Google, maar met hoe je jouw organisatie vindbaar kunt maken in A.I.-‘zoekmachines’. En daarmee zijn ‘GEO-specialisten’ meteen officieel als functietitel in gebruik op de Nederlandse arbeidsmarkt, stelt Remco Zuidbroek, medeoprichter van Doublesmart, trots.

De klassieke SEO-medewerker heeft vaak niet genoeg kennis en tijd om zich hier goed mee bezig te houden.’

‘Vanuit ons GEO-experiment, waar we een aantal maanden geleden mee zijn gestart, hebben we al een aantal concrete inzichten opgedaan over hoe je vindbaar kunt worden in A.I.’, legt hij uit. ‘Om hier direct op door te pakken, was een GEO-specialist aannemen een logische stap. Zo kunnen we de kennis direct toepassen in de praktijk. Ik denk dat dit thema bij veel bedrijven en ondernemers in de lucht blijft hangen, omdat de klassieke SEO-medewerker niet genoeg kennis en tijd heeft om zich hier goed mee bezig te houden. Terwijl dit juist hét moment is hier actie op te ondernemen, wil je je concurrentie voorblijven.’

5 inzichten

GEO, kort voor: Generative Engine Optimization, is sterk in opkomst. Zo stijgt het aantal gebruikers van ChatGPT nog altijd, terwijl het aantal zoekopdrachten in Safari, de standaardbrowser voor iPhone en iPad, in april 2025 voor het eerst is gedaald. Veel mensen wenden zich nu vaak eerder tot een LLM dan tot Google voor hun online zoekopdrachten. De GEO-specialist die eind juni bij Doublesmart in dienst is getreden houdt zich dan ook volledig bezig met de vraag: hoe worden bedrijven beter vindbaar in dit soort A.I.-zoekmachines als ChatGPT en Perplexity?

Het aantal zoekopdrachten in Safari, de standaardbrowser voor iPhone en iPad, is in april 2025 voor het eerst gedaald.

Uit GEO-experimenten die Doublesmart de afgelopen 3 maanden bij 20 bedrijven heeft getest, heeft het bedrijf overigens 5 inzichten verzameld, waar de GEO-specialist nu zijn voordeel mee kan gaan doen. Zo blijken A.I.-crawlers, in tegenstelling tot de klassieke Googlebot, minder te scannen, maar vooral te focussen op de semantische HTML van je pagina, en dit onder meer te combineren met kennis uit andere bronnen. Dit betekent onder meer dat je website goed moet functioneren zonder JavaScript. A.I.-crawlers kunnen namelijk moeilijk omgaan met complexe JavaScript-pagina’s.

Relevantie en versheid

Ook snelheid is belangrijk, zo blijkt uit de experimenten. ‘Was je vroeger tevreden als je content eenmaal in de index stond, draait het nu vooral om snelheid. In ons experiment merken we dat content die als eerste geïndexeerd wordt, sneller een A.I.-vermelding krijgt’, aldus ‘broer van’ en medeoprichter Rick Zuidbroek. ‘Een recente analyse van 8.000 A.I.-citaties toont aan dat voor trending onderwerpen, content die minder dan 24 uur oud is, 73% van de tijd wordt geciteerd, vooral bij trending onderwerpen.’ ChatGPT kiest bijvoorbeeld zijn bronnen op relevantie en versheid, in tegenstelling tot de indexering van Google.

Tabel met verschillen hoe Google en Answer engines content beoordelen op expertise

Ander verschil met Google is dat A.I.-zoekmachines niet zozeer focussen op websites met veel autoriteit, maar veel meer letten op expertise binnen een specifiek onderwerp. Dat biedt kansen aan niche-websites die veel waardevolle content bieden over een specifiek thema. ‘In plaats van alleen naar het aantal backlinks te kijken, gaat het nu om de inhoud en hoe goed je de zoekvraag beantwoordt’, aldus Zuidbroek. ‘Dit betekent dat A.I. niet enkel kijkt naar de kwantiteit van je content, maar vooral naar de kwaliteit en de samenhang van je informatie.’

Focus op brand mentions

En dat betekent trouwens ook: de A.I.-zoekmachines kijken niet zozeer naar herhaling, maar waarderen juist vooral content die iets nieuws toevoegt: nieuwe inzichten, originele visies of zelfs unieke onderzoeken. ‘Dit wil zeggen dat het belangrijker is dan ooit om je eigen onderzoek te publiceren, je eigen tools of resources te bouwen, en ervoor te zorgen dat je iets toevoegt dat de bestaande content niet biedt’, aldus Zuidbroek, die ten slotte opmerkt dat het ook steeds minder gaat om hoeveel backlinks je gebruikt, maar om hoeveel je merk online wordt genoemd.

‘A.I. haalt 95% van zijn antwoorden uit bronnen die buiten jouw controle liggen.’

‘De focus verschuift steeds meer naar brand mentions‘, stelt hij. ‘A.I. haalt 95% van zijn antwoorden uit bronnen die buiten jouw controle liggen, zoals onafhankelijke blogs, nieuwswebsites, en Wikipedia (heel belangrijke!).’ Daar kun je van profiteren, bijvoorbeeld door je employer brand te laten opmerken door andere sites en actief te zijn in belangrijke communities of forums. ‘Dit kun je doen door deel te nemen aan gesprekken in je branche (denk aan platforms als Reddit) en door je PR-machine te activeren.’

Meer weten? 

Op 28 oktober vindt AI & Talent plaats, hét event waar de toekomst van HR en recruitment centraal staat. Welke onderwerpen wil jij dat daar de revue passeren? En wie of welke organisatie zou je daar graag eens op het podium zien en horen? Laat het weten via onderstaand formulier:

Geef jouw voorkeur voor event AI & Talent 2025

"*" geeft vereiste velden aan

Privacy*
Nieuwsbrief
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Lees ook

Dirk Meeuws (Mysolution): ‘Hoe rijker de informatie, hoe breder je kandidaten kunt zoeken’

Hij heeft een achtergrond in luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Hij spotte albatrossen en zwom met dolfijnen. Is geboren in Mozambique, maar groeide na wat omzwervingen uiteindelijk op in het Brabantse Geldrop. En zijn favoriete vraag, al vanaf toen hij nog een kleine jongen was, is: waarom? Ziedaar een aantal feiten uit het rijke online profiel van Dirk Meeuws, die als Director Product & Development verantwoordelijk is voor het Total Talent Management Platform van Mysolution, dat staffing- en recruitmentbureaus helpt bij het optimaliseren van hun processen.

Hoe rijker en relevanter de informatie in profielen, hoe beter het voor de recruiter is.

En juist dat rijke profiel is interessant, zegt Meeuws zelf, in een podcast, opgenomen tijdens het recente Werf& Live, waar hij later op de dag ook een presentatie zou geven. Want hoe rijker en relevanter de informatie in profielen, hoe beter het voor de recruiter is, zegt hij. Je moet volgens hem dus niet allerlei informatie weglaten, zoals bij anoniem solliciteren het geval is, maar juist alle informatie die beschikbaar is gebruiken. ‘Dan komen er vanzelf matches naar boven waar je misschien niet aan gedacht had, of die even buiten je netvlies waren gevallen.’

Contextual recruitment

Dat gaat al best ver, vertelt hij. Zo werkt Mysolution samen met de Universiteit van Amsterdam aan een A.I.-lab, dat technologie levert die skills herkent en redeneert over logische carrièrepaden en de inhoud van gesprekken begrijpt. ‘Stel je voor: een kandidaat belt je op, en zodra je het gesprek beëindigt, zijn de belangrijkste punten al verwerkt in je ATS. Taken zijn aangemaakt, skills herkend, een match voorgesteld. Geen handmatige notities meer, geen losse eindjes. Dat is wat de A.I.-oplossing van Mysolution mogelijk maakt. Zo werk jij als recruiter sneller, slimmer én eerlijker’, aldus Meeuws.

‘Een cv zegt alleen iets over wat iemand was, niet over wat iemand wil worden.’

Hij heeft het daarbij over wat hij ‘contextual recruitment‘ noemt, oftewel: veel meer informatie vastleggen over kandidaten dan alleen een cv. ‘Want dat zegt alleen iets over wat iemand was, maar niet over wat iemand wil worden. Gespreksverslagen, schriftelijke communicatie met een kandidaat, het kan allemaal helpen om een goede match te maken.’ En dat betreft trouwens ook de kant van de hiring manager, benadrukt hij. ‘Als je daar een goede uitvraag doet, waarbij je niet alleen naar de harde kant van de vacature kijkt, en dat vastlegt via bijvoorbeeld In2Dialog of Simply, kan A.I. je natuurlijk ook al helpen tot een betere match te komen.’

Liever geen Ajacieden?

Hij noemt het voorbeeld van een vacature voor een projectcoördinator, waar uiteindelijk het profiel van een directiesecretaresse voor naar boven kwam. ‘Eigenlijk best logisch, als je erover nadenkt.’ Maar tegelijk een profiel dat traditioneel gezien misschien niet zo snel door de selectie zou komen. Zo probeert het systeem iedereen gelijke kansen te bieden, aldus Meeuws. ‘Ook daarvoor werken we samen met de UvA. En gelukkig kunnen we daarbij steeds beter aantonen dat het ook echt werkt, en onze methodiek inclusief genoeg is.’

Een risico is er natuurlijk ook. Hoe meer informatie over kandidaten, hoe meer afwijzingsgronden ook. Wat als je als Feyenoord- of PSV-fan bijvoorbeeld zegt geen Ajacieden in je organisatie te willen? Kan de A.I. die dan uitfilteren? ‘Daar zit altijd de balans in van: wat is de voorverwerking die we doen om te zorgen dat we zulke niet-relevante informatie weghalen of niet gebruiken voor de match. Wij hebben natuurlijk geen invloed op de uiteindelijke keus van een recruiter of klant. Maar wij zullen wel alles eraan doen dat alles compliant is, ISO-gecertificeerd, en we naar eer en geweten alles doen om ervoor te zorgen dat iedereen een gelijke kans heeft.’

Het hele verhaal horen?

Meer weten over de visie van Dirk Meeuws (Mysolution)? Luister hier de hele podcast:

Lees ook:

 

‘De arbeidsmarktkrapte is geen incident, maar een systeemprobleem’

Het lijkt misschien alsof de grootste problemen een beetje voorbij zijn. Maar volg je het nieuws over de personeelstekorten, dan blijkt de situatie vaak nog altijd schrijnend. In de bouw heeft bijvoorbeeld nog altijd 80% van de ondernemers er last van (met toenemende kans op ongevallen), net als velen in de horeca, de kinderopvang, de accountancy, de huisartsen of bij gemeenten. Het Zuyderland-ziekenhuis moest vorige week zelfs nog bekend maken de acute zorg voor maanden te sluiten vanwege personeelstekort. Het aantal vacatures staat al 3 jaar lang op recordniveau, en de alom verwachte daling lijkt maar niet in te zetten.

Enerzijds honderdduizenden mensen langs de kant, anderzijds nog altijd grote - structurele - krapte. Geen incident, maar 'een systeemprobleem', aldus econome Barbara Baarsma. 'De toekomst vraagt geen kleine aanpassingen, maar grote keuzes.'

Personeelstekorten kun je tegenwoordig overal tegenkomen. Bij een zwembad, GAMMA, operatiekamer of rechtbank die gesloten is: steeds vaker wordt het argument aangehaald dat personeel gewoon niet te vinden is, en daarom de deuren dicht moeten blijven. Ooit waren het uitzonderingen, nu zijn het dagelijkse realiteiten. Nederland kampt dan ook met een structureel tekort aan arbeidskrachten – en het einde is nog lang niet in zicht, schrijft Barbara Baarsma, de bekende hoofdeconoom van PwC, in het meest recente nummer van ESB. ‘Dit is geen tijdelijk fenomeen, maar een fundamentele uitdaging voor de komende decennia.’

Maatschappelijke ambities

‘Veel (publieke) taken zoals zorg, onderwijs, kinderopvang en veiligheid komen onder druk te staan door de aanhoudende krapte’, zo haalt ze een rapport van de SER aan. En dat rapport was dan zelfs nog geschreven in een tijd vóórdat Defensie besloot zijn personeelsbestand te willen vergroten naar misschien wel 200.000 medewerkers, een nieuwe aanslag op de dus toch al krappe arbeidsmarkt. Want ook elders zijn er veel (maatschappelijke) ambities, zoals een zwaarder energienet, meer drinkwatercapaciteit en het inlopen van de achterstand van onderhoud van autowegen en het spoor, waar ook nog zo’n 125.000 extra mensen voor nodig zijn.

‘Dit is geen tijdelijk fenomeen, maar een fundamentele uitdaging voor de komende decennia.’

En waar al die mensen vandaan te halen? ‘Hoewel het arbeidsaanbod in Nederland tot 2033 nog wel iets zal toenemen – vooral dankzij hogere arbeidsparticipatie onder ouderen – is die toename bij lange na niet genoeg om de structurele tekorten op te vangen, zelfs als de conjunctuur afkoelt’, concludeerde ook het CPB al niet voor niets. Want aan de andere kant ontstaan – vooral doordat mensen met pensioen gaan – volgens de meest recente arbeidsmarktprognose van het UWV  wel gewoon elk jaar nog eens zo’n 1,5 miljoen vacatures. En dan is eventuele groei dus nog niet eens meegerekend.

3 knoppen

Als we blijven doen wat we deden, krijgen we minder dan we nodig hebben, aldus Baarsma. De arbeidsmarktkrapte is volgens de hoogleraar dan ook geen incident, maar ‘een systeemprobleem. Wie nu niet hervormt, zadelt de volgende generatie op met onoplosbare tekorten.’ De toekomst vraagt volgens haar dan ook niet om kleine aanpassingen, maar om ‘grote keuzes’. Daar hebben we gelukkig ook geen tekort aan, schrijft ze, waarbij ze 3 mogelijke knoppen schetst, waaraan (tegelijk) kan worden gedraaid. Niet helemaal nieuw misschien, maar goed om hier nog eens te herhalen.

Knop 1. Meer arbeidsaanbod

Kunnen we nog meer mensen aan het werk krijgen? In een rapport van Denkwerk staan daarvoor 3 opties. Allereerst kunnen we proberen de arbeidsparticipatie nog verder te verhogen, van 9,8 naar 10,5 miljoen werkenden, door bijvoorbeeld ouderen en mensen met een arbeidsbeperking beter naar werk te begeleiden. ‘Een toename van de participatie van ouderen naar het niveau van koploper Zweden voegt naar schatting 170.000 fte extra toe. En krijgen we de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking naar het niveau van landen als Italië, Letland en Denemarken zou dat nog eens ruim 90.000 voltijdsbanen extra kunnen opleveren.’

‘Breng 4,7 miljoen deeltijders van 23 naar 28 uur, en je hebt 600.000 extra fte gerealiseerd.’

Een andere optie is: een langere gemiddelde werkweek. ‘Breng 4,7 miljoen deeltijders van 23 naar 28 uur, en je hebt 600.000 extra fte gerealiseerd, al is ook hier de praktijk weerbarstiger dan deze rekensom doet vermoeden’, schrijft Baarsma. Als laatste mogelijkheid voor een groter arbeidsaanbod noemt ze stijging van de arbeidsmigratie van 130.000 naar zo’n 195.000 mensen per jaar. ‘Het is echter de vraag of er voldoende draagvlak is voor een dergelijke immigratie, mede vanwege de extra druk op voorzieningen’, schrijft ze er wel bij. ‘Ook leidt meer migratie weer tot een extra vraag naar arbeid.’

Knop 2. Betere matching

De tweede knop: een betere aansluiting tussen vraag en aanbod. Het gaat immers niet alleen om te weinig mensen, maar ook om: de verkeerde mensen op de verkeerde plek, aldus Baarsma. ‘We hebben dus te maken met zowel een kwanti- als een kwalitatief tekort.’ Hier ligt volgens haar niet alleen een sleutelrol voor betere recruiters en beter gefundeerde werving- en selectieprocedures, maar ook voor: een levenlang ontwikkelen voor iedereen.

‘Als het lukt een drastische omscholingsoperatie op touw te zetten, wisselen in het beste geval 422.000 mensen van baan.’

‘Om werkenden te stimuleren zich om te scholen naar andere sectoren kunnen leer/werktrajecten, tijdelijke loonsuppletie en individuele leerrekeningen soelaas bieden. Dit kan betaald worden uit een publiek-privaat omscholingsfonds dat wordt gevuld met bijdragen van overheid, werkgevers en sectorale O&O-fondsen. Als het lukt om een drastische omscholingsoperatie op touw te zetten, wisselen in het beste geval 422.000 mensen van baan.’ En dat kan grote krapte in die bewuste sectoren dus grotendeels helpen voorkomen of oplossen, verwacht ze.

Knop 3. Hogere productiviteit

De derde knop? Dat is de arbeidsproductiviteit verhogen, en zo de vraag naar arbeid terugschroeven. ‘Als we met minder mensen méér kunnen doen, verlichten we de druk op de arbeidsmarkt zonder dat de kwaliteit van dienstverlening daalt.’ Denk bijvoorbeeld aan wat A.I. hierin kan doen. Maar, voegt Baarsma ook meteen toe: ‘We kunnen het ook omdraaien: er is niet zozeer een tekort aan arbeid, als wel een overschot aan banen – vooral laagproductieve banen die weinig waarde toevoegen en veel arbeid vragen.’

‘Als we met minder mensen méér doen, verlichten we de krapte zonder dat de kwaliteit van dienstverlening daalt.’

Denk: slachthuizen en distributiecentra. Daar kun je dus met ruimtelijke ordening iets tegen doen, of met een hoger wettelijk minimumloon, of beter toezicht op onderbetaling. Ook kun je via strengere milieunormen bijdragen aan een verschuiving van arbeid naar schonere, innovatievere sectoren met hogere toegevoegde waarde. ‘Dit gaat dan ten koste van vervuilende activiteiten, zoals de olieraffinage’, verwacht Baarsma. Genoeg knoppen dus om de toekomst van de arbeidsmarkt met iets meer vertrouwen tegemoet te zien. Al moet dan natuurlijk nog wel iemand al die knoppen indrukken…

Lees ook