Het is net half november, maar wat een jaar hebben we al gehad. Van six seven tot Group 7, van matcha in blik tot traybakes, en van vliegende suikereenhoorns tot Una Paloma Blanca; de online trends volgen elkaar in een steeds razender tempo op. Maar wat was in de wereld van recruitment nou de grootste trend van het jaar, behalve de onstuimige opmars van A.I.? We vroegen het een flink aantal deskundigen, waarbij allereerst de groei van skills based hiring opviel:
Onno Gout (SteamTalmark): ‘Skills boven diploma’s. In 2025 zijn er in Nederland steeds meer bedrijven en sectoren waar je zonder diploma kunt solliciteren. Denk aan werkgevers als Essent, PostNL en Randstad. Door personeelstekorten en een focus op vaardigheden boven papieren, zijn de mogelijkheden flink toegenomen. Uit onderzoek van McKinsey blijkt ook dat het inhuren op basis van vaardigheden 5 keer meer voorspellend is voor prestaties dan werven op basis van opleiding.’
Gertjan de Waal (The Addstore en voorzitter Recruiters United): ‘De verschuiving van diploma’s en functietitels naar wat iemand echt kan – en hoe snel iemand kan leren. Dat vraagt van recruiters iets nieuws: niet alleen vacatureteksten herschrijven, maar ook selecteren op potentieel en cultuurfit. Het is een andere bril: je kijkt niet langer naar waar iemand vandaan komt, maar naar waar iemand naartoe kan groeien.’
‘Skills based hiring vraagt van recruiters een andere bril.’
Remko Booghmans (Recruitment Marketeers): ‘Voor mij was de grootste trend ook dat de verschuiving naar skills-based hiring bleef groeien. Steeds meer organisaties selecteerden op vaardigheden in plaats van diploma’s of functietitels, wat zorgt voor inclusievere en dynamischere teams.’
Maar ook: microshifting
Maar er waren ook tal van andere trends die in het oog sprongen.
Heleen Stoevelaar (The Referral Company): ‘Microshiftingbij Generatie Z was voor mij de grootste trend. Eindelijk gaan we het belang zien van het communiceren op verschillende manieren met de verschillende generaties die er nu zijn. Binnen dat gegeven vind ik microshifting echt een megatrend waar je als werkgever ook aandacht aan moet besteden en dus moet nadenken hoe je daarmee wil omgaan. En dus ook over na moet denken in je campagnes…’
Arjan Elbers (Guruz): ‘Ik heb me bijzonder verbaasd over de snelst groeiende Nederlandse functie in de afgelopen 2 jaar. De beleidsmedewerker. Er zijn er in de laatste 2 jaar maar liefst 39.000 bijgekomen. Wat een nachtmerrie. Tel al die beleidsmedewerkers op bij de categorieën adviseurs en (zelfbenoemde) coaches en je ziet een megatrend in groei van bullshitbanen!’
‘Ik zie een megatrend in groei van bullshitbanen!’
‘Natuurlijk wil je nu weten of je zelf werkt in een bullshitbaan?! Komt goed, we gaan het testen. Ga volgende week 3 weken met onaangekondigd verlof. Neem geen telefoon op en beantwoord geen enkele e-mail. Kom je terug op je werk in week 4 en staat je werkgever of onderneming niet compleet in de fik? Dan is de kans groot dat je een dikke vette bullshitbaan hebt. Gewoon stoppen en wat zinnigs gaan doen. Als je collega’s of je klanten je nodig hebben, gaan ze wel naar ChatGPT. Dus de dag na de grote test gewoon een mooie baan zoeken in de zorg of techniek. Dan is dat probleem van onze arbeidsmarkt ook meteen opgelost.’
Leroy Meurs (Recruitment Solutions Company): ‘Voor mij was de opkomst van recruitment marketing automation een grote trend. Steeds meer commerciële partijen springen erop in, al lijkt iedereen iets anders eronder te verstaan. De onderliggende trend is evenwel duidelijk: organisaties willen hun eigen community of database opbouwen waarmee ze rechtstreeks kunnen communiceren. Employer branding verandert daardoor van zenden naar deelnemen. Je wilt als werkgever onderdeel worden van het dagelijkse leven van je doelgroep, niet alleen zichtbaar zijn als er een vacature is.’
‘Je wilt onderdeel worden van het dagelijkse leven van je doelgroep, niet alleen zichtbaar zijn als er een vacature is.’
Wim Thielemans (auteur, Dynamo.be): ‘Ik ben vooral blij met de herwaardering van gestructureerde sollicitatiegesprekken die ik zie. Na jaren van focus op employer branding, hippe vacature filmpjes, culture fit en onderbuikbeslissingen zie je dat organisaties opnieuw nadenken over waarom en hoe ze eigenlijk interviewen. De trend is niet sexy, maar fundamenteel: terug naar het gesprek als professioneel selectie-instrument.’
Tweedeling
Maar er zijn ook mensen die zich zorgen maken om de gehele ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Zoals:
Bas van de Haterd (Digitaal-Werven): ‘Ik zie een steeds grotere tweedeling. Aan de ene kant te veel sollicitanten en aan de andere kant ook nog steeds een krapte in veel beroepen.’
En ja, daarbij speelt A.I. soms ook een rol. Zegt bijvoorbeeld
Maarten Westerduin (The Talentpool Community): ‘Toch wel de angst dat veel jongeren zich door de ontwikkelingen bedreigd voelen nu veel instapbanen over genomen lijken te worden door A.I.’
En dan zijn er natuurlijk ook nog altijd mensen die eigenlijk helemaal geen trend zien die níet met A.I. te maken heeft. Zoals:
Wim van den Nobelen (FinCar): ‘Goeie vraag. Ik heb deze aan ChatGPT gesteld, maar die kon me ook geen antwoord geven. Dus ik weet het niet…’
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
‘Fantastisch nieuws met grote gevolgen’, zo jubelde de FNV vorige week al meteen. En met name in dat laatste, daar kan de vakbond wel eens gelijk in hebben. Want de uitspraak van de hoogste Europese rechter bevestigde namelijk dat de Europese minimumlonenrichtlijn rechtsgeldig is en dus ingevoerd moet worden. En hoewel dat op zich nog niets zegt over de hóógte van dat minimumloon, betekent het bijvoorbeeld wel dat Nederland aan de bak moet. Want het huidige mimimumloon voldoet niet aan de norm in de Europese richtlijn, wat met name geldt voor het minimumjeugdloon.
Volgens de richtlijn moeten minimumlonen, en dus ook het jeugdloon, bijvoorbeeld toereikend zijn om van te kunnen leven. Dat is in Nederland al jaren niet het geval. Dit geldt volgens de richtlijn zowel voor of iemand kan leven van het loon (absolute toereikendheid) als voor of het loon fair is ten opzichte van andere lonen en de welvaart in het land (relatieve toereikendheid). Aan beide voorwaarden wordt in Nederland momenteel niet voldaan: 18- en 19-jarigen die van het minimumloon moeten rondkomen verdienen bijvoorbeeld mínder dan de minimale kosten van levensonderhoud, zoals het Nibud die berekent.
‘Leeftijdsdiscriminatie’
‘De Europese rechter heeft bevestigd dat werknemers recht hebben op een toereikend minimumloon. De Europese norm staat fier overeind als maatstaf. Dus nu moet het minimumloon als de wiedeweerga omhoog’, reageert FNV’s interim-voorzitter Dick Koerselman op de uitspraak. ‘Het minimumjeugdloon is discriminatie op basis van leeftijd. Het kabinet weigert dit op te pakken, maar het moet nu dus van tafel!’
‘Het kabinet weigert dit op te pakken, maar het moet nu dus van tafel!’
Zweden en Denemarken hadden deze rechtszaak aangespannen omdat zij meenden dat de EU geen bevoegdheid zou hebben om voor minimumlonenbescherming te zorgen. Die stelling is door het Europees Hof nu onderuitgehaald. De EU is volgens de rechter bevoegd om regels op te stellen over toereikende beloning – en lidstaten moeten deze dus uitvoeren. Wel stelde het Hof dat niet de EU, maar de lidstaten zelf gaan over het vaststellen of aanpassen van de minimumlonen. Ook mag de EU niet bepalen of minimumlonen verlaagd mogen worden bij bijvoorbeeld inflatie of deflatie. Die macht blijft bij de lidstaten, aldus de rechter.
1.000 euro minder dan Belgen en Duitsers
Maar het overgrote deel van de richtlijn blijft dus wel in stand. En dat heeft grote impact. Nederland heeft namelijk een notoir laag minimumloon. Zo verdienen 18-jarigen in Duitsland en België respectievelijk 1.038 en 989 euro méér per maand. Met het uurloon is het zelfs nog slechter gesteld. Het mediane uurloon van jongeren onder de 20 is in Nederland gecorrigeerd voor de prijzen lager dan bijna alle landen in Europa. Alleen jongeren in Bulgarije zijn nog slechter af dan Nederlandse jongeren, zo rekenden Jacob-Jan Koopmans en Vera Vrijmoeth recent voor.
Alleen jongeren in Bulgarije zijn nog slechter af dan Nederlandse jongeren.
In Nederland verdient een 18-jarige slechts 50%van het volwassenen loon. In Ierland, het enige andere EU land met een minimumjeugdloon voor 18-plussers, is dat 80%. De groei van het minimumjeugdloon is de laatste jaren ook achtergebleven bij de ontwikkeling van de welvaart en het mediane loon in Nederland. Volgens de Europese richtlijn is afwijken van het normale minimumloon alleen toegestaan, als het een legitiem doel dient dat aantoonbaar helpt om het doel te behalen. ‘Het is echter twijfelachtig of dit voor Nederland het geval is’, aldus Vrijmoeth en Koopmans, auteurs van het binnenkort te verschijnen boek Machtige Mythes.
Motie van Volt
De Tweede Kamer nam een jaar geleden al een motie aan van Volt-fractievoorzitter Laurens Dassen om al per 1 januari 2026 het minimumjeugdloon stapsgewijs te verhogen, ‘waarbij de eerste stap is dat een 18-jarige 70% van het volwassenenminimumloon verdient, een 19-jarige 80% en een 20-jarige 90%’. Maar de dubbel-demissionaire regering van BBB en VVD besloot die motie in september toch maar doodleuk naast zich neer te leggen, eigenlijk zonder heldere argumentatie. Waarnemend SZW-minister Mona Keijzer houdt vast aan het kabinetsvoorstel om pas per januari 2027 een beperkte verhoging door te voeren, zo meldde ze.
Dan maar verhuizen naar Duitsland?! Want in Nederland verdien je als jongere de helft minder dan de landen om ons heen. En dat komt dus door het jeugdloon! Oneerlijk toch?! Tijd voor actie! Teken daarom onze petitie en kom op 1 mei naar de Dag van de Arbeid in Amsterdam als we massaal van ons laten horen. Beide links staan in onze bio 🔗 #jeugdloonhalfloon#1mei#dagvandearbeid
De recente uitspraak van het Europese Hof maakt die opstelling dus wel steeds moeilijker vol te houden voor het – huidige of komende – kabinet. Een 18-jarige (en dus volwassen) werknemer verdient vanaf 1 juli dit jaar 7,20 euro per uur. Dat is de helft van het minimumloon van een werknemer van 21 jaar en ouder, die dit jaar minimaal 14,40 moet verdienen. Volgens een peiling van kennisplatform Onderneming.nl eerder dit jaar vindt 45% van de Nederlanders dat jongeren zo eigenlijk worden uitgebuit door het huidige jeugdloonstelsel.
Bij veel bureaus in de arbeidsbemiddeling gaat 2025 waarschijnlijk niet de boeken in als het meest succesvolle jaar uit hun geschiedenis. De bomen kunnen natuurlijk ook niet tot in de hemel blíjven groeien. Voor velen zal het toch wel voelen alsof ze met de rug tegen de muur zijn geduwd. En dan heb je 3 opties: vechten, vluchten of bevriezen. Alleen voor de eerste categorie, de mensen die denken: never waste a good crisis, is dit stuk geschreven. Voor degenen die willen vluchten of bevriezen, hoop ik dat ik ongelijk heb met de stelling: 2026 wordt zwaarder dan 2025.
Als de druk toeneemt, wordt ondernemerschap vloeibaar.
Eerst maar even de oorzaken van de zware tijd. De krapte neemt over de hele linie af, het aanbod van mensen neemt toe, techpartijen nemen een steeds grotere hap uit het budget en van de marge, loonkosten stijgen, nieuwe wetgeving zorgt voor onzekerheid, handhaving van bestaande wetgeving zorgt voor minder handelingsruimte en de A.I.-revolutie grijpt ook snel om zich heen in de staffing-industrie. Als de druk toeneemt, wordt ondernemerschap vloeibaar en kunnen degenen die ‘vechten’ het voordeel zien en pakken. De volgende 15 mogelijkheden liggen daarbij volgens mij voor het oprapen:
#1.Ontmoet klant en kandidaat weer écht
Echt succesvolle bureaus zijn vaak decentraal georganiseerd. Ze zijn vaak niet eens zozeer in het straatbeeld terug te vinden, maar nóg dichterbij – op het industrieterrein waar ook hun klanten zitten. En ze hebben vaak ook lokale inlooppunten waar ze kandidaten 1-op-1-begeleiding kunnen bieden, van sollicitatietraining tot de start op de eerste werkdag.
Deze groep heeft zeer goed in de gaten dat misschien wel 4 op de 10 werkenden het digitale kanaal het liefst mijden, en dat de meeste kopers van flex graag ontzorgd willen worden en met een echt mens zaken willen doen. Digitalisering en AI zijn – als het gaat om het realiseren van omzet en het binden van kandidaten en klanten – vooralsnog hier niet dominant aanwezig. De menselijke touch maakt het verschil in een markt die steeds digitaler wordt.
#2.Beloon ondernemerschap
Niet alleen de bureaus die decentraal en lokaal georganiseerd zijn doen het goed, ook veel bureaus die ondernemerschap stimuleren. En dan ondernemerschap niet in de zin van (te) hoge franchise-fees, maar vooral mensen die hun sporen hebben verdiend doordat ze hebben laten zien het recruitment- en uitzendvak te verstaan en daarna zich kunnen inkopen of beloond worden als ondernemer met interessante en aantrekkelijke winstdeelnemingen en aandelen.
Eigenaren van detacheringsbedrijven, uitzendbureaus en alle andere varianten van commerciële arbeidsmarktbemiddeling die ondernemerschap belonen zie je vaak de markt outperformen. Succesvol een staffing-bedrijf hebben betekent dat je niet alleen de juiste ondernemers moet kunnen vinden en zien, maar ook dat je ondernemerschap stimuleert en beloont. Een van de beste voorbeelden in Nederland is daarin WerkTalent, tegenwoordig veelvuldig te zien in de tv-reclames. Overigens ook een briljante SEO-naam…. Werk + talent.
#3.Zet volle bak in op GEO
GEO, oftewel Generative Engine Optimization: het zichtbaar zijn voor de Large Language Models en A.I.-zoekmachines van jou als werkgever en als bemiddelaar en vooral natuurlijk: van de vacatures die je bemiddelt. De verwachting is dat binnen nu en anderhalf jaar – zo medio 2027 – 1 op de 3 werkzoekenden zijn of haar baan zal vinden via ChatGPT of een andere LLM, zo laat onderzoek van Intelligence Group zien.
Het zoekgedrag van werkzoekenden ondergaat momenteel een ware revolutie. Dit geldt uiteraard niet voor de mensen die het digitale kanaal mijden (zie #1), maar bij de meesten wel. Bij de werkzoekenden die zich online oriënteren wordt A.I.-gestuurd zoeken (vooral via ChatGPT) het meest dominante kanaal.
Degene die GEO het beste en het snelste implementeert, is morgen een winnaar.
Wat betekent dit? In elk geval dat je als bureau met al je vacatures bovenaan vindbaar moet zijn voor A.I. Dat betekent een totaal hernieuwde strategie. Je moet heel veel, rijke informatie via de juiste structuren delen, en steeds minder afhankelijk worden van de kanalen die je vandaag de dag veelvuldig inzet. Degene die GEO het beste en het snelste implementeert en onder de knie heeft, is de winnaar van morgen.
#4.Investeer echt strategisch in A.I.
Als je denkt dat je met één nieuw A.I.-tooltje de revolutie in de arbeidsmarkt en de recruitmentindustrie kunt winnen, heb je het mis. A.I. verandert niet alleen het werkveld van de recruiter, de werkprocessen, de systemen die we gebruiken, of hoe we met kandidaten omgaan of onze nieuwe klanten binnenhalen. Het verandert het héle proces en de héle industrie – nu al. Dat moet je omarmen door een vernieuwende A.I.-strategie te hanteren, niet iets wat een deelproces verbetert. Het gaat hier niet om het A.I.’en van een klein deel van het proces (verticaal), maar om het herontwerp van het totale proces (horizontaal).
Als je denkt dat je met één nieuw A.I.-tooltje de revolutie in de arbeidsmarkt kunt winnen, heb je het mis.
Misschien wel één van de beste internationale voorbeelden van hoe dit moet, komt van het Nederlandse HappyNurse en haar Aisha. Hun aanpak is hierin volop te investeren, fouten durven maken en het verticaal over de hele linie oppakken en een ander uitgangspunt creëren (namelijk niet versnelling of verbetering van het proces, maar het volledig veranderen ervan). Dit legt ze geen windeieren. Je moet niet vreemd opkijken als zij straks heel snel marktdominantie zullen opbouwen, zeker als ze hun marketing ook goed oppakken (via bijvoorbeeld de mediakanalen van de latente doelgroep – zie Giant).
Tip: directies van bureaus die willen versnellen op gebied van A.I. en niet weten waar ze moeten beginnen kunnen het beste bellen met Marcel van der Meer. Wereldwijd één van de leiders op dit gebied en gespecialiseerd in het meenemen van directies en boardrooms in de A.I.-transformatie van de recruitmentindustrie.
#5.Bemiddel alleen nog kansrijke kandidaten
Voor iedereen die je aanneemt – of dat nou een recruiter is of iemand die je bemiddelt – is het elementair om te kijken naar de opbrengst, productiviteitswinst en groei die je behaalt met die persoon. Het gaat niet over de kosten, de time-to-hire, of de time-to-fill. Het gaat over: kun je doormeten wat de bijdrage van iemand is aan de productiviteit en de winstgevendheid van een organisatie?
Zodra je recruitment verantwoordelijk maakt voor de winstgroei, ga je er op een heel andere manier naar kijken.
Op het moment dat je recruitment verantwoordelijk maakt voor de winstgroei van een organisatie, ga je op een heel andere manier kijken naar werving, naar recruitment en naar de mensen met wie je werkt, en de kwaliteit van de mensen met wie je werkt. Recruitment is dan niet meer een kostenpost, maar een investeringsvehikel voor groei in marktaandeel en winstgevendheid. Een van de beste manieren om dit te doen is door het aantal bad hires sterk te reduceren en de retentie te vergroten. Zie dit rekenvoorbeeld
Dit principe geldt voor iedere eigen medewerker, maar ook voor iedere kandidaat die aan de deur klopt. Van elke kandidaat wil je een indicatie hebben van diens bemiddelbaarheid in algemene zin, maar in het bijzonder ten opzichte van de de eigen klantengroep. Zo zie je direct de potentiële waarde, zoals in onderstaand voorbeeld. Waarin 235 relevante profielen in de database, tegen 18 vacatures gematcht kunnen worden bij de klant BAM in plaats van 1 die nu in portefeuille is. In plaats van een potentiële opbrengst van 14.000 ligt er een potentiële opbrengst van 254.000 euro. En dat is slechts: 1 profiel, bij 1 klant….
#6.Weet wat een kandidaat/cv waard is
LinkedIn weet precies wat jouw profiel waard is en hoeveel advertentiegeld ze daarmee kunnen binnenhalen. Meta weet precies hoeveel geld ze kunnen verdienen met jouw Facebook- of Instagram-profiel. TikTok weet precies wat ze kunnen verdienen met jouw account als het gaat om producten en advertentieruimte die ze kunnen verkopen. Zodra een sollicitant solliciteert, moeten ook wij dus precies weten wat diens potentiële waarde is. Wat is het cv waard? Wat is diens bemiddelingskans? Wie van onze huidige klanten en prospects zijn op zoek naar deze kandidaat? Met welke skills kan ik de waarde van deze kandidaat vergroten?
Het is cruciaal om niet meer te kijken naar een kandidaat in de context van de vacature waarop hij/zij solliciteert, maar om te kijken naar de huidige en potentiële waarde van iemand zodra hij/zij solliciteert, los van de vacature. In het overwegingsmoment kan de recruiter die vacature meenemen, maar ook elke andere vacature waarop iemand bemiddeld kan worden. Zodra je kijkt naar de potentiële waarde van een cv, ga je heel anders recruiters aansturen en systemen inzetten. Bedrijven als Assessio en LDC kunnen dit soort analyses, via het uitrekenen van arbeidsmarktkansen en arbeidsmarktwaarden van cv’s, met API’s ondersteunen.
#7.Gebruik kandi-data
Nog steeds zijn er bureaus die géén gebruik maken van actuele arbeidsmarktdata en in het bijzonder doelgroepinformatie. Als je in de mist vaart zonder navigatie, kom je ook niet op de plek van bestemming. Waarom zou je dat dan wel doen als je een bedrijf leidt? Doelgroepen verschillen van elkaar in hun mediagebruik, arbeidsmarktgedrag, en verwachtingen. Dat varieert nog meer per functionele achtergrond, ervaringsniveau of de regio waarin ze wonen. Ze verschillen van elkaar in beweegmotieven en de media die je kunt gebruiken om tot conversie te komen.
Soms zijn de verschillen groot, soms klein, maar in die verschillen – hoe groot of klein ook – zit het extra conversiepercentage dat je winstmarge vergroot. Mooi voorbeeld: veel bureaus gebruiken A.I. om vacatureteksten te schrijven, maar gebruiken daarbij geen doelgroepinformatie. Met als gevolg dat zij misschien wel sneller een tekst schrijven, maar 15%mínder goede kandidaten krijgen. Gebruik je echter de juiste doelgroepinformatie en pullfactoren, dan neemt je conversie met bijna 200% toe. Binnen 30 seconden kun je een demo doen met Giant. En vergeet dan niet de A.I.-optie te gebruiken. Welkom in de toekomst….
#8.Voorspel de klantvraag
Als bureau reageer je vaak op de vraag van je klanten. Met een beetje mazzel komt zo’n uitstaande vraag met 24 tot 36 uur vertraging bij een accountmanager beschikbaar. Partijen die het beter voor elkaar hebben en hun eigen scrapers laten draaien op de opdrachten en vacatures van klanten, hebben echter vaak al met enkele seconden of minuten vertraging inzicht in nieuwe vragen. Daarmee hebben ze dus een dag of anderhalf dag voordeel in het aanbieden van kandidaten. Alleen dat al is een heel interessant gegeven en een voordeel in de concurrentie om je geschikte kandidaten zo snel mogelijk bij opdrachtgevers te krijgen.
De toekomst ligt in het predictive zijn, dus dat je een indicatie kunt maken van de toekomstige vraag die opdrachtgevers en inleners hebben in de komende week, maand, kwartaal en jaar. Daarmee kun je proactief naar je klanten toe met de prognose over rollen, skills, taken en FTE’s die ze nodig hebben om hun opdrachten, vacatures en uren ingevuld te krijgen. Van reactief naar proactief. Daarmee ben je vaak slimmer dan, en weet je vaak meer dan de opdrachtgever zelf. Zo word je een strategisch partner, maar vooral ook hofleverancier. En dat laatste is natuurlijk datgene wat je het liefst wilt.
#9.Verkoop afgewezen kandidaten
Een nieuw fenomeen in 2025: kandidaten die je niet kunt plaatsen (ook waarschijnlijk niet in de nabije toekomst), wijs je niet meer af, maar kun je nu dóórverwijzen naar The Talentpool Community. Het grote voordeel van samenwerken met de Talentpool Community is dat zij jou betalen voor doorverwezen kandidaten. Dat mes snijdt aan 2 kanten: enerzijds is het goed voor de candidate experience en bied je kandidaten, maar ook je eigen recruiters, zo een mooie experience door niet meer te hoeven afwijzen. Anderzijds krijg je ook nog gewoon geld voor het moment dat die afgewezen kandidaat zijn of haar cv uploadt naar de community.
Talent dat je nog steeds in je eigen talentpool hebt, kun je matchen bij vacatures die openstaan bij werkgevers.
Er zou ook nog een derde voordeel kunnen zijn: vacatures die jij zelf hebt en die je wilt invullen, worden automatisch gematcht met de database van de Talentpool Community. Daarmee heb je niet alleen snel toegang tot actuele cv’s en een nieuwe databron van de doorverwezen kandidaten van andere werkgevers en bureaus, maar liggen er ook commerciële mogelijkheden. Talent dat je nog steeds in je eigen talentpool hebt, kun je matchen bij vacatures die openstaan bij werkgevers. Money on the table is in elk geval dat waar je nu betaalt (cost per applicant), je dus ook nog omzet per doorverwijzing kunt krijgen.
Overigens is het buitengewoon slim vanuit een kostenperspectief, vanuit toegang tot een nieuwe database, toegang tot courante vacatures en voor een alternatieve omzetstroom, je aan te melden als bureau bij de beweging van de Talentpool Community.
#10.Begin een MSP en/of broker
In 2025 is vandaag (november) al bijna voor 10 miljard euro aan werk aanbesteed bij MSP’s en brokers. Bizar veel en bijna 3 keer zoveel als in 2024. Dat kan een incidentele uitschieter zijn – of een trend. In elk geval zie je steeds vaker bureaus die zich in consortia aanbieden als broker of MSP’er bij aanbestedingen. Zo proberen ze in een regiefunctie bij een klant te komen in plaats van in een afhankelijkheidssituatie waar ze zich nu vaak in voelen zitten. Los van een investering in dit groeisegment, is investeren in bidmanagementsowieso een slimme zet.
#11.Vind je eigen niche
De generalisten in de uitzendbranche hebben het momenteel zwaar. Maar als je in (hyper)niches en/of groeisegmenten acteert, is er nog veel te winnen. Arbeidsmarktdata kunnen verraden welke rollen, regio’s, studie- en opleidingsrichtingen, taken en skills een groeiende vraag kennen. Een interesse kan ook een niche definiëren, zoals een voorkeur voor bijvoorbeeld thuis of remote werken, of soms ook op hobby’s. Elke nichespeler die een groot marktaandeel heeft van de kandidaten binnen die niche is trouwens een winnaar, ongeacht de ontwikkelingen die in die markt plaatsvinden.
‘Elke nichespeler die een groot marktaandeel heeft van de kandidaten binnen die niche is trouwens een winnaar.’
Laat ik een paar van die groeisegmenten eruit pikken. Denk: alles wat gerelateerd is aan A.I., LLM’s, vibe coding, MCP, biotech, farmacie, arbeidsmigranten en de werving in bijvoorbeeld Suriname, Zuid-Afrika, en deelgebieden van Zuid-Europa. Verder uiteraard ook de bekende kraptegebieden als vaklieden, zeker op opleidingsniveau mbo-3 en mbo-4. Denk: mechatronica, elektrotechniek, lassers. Maar ook: iedereen die wil werken in Defensie, de bouw, de zorg. Zo zijn er heel veel niches. Ook op candidate experience en werkgeverschap kun je bijvoorbeeld marktleider worden, zoals onder meer IT Rockstars dat laat zien.
#12.Zend robots uit
De eerste bedrijven experimenteren er inmiddels mee: het detacheren en uitzenden van robots. Het gaat daarbij overigens niet alleen om robots, maar ook om agents of agentic AI. Denk aan een A.I. die je inhuurt om voor jou te werken als copywriter, video-editor of advocaat. Dit zijn LLM’s die zeer gespecialiseerd zijn (dus geen generieke ChatGPT) in een eigen niche en discipline, en veel beter en – nagenoeg – foutloos antwoord kunnen geven op vragen die je ook had kunnen stellen aan ChatGPT of Grok, maar waar je dan niet met zekerheid kunt afgaan op de antwoorden die je krijgt.
Terwijl we met zijn allen kijken naar A.I., is de werkelijke revolutie misschien wel gaande binnen het segment van robotisering. Elon Musk zet daar vol op in en verwacht al in 2030 een leger van 1 miljoen Optimus-robots te hebben. En 1 miljoen lijkt misschien veel, maar kijkje naar de ontwikkelingen in China – zeker op het gebied van robots, drones en zelfs vliegende auto’s -, dan zie je dat de eerste aanbieders in dit segment niet alleen de PR-voordelen pakken, maar daadwerkelijk het uitzend- en het staffingbureau van de toekomst aan het bouwen zijn.
Misschien is 2026 hiervoor nog te vroeg, maar dat dit kansrijke niches zijn in de nabije toekomst lijkt me wel zeker. Ik kan me ook heel goed voorstellen dat voor een beroep dat zeer goed te automatiseren is – zoals de recruiter, maar ook de employer brand-specialist – heel gauw A.I.-agents zich aanbieden die RPO- en MSP-trajecten van klanten overnemen.
#13.Wees compliant, als USP
Velen in de staffing-industrie zullen momenteel grijze haren krijgen van alles wat ze moeten doen rondom nieuwe wet- en regelgeving en compliance. Het gaat dan niet alleen over de Wet DBA, of de nieuwe uitzend-cao, maar ook de Wtta die in 2027 ingaat en vanaf 2028 wordt gehandhaafd. In een vakgebied waar het vaak gaat om snel, flexibel en creatief zijn, zijn ‘blauwe skills’ die te maken hebben met wet- en regelgeving en compliance niet altijd een goede match. Toch is dit een unique selling proposition en een asset waarmee bureaus zich kunnen onderscheiden en positioneren op de markt.
Je compliance op orde hebben – je certificering, je recruitercode, ISO- en NEN-norm, je SNA-keurmerk – en de organisatie intern zo strak hebben georganiseerd dat het geen tijd meer kost om compliant te zijn levert niet alleen een kostenvoordeel, maar ook een enorm snelheidsvoordeel ten opzichte van de rest van de markt. Hoe raar en counter intuitive het misschien ook klinkt: het omarmen van het ‘blauwe’ maakt bureaus in 2026 succesvol, en degenen die daartegen vechten en het niet onder controle krijgen, zullen tot de verliezers behoren.
#14.Bouw een platform
Verwacht wordt dat tegen 2030 zo’n 90% van de traditionele jobboards het licht heeft uitgedaan of het businessmodel sterk heeft veranderd – bijvoorbeeld door een uitzendbureau van LLM’s te worden, of door jongerenwerkloosheid aan te pakken en jongeren te trainen op het gebied van A.I., zoals Handshake.ai dat doet.
Een bedrijf als Mercor, dat inmiddels 10 miljard dollar waard is, heeft deze transitie inmiddels ook gemaakt.
Terwijl traditionele jobboards en staffingbureaus het zwaar hebben, zie je platforms in het gat in de markt springen. De succesverhalen liggen momenteel bij de platforms waar de bemiddelaar eigenlijk nog slechts de facilitator is van vraag en aanbod en er fysiek tussenuit is gegaan. Alleen in de zorg geldt dit bijvoorbeeld al voor ZorgWerk, Aethon en HappyNurse. Een Nederlands bedrijf als Freshheads heeft hier ook in internationaal recruitment succes mee, terwijl ze bij YoungOnes voor veel sectoren en beroepsgroepen hier snelheid in maken.
Uiteindelijk is de verwachting wel dat waar in Nederland alleen al duizenden jobboards zullen stoppen, er tientallen dominante platforms voor terugkomen die niet alleen serieuze concurrentie gaan vormen voor de staffing-industrie, maar bijvoorbeeld ook voor LinkedIn. Als bureau kun je dit natuurlijk afwachten, of nu al het voorbeeld volgen dat je andere bureaus ziet stellen die de platformtechnologie omarmen en zo een unieke positie in de markt claimen. Ze gaan meer denken in succesvol bemiddelen van uren, statement of work, rollen, taken, skills en gigs, in plaats van alleen maar opdracht of vacature matchen aan personen.
#15.Professionaliseer je recruiters
Last but not least: bureaus die geïnvesteerd hebben in hun mensen en met name hun recruiters hebben omarmd als vakspecialisten, hebben ook een basis gelegd om te groeien – of in elk geval: minder hard te krimpen dan hun concurrentie. Alleen vlieguren met je LinkedIn Recruiter-seat of het benaderen van cv/databases maken je geen goede recruiter. Ervaring gecombineerd met een opleiding van de SEU of Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie wel.
Zoals bij veel vakgebieden, geldt hier dat zodra je níet investeert in de professionaliteit van je mensen – de bekwaamheid, de productiviteit, de tooling waarmee ze kunnen werken – ze niet alleen eerder zullen vertrekken en daardoor veel minder opleveren, maar ook dat de kans op mismatches groter is en ze gewoon nooit de productiviteit en het rendement halen dat erin zat.
Hoeveel investeren we in een gedragen visie om toekomstbestendig te zijn in hetgeen we doen?
Dat kan vaak tientallen tot honderden procenten hoger liggen op het moment dat je mensen goed opleidt. Het is doorslaggevend en wordt letterlijk in uitvoering gebracht door alle succesvolle bureaus: hoe goed zijn mijn recruiters? Mijn sourcers? Hoe productief zijn ze? Hoe goed is mijn teamlead? En hoe goed is het team? Hoe goed zijn we eigenlijk als werkgever? En hoeveel investeren we in een gedragen visie om succesvol maar ook toekomstbestendig te zijn in hetgeen we doen?
Afrondend
Natuurlijk staan de beste stuurlui aan wal. En natuurlijk: als jij een bureaudirecteur bent, vestigingsmanager of lead recruiter, wist je het bovenstaande al lang. Toch is het meest verleidelijk om vandaag nóg harder te werken en vooral nóg meer te doen van datgene dat je al deed. Nóg meer InMails sturen. Nóg meer aan LinkedIn betalen. Of nóg meer duwen en pushen bij die klant, in de hoop op een beter resultaat, terwijl je goed ziet aan al je cijfers dat ze rood zijn en naar beneden gaan. Sterker nog: je moet eigenlijk rekening houden met het feit dat het volgend jaar nóg minder wordt.
Niet nóg meer InMails sturen, nóg meer aan LinkedIn betalen, nog meer duwen en pushen.
Het enige wat je dan jezelf moet afvragen: hoe kan ik ervoor zorgen dat het bij mijn concurrent nog veel minder wordt, en dat ik een brandend licht ben met perspectief voor mijn klanten, voor mijn mensen en ook voor mijn eigen toekomst? Ik zou je dan in elk geval willen vragen om niet te bevriezen of te vluchten, maar vooral naar voren te stappen door slimme dingen te doen en te investeren in groei. Vechten is niet harder werken, maar vooral: slimmer. De goede dingen doen. De moedige beslissingen nemen die je misschien 2 of 3 jaar geleden al had willen nemen, maar die je toen niet hoefde te maken omdat je rendement nog goed was.
Eén ding is zeker: ook in 2026 en 2027 weer zullen een paar nieuwe winnaars opstaan waarvan jij vandaag nog niet hebt gehoord, maar waarvan jij in 2027 zult denken: ‘Ja, maar dat had ik ook kunnen doen.’ Ik zou je willen uitdagen om dat vandaag vooral ook al te gaan doen.
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Als professioneel comédienne en copywriter weet de Australische Rose Callaghan natuurlijk ook wel hoe ze een publiek moet bespelen. Maar dat haar post over de Open to Work–groene kragen van LinkedIn 2 jaar geleden zó viraal zou gaan? Dat had ze naar eigen zeggen eerlijk gezegd ook niet verwacht. Meer dan 8 miljoen impressies, bijna 2.500 commentaren, ruim 1.200 reposts: haar ‘knutselwerk’, aanvankelijk bedoeld als grap, werd in-no-time zowel een zoektocht naar werk, als een voor velen héél herkenbare kritiek op LinkedIn, die duidelijk een snaar raakte.
‘Ik wilde dat het er precies zo uit zou zien als het echte werk.’
‘Lieve god, ik heb zojuist mijn LinkedIn-instellingen gewijzigd en de #opentowork-fotoframe toegevoegd’, schreef ze. ‘Ik bedoel, ik * sta * open voor werk, maar dan wel op een ~chill~ manier. Als LinkedIn mensen gaat dwingen om een frame te gebruiken als ze willen dat iedereen ziet dat ze beschikbaar zijn, dan kunnen ze op zijn minst een paar andere opties toevoegen.’ Die ze vervolgens zelf met een beetje Canva in elkaar draaide. Alhoewel dat ook bepaald niet zonder slag of stoot gebeurde. ‘Ik heb er 9 uur aan besteed om het te ontwerpen, omdat ik wilde dat het er precies zo uit zou zien als het echte werk’, blikte ze recent terug.
Het was voor Callaghan een soort ironisch toeval. Ze verloor ooit bijna haar baan door een ‘bitchy’ bericht op Facebook. ‘Dit was toen wij millennials nog dachten dat we gewoon alles konden posten wat we wilden en nog niet wisten wat de gevolgen zouden zijn.’ Maar vervolgens kreeg ze via haar LinkedIn-post dus ineens wél allemaal nieuwe kansen toegeworpen. ‘Nadat ik het plaatste, merkte ik al binnen een uur dat het aansloeg. Toen ging het als een sneeuwbal door elke tijdzone heen en kreeg ik berichten van Apple, Tesla en honderden anderen. Het was echt overweldigend.’
‘Ik kreeg berichten van Apple, Tesla en honderden anderen. Het was echt overweldigend.’
Eerder in haar loopbaan werkte Callaghan voor het in Australië zeer populaire ochtend-radioprogramma The Kyle & Jackie O Show. Ze beheerde ook een site met entertainmentnieuws en deed ervaring op in media, copywriting en contentcreatie, wat later haar creatieve werk op sociale media zou inspireren. Ook is ze veelvuldig op allerlei podia te vinden. Maar zó groot als het succes van deze LinkedIn-post, dat maakte ze nog niet vaak mee, zegt ze. ‘Het speelde denk ik in op de stress die mensen voelden bij het solliciteren. Mensen stuurden me berichten dat het hun dag goedmaakte. Ik denk dat ze gewoon even moesten lachen.’
‘Social net zo belangrijk als cv’
Toch weerspiegelt de ervaring van Callaghan volgens Martin Herbst, CEO van JobAdder, ook een bredere trend. En dat is dat sociale media sowieso steeds belangrijker worden in de hele wereld van recruitment. Een recent benchmarkrapport meldt dat momenteel 29% van de recruiters sociale media bovenaan plaatst als kanaal om kandidaten te vinden, vergeleken met nog maar 25% voor de meer traditionele vacaturesites. ‘Deze trend suggereert dat je online aanwezigheid je volgende kans kan maken of breken’, aldus Herbst. ‘Recruiters vertellen ons dat LinkedIn-profielen en Instagram-feeds net zo belangrijk worden als je cv.’
Sociale media stellen recruiters in staat om een meer divers publiek te bereiken en langdurige relaties te onderhouden, waardoor netwerken ontstaan die klaarstaan zodra de juiste functie (of opdracht) vrijkomt, merkt het rapport op. Of Callaghan daar trouwens zelf blij mee is? ‘Ik denk niet dat het zo zou moeten zijn’, zegt ze wat cryptisch. ‘Ik werk al jaren in de sociale media, ik ben het zat om constant een publiek op te bouwen op platforms die om de paar maanden veranderen. Ik wil gewoon terug naar de basis. Ik denk dat mensen gewoon iets echts willen.’
Sh*tposting uitgevonden
Callaghan gebruikt momenteel wat ze van haar virale bericht heeft geleerd om anderen te helpen navigeren op LinkedIn, een platform dat, naar haar mening, nog steeds niet helemaal weet of het zichzelf serieus moet nemen. En hoewel ze grapjes maakt over ‘het uitvinden van sh*tposting op LinkedIn’, waarschuwt ze anderen er snel bij dat succes op sociale media niet iets is wat je kunt creëren. ‘Je kunt niet echt plannen om viraal te gaan’, zei ze. ‘Soms heb je gewoon een gek idee, besteed je er veel te veel tijd aan en dan slaat het aan. Dat is het ding met sociale media… het is een kwestie van geluk, timing en een beetje menselijk contact.’
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Nederland migratieland? In werkelijkheid neemt de arbeidsmigratie eigenlijk over de hele linie al jaren af. En is Nederland bovendien steeds minder in trek bij arbeids- en kennismigranten van over de hele wereld. Met name de teruggang bij kennismigranten, nog eens versterkt door politieke maatregelen om die stroom verder in te perken, baart Marjan Stoit zorgen. ‘Er is nog steeds een enorme schaarste op de arbeidsmarkt is. Heet daarom mensen welkom in Nederland. Dat is belangrijk voor de economie. En voor bedrijven zou ik zeggen: kijk naar het internationale talent. Als het een international kan zijn, is dat altijd een aanwinst.’
‘Als het een international kan zijn, is dat altijd een aanwinst.’
Als commercial manager bij Undutchables, groot geworden in recruitment van internationals die al in Nederland zijn, weet Marjan Stoit waarover ze praat. Op 27 november zal ze er dieper op ingaan, tijdens het Congres Internationalisering van de Nederlandse arbeidsmarkt 2025in Den Haag. Ze wil daar vooral het positieve geluid benadrukken, laten zien hoe internationaal Nederland de afgelopen jaren al geworden is, hoe we daar met z’n allen van profiteren, en dat het eigenlijk geen zin heeft om ons terug te trekken achter de dijken en te proberen met man en macht de migratie te ontkennen of terug te dringen.
Goede hoop
Met lede ogen zag ze aan dat Nederland in de verlanglijstjes van internationals de afgelopen jaren afzakte van plek 5 naar 9. ‘Maar gelukkig zijn we nog wel heel aantrekkelijk’, zegt ze. ‘En ik hoop natuurlijk dat dit ook zo blijft. Ik heb goede hoop dat een nieuw kabinet dit ook erkent. Zeker met die enorme krapte is internationaal talent gewoon nodig. De toekomst is nog steeds heel erg internationaal. Mijn boodschap is daarom ook: omarm het internationale talent, want dat is nog steeds minder zichtbaar dan ander talent.’
‘Omarm het internationale talent, want dat is nog steeds minder zichtbaar dan ander talent.’
Een deel van die onzichtbaarheid komt volgens haar doordat van oorsprong Nederlandse werkgevers nog steeds moeite hebben buitenlandse diploma’s en werkervaring goed op waarde te schatten. Daarom zegt ze ook te geloven in meer skills based werving, om zo kwalitatief talent binnen te kunnen halen en te kunnen bemiddelen. Zeker met ondersteuning van A.I. is daarbij veel mogelijk, merkt ze. ‘Dat zien we in de praktijk. Het scheelt ons bijvoorbeeld al zoveel administratief werk, dat we echt langer live met de kandidaten kunnen praten. En die dus ook beter kunnen bemiddelen naar passende werkgevers.’
Up and running
Daarvoor is het natuurlijk wel nodig dat die werkgevers ook openstaan voor internationals. ‘Ik wil altijd graag meegeven dat als beheersing van het Nederlands niet direct nodig is in een rol, dat je dan ook zeker aan een international moet denken. Die zijn namelijk vaak extra gemotiveerd. En uiteindelijk leren ze nergens zo snel Nederlands als op de werkvloer. Misschien passen ze nog niet helemaal met het plaatje van je vacature. Maar dan zeg ik: kijk naar de skills die er wel zijn, en ga ermee aan de slag. Als je je welkom opstelt, zul je in de praktijk zien dat ze vaak heel snel productief, en up and running zijn.’
‘Diversiteit zorgt nu eenmaal voor meer innovatieve ideeën, dat is bewezen.’
Een soepel wervingsproces, uitgebreide onboarding, begeleiding bij relocatie, huisvesting, Nederlandse les: bij recruitment van internationals komt vaak wel iets meer kijken dan bij recruitment van geboren Nederlanders. Maar Undutchables ondersteunt bij al die onderdelen, benadrukt Stoit. En, zo maakt ze duidelijk: je krijgt er ook heel veel voor terug. Zeker als je als Nederlands bedrijf internationaal zaken wilt gaan doen. ‘Ze brengen andere brillen, andere werkervaringen, andere ideeën met zich mee. Daarom is het ook zo goed om ze strategisch in te zetten. Diversiteit zorgt nu eenmaal voor meer innovatieve ideeën, dat is bewezen.’
Vacatures in het Nederlands
In Nederland wonen tegenwoordig steeds meer goed opgeleide internationals, die voor werkgevers van meerwaarde kunnen zijn, constateert ze. ‘Sommige bedrijven zitten nog aan het begin van het proces. Die vragen zich dan bijvoorbeeld af: hoe moet het aan de lunchtafel, waar iedereen Nederlands spreekt? Daarom bieden wij bijvoorbeeld ook die taallessen aan. Maar je ziet tegelijkertijd: Engels is voor vrijwel niemand meer een drempel. Maar toch zie je werkgevers hun vacatures vaak alleen in het Nederlands aanbieden. Dat vind ik zonde. Dan sluit je een heel grote groep uit, die wél geschikt is, maar dan niet gaat reageren.’
‘Veel werkgevers bieden hun vacatures nog alleen in het Nederlands aan. Dat vind ik zonde.’
Ondanks dat, en ondanks de politieke spanningen rondom het onderwerp, ziet Stoit dat Nederland gelukkig nog wel veel goed voor elkaar heeft als het gaat om de arbeidsmarkt voor internationals. De gunstige expatregeling, onze kwaliteit van leven en mooie steden, het zoekjaar voor afgestudeerde buitenlanders, de goede internationale opleidingen voor kinderen van kennismigranten: het zorgt dat we internationaal gelukkig nog steeds behoorlijk aantrekkelijk zijn.
‘Ik vond deze week bijvoorbeeld het nieuws dat Eli Lilly in Katwijk gaat uitbreiden wel mooi. Dat geeft me wel weer goede hoop. Er is hier gelukkig ook heel veel beter geregeld dan in andere landen. We moeten het alleen gewoon weer even goed in de schijnwerpers zetten. Want ik geloof nog steeds: wie de toekomst wil omarmen, omarmt internationaal talent.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025:
Als er iemand ervaren is in het voorspellen van de toekomst, dan is het wel trendwatcher en internationaal recruitmentgoeroe Kevin Wheeler. Al jarenlang trekt hij de wereld over om zijn visie te delen met wie het maar wil horen, nog altijd alle ontwikkelingen scherp overziend. Op 10 december doet hij ook Nederland weer eens aan, om aan klanten en relaties van Intelligence Group zijn verhaal te vertellen. Wat kunnen we daarbij onder meer voorzien? Een kort overzicht van enkele van zijn meest recente bevindingen over de toekomst van werk, van de arbeidsmarkt in zijn algemeenheid en van recruitment in het bijzonder:
#1. De renaissance van de recruiter
Het vak van de recruiter ten dode opgeschreven? Je zou het haast geloven, als je hoort hoe vaak Wheeler al vertelde hoeveel van het huidige vak te automatiseren is. Maar niets is minder waar, schreef hij recent meermaals. Als recruiters A.I. maar wel leren omarmen, en tegelijk de menselijke focus houden. A.I. vervangt mensen namelijk niet, maar verandert wel de compositie van werk, de benodigde skills en de relatie tussen mens en technologie, stelt hij. Rollen en functies veranderen, net als gevraagde skills, en dus ook de daarvoor benodigde selectiecriteria. Die zullen steeds meer opschuiven van ‘ervaring’ naar ‘potentieel’, zo verwacht Wheeler.
Dat betekent volgens hem ook dat recruitment zal integreren met L&D in organisaties. En recruiters daardoor ’talent adviseurs en voorspellers’ worden, in plaats van standaard vacaturevullers. Ook omdat het werk steeds minder rondom bepaalde taken zal worden georganiseerd, maar steeds meer rondom resultaten en outcomes. Recruiters worden daardoor ook steeds meer een soort ‘ecosysteem-managers’, verwacht hij.
Het kan volgens hem een soort ‘renaissance van de recruiter‘ betekenen, maar dan wel in de rol van meer strategisch adviseur, die technologie kan integreren, complexiteit kan interpreteren en de digitale ervaring kan humaniseren. ‘De recruiter wordt geen poortwachter, maar een menselijke integrator die ervoor zorgt dat werk, te midden van enorme hoeveelheden data en kunstmatige intelligentie, een ethische en doelgerichte menselijke onderneming blijft’, zo stelt Wheeler.
#2. Het landschap verandert
De recruiter moet dus veranderen, maar dat is vooral het gevolg van de snel veranderende (internationale) arbeidsmarkt, aldus Wheeler. Denk: sterke internationalisering, waarbij tijd en plaats steeds minder relevant zijn. Maar ook: politieke polarisatie, handelsspanningen, voortgaande automatisering, ‘herregionalisering van de globalisering’, nieuwe skills, en een groeiende mismatch tussen waar talent zich bevindt en waar de vraag verschuift. ‘De tijd van stabiele, lineaire personeelsprognoses is voorbij’, stelt Wheeler dan ook. ‘Wervingsplannen die uitgaan van constante groei of een vast personeelsbestand zijn achterhaald.’
Volgens hem wordt het tijd dat recruiters leren in scenario’s te denken, en leren werken met flexibele personeelsmodellen met flexibele arbeid, projectgebaseerde contracten en ‘partnerschappen met talentmarkten’. Ook stelt hij dat recruiters niet alleen moeten leren de vaardigheden in kaart te brengen die organisaties al in huis hebben, maar ook moeten bijdragen aan omscholing voor wie dat nodig heeft. En ze moeten noodplannen maken, om voor urgente vervangingen mensen klaar te hebben staan. ‘Net zoals supply chain-teams redundantie inbouwen in sourcing, zou HR redundantie moeten inbouwen in talentpijplijnen.’
Net zoals supply chain-teams redundantie inbouwen in sourcing, zou HR redundantie moeten inbouwen in talentpijplijnen.
De huidige turbulentie in handel en politiek is geen tijdelijke verstoring, denkt Wheeler. ‘Dit is een permanente verandering die de impact van automatisering en A.I. weerspiegelt, evenals veranderende wereldwijde economische modellen. In het komende decennium zullen de winnaars degenen zijn die talentstrategie niet zien als een administratieve functie, maar als een adaptief systeem gekoppeld aan economische intelligentie.’
#3. Meten Quality of Hire blijft evolueren
De Quality-of-Hire, door de SHRM ‘de heilige graal van recruitment‘ genoemd, blijft een lastig te vatten maatstaf. Er worden wel eens pogingen toe gedaan (recent nog, door Crosschq bijvoorbeeld, waarbij ze quality-of-hire linken aan aantoonbaar hogere bedrijfsresultaten), maar volgens Wheeler bevat elke meetmethode fundamentele tekortkomingen en is daadwerkelijke kwaliteit meten eigen onbegonnen werk. En bovendien subjectief. ‘Wat uitstekende prestaties zijn in de ene afdeling of voor de ene manager, kan in een andere afdeling anders worden beoordeeld, waardoor het lastig is om appels met appels te vergelijken.’
‘Het meten van de kwaliteit van je aannames kent 5 fundamentele uitdagingen.’
Het meten van de kwaliteit van je aannames kent volgens Wheeler 5 ‘fundamentele uitdagingen’. ‘Wat een kwaliteitsmedewerker definieert, verschilt enorm per bedrijfssector, branche, individuele organisatie en, belangrijker nog, per functie. Het is ook lastig om stakeholders het eens te krijgen over kwaliteit. Je kunt geen nauwkeurig beeld krijgen van de kwaliteit van een nieuwe medewerker totdat deze lang genoeg bij je organisatie in dienst is om zijn of haar prestaties zinvol te kunnen meten. En de complexiteit van metingen vormt een grote barrière. Plus: het is ook lastig hiervoor draagvlak binnen de organisatie te krijgen.’
Niet ingewikkeld, maar complex
Moet je dan maar niet proberen het te meten? Wheeler neigt daar wel naar. ‘Ik zie het als verspilde tijd die je ook zou kunnen gebruiken om het recruitmentproces te verbeteren en de betrokkenheid van kandidaten te vergroten.’ Het meten van de quality-of-hire is volgens hem namelijk geen ingewikkeld probleem, maar een complex probleem. ‘En dat is iets heel anders. In complexe situaties kun je de relatie tussen oorzaak en gevolg pas achteraf begrijpen. Informatieve patronen kunnen ontstaan als je experimenten doet die veilig zijn om te mislukken, maar zelfs dan blijft voorspellen ongrijpbaar.’
En precies dat is het geval bij recruitment, zegt hij. ‘Dit vereist nederigheid over wat vooraf bekend kán zijn en vertrouwen in ons vermogen opkomende patronen te herkennen en erop te reageren. We moeten accepteren dat recruitment nooit perfect voorspelbaar zal zijn, terwijl we tegelijkertijd moeten volhouden dat we het systematisch kunnen verbeteren door intelligente experimenten en patroonherkenning. De kwaliteit van recruitment kúnnen we meten, maar alleen als we stoppen met doen alsof het een ingewikkeld probleem is dat wacht op de juiste formule, en het behandelen als de complexe, adaptieve uitdaging die het in werkelijkheid is.’
#4.Recruiter wordtCJ-expert én intern adviseur
Nog even terug naar die veranderende rol van de recruiter. Want daarover schreef Wheeler recent nog wel meer. Zoals dat die recruiter steeds minder matchmaker wordt, en steeds meer enerzijds ‘de begeleider van een candidate journey‘, en anderzijds tegelijkertijd interne adviseur. Relaties onderhouden met kandidaten wordt volgens Wheeler namelijk steeds belangrijker. ‘We zien nu al loopbaan-ecosystemen, waar kandidaten hun skills bijhouden, A.I.-gestuurde ontwikkelsuggesties krijgen en relaties opbouwen met recruiters die als mentor fungeren.Deze hybride van mens en machine zal het volgende tijdperk van recruitment vormgeven.’
Maar ook de interne rol van de recruiter zal dus sterk gaan veranderen, voorspelt hij. Dankzij de opkomst van A.I. zal ‘de hiring manager steeds meer centraal komen te staan in het recruitmentproces, terwijl de recruiter een meer strategische, adviserende en interpreterende rol op zich neemt.’ Hiring managers kunnen steeds meer zelf, en zijn steeds minder afhankelijk van de recruiter in het proces, denkt hij. Die kan op zijn beurt steeds meer evolueren tot een soort talentadviseur: experts in data interpreteren, managers begeleiden door de bias en beperkingen van A.I. en naleving van vereisten waarborgen op het gebied van fairness en transparantie.
‘Organisaties zullen zowel hiring managers als recruiters moeten trainen om zich aan deze rollen aan te passen’, concludeert Wheeler. ‘Managers moeten leren hoe ze verantwoord met A.I. kunnen omgaan, een te grote afhankelijkheid van algoritmische aanbevelingen vermijden en herkennen wanneer menselijk oordeel essentieel is. Recruiters moeten zich vloeiend ontwikkelen in data-interpretatie, A.I.-ethiek en talentstrategie, en een nieuwe vaardighedenset opbouwen die HR-expertise combineert met technologische kennis.’
#5.En ook nog gewoon: de recruiter van nu…
Is er in al dit A.I.-geweld, en al deze verandering dan helemaal geen plaats meer voor de recruiter van nu? Die – zeg maar – bij een vacature meteen klaarstaat om zélf de juiste kandidaat te gaan sourcen? Zeker wel, zegt Wheeler, die daarvoor enigszins geruststellend het toekomstige en fictieve verhaal aanhaalt van ene Marca Chen, recruiter in 2031, die – rebels als ze is – besluit níet het algoritme te volgen, en gewoon met kandidaten af te spreken die volgens het systeem te laag scoren, maar die uiteindelijk juist wel heel geschikt blijken te zijn. Wat haar – vanzelfsprekend – groot succes als ‘de menselijke recruiter’ blijkt op te leveren.
‘Recruitment draait, net als jazz, om weten wanneer je buiten de lijntjes moet kleuren.‘
De moraal van het verhaal? ‘Recruitment draait, net als jazz, om weten wanneer je buiten de lijntjes moet kleuren. A.I. kan de melodie vinden, maar er is een mens nodig om te improviseren. En ergens in San Francisco zit dan nog steeds een rebelse recruiter nog steeds met haar koffie, scrollend door cv’s die het systeem afwijst, en fluistert ze grijnzend in zichzelf: laten we eens kijken wat de machine vandaag gemist heeft.’
Meer weten?
Op 10 december doet Kevin Wheeler Nederland aan, om aan klanten en relaties van Intelligence Group zijn verhaal te vertellen. Lees er hier meer over:
Het is nog niet eens half november, en dus misschien nog wat vroeg om de balans op te maken. Er kan immers nog van alles gebeuren. Maar toch hebben we dit jaar natuurlijk al van alles meegemaakt. Van het aantreden van Donald Trump begin januari tot de val van ons eigen kabinet in juni. En van het overlijden van paus Franciscus en de verkiezing van een opvolger, Leo XIV, tot de de NAVO-top in Den Haag. Maar wat was in de wereld van recruitment het grootste nieuws van het jaar? We vroegen het een flink aantal deskundigen:
Bas van de Haterd (Digitaal-Werven): ‘Voor mij was het toch wel het faillissement en de verkoop uit de boedel van Monster + Careerbuilder. Het einde van een tijdperk dat velen lang hebben zien aankomen, behalve blijkbaar degenen die er iets tegen konden doen.’
‘Het einde van een tijdperk dat velen lang hebben zien aankomen, behalve blijkbaar degenen die er iets tegen konden doen.’
Onno Gout (SteamTalmark): ‘Voor mij was de belangrijkste ontwikkeling: aannemen en dan ontwikkelen. Een gevolg van krimpende wervingsbudgetten, aanhoudende vaardigheidstekorten en een afkoelende arbeidsmarkt in sommige sectoren en een stijgende vraag in andere. Het betekent investeren in interne ontwikkeling om ontbrekende vaardigheden te ontwikkelen. Deze aanpak is vooral relevant in sectoren die kampen met een tekort aan talent, zoals de gezondheidszorg en de techniek. Het stelt bedrijven in staat flexibel en concurrerend te blijven, zelfs wanneer de ideale kandidaat niet beschikbaar is.’
Bram van de Bunt (Werkzoeken.nl): ‘Het grootste nieuws? Dat OpenAI met een eigen recruitmentplatform komt. In eerste instantie enkel voor A.I.-gerelateerde banen, maar niet ondenkbaar dat zij ook de brede markt gaan betreden. Ik ben benieuwd hoe zij dit gaan aanpakken en wat wij daarvan als platform kunnen leren.’
Doorverwijzen
Maarten Westerduin (The Talentpool Community): ‘De bereidheid van werkgevers om samen te werken nu de tekorten duurzamer dan gedacht blijken te zijn. Een nieuwe MVO-opdracht lijkt te worden dat bedrijven de kandidaten sneller willen doorverwijzen naar de concurrent.’
Gertjan de Waal (The Addstore): ‘Dat ik de komende jaren voorzitter mag zijn van Recruiters United, de grootste community van recruitmentprofessionals in Nederland. Een eer om zo’n groep bevlogen vrijwilligers te mogen leiden – en minstens zo leerzaam. Ze inspireren mij dagelijks, en ik hoop andersom ook iets van die inspiratie terug te geven.’
Arjan Elbers (Guruz): ‘De snelle afname van startersberoepen door A.I. in de Verenigde Staten vond ik echt opvallend. Het grote nieuws voor mij is dat je de impact van A.I. echt begint te zien in de wereld van werk. Vooral white-collar beroepen veranderen in rap tempo. Ook in ons kleine landje Nederland zie je de nieuwe A.I.-sector snel opkomen. Die gekke Hollanders hebben geen Calimero-syndroom, ze gaan gewoon meedraaien in deze nieuwe branche. Nieuwe beroepen, nieuwe bedrijven, veel innovatie!’
Remko Booghmans (Recruitment Marketeers): ‘De doorbraak van de Europese A.I.-wetgeving, de AI Act, had dit jaar de grootste impact op recruitment. Bedrijven moesten hun wervingssystemen en algoritmes aanpassen aan strengere regels voor transparantie en biascontrole.’
‘De doorbraak van de Europese A.I.-wetgeving, de AI Act, had dit jaar de grootste impact op recruitment.’
Wim Thielemans (auteur, Dynamo.be): ‘De omslag bij grote organisaties naar hybride beoordeling: het combineren van menselijk en algoritmisch oordeel in selectie. Hopelijk om selectie eindelijk betrouwbaarder te maken. Maar vermoedelijk in sommige organisaties om minder recruiters nodig te hebben. Het feit dat steeds meer organisaties openlijk experimenteren met dat samenspel – dát was voor mij het kantelpunt van 2025.’
Leroy Meurs (Recruitment Solutions Company): ‘Dat de spanning op de arbeidsmarkt eindelijk afneemt. In het derde kwartaal van dit jaar waren er voor het eerst sinds 2021 meer werklozen dan vacatures. Tegenover elke 100 werklozen staan nu 97 openstaande vacatures. De daling is het sterkst in sectoren met veel kantoor en digitaal werk, terwijl de spanning in sectoren als de bouw en de zorg juist blijft stijgen. Overal waar fysiek werk centraal staat blijft schaarste een structureel probleem.’
‘Overal waar fysiek werk centraal staat blijft schaarste een structureel probleem.’
Wim van den Nobelen (FinCar): ‘Voor mij is het ook het feit dat er inmiddels meer werklozen zijn dan vacatures. Hier wordt aardig luchtig over gedaan omdat er nog altijd veel vacatures zijn, maar het mag duidelijk zijn dat we aan de vooravond staan van een verschuiving in de arbeidsmarkt die niet erg positief is voor de recruitmentsector.’
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Als het gaat over arbeidsmarktcommunicatie, dan gaat het meestal al snel over: doelgroepen. Maar verdiepen we ons dan ook echt in die groepen? Weten we voldoende wat hen beweegt? Het lijkt misschien een open deur, maar toch gebeurt het vaak niet, merkte Silene Geuze vorige week op tijdens de tiende en allerlaatste editie van het Recruitment Tech Event. ‘Begrijp de wereld van je doelgroep. Alleen dan kun je met de juiste boodschap op het juiste moment zichtbaar zijn’, onderstreepte ze nog maar eens voor haar gehoor in de Fabrique in Utrecht.
De organisatie met meer dan 2.500 medewerkers heeft continu zo’n 200 vacatures openstaan.
Na 4 jaar verantwoordelijk te zijn geweest voor de employer branding van PostNL, stapte Geuze eerder dit jaar over naar zorgorganisatie Ons Tweede Thuis, om daar als adviseur arbeidsmarktcommunicatie aan de slag te gaan. Ze trof er een organisatie aan met ‘echt werk aan de winkel’, zo legde ze uit. De organisatie met 80 locaties, bijna 3.000 cliënten en meer dan 2.500 medewerkers heeft continu zo’n 200 vacatures openstaan. En dat vooral in de ‘prioritaire doelgroepen’, oftewel: (assistent-)begeleiders, direct werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, autisme en niet-aangeboren hersenletsel.
Bouwen aan teams
De grootste uitdaging daarbij? De schaarste natuurlijk, vooral in het verzorgingsgebied van de organisatie: Amsterdam, Haarlemmermeer en Amstellanden. Maar ook: ‘We moeten echt bouwen aan vaste teams, hebben nu nog een heel grote afhankelijkheid van zzp’ers.’ De campagneslogan ‘JIJ&IK samen één team‘ is daarvan een directe weerslag. Net als de sinds kort aangepaste werkenbij-site. ‘Je kon voorheen eigenlijk nauwelijks iets vinden over waaróm je bij ons moest komen werken. We waren heel vacaturegedreven in plaats van kandidaatgericht’, zoals Geuze het samenvat.
‘Pas als je je doelgroep echt kent en begrijpt, kun je strategische keuzes maken die daadwerkelijk impact hebben.’
En dus stelde ze voor de arbeidsmarktcommunicatie van de organisatie voortaan om te draaien. ‘Van inside out naar outside in‘, zoals ze het noemt. Met een aantal mensen van de HR-afdeling en enkele mensen van zorglocaties toog ze vervolgens aan de slag. De ‘kandidaat-medewerker-reis’ was gelukkig al in kaart gebracht. ‘Daar zijn belangrijke inzichten uit voortgekomen, die het startpunt vormden van de nieuwe koers voor de strategie, funnel en werkenbij-site. Welke informatie wil de doelgroep terugzien? Wat vinden ze belangrijk? Dat is de start geweest. Pas als je dat weet, kun je strategische keuzes maken die daadwerkelijk impact hebben.’
Merkhuis en belofte
‘Juist in een krappe arbeidsmarkt is het belangrijk om je beperkte geld goed te besteden aan een strategie die gericht is op een doelgroep’, onderstreepte Geuze, die het vervolgens ook nog had over het ‘merkhuis’, waarin alle onderdelen van het merk samen komen, en de werkgeversbelofte, oftewel: het verhaal dat de organisatie naar (potentiële) medewerkers vertelt. Daarbij staan 3 pijlers centraal, legde ze uit: aandacht, groei en verbinding. Met andere woorden: ‘Bij Ons Tweede Thuis werk je in hechte teams, zijn we nieuwsgierig naar jouw talent, en bieden we een warme, mensgerichte organisatie.’
‘Mensen met een zorghart herkennen zich in wat echt is.’
Maar hoe dat dan vervolgens te vertellen aan de arbeidsmarkt? Belangrijk daarbij, aldus Geuze: ‘We hebben employer branding echt neergezet als een organisatiedoel. Het is geen los project. Ik geloof dat het iets is dat je als hele organisatie moet uitademen, wil je er een succes van maken.’ In de campagne is vervolgens de relevantie van het werk voor de doelgroep centraal komen te staan. ‘Mensen met een zorghart herkennen zich in wat echt is, in hoe mensen met elkaar en met cliënten omgaan’, zo zegt Geuze overtuigd. ‘We hebben daarom gekozen om dicht te blijven bij wat mensen in de zorg belangrijk vinden.’
Funnel en always on-campagne
Samen met de jobmarketeers van Jobmatix zijn de campagnedoelen vervolgens in een funnel terecht gekomen. ‘We wilden gericht zichtbaar, vindbaar en meetbaar zijn op plekken waar de doelgroep zoekt’, aldus Geuze. En dus kwam er een always on-campagne, met onder meer vacatures op jobboards. ‘Met de campagnemanager van Jobmatix betalen we daarbij alleen voor het resultaat, geen bundels. We sturen continu bij op basis van data, zodat we elke euro doelgericht inzetten. Op de juiste doelgroep, en in de juiste fase van de funnel.’
‘We wilden gericht zichtbaar, vindbaar en meetbaar zijn op plekken waar de doelgroep zoekt.’
Op de eigen werkenbij-site kwam ondertussen ook een duidelijke flow, en op sociale media verschijnen intussen ook steeds meer ondersteunende verhalen van collega’s. Dat alles opgebouwd rondom het principe van touch-tell-sell, aldus Geuze. Met dus bijvoorbeeld een grote DOOH-campagne in een winkelcentrum in Amstelveen, in de touch-fase, maar ook duidelijke vacatureteksten als het gaat om de sell. Maar alles wel in samenhang, benadrukt Geuze. Oftewel: ‘Funnel, werkgeversmerk en werkenbij-site als één geheel.’
Beeld van de DOOH-campagne in het winkelcentrum in Amstelveen.
Het leidde sinds het begin van de campagne op 1 oktober al tot ruim 3,7 miljoen impressies, en bijna 3.000 mensen die de video hebben bekeken, maar belangrijker nog: tot bijna 3.300 interacties zoals events en kennismakingen, naast bijna 500 sollicitaties, waaruit de organisatie uiteindelijk ruim 50 nieuwe collega’s heeft mogen verwelkomen. ‘Een heel mooie start’, constateert Geuze tevreden.
Eén verhaal
Het succes is volgens haar vooral te danken aan een goede samenwerking tussen communicatie, recruitment en HR, die ook ‘als één team’ werken aan zichtbaarheid, kwaliteit en instroom, onder meer door samen elke week een weekstart te doen, en te werken met een gezamenlijk KPI-dashboard. ‘Dat is denk ik de kern’, zegt ze. ‘Data zorgen voor focus en inzicht, daarmee kun je keuzes onderbouwen.’ En daarnaast: ‘Bouw slimmer, niet breder. Zorg voor herkenning bovenin de funnel voor conversie onderin. En denk vanuit je belangrijkste wervingsdoelgroepen. Zorg echt dat je die funnel bouwt.’
‘Zorg voor herkenning bovenin de funnel voor conversie onderin.’
Corporate communicatie, interne communicatie en arbeidsmarktcommunicatie? Ze hoeven volgens Geuze niet volledig op elkaar te liggen. Maar het zijn ook ‘geen aparte werelden’, zegt ze. ‘Het gaat om één verhaal, dat je vervolgens moet zien te vertalen naar verschillende doelgroepen. Wees dus één merk, met drie gezichten. Zo is ‘JIJ&IK samen één team’ niet alleen een belofte, maar ook echt een uitnodiging om het samen te doen.’
Dat de flexbranche in Nederland zware tijden beleeft, is al langer bekend. Uitzendbureaus hebben vanaf mei dit jaar weliswaar te maken met een gemiddeld licht stijgende omzet, hun aantal uren zit nog wel steeds flink in de min, zo blijkt uit de meest recente ABU-cijfers. En bij de detacheerders is het beeld al niet heel veel rooskleuriger, meldt vakvereniging VvDN. De omzet van Nederlandse detacheerders daalde afgelopen kwartaal met 6,4%, opnieuw een daling, al stabiliseert de neergang wel lichtjes.
Eerst nog maar even terug naar de uitzendbureaus. Uit de cijfers blijkt dat het aantal uren van uitzendkrachten al lange tijd onder druk staat, en groei in uren al jaren niet meer voorgekomen is. Toch is ING Research nog altijd positief. ‘Naar verwachting zal het aantal uitzenduren in de flexbranche in 2025 stabiliseren, na 2 jaren van krimp. In 2026 verwachten we een lichte groei’, zo schrijven de marktvorsers van de bank in een recente sectoranalyse. Iets wat ze vorig jaar overigens ook al zeiden te verwachten, toen onder meer naar aanleiding van de handhaving van de Wet DBA, die mogelijk veel zzp’ers richting uitzendwerk zou jagen.
Flinke kostenstijging
Ondertussen moeten de bankiers nu erkennen dat die begin dit jaar verwachte groei tot nu toe is uitgebleven. Waar andere sectoren wél groei laten zien in omzet, is dat in de uitzendbranche nog nauwelijks het geval, ondanks dus een korte opleving eerder dit jaar. En als de voortekenen niet bedriegen, wordt dat volgend jaar niet meteen anders, nu de nieuwe uitzend-cao in eerste instantie toch vooral zorgt voor een lastenverzwaring voor bureaus en tegelijkertijd een flinke kostenstijging voor hun klanten. En die klanten zagen zich de afgelopen jaren toch al geconfronteerd met steeds hogere kosten.
Klanten van uitzendbureaus zien zich al jaren geconfronteerd met steeds hogere kosten.
Dalende uren, maar wel stijgende omzetten, dat kun je moeilijk lang blijven volhouden (als er geen duidelijk stijgende productiviteit tegenover staat). Toch blijft Katinka Jongkind, econoom Services, Retail & Leisure bij ING, optimistisch. ‘De marktomstandigheden blijven uitdagend, maar de bodem lijkt bereikt’, stelt ze positief. Waar dat enthousiasme echter precies op gebaseerd is, is voorlopig moeilijk te achterhalen of te begrijpen. Temeer daar de bankiers ook zelf constateren dat wet- en regelgeving de komende tijd uitzendwerk niet alleen duurder maakt voor inhurende bedrijven, maar ook nog eens minder flexibel.
De detacheerders dan
Hoe is het dan bij de detacheerders? Daar zegt ING Research niet specifiek iets over, behalve dat ze ‘om personeel te werven en te behouden steeds vaker investeren in opleidingen en trainingen.’ Ondertussen staan ook hier echter de omzetten nog steeds flink onder druk. In het derde kwartaal van 2025 lag de omzet van Nederlandse detacheerders liefst 6,4% lager dan in dezelfde periode vorig jaar. De daling is minder sterk dan eind 2024, maar is nu toch ook alweer zo’n 2 jaar continu aan de gang. En misschien mag de bodem (in de krimp) bereikt zijn, de weg naar boven lijkt toch ook nog niet echt gevonden.
Waar de detacheringsbranche na corona hoogtijdagen beleefde, zijn die nu zonder twijfel voorbij. Het aantal gedetacheerden is ook flink afgenomen (afgelopen kwartaal met -9,2%). Detacheerders moeten concurreren met opdrachtgevers die vaker kiezen voor vaste contracten, constateert de nieuwste VvDN-MarktMonitor. ‘We zitten nog steeds in hetzelfde schuitje’, concludeert VvDN-voorzitter Edwin van den Elst dan ook wat mismoedig. ‘De daling komt door bezuinigingen in de publieke en private sector. Steeds meer bedrijven hebben het moeilijk, waardoor hun inhuur van gedetacheerden daalt.’
Minder snel stijgende tarieven
Opvallend is dat detacheerders nu ook aan hun tarieven gaan sleutelen. De gemiddelde tarieven stegen in het derde kwartaal van dit jaar met 3,4%, relatief weinig, vergeleken met de gemiddelde cao-stijgingen en de inflatie. Dit komt bijvoorbeeld doordat vanwege de hoge ‘leegloop’ (gedetacheerden zonder opdracht: afgelopen kwartaal +14,7%) bureaus er eerder voor kiezen gedetacheerden in te zetten op een opdracht tegen een lager tarief. ‘Het is zinvoller om iemand op een mooie opdracht te zetten, desnoods tegen een lagere prijs, dan om de professional op de bank te laten zitten’, aldus Van den Elst.
Ook concurrentie van zzp’ers zorgt ervoor dat detacheerders hun tarieven niet meer zo snel kunnen verhogen, al krijgen dus ook de detacheringspartijen volgend jaar te maken met een dubbele pensioenpremie en stijgende kosten vanwege het principe van gelijkwaardige beloning, wat voor hen de totale kosten van een gedetacheerde verhoogt – en dus druk zet op de marges. Van den Elst is over 2026 dan ook niet zo optimistisch als ING. ‘Detacheerders zijn en blijven de schokdempers voor de economie’, zegt hij. Maar voor het ‘interessante, uitdagende 2026’ ziet hij zijn branche vooral ‘in de pauzestand’ staan.
Lichtpuntjes en leegloop
Al ziet ook Van den Elst trouwens wel lichtpuntjes aan de horizon. ‘Detachering wordt iets minder dan voorheen ingezet voor het opvullen van de schaarste die het gevolg is van de krappe arbeidsmarkt, en meer voor het inhuren van expertise’, zegt hij. En dan kunnen detacheerders zich ook beter onderscheiden in goed werkgeverschap, onder meer door training en opleiding. ‘In de toekomst komen ook projecten weer los, onder andere in IT en Finance. Dan zijn er weer volop kansen voor detacheerders die klaar staan om hun gespecialiseerde professionals in te zetten.’
Toch is de leegloop wel een structureel probleem voor de branche. De leegloop volgt een cyclisch patroon, met de meeste leegloop in Q4 van elk jaar. Projecten komen tot hun eind en bedrijven worden wat voorzichtiger in de inzet van nieuwe mensen. Van Q1 tot Q3 valt het percentage dan weer geleidelijk, voordat het weer omhoog schiet. Over de afgelopen jaren wordt het plateau van leegloop echter steeds hoger, van 5,7% (Q1 2023) naar 7,2% (Q1 2024) en 8,4% (Q1 2025).
‘Er zijn straks weer volop kansen voor detacheerders die klaar staan om hun gespecialiseerde professionals in te zetten.’
Dit wijst duidelijk op problemen binnen de sector, waar steeds minder mensen aan de bak kunnen komen, terwijl de detacheerders hun kosten wel moeten doorbetalen. Genoeg om ook deze sector de komende tijd nog met veel belangstelling, maar ook enige vrees te blijven volgen.
Meer weten?
Tijdens een webinar op donderdag 13 november van 12:00 tot 13:00 deelt Intelligence Group de meest recente data en inzichten over de verwachte prijsontwikkelingen binnen de flexmarkt. Daarbij komen zowel de uitzendmarkt (met de nieuwe CAO per 1 januari 2026 en andere trends) als de markt van theoretisch geschoolde inhuur (met hogere tarieven) aan bod. Aanmelden is gratis.
We praten vaak over employer branding alsof het iets is dat je kan ontwerpen. Een verhaal dat je schrijft, een imago dat je bouwt. Maar wat als je reputatie niet bepaald wordt door wat je post, maar door wat je vergéét te doen? Elke ochtend maak ik tijd voor mensen die op zoek zijn naar iets nieuws. Ze komen niet altijd uit mijn eigen searches. Soms hebben ze gewoon een vraag. Soms willen ze even sparren. En opvallend vaak hoor ik hetzelfde:’ Ik heb niets meer gehoord.’ Of: ‘Ik weet nog altijd niet waarom ik niet aangenomen ben.’
Precies op het moment dat we nee moeten zeggen, valt het vaak stil.
En telkens als ik dat hoor, denk ik: dat is zó jammer. We steken eindeloos veel tijd in het vertalen van onze waarden naar een aantrekkelijk werkgeversmerk, in vacatureteksten die klinken als mini-marketingcampagnes, in gescripte interviewvragen en zorgvuldig opgebouwde onboarding. Maar precies op het moment dat we nee moeten zeggen, valt het stil.
Afwijzen als kwaliteit
Afwijzen is geen formaliteit. Het is een van de goedkoopste manieren om je te onderscheiden als werkgever. Toch vergeten we dat net daar het verschil gemaakt wordt. Voor veel mkb’s is dat niet vanzelfsprekend. Je hebt geen groot HR-team, geen fancy tools of een communicatiedienst die alles netjes opvolgt. Maar juist daarom is dit stukje zo waardevol. Het is goedkoop, menselijk en gewoon doenbaar.
Goed afwijzen is goedkoop, menselijk en gewoon doenbaar.
Want mensen praten. Niet alleen de kandidaten die we met veel enthousiasme binnenhalen, maar ook net diegenen die we níét kiezen. Ze vertellen over hoe het gesprek voelde. Of ze serieus genomen werden. Of ze ooit nog eens zouden solliciteren. En geloof me: dat gesprek gaat niet over je vacaturetekst, maar over de manier waarop je zei: ‘We gaan niet met je verder’ … of helemaal niets meer liet horen. De kandidaat die jij wil, moet ook voor jou kiezen. En een radicale ‘nee’ of totale stilte zorgt er misschien voor dat hij dat nooit meer doet. Of erger nog: dat hij iemand anders vertelt dat je hem liet hangen.
Groot gebaar
Het mooie is dat het geen groot gebaar hoeft te zijn. Een kort berichtje waarin iemand voelt dat er écht gekeken is. Een eerlijke uitleg waarom het niet gelukt is. Een telefoontje om te bedanken voor hun tijd. Dat zijn de momenten waarop mensen denken: daar klopt het.
Goed recruitment gaat niet alleen over wie je aanneemt, maar ook over wie over jou blijft praten…
We pamperen de mensen die we willen binnenhalen, maar vergeten vaak dat de manier waarop we afscheid nemen minstens evenveel zegt over wie we zijn. En dat het, ironisch genoeg, vaak de goedkoopste manier is om je reputatie te versterken. Goed rekruteren gaat niet alleen over wie je aanneemt, maar ook over wie over jou blijft praten … zelfs als je hen niet gekozen hebt.
Over de auteur
Isabel Verhelst is een resultaatgerichte, no-nonsense coach met een passie om mensen te verbinden. Ze is eigenaar van Talent to Match (het voormaligeIngenium Executive Search), een boutique bureau met de focus op top C-level talent dat perfect past bij het DNA van de organisatie. Op deze site schrijft ze elke twee weken op dinsdag een blog.
Als vaste columnist van Het Financieele Dagbladen ‘huiseconoom’ van Nieuwsuurkennen velen de scherpe analyses van Mathijs Bouman, die in 2013 nog de ‘Gouden Stier’ won voor beste financieel commentator. Op 9 december is hij opnieuw te gast bij het jaarlijkse Arbeidsmarkttrends Events van Werf&, waar hij een keynote zal geven met zijn kijk op de stand van zaken. Hier alvast een vooruitblik, met 6 van zijn meest recente prikkelende visies uit het FD op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Met als belangrijkste overkoepelende boodschap: de krapte? Daar zijn we voorlopig echt nog niet vanaf…
#1.‘Trap er niet in’
‘De krapte op de arbeidsmarkt is alweer voorbij!’ juichte arbeidseconoom Paul de Beer eerder dit jaar in NRC. ‘Trap er niet in’, reageerde Bouman echter vrij snel daarna. ‘Bij gelijke aantallen vacatures en werklozen is onze arbeidsmarkt nog steeds extreem krap.’
‘Bij gelijke aantallen vacatures en werklozen is onze arbeidsmarkt nog steeds extreem krap.’
De komende decennia blijft dat, door vergrijzing en ontgroening, volgens hem ook gewoon ‘een urgent probleem’. De demografie liegt immers nooit. ‘Zeker als we productie terug naar Nederland halen, de energietransitie versnellen, defensie-uitgaven verhogen en tegelijkertijd arbeidsmigratie afremmen. Telkens als de werkloosheid wat oploopt door conjuncturele tegenvallers, zoals in 2003, 2009 en 2012, verdwijnt de aandacht voor de structureel krappe arbeidsmarkt. Laten we die fout niet herhalen.’
#2.‘Goede werkloosheid’
Dat de werkloosheid nu wat stijgt en voor het eerst in járen weer boven de 4% ligt? Helemaal geen probleem, aldus Bouman. ‘Het percentage ligt nog altijd ruim onder het niveau waar vraag en aanbod in balans zijn. Ondernemers noemen het personeelsgebrek dan ook de grootste belemmering voor groei van hun bedrijf. De werkgelegenheid stijgt ook nog steeds: in september werkten er 9.843.000 mensen in Nederland. Dat is 28.000 meer dan begin dit jaar en het hoogste aantal ooit. Nog een record: nog nooit was zo’n groot deel van de bevolking actief op de arbeidsmarkt, als werkende of werkzoekende.’
‘Onze arbeidsmarkt ontspant een beetje, om precies de juiste reden.’
Dat de werkloosheid steeg? Dat komt vooral ‘omdat meer mensen willen meedoen’, aldus Bouman. En dat noemt hij ‘goed nieuws voor de economie. En voor werkgevers met onvervulbare vacatures. Onze arbeidsmarkt ontspant een beetje, om precies de juiste reden.’
#3.‘2 jaar stilstand’
Is er dan niets om je zorgen over te maken? Nou, wel om de economie als geheel, merkte Bouman dit jaar ook meermaals op. De afgelopen 2 jaar heeft de politiek vooral voor stilstand gezorgd, stelt hij, en is het groeivermogen van Nederland behoorlijk aangetast. ‘Die 2 jaar stilstand heeft onze bedrijven, economie en toekomstig verdienvermogen geen goed gedaan. Het heeft vooral de stemming verziekt. Dat er nog iets van vaart in de economie en de arbeidsmarkt bleef, was vooral aan de gulle overheid te danken.’
‘Oplossingen voor de schaarsteproblemen waar bedrijven mee kampen? Het bleef bij mooie verhalen.’
‘Nederland moet bij de top 5 van meest concurrerende landen horen’, schreef de vorige coalitie nog trots en ambitieus op in zijn hoofdlijnenakkoord. Maar dat mislukte grandioos, aldus Bouman. ‘In het meest recente lijstje zakken we van plaats 5 naar 9. Ook op de innovatieranglijst daalt Nederland. Toch leek bezuinigen op hoger onderwijs het kabinet een goed idee. Oplossingen voor de vele schaarsteproblemen waar bedrijven mee kampen? Het bleef bij mooie verhalen. Echt beleid kwam er nooit, want er moest vooral gekibbeld en geruzied worden.’ Nee, van de politiek werd Bouman niet echt vrolijk, kunnen we rustig concluderen…
#4.Wél een paar goede plannen
Ziet hij dan licht aan de horizon na de recente verkiezingen? Nou, Bouman las in de verkiezingsprogramma in elk geval wel een paar aardige ideeën voor de krappe arbeidsmarkt. Hij noemde het enerzijds ‘het meest genegeerde probleem van de campagne’, maar vond na enig zoeken wel ‘originele plannetjes’ als een ‘Groot Loonakkoord’, waarbij bedrijven loongroei beloven in ruil voor investeringen in infrastructuur en R&D door de overheid (bij GroenLinks-PvdA), en een niet langer inkomensafhankelijke arbeidskorting (bij het CDA).
‘Bij PVV en JA21 kon ik geen slimme plannen voor de arbeidsmarkt vinden…’
Bij de VVD haakte hij aan op het idee om voltijders een hoger uurloon te mogen geven, bij de SP op het plan medewerkers vaker te laten delen in eventuele winst van bedrijven, bij D66 en NSC op hun plannen om ‘een leven lang ontwikkelen’ meer leven in te blazen. Of het allemaal kan en werkt valt natuurlijk nog te bezien, zegt hij, maar de aandacht is er in elk geval wél. Dat kan niet van elk programma gezegd worden, voegt hij ten overvloede toe. Want ‘o ja, voor wie het zich afvraagt: in de programma’s van PVV en JA21 kon ik geen slimme plannen voor de arbeidsmarkt vinden…’
#5.‘Afbakbroodjes zijn schaars’
Nog even door op dat ‘leven lang ontwikkelen’: Bouman constateert dat veel bedrijven op de arbeidsmarkt nog steeds het liefst ‘afbakbroodjes’ willen. Oftewel: ‘zo’n vrijwel gereed bolletje of pistoletje dat alleen nog even in de oven moet en dan de ontbijttafel op kan. Nieuwe werknemers met precies de juiste opleiding die vrijwel direct aan het werk kunnen.’ Maar helaas, zegt hij ook: afbakbroodjes zijn schaars op de krappe arbeidsmarkt. Dus is een andere kijk nodig, stelt hij. ‘Met de focus op vaardigheden en leervermogen, in plaats van op diploma’s en certificaten, is het potentiële arbeidsaanbod ineens een stuk ruimer.’
‘Met de focus op vaardigheden is het potentiële arbeidsaanbod ineens een stuk ruimer.’
De aandacht voor skills based werven zal de komende tijd dan ook alleen maar toenemen, verwacht Bouman. ‘Niet alleen vanwege het personeelsgebrek, maar ook omdat niet op school geleerde vaardigheden steeds belangrijker worden op de werkvloer.’ Ook kandidaten die niet alle kneepjes van het vak onder de knie hebben, kunnen dus interessant en mogelijk de perfecte nieuwe werknemer zijn, zegt hij. Want ervaring is meer waard dan diploma’s. ‘En leren doen ze vooral op het werk. Al moeten zij daar dan natuurlijk wel de gelegenheid en middelen voor krijgen van de werkgever.’
#6.Verwacht niet te veel van A.I.
Zou A.I. en automatisering dan helpen om de structurele krapte op te lossen en de productiviteit sterk aan te jagen? Bouman toont zich meermaals op zijn minst sceptisch. Zoals bij de menselijke robots, of humanoids, die weliswaar veel aandacht krijgen, maar nog weinig (van nut) leveren. Of bij de ‘bureaubagger‘ die hallucinerende bots op dit moment nog vaak uitscheiden. ‘Ik ben niet de enige die merkt dat de beloofde efficiëntiewinst dankzij AI-chatbots vaak tegenvalt’, merkt hij terecht op. Met alle gevolgen voor de gehoopte productiviteitswinst van dien. ‘Gemiddeld zorgt elk geval van bureaubagger voor een kleine 2 uur verspilde tijd.’
‘Gemiddeld zorgt elk geval van bureaubagger voor een kleine 2 uur verspilde tijd.’
Meer winst? Hogere lonen? Tijdwinst? Minder banen? Of een combinatie daarvan? A.I. belooft veel, maar levert vooralsnog nog maar weinig, verwijst Bouman naar verschillende onderzoeken. ‘In 2023 noemde ik A.I. nog “het missende stukje van de productiviteitspuzzel” en hoopte ik dat generatieve A.I. de dienstensector eindelijk weer productiever zou maken. In 2025 ben ik een stuk minder optimistisch’, concludeert hij dan ook. Of zou dat toch iets met de hype cycle te maken hebben en zullen de beloofde voordelen de komende jaren nog komen? Bouman zal er op 9 december ongetwijfeld nader zijn licht over laten schijnen…
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Ze heeft zelf 20 jaar in Nederland gewoond en gewerkt. Maar een jaar of 8 geleden kreeg ze de kans terug te gaan naar haar geboorteland Zweden, samen met haar man Guido, om daar eerst een vestiging op te zetten van Undutchables, als een internationale uitbreiding van een Nederlands recruitmentconcept, gericht op heel Scandinavië, later uitmondend in het eigen bureau Beyondo, dat Nederlandse bedrijven helpt succesvol te worden in Zweden. Wat leerde Karin Björkman Tendijck in die tijd over de internationale arbeidsmarkt? En over onze én de Zweedse manier van recruiten?
> Hoe is het om in Zweden voor jezelf te beginnen?
‘Een unieke kans. Ik kende de cultuur natuurlijk al, sprak de taal, had jarenlange ervaring in recruitment en relatiebeheer in Nederland. Het voelde als thuiskomen, maar dan in een nieuwe professionele context. De aanvankelijke samenwerking met Undutchables bood gelukkig een stevige basis. Het was een waardevolle periode waarin we leerden hoe het Nederlandse recruitmentmodel zich vertaalde naar de Zweedse markt, en waarin we ontdekten ook dat je een formule niet altijd 1-op-1 kunt overzetten. Zweden vraagt om een andere benadering, ook door andere wetgeving. Dit leek aanvankelijk een beperking, maar bleek juist een kans.’
> Hoe bedoel je dat?
‘We zagen dat steeds meer Nederlandse bedrijven niet alleen op zoek waren naar internationaal talent, maar juist naar lokale Zweedse professionals. Ze wilden weten hoe je een team opbouwt in Zweden, hoe je de juiste mensen vindt, en hoe je voorkomt dat je maanden verliest aan cultuurverschillen of juridische valkuilen. Daar is Beyondo uit ontstaan, in goed overleg met Undutchables: een zelfstandig bureau dat zich richt op het begeleiden van Nederlandse bedrijven bij hun stap naar Zweden. We spreken letterlijk en figuurlijk hun taal. We begrijpen waar Nederlandse bedrijven vandaan komen, én we weten hoe het hier werkt.’
> Wat recruiten jullie?
‘Wij helpen bedrijven hier met recruitment van lokaal talent. Wij werven dus Zweeds- en Engelstalige professionals die niet alleen inhoudelijk passen, maar ook aansluiten bij de Nederlandse bedrijfscultuur. Denk aan: meertalige kandidaten met de juiste mindset en werkethiek. We adviseren ook over Zweedse arbeidswetgeving, contractvormen, arbeidsvoorwaarden en culturele verwachtingen – zodat je compliant én aantrekkelijk bent als werkgever. En we kunnen helpen bij het opzetten van een lokaal team dat werkt in én voor Zweden. Van de eerste hires tot de bouw van een duurzame, goed functionerende organisatie.’
‘Een van onze doelgroepen bestaat uit zogeheten homecomers.’
‘Wij werken, net als Undutchables, waar we nog steeds nauw contact mee hebben, met internationals, maar dan in Zweden. Omdat de Zweedse markt echter steeds vaker Zweeds sprekende kandidaten vraagt, is dat soms een uitdaging. Een van onze doelgroepen bestaat daarom uit zogeheten homecomers, oftewel Zweden die in het buitenland hebben gewoond en nu weer in Zweden willen werken. Vaak hebben deze een zware kluif om weer te re-integreren, omdat hun netwerk niet meer up-to-date is. Maar het merendeel van onze opdrachten komt van Nederlandse bedrijven die zich in Zweden willen vestigen. Voor hen kunnen en willen wij een one-stop-shop zijn en hen begeleiden bij een succesvolle toetreding tot de Zweedse markt.’
> Dat kunnen Nederlandse bedrijven niet zelf?
‘Internationaal uitbreiden klinkt aantrekkelijk, maar de praktijk is vaak complexer dan gedacht. Vaak denken organisaties dat de Zweedse markt op de Nederlandse lijkt, maar er zitten toch wel wat haken en ogen aan. Je hóéft het niet allemaal zelf te doen. Met een partner die de markt kent, voorkom je fouten, win je tijd en bouw je sneller aan succes. Via ons netwerk kunnen wij het proces begeleiden van het registreren van een lokale entiteit, inclusief praktische zaken zoals administratie, salarisverwerking en juridische structuur. En we kunnen je verbinden met relevante partners, experts en professionals in Zweden – mensen die we kennen, vertrouwen en waar we zelf mee samenwerken.’
> Kun je een paar verschillen noemen?
‘Denk aan de communicatiestijlen. Zweden en Nederlanders staan beide bekend om hun directe communicatiestijl, maar in Zweden gaat het wel vaker gepaard met een zekere mate van tact, die confrontatie of ongemak minimaliseert. Je communicatie verzachten is essentieel. Vaak door niet direct je mening te zeggen, maar door vragen te stellen. Belangrijk is ook het concept ‘Jantelagen‘, het idee dat je nooit moet denken dat je beter bent dan een ander, en ook mensen daarop aanspreekt als ze dat wel doen. Een platte hiërarchische structuur is sowieso een typisch kenmerk van de Zweedse bedrijfscultuur. Besluitvormingsprocessen verlopen doorgaans in samenwerking, met de nadruk op teaminbreng en consensus.’
‘In Zweden worden zakelijke deals vaak rond de koffieautomaat en lunch gesloten!’
‘Zweden hechten ook waarde aan competentie en expertise. Het tonen van vaardigheid in je vakgebied is belangrijk om respect en vertrouwen te winnen. Als je deelneemt aan informele situaties, zoals fika (koffiepauzes) of lunches, begin je het informele maar toch integrale karakter van de Zweedse bedrijfscultuur te begrijpen.Deze informele interacties bieden inzicht in communicatiestijlen en spelen een belangrijke rol bij het opbouwen van relaties.In Nederland vinden zakelijke gesprekken vaak plaats in formele vergaderruimtes, maar in Zweden worden zakelijke deals vaak rond de koffieautomaat gesloten. Even snel een boterhammetje eten aan je bureau vindt men erg vreemd hier!’
> En op recruitmentgebied?
‘In Zweden zijn functiebenamingen van groot belang.De gekozen titel beïnvloedt bijvoorbeeld niet alleen het type kandidaten dat je kunt aantrekken, maar speelt ook een centrale rol bij het openen van deuren. Verder bepaalt een titel ook op welk niveau een kandidaat zit en wat voor eventuele beloningsstructuur ze kunnen hanteren. Zweden geven overigens vaak de voorkeur aan cv’s van 2 pagina’s boven persoonlijke motivatiebrieven. Het is daarnaast gebruikelijk om een proefperiode van 6 maanden te starten om de geschiktheid van de kandidaat binnen de organisatie te beoordelen. In Zweden is het bovendien standaard onderdeel van de wervingsprocedure om niet alleen te kijken naar kwalificaties, maar ook naar persoonlijkheid en soft skills.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025: