Rijksoverheid blijft grote inhuurder van zzp’ers, uurtarief voor het eerst boven de 100 euro

Het gemiddeld uurtarief voor hoogopgeleide flexwerkers in Nederland is recent zelfs voor het eerst door het plafond van 100 euro gegaan, blijkt uit de nieuwste editie van de Talent Monitor, een gezamenlijke uitgave van arbeidsmarktdataspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group. Maar bij de Rijksoverheid ligt dat nog een stukje hoger, met gemiddeld 108 euro per uur. Niet zo gek dus ook dat het aandeel van flex onder hbo’ers en wo’ers bij deze inhuurder de laatste 3 jaar alleen maar gestegen is, van 6% in 2022 naar 13% in het eerste kwartaal van 2025, ondanks alle jarenlange bedoelingen van het kabinet.

Hoewel de plannen al jaren anders zijn, blijft de Rijksoverheid nog steeds veruit de grootste inhuurder van flexibele arbeid in Nederland. Niet alleen is het aandeel zzp'ers er de afgelopen 3 jaar verdubbeld, ook de uurtarieven stijgen er nog altijd door.

De stijging bij de Rijksoverheid is des te opvallender, aangezien lagere overheden volgens de cijfers wél erin blijken te slagen het percentage flex (licht) terug te dringen (van 13% naar 12%). Een maand geleden werd uit de jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, die is gepubliceerd in het kader van Verantwoordingsdag, ook al duidelijk dat de Nederlandse overheid vorig jaar voor een recordbedrag van 3,7 miljard uitgegeven aan de inhuur van consultants, interim-managers en vooral ICT’ers. De kosten voor externe inhuur zijn daarmee met maar liefst 400 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2023.

Meer mensen op zoek

De nieuwe Talent Monitor kijkt naar de gegevens zo’n 865.000 flexibele werkers: 645.000 als zzp’er en 219.000 worden gedetacheerd. Ondanks dat hun aandeel ten opzichte van de totale arbeidsmarkt voor hoogopgeleiden voor het eerst in jaren iets is gedaald, blijken er wel weer meer mensen op zoek naar opdrachten. Zo is een derde (32%) van de personen die via een detacheringsbureau werkt actief op zoek naar werk. Ook onder zzp’ers neemt het aantal werkzoekenden sinds medio 2023 geleidelijk toe, tot een kwart in het eerste kwartaal van dit jaar. Een teken van een kantelende arbeidsmarkt, zo bleek ook al eerder.

Opvallend is dat die veranderende markt nog niet leidt tot prijsdruk, wat je mogelijk zou verwachten. Integendeel zelfs, kun je stellen. Na een jaar van min of meer stabilisatie nam in het eerste kwartaal het gemiddelde tarief juist weer een korte sprint omhoog en slechtte daarbij voor de 100-eurogrens. Dit is een stijging van 9% ten opzichte van het eerste kwartaal in 2022 en van 2% vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar. En dat terwijl uit de monitor ook blijkt dat het aantal aanbiedingen per opdracht juist ook sterk toeneemt, en nu zelfs (ruim) 3 keer zo hoog is als 3 jaar geleden.

Opvallend, noemt Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp die beperkte prijselasticiteit van uurtarieven, zeker naar beneden. ‘Dit is op zijn minst een signaal voor organisaties om hun inhuurbeleid kritisch tegen het licht te houden. Zelfstandig of met ondersteuning van een goede Managed Service Provider, gebruikmakend van betrouwbare, onafhankelijke data.’

Meer keuze – en dus meer regie

Volgens HeadFirst Group-CEO Marion van Happen laten de cijfers vooral zien ‘dat de behoefte aan flexibel talent blijft, maar dat het speelveld verandert. Voor opdrachtgevers biedt dat kansen: zij hebben meer keuze uit professionals en hebben dus meer regie. Voor professionals betekent het dat zij zich nadrukkelijker moeten profileren en positioneren in een krapper wordende opdrachtenmarkt.’

‘De cijfers laten zien dat de behoefte aan flexibel talent blijft, maar dat het speelveld verandert.’

Kijken we naar de meest gevraagde beroepsgroepen bij de Rijksoverheid, dan blijken daarbij softwareontwikkelaars het meest gewenst. Bedrijfskundigen en organisatieadviseurs weten er gemiddeld echter het hoogste uurtarief te bedingen, gevolgd door managers informatie- en communicatietechnologie. Opvallend is dat een inhuurder bij de Rijksoverheid gemiddeld méér aanbiedingen van flexwerkers tegemoet kan zien dan het gemiddelde van de markt, maar dat een meerderheid van de professionals (57%) in dit gebied wél graag zegt terug te keren naar loondienst, of daar in elk geval zegt voor open te staan.

Bij de lagere overheden zoals gemeenten en provincies geldt een heel ander verhaal. Hier blijkt het aantal opdrachten het laatste jaar namelijk juist wel enorm in te storten. Mogelijk door het aankomende ravijnjaar, of door andere ontwikkelingen, blijkt het aantal opdrachten voor hoogopgeleide zzp’ers en gedetacheerden hier in een jaar tijd zelfs gehalveerd. Maar overstappen naar loondienst? Dat zien ze dan ook weer niet zitten, zegt 62% van de zzp’ers en gedetacheerden in deze sector. Wat mogelijk (mede) verklaard wordt door hun senioriteit en het gemiddelde uurtarief hier, dat in 3 jaar steeg van 85 euro naar 100 euro.

Energietransitie in trek

De Talent Monitor keek overigens niet alleen naar de flexibele arbeidsmarkt bij overheden, maar besteedt ook speciale aandacht aan sectoren als Energie & nutsbedrijven, de Financiële dienstverlening en Logistiek, transport & productie. Daarbij valt bijvoorbeeld op dat de energiesector een uitzondering is in het aantal opdrachten, en hierin als enige een stijging laat zien, ‘niet verbazingwekkend gezien de maatschappelijke opdracht die daar ligt’, aldus de onderzoekers. Ook blijken er volop professionals die staan te popelen om hun steentje bij te dragen aan de energietransitie, getuige het groeiend aantal aanbiedingen per opdracht hier.

Het aantal zelfstandigen en flexwerkers blijkt zich toch maar moeilijk te laten beteugelen.

Al met al laat het rapport sowieso wel zien dat het aantal zelfstandigen en flexwerkers zich toch maar moeilijk laat beteugelen. ‘Ondanks de druk van de Wet DBA en toenemende onzekerheid blijft de aantrekkingskracht van zzp-werk groter dan die van vast werk’, schrijven Van Happen en Waasdorp in het rapport. ‘Hoewel minder vaste werknemers de stap naar freelancen overwegen door externe factoren, toont de stabiele weerstand van zzp’ers tegen terugkeer naar loondienst aan dat autonomie en flexibiliteit fundamentele drijfveren zijn geworden op de moderne arbeidsmarkt.’

Lees de hele Monitor

Download hier de hele Talent Monitor

Talent Monitor

Hoewel de plannen al jaren anders zijn, blijft de Rijksoverheid nog steeds veruit de grootste inhuurder van flexibele arbeid in Nederland. Niet alleen is het aandeel zzp'ers er de afgelopen jaren 3 jaar verdubbeld, ook de uurtarieven stijgen er door.

Wim op woensdag: Waarom we leiden aan manager-matching

Onderzoekers Alejandro Hirmas en Jan Hausfeld hebben recent Hiring bias in recruitment-onderzoek laten zien hoe wij onszelf in de voet schieten op de arbeidsmarkt. Of beter gezegd: hoe we elkaar collectief een ongelijk speelveld in slingeren. En het mooiste? We doen het zelfs als niemand het echt zo bedoelt. De twee Amsterdamse onderzoekers hebben in kaart gebracht hoe recruiters – die zich officieel neutraal en professioneel horen op te stellen – onbewust een vicieuze cirkel van discriminatie in stand houden.

Recruiters, bureaus, searchers, ze verwachten dat managers liever iemand aannemen van hun eigen geslacht.

Hun onderzoek onthulde iets wat tegelijk fascinerend en pijnlijk is: intermediairs (denk aan recruiters, bureaus, searchers) verwachten dat managers liever iemand aannemen van hun eigen geslacht. Dat idee nestelt zich stevig in het hoofd en… voilà: bias in actie. Wat gebeurt er vervolgens? Degenen die denken dat hun opdrachtgever een voorkeur heeft voor hetzelfde geslacht, besteden méér tijd aan het checken van het geslacht van kandidaten. Ze maken een mentale shortlist waar diversiteit niet bovenaan staat. Daarmee vergroten ze de kans dat de uiteindelijke keuze óók eenzijdig wordt.

Zelfvervullende voorspelling

Zelfvervullende voorspelling: check. Genderongelijkheid: check. Een argument minder voor het kamp ‘Discriminatie is allang opgelost’: check. En wat zijn de gevolgen? Ze zijn precies zo structureel als je vreest. Omdat mannen nog altijd in de meerderheid zijn op managementposities, leidt dit mechanisme tot de voortdurende ondervertegenwoordiging van vrouwen (en andere gemarginaliseerde groepen). Niet omdat ze minder geschikt zouden zijn, maar omdat de verwachtingen van anderen het pad alvast dichtgroeien.

 Gelukkig kwamen de onderzoekers niet alleen met een analyse, maar ook met een paar stevige aanbevelingen.

Wat kunnen we hieraan doen? Gelukkig kwamen de onderzoekers niet alleen met een analyse, maar ook met een paar stevige aanbevelingen:

  • Evenwichtige selectiecommissies. Zet een diverse groep beslissers aan tafel, zodat je niet gevangen blijft in dezelfde tunnelvisie.
  • Structurele hervormingen. Niet alleen bias-training en een diversiteitsstatement, maar échte aanpassingen in het proces van longlist tot eindselectie.
  • Bewustwording voor intermediairs. Het helpt als je weet hoe groot de invloed is van je eigen aannames over wat ‘de manager vast zal willen.’

Sociaal raadselspel

Wordt het niet eens tijd om deze onzichtbare hand in de rug eens stevig te tackelen? Want zolang wij werving zien als een soort sociaal raadselspel (‘Wat zou de manager leuk vinden?’), blijft de cirkel rond. En eerlijk: als je je recruitmentproces structureel inricht op voorspellen wat de baas wil horen in plaats van wie het beste is voor de functie, moet je niet verbaasd zijn dat je steeds dezelfde uitkomst krijgt.

Wordt het niet eens tijd om deze onzichtbare hand in de rug eens stevig te tackelen?

Tot volgende week! En onthoud: soms is de grootste bias niet dat je zelf bevooroordeeld bent, maar dat je denkt dat iedereen anders dat wel is.

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

Thijs Visser (Cruit): ‘Wij zeggen altijd: referral moet je doen met iedereen in de organisatie’

Sam Altman is er duidelijk over. Volgens de oprichter van OpenAI, moederbedrijf van Dall-E, ChatGPT en Sora, zijn referrals onmisbaar voor elk (tech)bedrijf. Als je mensen wil aannemen, zeker in de beginfase van je bedrijf, is er volgens hem eigenlijk geen betere manier. En dan niet het nonchalante ‘als je iemand te binnen schiet, laat het dan maar weten’, maar het liefst via een strategische, doordachte aanpak. Het soort referral waarbij nieuwe mensen op dag één al elke slimme persoon moeten opnoemen met wie ze ooit hebben gewerkt, om zo maar vast een database op te bouwen. 

Helemaal logisch, zegt Thijs Visser. ‘Slimme mensen kennen slimme mensen. Vertrouwen beweegt sneller dan cv’s. En de beste aanwinsten komen zelden van vacaturesites. De beste aanwinsten komen via referrals – niet omdat het makkelijker is, maar omdat het warmer, sneller en gewoon beter is.’ En goede software maakt dat tegenwoordig makkelijker dan ooit, voegt de mede-oprichter van Cruit toe, in een podcast, opgenomen tijdens het recente Werf& Live. ‘Organisaties beseffen vaak niet wat er voor goudmijnen zitten in alle netwerken van al hun mensen. Als je dat echt untapt, zoals we dat noemen, ligt er een wereld aan je voeten.’

‘Slimme mensen kennen slimme mensen. Vertrouwen beweegt sneller dan cv’s.’

Met Cruit (slogan: More Referrals, Less Hassle) probeert de 43-jarige (sales)leider tegenwoordig engagement te creëren bij de medewerkers van klanten als SkyLift, Securitas, ManpowerGroup, Vandebron, Flora Food Group, Van Lanschot Kempen en Crisp om daar op allerlei manieren ‘the true power van referrals te unleashen‘. ‘In onze app kunnen mensen de baan delen die we automatisch uit hun ATS trekken via onze app’, legt hij uit. ‘En dan wordt automatisch getrackt wie via wie solliciteert. Onze klanten kunnen kiezen om de bal bij de recruiter te leggen of medewerkers zelf een formuliertje te laten invullen in de app.’

Activatie in de app

De app van Cruit biedt veel manieren om mensen te activeren, vertelt hij verder, onder andere door ‘allerlei gamification en andere soorten engagement features, waardoor mensen in de app worden getrokken. En waar wij dan heel trots op zijn, zijn data waaruit blijkt dat meer dan 40% van onze gebruikers minimaal één keer per maand terugkomt in de app om een actie uit te voeren. Dat is echt heel hoog volgens mij. We zijn geen Instagram, we hoeven mensen geen 5 uur per dag op de app te hebben. Maar als 40% van je users meer dan eens per maand een actie uitvoert, dan heb je vaak al een heel succesvol referralprogramma.’

En wat is dan een actie? ‘Dat kan van alles zijn. Dat kan zijn: een referral aanmaken, maar ook: een referral bekijken, of kijken of iemand al door is naar de volgende fase. Of misschien wil diegene van de verdiende credits wel iets uitkiezen in de customizable store die wij hebben en die we voor klanten kunnen vullen met wat ze maar willen: producten, cadeaubonnen, een geldbeloning, goede doelen. Waarbij de meeste mensen trouwens kiezen voor cadeaubonnen. Ik denk wel 6 van de 10. Daarna fysieke producten als Apple airpods en Ring-deurbellen. En dan als laatste pas de cash reward.’

‘Iedereen kan referren’

Referral kan voor elke functie, en voor iedereen in de organisatie interessant zijn, is Vissers heilige overtuiging. ‘We zeggen altijd: referral moet je doen met iedereen. Dus we gaan nooit met onze software live, alleen maar voor bepaalde afdelingen. Dat doen we alleen maar voor organisaties als geheel. Kan een stagiair de nieuwe CFO referren? In theorie natuurlijk wel. Misschien is het de vader van een vriendin van haar, of de moeder van iemand op de hockey. Alle medewerkers van de organisatie kunnen zo helpen goede kandidaten aan te dragen.’

‘Als je organisatie divers is, ga je vanzelf ook diverse referrals krijgen.’

Maar, zo luidt vaak de kritiek, voor de diversiteit van de organisatie zijn al die referrals dan weer niet zo goed. Want Ons Soort Mensen kent Ons Soort Mensen. En daarmee ligt eenvormigheid dus wel op de loer. Hoe kijkt Visser naar die kritiek? ‘Meestal geef ik daarop het antwoord terug: ja, diversiteit is ongelooflijk belangrijk. En dat ga je niet oplossen door referrals. Diversiteit is een uitdaging die je als organisatie op alle vlakken hebt. Als je dat opgelost hebt en je organisatie is divers, ga je vanzelf ook diverse referrals krijgen.’

Hoewel de aandacht ervoor toeneemt, is referral nog altijd een onderbelichte wervingsstrategie, ziet Thijs Visser. En dat terwijl er goede software voor beschikbaar is, aldus de co-founder van Cruit. 'Weinig bedrijven beseffen dat ze op een goudmijn zitten.'

Zover is het overigens nog lang niet in de meeste organisaties, ziet hij. De meeste komen niet boven de 10% hires via referral, en zelfs bij de klanten van Cruit loopt dat nog maar op tot zo’n 30%, ‘een onwijs goed percentage’, volgens Visser. ‘Ik denk dat het hoogste percentage dat ik ooit gehoord heb, iets van 65% is.’ Daar valt dus nog steeds heel wat winst te behalen, zegt hij. ‘Want referrals zijn nog altijd de beste kandidaten. Ze worden sneller aangenomen, blijven langer, hebben een betere cultural fit, performen beter en zijn vaak het goedkoopst om aan te nemen. Dus ja, ga als bedrijf eerst maar eens deze goudmijn enablen.’

Het hele verhaal horen?

Meer weten over de visie van Thijs Visser (Cruit)? Luister hier de hele podcast:

Lees ook:

De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in juni 2025 (met podcast)

De maand juni 2025 stond in Nederland natuurlijk vooral in het teken van de Navo-top in Den Haag, maar vergeet ook de val van het kabinet niet, de massale rode-lijn-demonstraties, de ophef rond de motie-Piri, het verjaardagsfeest van Amsterdam op de A10, naast natuurlijk vaste waarden als Pinkpop en de eindexamens. Internationaal werden we opgeschrikt door de Amerikaanse aanvallen op Iran, en de hitte in heel Europa, naast een bizar over the top huwelijk in Venetië, maar was er aan de andere kant ook de verrassende winst van de linkse Mamdani in New York, en, vooruit, het WK voor clubs.

Terwijl Amsterdam feest vierde op de A10, werden daags erna snelwegen afgesloten voor de Navo-top.

Op de arbeidsmarkt was er natuurlijk het nieuws van het faillissement van oude reuzen Monster en Careerbuilder, de lancering van de ambitieuze The Talentpool Community en de CPB-studie naar de verblijfsduur van arbeidsmigranten in Nederland, naast wéér een rapport, dit keer van de Adviesraad Migratie, waaruit blijkt dat een groot deel van de personeelstekorten zou zijn op te vangen als werkgevers wat meer open zouden staan voor mensen met een migratieachtergrond, en de regelgeving daar ook wat meer bij zou helpen. Maar wat gebeurde er verder allemaal dat voor Nederlandse recruiters van belang is? Een overzicht, in 7 delen.

#1. Mogelijk uitzendverbod in vleessector

Of het allemaal daadwerkelijk zijn beslag gaat krijgen, valt nog te bezien. Maar de demissionair maar toch best drukke minister Eddy van Hijum maakte in juni 2025 wel bekend serieus een verbod te overwegen op uitzendkrachten in de vleessector, dit vanwege ‘wijdverspreide’, ‘stelselmatige’ en ‘zeer zorgwekkende’ misstanden in de sector (iets wat de sector natuurlijk zelf bij hoog en laag ontkent). Van Hijum ziet zo’n mogelijk verbod als ‘laatste redmiddel’ en ‘stok achter de deur’ om de situatie van arbeidsmigranten in de er ‘in negatieve zin’ uitspringende sector te verbeteren.

De vleessector kent volgens onderzoek ‘wijdverspreide’, ‘stelselmatige’ en ‘zeer zorgwekkende’ misstanden.

De demissionair minister haalde inspiratie uit Duitsland, waar de maatregel jaren geleden al werd ingevoerd en tot betere werkomstandigheden voor arbeidsmigranten heeft geleid. Zo’n maatregel is ook in Nederland juridisch mogelijk, blijkt nu. Maar de uitwerking zal veel tijd kosten, waardoor die op z’n vroegst pas over een jaar kan ingaan. Tegen die tijd moet volgens Van Hijum opnieuw worden gekeken in hoeverre de onderzochte sectoren, en specifiek de vleessector, de situatie hebben verbeterd. Is dat niet het geval, dan kan het uitzendverbod daadwerkelijk van stal worden gehaald. Al is dat dan dus wel aan zijn opvolger.

#2. Deeltijders meer in te zetten

Niet alleen bij arbeidsmigranten ligt nog een groot deel onbenut arbeidspotentieel, zoals de Adviesraad Migratie stelt, dat geldt ook voor vrouwen en jongeren die (te) vaak een flexibele (en/of) deeltijdbaan krijgen aangeboden, meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau in juni 2025. Uit het SCP-onderzoek De krapte als kans blijkt dat werkgevers vaak dénken dat vrouwen vanwege zorgtaken een voorkeur hebben voor deeltijdwerk, en zij flexibele arbeidscontracten vooral geschikt vinden voor jongeren en werknemers met een migratieachtergrond, maar zulke vooronderstellingen lang niet altijd terecht zijn.

‘Wensen van werknemers kunnen in de loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld doordat zorgtaken afnemen.’

Uit het SCP-onderzoek blijkt verder dat werkgevers en werknemers vaak het idee hebben dat meer uren werken niet loont. In werkelijkheid gaan vrijwel alle deeltijders echter erop vooruit als ze meer uren gaan werken, zo blijkt uit CPB-onderzoek. Ook blijkt dat werkgevers en medewerkers die in deeltijd werken zelden met elkaar te spreken over het gewenste aantal uren en eventuele urenuitbreiding. Het is van belang om dit gesprek juist wel te voeren, aldus het Planbureau, zoals in het jaarlijkse functioneringsgesprek, ‘want wensen van werknemers kunnen in de loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld doordat zorgtaken afnemen’.

#3. In Japan is de krapte er nog volop

Een talentvolle kandidaat die twee uur lang in een afgesloten kamer onder druk gezet wordt om de hem aangeboden baan te accepteren. Bankmanagers die gewoon niet accepteren dat een medewerker ontslag neemt. Of speciale bedrijfsfeesten om voormalige medewerkers te verleiden om terug te komen. In Japan schijnt het allemaal nog aan de orde van de dag te zijn, schrijft het FD deze maand. Hier, en met name in hoofdstad Tokio, geldt namelijk een van ’s werelds krapste arbeidsmarkten, waar de financiële sector er alles aan doet om talentvolle medewerkers te werven en aan zich te binden.

Jonge sollicitanten worden in Tokio uit eten genomen, of meegenomen naar populaire bars.

In financiële centra als Hongkong en Londen vrezen bankiers ontslag omdat handelsconflicten de markt bederven. Maar in Tokio is nog steeds een schreeuwend tekort aan financiële toptalenten, nu internationale bedrijven zich en masse in Japan vestigen. ‘De concurrentie is ongelooflijk fel’, zegt Jeff Acton, partner in Tokio bij investeringsbank BDA Partners. Jonge sollicitanten vertellen dat ze soms mee uit eten worden genomen in toprestaurants, of meegenomen naar populaire bars. Recruiters schatten in dat de salarissen voor handelaren in vastrentende waarden in Tokio in 2024 met gemiddeld 15% zijn gestegen.

#4. Salting is terug, bij Starbucks

In Nederland kennen we het fenomeen nauwelijks, omdat hier elke werknemer vrij is om zich bij een vakbond aan te sluiten (al zijn er ook hier wel allerlei andere manieren en zogenoemde ‘gele bonden‘ om de grote bonden buiten te sluiten). In andere landen, zoals de VS, is dat vaak wel anders. En dat leidt daar tot het fenomeen van salting, oftewel: het recruitmentproces gebruiken om vakbondsleden binnen te krijgen, die vervolgens andere medewerkers overtuigt om zich ook aan te sluiten. Een fenomeen dat momenteel weer volop in de belangstelling staat, onder meer dankzij het boek Get On the Job and Organize.

Zo schreef onder meer de Financial Times in juni 2025 over de campagne van Starbucks om nieuwe barista’s te werven, en hoe de vakbond Workers United daarop inspringt door (potentiële) leden daar te laten solliciteren. De groep zegt al verkiezingen te hebben gewonnen bij 600 van de meer dan 10.300 Starbucks-filialen in de VS.De koffieketen schijnt er ook al behoorlijk van geschrokken te zijn. Tijdens een bijeenkomst van 14.000 winkelmanagers in Las Vegas deze maand, gaven de leidinggevenden van Starbucks zorgvuldige richtlijnen over wie er aangenomen moest worden nu de keten weer nieuwe mensen werft.

#5. Arbeidsproductiviteit in de lift

Opmerkelijk nieuws kwam in juni 2025 ook van ING. Na jaren van achterblijven is de productiviteitsgroei in Nederland ineens aan een inhaalslag begonnen, zo meldde de bank. De achterstand op het eurozone-gemiddelde van het afgelopen decennium zou in de afgelopen 4 kwartalen zelfs grotendeels zijn ingelopen. ‘Bedrijven en organisaties lijken daadwerkelijk efficiënter te zijn gaan werken’, concludeerden de onderzoekers in een min of meer verlossend bericht dat dan ook gretig door allerlei andere media werd overgenomen, net voordat de SER met een briefadvies over dit veelbesproken onderwerp kwam.

Wat gebeurde er de afgelopen maand in recruitment? Werf& geeft ook dit jaar aan het eind van elke maand een overzicht. Zo pikten we er ook in juni 2025 weer 7 opvallende trends en gebeurtenissen uit. Mét podcast.

Veel minder aandacht trekkend, maar inhoudelijk misschien wel interessanter, was het ESB-bericht dat de productiviteitsgroei nog veel hoger was, als je tegelijk ook rekening houdt met de klimaatschade die met de economische activiteiten gepaard gaat. En ook ‘gecorrigeerd voor klimaatschade groeit de Nederlandse productiviteit sneller dan gedacht, ook in vergelijking met de VS’, concluderen onderzoekers De Ridder en Rachel, minstens even enthousiast als hun ING-collega’s. Al helpt de toenemende hitte door klimaatverandering er dan weer niet bij om die productiviteit op peil te houden…

#6. Loonkloof cao/niet-cao neemt af

Een loonkloof waar je minder vaak over hoort, maar die minstens zo hardnekkig is als die tussen man en vrouw: de ongeveer 70% werknemers die onder een cao vallen verdienen al jaren gemiddeld stukken mínder dan de rond de 30% niet-cao-werknemers. Het verschil is maar liefst 539 euro per maand (3.886 mediaan salaris voor werknemers zonder cao, en 3.347 voor cao-werknemers), zo blijkt uit onderzoek van Van Spaendonck. Maar tegelijk neemt het verschil wel af, concluderen ze: waar de cao-lonen sinds 2018 met 34,5% stegen, deden de niet-cao-lonen dat met ‘slechts’ 29,5%. ‘Dit betekent dat de loonkloof langzaam kleiner wordt.’

Werknemers zonder cao hebben vaak meer individuele onderhandelingsruimte, wat de lonen opdrijft, maar cao-werknemers profiteren dan weer van collectieve afspraken die zorgen voor stabielere loonstijgingen. De afnemende krapte op de arbeidsmarkt speelt waarschijnlijk ook mee in de afnemende loonkloof, dat duidt erop dat de onderhandelingsruimte van individuen kleiner wordt.

#7. Geen kok, geen wok

‘Geen kok, geen wok.’ En: ‘Geen smaak, geen zaak’. Aan creatieve slogans geen gebrek bij de actiegroep die strijdt voor een noodoplossing voor de 2.300 Aziatische specialiteitenkoks in Nederland die per 1 januari 2026 hun verblijfsrecht dreigen te verliezen. Sinds 1 juli vorig jaar kunnen ze namelijk geen gebruik meer maken van een regeling om gespecialiseerde koks van buiten Europa hiernaartoe te halen. Dat houdt in dat er geen nieuwe werkvergunningen meer worden afgegeven en straks alle vergunningen verlopen zijn. Ten einde raad boden ze daarom in juni 2025 een ruim 35.000 keer getekende petitie aan in de Tweede Kamer.

„Er heeft nog nooit een Nederlandse kok gereageerd op een van mijn vacatures bij het UWV.” De frustratie zit hoog bij Laiying en Nyls Wang. Ze begrijpen niets van het beleid van de Nederlandse overheid. Sinds 1 juli vorig jaar kunnen ze namelijk geen gebruik meer maken van een regeling om gespecialiseerde koks van buiten Europa hiernaartoe te halen. Dat houdt in dat er geen nieuwe werkvergunningen meer worden afgegeven. „Binnen twee jaar zijn alle vergunningen verlopen”, zegt Nyls. Tussen 2009 en 2019 verdween al ruim één op de vijf Chinees-Indische restaurants, zocht horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners eerder uit. „Als het zo doorgaat verdwijnt meer dan de helft van de Aziatische restaurants uit Nederland”, stelt Nyls. Een moeilijke zoektocht Gespecialiseerde koks zijn in Europa nauwelijks te vinden. En het omscholen van koks kost veel tijd, aldus Laiying. „Ze verwachten dat we een kok van een ander restaurant binnen drie tot zes maanden hier in het restaurant als chef zouden kunnen inzetten. Maar de Aziatische keuken heb je niet zomaar onder de knie.” Het in snel tempo toevoegen van de juiste hoeveelheid kruiden en de speciale manier van bakken en snijden zijn vaardigheden die pas komen na jaren van ervaring in de praktijk, zo stelt Nyls. „Je moet als het ware kunnen spelen met het vuur.” Leiden ? De Actiegroep Aziatische Horeca heeft op 10 juni 2025 met succes de petitie*"Geen kok, Geen wok ? Geen smaak, Geen zaak"* aangeboden aan de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken, Voorzitter Mevr. Judith Tielen. De petitie, ondertekend door 36.121 collega?s, ondernemers, gasten, leveranci...

‘Als het zo doorgaat verdwijnt meer dan de helft van de Aziatische restaurants uit Nederland’, moppert bijvoorbeeld Nyls Wang. ‘Er heeft nog nooit een Nederlandse kok gereageerd op een van mijn vacatures bij het UWV.’ Tussen 2009 en 2019 verdween al ruim 1 op de 5 Chinees-Indische restaurants, zocht horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners eerder uit, en dat lijkt zich nu dus alleen maar door te zetten. ‘Zonder koks verdwijnt 114 jaar Nederlands cultureel erfgoed. Wij vragen de politiek om onze gespecialiseerde, culinaire en culturele keukens te redden’, aldus Rong Hua Ching-Hu, woordvoerder van de actiegroep.

De jaarlijkse omzet van de restaurants van zo’n 800 miljoen euro maakt, volgens onderzoek van Foodinspiration, een significant deel uit van de horeca in Nederland. Het zou volgens de actiegroep een culinaire en culturele ramp betekenen als Chinees-Indische restaurants, die sinds 2021 erkend zijn als Nederlands Immaterieel Erfgoed, zullen verdwijnen. De eerste rechtszaken bij de Nederlandse voorzieningsrechter dienden op 19 juni 2025 met als doel de huidige GVVA-vergunningen alsnog te verlengen. Uitkomst nog ongewis.

#8. Cartoon van de maand

Wat gebeurde er de afgelopen maand in recruitment? Werf& geeft ook dit jaar aan het eind van elke maand een overzicht. Zo pikten we er ook in juni 2025 weer 7 opvallende trends en gebeurtenissen uit. Mét podcast.

Bron: van9tot5

Iets over het hoofd gezien?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we trends en ontwikkelingen voor iedereen in de wereld van recruitment. In juni 2025 iets belangrijks over het hoofd gezien? Meld het ons! En beluister hier de podcast over deze maand, waarin Geert-Jan Waasdorp en Peter Boerman nog eens op volledig eigen wijze het nieuws van achtergrond voorzien:

Lees ook:

Foto boven

‘We zitten al met een gigantisch personeelstekort. Dan helpt het niet als mensen worden uitgescholden’

Een stortvloed aan scheldpartijen en haatreacties. Anders kun je het eigenlijk niet noemen. Toen het Zuyderland in zijn wervingscampagne thuiszorgverpleegster Najat Aaraj-Jabri liet zien, genietend van haar werk, regende het op Facebook nare opmerkingen. Tot ‘Nee, dank je, ik hoef zoiets niet aan mijn bed’ aan toe. De meest pijnlijke van allemaal, aldus Aaraj-Jabri. Ze had zich voorbereid op vervelende reacties, maar dat het zó heftig zou zijn, had ook zij niet verwacht. Tientallen reacties, de een nog vervelender (en racistischer) dan de andere. Zelfs zoveel dat de Limburgse zender L1 er lucht van kreeg en besloot er een item aan te wijden.

Overigens in nauwe samenwerking met de Limburgse zorginstelling zelf, legt woordvoerder Sasj Lamberty uit. ‘We zagen dit ook als een kans een statement te maken. Ongewenst gedrag is echt een groot issue in de zorg. We zitten in de zorg al met een enorm personeelstekort, dan helpt het niet als je mensen worden uitgescholden als ze alleen maar anderen proberen te helpen. Dat accepteren we ook niet. Samen met Najat zelf hebben we afgesproken dat ze geen video-interviews wil doen. Maar de campagne gaat gewoon door, die is hiermee eigenlijk alleen nog maar versterkt.’

‘Ongewenst gedrag is echt een groot issue in de zorg.’

Na de haatreacties, en de reportage van L1, volgden overigens ook al snel vele meer positieve reacties op het verhaal van Aaraj-Jabri. ‘Vreselijk dat mensen denken anderen met zoveel haat te mogen en kunnen benaderen’, schrijft bijvoorbeeld iemand op Facebook. ‘Wat pijnlijk om te lezen hoeveel haat en onbegrip iemand kan krijgen, simpelweg omdat ze zichtbaar zichzelf is’, vult een ander aan. Waarna Aaraj-Jabri zelf overigens ook weer reageert. ‘Lieve lieve lieve mensen, mijn hart vloeit met liefde en positieve reacties onder deze post. Jullie prachtige en lieve woorden zijn VEEEEEEELLL MEEEERRR dan de discriminerende reacties.’

‘Iedereen was trots’

Ook op LinkedIn krijgt ze inmiddels veel steun, onder meer van haar collega in het ziekenhuis, longarts Michiel Gronenschild. ‘Toen Zuyderland me vroeg of ik mee wilde werken aan de campagne twijfelde ik eerst wel even’, blikt ze zelf terug bij L1. ‘Je weet dat het onaangename reacties kan uitlokken. Maar uiteindelijk heb ik toch gekozen om mee te doen. Ik wilde helpen bij de zoektocht naar nieuw personeel. Ik wilde net zoals mijn collega’s op de foto staan. Gewoon deel zijn van het team.’

Ik wilde helpen bij de zoektocht naar nieuw personeel. Net zoals mijn collega’s op de foto staan. Gewoon deel zijn van het team.’

De foto’s werden overigens al een jaar geleden gemaakt, maar pas deze maand gepubliceerd. ‘Ik was enthousiast en deelde het ook op mijn eigen Facebookpagina. Familie, vrienden, collega’s, iedereen was trots. Totdat een vriendin me ineens waarschuwde: ‘Kijk maar niet naar de reacties’. Maar ja, dan wil je toch weten wat er staat.’ Net als haar omgeving reageerde Aaraj-Jabri ontzettend geschrokken van alle haatreacties. Op aandringen van haar collega’s besloot ze toch een melding te doen bij haar leidinggevende. Die zorgde er daarna meteen voor dat de (discriminerende) reacties werden uitgeschakeld, terwijl de campagne wel online bleef.

30 fulltime beveiligers

Het verhaal van de verpleegkundige past – helaas – wel in een trend. Zo besteedde ook Arjen Lubach relatief recent nog aandacht aan hetzelfde Zuyderland-ziekenhuis vanwege de groeiende en schrijnende agressie tegen zorgmedewerkers. ‘Dertig fulltime beveiligers. Voor een ziekenhuis hè!’, aldus Lubach.

Het ziekenhuis haalde de afgelopen jaren ook op een andere manier regelmatig het nieuws. Vorige maand nog – toen we nog een kabinet hadden – was het nota bene nog de PVV die niet wilde erkennen dat het ziekenhuis problemen heeft om voldoende personeel te werven, en daarvoor zijn eigen toenmalige minister, Fleur Agema, in het nauw dreef. PVV-leider Geert Wilders had in de campagne immers beloofd het Zuyderland open te houden als volwaardig ziekenhuis, dus inclusief spoedeisende hulp. Hoe wrang dat juist een goedbedoelde wervingscampagne dan op zoveel racistische reacties kan rekenen. Dat helpt dan natuurlijk niet.

‘Blijf jezelf, tel even tot 11’

Uit onderzoek blijkt overigens dat 51% van de medewerkers in zorg en welzijn in het afgelopen jaar te heeft maken gehad met verbale agressie door patiënten, cliënten of hun naasten. Daarom is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport recent ook de campagne Blijf jezelf, tel even tot 11 begonnen. De campagne bestaat uit een landelijke radiocommercial (online en in zendtijd Rijksoverheid) en online video’s die onder andere te zien zijn via YouTube en streamingsdiensten. Daarnaast is er een toolkit ontwikkeld, bedoeld voor de hele zorg- en welzijnssector. De mediacampagne loopt van 18 juni tot en met 6 juli 2025.

Lees ook

 

 

De eis om loontransparantie? ‘Een absolute gamechanger voor de arbeidsmarkt’

‘Deze richtlijn is een absolute gamechanger‘, benadrukte senior recruitment professional Emi Beredugo recent nog stellig in de Chad & Cheese Show. ‘Organisaties die denken dat dit gewoon een administratieve aanpassing is, begrijpen de impact totaal niet.’ En daar kan ze wel eens gelijk in hebben. De EU Pay Transparency Directive, die uiterlijk 7 juni 2026 in Nederland moet zijn omgezet in nationale wetgeving, dwingt organisaties namelijk niet alleen tot loontransparantie, maar herdefinieert fundamenteel hoe we talent aantrekken en behouden. Het zou al met al wel eens een aardverschuiving in de arbeidsmarkt kunnen worden.

‘Organisaties die denken dat dit een administratieve aanpassing is, snappen de impact totaal niet.’

Hoewel werkgevers al jaren wettelijk verplicht zijn om mannen en vrouwen gelijk te belonen voor gelijk werk, blijft dat in de praktijk nog vaak uit. Zo verdienen vrouwen in het bedrijfsleven gemiddeld 16,4% minder per uur dan mannen. Bij de overheid ligt het verschil op 5,1%, blijkt uit CBS-cijfers. Volgens vakbond CNV krijgen mannen vaker een loonsverhoging, bij een goede beoordeling zelfs 2,5 keer zo vaak. Met de nieuwe richtlijn, waarvan het Nederlandse wetsvoorstel recent in internetconsultatie is geweest, moet die hardnekkige loonkloof tussen mannen en vrouwen aangepakt worden. Dit gebeurt kort gezegd op 3 manieren:

#1. Loontransparantie vóór het sollicitatieproces

De richtlijn vereist dat werkgevers salarisinformatie verstrekken vóórdat het sollicitatieproces begint. Dit hoeft niet per se in de vacaturetekst, maar moet wel beschikbaar zijn voordat kandidaten een sollicitatiegesprek ingaan. Belangrijk: De wetgeving schrijft niet voor dat het salaris letterlijk in de vacature moet staan, maar praktisch gezien is dit vaak wel de meest logische (en verstandige) oplossing. Verschillende manieren om dit te implementeren:

  • Direct in de vacaturetekst: Salaris: €3.500 – €4.200 bruto per maand (36-40 uur)
  • Via een aparte pagina: Bekijk ons salaris- en arbeidsvoorwaardenbeleid op [link]
  • Op verzoek beschikbaar: Salarisinformatie beschikbaar op aanvraag vóór sollicitatie

In het  sollicitatieproces wordt vragen naar het salaris bij een vorige baan bovendien verboden, om te voorkomen dat loonverschillen zich blijven opstapelen. Een belangrijke stap, aldus bijvoorbeeld vakbond FNV. ‘Vrouwen die eerder onderbetaald zijn, dragen dit vaak jarenlang mee. Door deze informatie uit het sollicitatieproces te schrappen, krijgen zij een eerlijke kans op een passend loon. Uit internationale onderzoeken blijkt dat dit soort salary history bans effectief zijn in het verminderen van de loonkloof.’

#2. Transparantie over ‘werk van gelijke waarde’

Naast ‘gelijke beloning voor gelijke arbeid’ introduceert de richtlijn het complexere concept van ‘gelijke beloning voor werk van gelijke waarde’. Dit betekent dat een marketeer en een IT-specialist met vergelijkbare verantwoordelijkheden en ervaring ook vergelijkbaar beloond moeten worden, ook al doen ze totaal ander werk. De uitdaging wordt dan natuurlijk: hoe meet en bewijs je dit? Organisaties moeten daarom objectieve criteria ontwikkelen om functies te vergelijken op:

  • Verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheid
  • Vereiste vaardigheden en opleidingsniveau
  • Fysieke en mentale inspanning
  • Arbeidsomstandigheden

Veel bedrijven zullen dan ook externe expertise moeten inschakelen voor functiewaardering en evaluatie van hun huidige systemen. Werkgevers moeten straks niet alleen onder meer het gemiddelde loon publiceren van mannen en vrouwen in vergelijkbare functies, ook krijgen medewerkers het recht hun eigen salaris op te vragen én dat van collega’s met gelijk werk, als gemiddelde. Zo kun je zien of je onder of boven het gemiddelde zit, zonder direct met een collega over geld te hoeven praten.

De bewijslast voor (on)gelijke beloning verschuift van de werknemer naar de werkgever.

Bovendien verschuift de bewijslast bij de nieuwe loontransparantie-wetgeving. Niet langer moet de werknemer aantonen dat hij of zij ongelijk wordt beloond; de werkgever moet voortaan kunnen aantonen dat hij gelijk beloont en kunnen uitleggen hoe eventuele verschillen ontstaan.

#3. Rapporteren en actie bij loonkloof

Bedrijven groter dan 250 medewerkers moeten jaarlijks rapporteren over de loonkloof die ze hebben tussen mannen en vrouwen, organisaties met meer dan 100 medewerkers eens per 3 jaar. Bij een loonkloof groter dan 5% zonder dat er van een objectieve verklaring sprake is, moeten organisaties samen met de ondernemingsraad een gezamenlijke salarisbeoordeling uitvoeren.

Minder dan een jaar. Zolang duurt het nog voordat officieel de Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen van kracht moet zijn. Hoe groot gaat de impact op recruitment en arbeidsmarktcommunicatie zijn? 'Een absolute gamechanger!'

Lidewey van der Sluis, hoogleraar strategisch talentmanagement aan Nyenrode Business Universiteit, plaatste in Trouw recent overigens wel een kanttekening bij de loontransparantie-regeling. ‘Er zullen vrouwen zijn die opgelucht zijn dat het verschil eindelijk wordt rechtgezet. Een ander kan zich verraden voelen door haar werkgever en besluiten ergens anders haar talenten te benutten.’

‘Juist achter de schermen zit échte gelijkwaardigheid. Maar vooralsnog hoeven werkgevers daarover niet te rapporteren.’

Maar volgens haar is een gelijk salaris slechts één deel van het verhaal. ‘Gelijke beloning gaat namelijk ook over wie wel of niet ontwikkelkansen krijgt, coaching, opleiding, een podium. Juist achter de schermen zit échte gelijkwaardigheid: dat iedere medewerker serieus genomen wordt en gelijke kansen krijgt. Maar vooralsnog hoeven werkgevers daarover niet te rapporteren.’

Impact op recruitment 

Emi Beredugo waarschuwde echter in de eerder genoemde podcast al dat veel organisaties de impact van de nieuwe wetgeving nog altijd onderschatten. ‘Dit gaat veel verder dan alleen een salarisbereik in je vacature zetten. Het verandert de complete dynamiek tussen werkgever en werknemer.’ Het betekent het einde aan het ‘salarisspel’, zegt ze. De tijd van uitgebreide salarisonderhandelingen komt grotendeels ten einde. Salaris wordt geen geheim meer, maar een startpunt voor het gesprek.

Salaris wordt geen geheim meer, maar een startpunt voor het gesprek.

Voordelen voor werkgevers:

  • Véél meer sollicitanten: Vacatures met daarin het salaris reeds vermeld, kunnen rekenen op tientallen procenten méér sollicitanten
  • Efficiëntere screening: Kandidaten weten direct of een functie financieel interessant is
  • Aantrekkelijker voor talent: Vooral jongere generaties waarderen transparantie
  • Minder onderhandelingsstress: Duidelijke kaders scheppen rust in het proces
  • Betere employer branding: Loontransparantie toont vertrouwen in je beloningsbeleid

Zoals Beredugo het samenvat: ‘Organisaties die loontransparantie omarmen, worden magneten voor toptalent. Wie nog steeds geheimzinnig doet over salaris, jaagt de beste mensen weg naar de concurrentie.’

Uitdagingen 

Maar er zijn natuurlijk ook uitdagingen, die je niet mag onderschatten. Denk aan:

  • Complexe beloningsstructuren: Hoe communiceer je transparant over salarissen, inclusief bonussen, commissies en secundaire arbeidsvoorwaarden?
  • Cultuuromslag nodig: Van ‘Daar praten we niet over’ naar open communicatie
  • Interne weerstand: Huidige werknemers kunnen vragen gaan stellen over hun eigen beloning.

‘Begin vandaag nog’

‘Begin vandaag, niet morgen’, is dan ook Beredugo’s dringende advies. ‘Ik zie te veel organisaties die wachten om actie te ondernemen. Dan ben je te laat.’ Dat sluit ook aan bij onderzoek van Korn Ferry, dat vorig jaar al liet zien dat de meeste bedrijven vooralsnog de kat uit de boom kijken, en maar weinig aanstalten te maken hun praktijken te veranderen. Zo laat 45% van de wereldwijde respondenten weten dat ze eerst willen zien hoe de regelgeving zich ontwikkelt, alvorens ze concrete acties ondernemen. Toch is dat niet verstandig. Daarom: 5 stappen die je nu al kunt zetten.

Stap 1. Start nu met je salaris-audit

‘Geen uitstel meer’, benadrukt Beredugo. ‘Je moet nu weten waar je staat.’ Begin dus eerst maar eens met het in kaart brengen van je huidige salarisstructuren. Kijk niet alleen naar functies, maar ook naar:

  • Verschillen tussen man/vrouw in vergelijkbare rollen
  • Impact van deeltijd versus voltijd
  • Regionale verschillen binnen je organisatie

‘Als je nu al loonkloven ontdekt, heb je nog tijd om ze op te lossen zonder externe druk’, adviseert Beredugo.

‘Als je nu al loonkloven ontdekt, heb je nog tijd om ze op te lossen zonder externe druk.’

Stap 2. Bereid je salariscommunicatie voor

Beredugo raadt aan om verschillende benaderingen te testen. ‘Experimenteer nu al met salarisinformatie delen. Zie hoe kandidaten reageren en wat het beste werkt voor jullie proces.’ Maar vermijd hoe dan ook vage formuleringen zoals: ‘Salaris naar ervaring’, ‘Uitstekend salaris’ of ‘marktconform’. ‘Wees specifiek’, zegt Beredugo. ‘Vage ranges helpen niemand en maken je minder geloofwaardig. Het gaat erom dat kandidaten weten waar ze aan toe zijn voordat ze solliciteren.’

Stap 3. Train je recruitmentteams

‘Je recruiters zijn je frontlinie’, stelt Beredugo. ‘Als zij oncomfortabel zijn met salarisbespreking, voel je dat meteen in gesprekken.’ Zorg dus dat recruiters en hiring managers aan hun sollicitanten kunnen uitleggen hoe jullie salarisranges tot stand komen, waar iemand in het bereik kan terechtkomen en hoe secundaire voorwaarden meetellen. ‘Investeer in training’, benadrukt ze. Een goed getrainde recruiter kan transparantie omzetten in een competitief voordeel.’

‘Een goed getrainde recruiter kan transparantie omzetten in een competitief voordeel.’

Stap 4. Communiceer proactief naar huidige werknemers

Loontransparantie begint bij je eigen medewerkers, waarschuwt Beredugo. ‘Het grootste risico is dat je eigen mensen het via de vacaturesite te weten komen. Dan heb je een vertrouwensprobleem.’ Informeer daarom je medewerkers tijdig, bijvoorbeeld tijdens teammeetings. En betrek – indien beschikbaar – ook de Ondernemingsraad erbij. En stel (online) een FAQ op over wat dit betekent voor huidige werknemers. ‘Transparantie begint intern’, benadrukt Beredugo. ‘Als je eigen team het al niet begrijpt, hoe ga je het dan ooit naar buiten verkopen?’

Stap 5. Maak van transparantie een troef

Beredugo sterkste advies: ‘Gebruik deze wetgeving als differentiator. Laat zien dat jullie voorlopers zijn, geen volgers.’ Positioneer je organisatie strategisch, zegt ze. Bijvoorbeeld zo: ‘Bij [bedrijfsnaam] geloven we in eerlijke beloning. Daarom delen we onze salarisranges voordat dit verplicht wordt.’ Of zo: ‘Transparantie begint bij ons: ontdek wat je kunt verdienen in ons team.’ ‘De beste organisaties gebruiken deze wetgeving om hun employer brand te versterken’, legt Beredugo uit. ‘Ze positioneren het niet als verplichting, maar als kernwaarde.’

‘De beste organisaties gebruiken deze wetgeving niet als verplichting, maar als kernwaarde.’

‘Deze EU-directive gaat de arbeidsmarkt fundamenteel veranderen’, concludeert ze dan ook. ‘Organisaties die dit zien als een kans in plaats van een last, zullen de winnaars zijn. Transparantie wordt de nieuwe norm, en de vraag is niet óf dit gaat gebeuren, maar hoe snel je je kunt aanpassen.’ Bedrijven die nu beginnen met loontransparantie kunnen dit als concurrentievoordeel inzetten, aldus Beredugo. ‘Wacht dus niet op de deadline. Organisaties die nu al transparant zijn over salaris, trekken de beste mensen aan. Over 2 jaar zijn ze al jaren bezig hun aanpak te perfectioneren, terwijl de concurrentie nog steeds aan het uitzoeken is hoe het moet.’

Behandeling in Q3 2025

Naar verwachting wordt het wetsvoorstel overigens in het derde kwartaal van 2025 ingediend bij de Tweede Kamer. De Nederlandse wetgever kiest voor wat wel een ‘zuivere implementatie’ wordt genoemd: de bepalingen uit de Richtlijn Loontransparantie worden zo letterlijk en beperkt mogelijk overgenomen, zonder ruimere nationale invulling, om een toename van de (administratieve) lasten voor werkgevers zoveel mogelijk te beperken. Onderhandelen over loon – en dus ook ongelijke beloning voor dezelfde of gelijkwaardige functie – blijft in de nieuwe wet overigens in principe wel mogelijk, maar het uiteindelijke salarisniveau moet wel objectief gerechtvaardigd zijn, bijvoorbeeld wegens een verschil in relevante ervaring of prestaties.

Lees ook

‘Flaking’ bereikt nu ook de arbeidsmarkt (maar is het ook echt iets nieuws?)

Lastminute een al heel lang gemaakte afspraak afzeggen – zonder reden te noemen. Of gewoon niet op een feestje komen waar je met nadruk voor was uitgenodigd. Of concertkaartjes die je al maanden hebt en op het laatste moment toch maar online doorverkoopt. Het is een sociaal fenomeen wat velen wel zullen herkennen, en sinds The Guardian er eind vorig jaar over schreef wereldwijd bekend staat als flaking, wat officieel ‘schilferen’ betekent, maar waarschijnlijk is terug te herleiden tot de Engelse uitdrukking to flake out:  je snor drukken, ‘m smeren.

‘Generatie Z, ook wel generatie burn-out, ondervindt een teveel aan impulsen.’

Dit type ‘vluchtgedrag’ zou vooral onder jonge mensen veelvuldig voorkomen, meldde het Vlaamse VRTnieuws niet veel langer daarna, en vroeg Henri Beunders van de Erasmus Universiteit naar een verklaring. Die was niet moeilijk te vinden, aldus de hoogleraar geschiedenis: het gemak van digitaal contact, waardoor mensen juist een bepaalde angst zouden ontwikkelen voor contact in de echte wereld. En een groeiende behoefte aan me-time. ‘Generatie Z, ook wel generatie burn-out, ondervindt een teveel aan impulsen’, zei hij. ‘Daardoor voelen ze inderdaad soms de behoefte om te ontsnappen of even hun hoofd op hun kussen te leggen.’

Al zeker 6 jaar oud

Wie even verder zoekt, komt al snel tot de ontdekking dat het fenomeen helemaal niet zo nieuw is als sommige media ons willen doen geloven, en dat ook de term al rondging van vóór de coronacrisis (met name waar het gaat om dating). Volgens Beunders wordt het echter wel steeds makkelijker. ‘Tegenwoordig zitten we voortdurend op onze laptop of onze smartphone, en kunnen we tussendoor al likes en commentaar geven. Er worden dan ook vluchtige afspraken gemaakt, die we 5 minuten later alweer vergeten zijn.’

Dat sluit volgens hem aan bij de rest van het leven dat ook onduidelijker is geworden. ‘Mensen werken op onregelmatige uren, je weet niet wanneer je tram aankomt en je pakjesbezorger is niet stipt. Ons levenspatroon is gefragmenteerd en rommelig.’ Die mentaliteit dringt door tot in de manier waarop we plannen maken, stelt hij. Socioloog Beate Völker voegde recent bij NPO Radio 1 toe dat het fenomeen volgens haar samenhangt met de toegenomen fragmentatie van onze levens: we willen alles doen en alles meemaken, en we hoppen zo van het een naar het ander. En afzeggen is bovendien makkelijker dan ooit.

Selectief flaken

Dat blijkt zich nu ook uit te strekken tot de arbeidsmarkt. Waar sommige jongeren tegen de VRT nog zeiden ‘selectief’ te flaken, en dat niet te doen als het slecht zou kunnen zijn voor hun carrière, dook het woord flaking recent wel op in onderzoek van Partena Professional, gebaseerd op gegevens van zo’n 150.000 werknemers bij 20.600 bedrijven in de private sector. Ze halen er zelfs ook een mooi Belgisch klinkend synoniem voor aan: katstuurders of kattengooiers, termen die te danken zouden zijn aan Wouter Deprez, Van Dale-hoofdredacteur Ruud Hendrickx en de Vlaamse Radio 1-luisteraars.

‘De zogenoemde three-year itch blijft duidelijk voelbaar.’

Volgens Yves Stox, managing consultant van Partena Professional, blijkt dat jongeren van alle generaties momenteel het vaakst én het snelst hun werkgever verlaten. ‘Jongeren haken sneller af’, zegt hij. ‘Ze zijn telkens weer op zoek naar de best mogelijke match. Werkgevers die zich hier niet op aanpassen, zien hun jong talent al voor de onboarding voltooid is weer vertrekken. Het accepteren van een baan wordt steeds minder als een langdurige verbintenis gezien en meer als een proefperiode. De zogenoemde three-year itch blijft duidelijk voelbaar. Werkgevers moeten dus alert zijn in de eerste 3 dienstjaren.’

42% snelle vertrekkers onder de 30

Twintigers die in 2025 hun ontslag indienden, waren gemiddeld amper 1,9 jaar aan de slag bij hun werkgever, blijkt uit de cijfers van de HR-dienstverleners. Van alle vertrekkers die binnen het jaar weer bij hun werkgever vertrokken, is maar liefst 42% jonger dan 30 jaar. ‘Na enkele jaren groeit de onrust’, constateert Stox, verwijzend naar het flaking-fenomeen. ‘Ze hebben behoefte aan een nieuwe uitdaging of er loert een beter aanbod elders om de hoek. Jongeren blijven zolang het goed voelt – en zeggen sneller af zodra dat niet meer zo is.’

‘Jongeren van nu verschillen niet wezenlijk van jongeren uit de jaren 50.’

Waarbij het natuurlijk wel de vraag is of dat typisch iets is van deze generatie, of iets van alle tijden? Oftewel: gaat het hier niet om oude wijn in nieuwe zakken? Volgens het CBS wisselen jongeren immers al jaren vaker van baan dan ouderen: de groep 25- tot 45-jarigen tussen 2004 en 2018 bijvoorbeeld 2 keer zo vaak als hun 45+-collega’s. Niet voor niets zei ook hoogleraar Paul de Beer nog recent: ‘Nonsens dat Generatie Z – en dus ook de medewerker van de toekomst – wezenlijk anders is. Jongeren van nu verschillen niet wezenlijk van die uit de jaren 50.’ Ook toen werd er waarschijnlijk dus al geflaket. Al noemden we het toen alleen nog wel anders.

Lees ook

Over de onzichtbare masculiene arbeidsmarkt: ‘We zoeken supersterren, maar zien ze niet in vrouwen’

‘In sectoren zoals techniek draait het vaak om begrippen als ‘aangeboren talent’ of briljantheid’, zegt Jenny Veldman (Universiteit Utrecht). ‘Dat lijkt op het eerste gezicht misschien een neutrale norm, maar in de praktijk blijkt dat we zulke eigenschappen sneller herkennen bij mannen.’ Dit idee van (mannelijke) ‘geniale individuen’ leidt tot een hypercompetitieve cultuur waarin vrouwen minder snel serieus genomen worden of zichzelf niet herkennen. Zo ontstaat een beeldvorming waarin alleen de assertieve, extraverte, zelfverklaarde specialist past. ‘Een soort apenrots’, noemt Veldman het treffend. 

Defensie kwam er pas recent achter dat hun kogelvrije vesten niet geschikt waren voor vrouwen.

Maar het gaat verder dan beeldvorming. De arbeidsmarkt is ook vaak létterlijk ontworpen voor mannen. Werkkleding komt bijvoorbeeld zelden in vrouwelijke maten. Stoelen, bureaus, vrachtwagencabines; alles is afgestemd op het mannelijke lichaam. Defensie kwam er bijvoorbeeld pas recent achter dat hun kogelvrije scherfvesten niet geschikt waren voor vrouwen. ‘Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld ook de temperatuur in een kantoor’, aldus Veldman. ‘Gemiddeld genomen hebben vrouwen sneller last van kou. Maar in plaats van discussies over de thermostaat, kan stoelverwarming dan een eenvoudige en effectieve oplossing zijn.’

Shrink It and Pink It

Sociaal organisatiepsycholoog Jenny Veldman doet al jaren onderzoek naar zulk soort onzichtbare barrières voor vrouwen op de werkvloer. De echte uitdaging ligt vaak in de organisatiecultuur, merkt ze op. ‘Vrouwen die in heel masculine werkvelden zitten, willen vaak niet de aandacht op hun vrouw-zijn. Ze willen hun werk doen. Niet als vrouw, maar gewoon als zichzelf.’ Toch ziet ze ook veel goede voorbeelden. Zoals VolkerWessels dat recent een complete kledinglijn uitbracht met werkkleding voor vrouwen.Zulke initiatieven zijn een begin. Zolang ze niet vervallen in ‘pink it and shrink it’: dingen roze maken zonder wezenlijk aan te passen.’

‘Vrouwen die in heel masculine werkvelden zitten, willen vaak niet de aandacht op hun vrouw-zijn.’

Jenny Veldman

De inrichting van kantoren speelt ook een belangrijke rol, zegt ze. ‘Is er bijvoorbeeld veel ruimte voor samenwerking en interactie met elkaar? Of is het meer ingericht op dat ieder individueel zijn of haar ding doet? Vrouwen waarderen gemiddeld genomen samenwerking en impact maken met hun werk meer dan mannen.’ Ontmoetingen faciliteren is daarom belangrijk. Denk aan voldoende ruimte bij het koffiezetapparaat, gezamenlijke lunchruimtes en werkplekken die uitnodigen tot samenwerking in plaats van individueel werken in afgeschermde hokjes.

De illusie van de norm

Een fascinerend aspect dat Veldman noemt is ‘pluralistic ignorance‘ – de collectieve illusie over wat anderen denken. Een goed voorbeeld: vaders die graag ouderschapsverlof willen opnemen, maar denken dat collega’s dat afkeuren. Als je dan vraagt wat mensen zélf vinden, blijkt dat de meeste collega’s helemaal geen bezwaar hebben. Toch houdt de angst vaak de status quo in stand. 

‘Als flexibel werken leidt tot minder kansen op promotie, benadeel je mensen onbedoeld alsnog.’

Een bijzonder kwetsbare groep daarbij zijn alleenstaande ouders. Naar schatting is 40% van alle werkenden alleenstaand, en de zorg/arbeid-combinatie is sterk oververtegenwoordigd bij vrouwen. Deze groep hecht veel waarde aan flexibiliteit, maar Veldman waarschuwt. ‘Als flexibel werken leidt tot minder waardering of kansen op promotie, dan benadeel je mensen onbedoeld alsnog.’

Het systeem veranderen

De oplossing ligt niet in het repareren van vrouwen, maar in het aanpassen van het systeem, zegt ze. Zoals organisatie Women Inc. wil doen met de campagne ‘Regel dat ze wil blijven’, bedoeld om vrouwen in de techniek te behouden. ‘Ze focussen daarbij op wat organisaties kunnen doen om te voorkomen dat vrouwen vertrekken’, legt Veldman uit. Dat begint volgens haar altijd met luisteren. ‘Praat met je vrouwelijke medewerkers. Wat heb je nodig? En wat zijn dingen waar je tegenaan loopt? En kijk kritisch naar procedures en beleid. Hoe pakt dit beleid uit voor bijvoorbeeld alleenstaande moeders?’

Het goede nieuws, volgens haar: veel organisaties staan te springen om meer diversiteit. ‘In de technische hoek willen ze innoveren. Maar simpelweg meer vrouwen aannemen zorgt niet automatisch voor meer diversiteit. Als je niet bereid bent naar je cultuur en structuren te kijken, verandert er weinig.’

Meer lezen?

Eind van een tijdperk: Monster vraagt officieel faillissement aan

Het zat er natuurlijk al een tijdje aan te komen. Het ging al jaren niet meer zo goed met Monster en CareerBuilder, de combinatie waarvan vooral de eerste in Nederland – onder de naam Monsterboard – in de jaren ervoor een toonaangevende rol in de arbeidsmarkt speelde. Maar nu ze samen in de VS officieel faillissement hebben aangevraagd, in de hoop zo nog een nieuwe eigenaar te kunnen vinden, terwijl het een plan uitwerkt om schuldeisers terug te betalen, lijkt toch een heus tijdperk ten einde te komen. Tijd voor een terugblik, in 13 markante momenten.

1994

Terwijl de hele arbeidsmarkt nog van papier is, en een vuistdikke Intermediair vol vacatures nog wekelijks door de brievenbus rolt, ontdekt Jeff Taylor een techniek om het dan nog spannende en ultra-nieuwe internet te gebruiken om vacatures te publiceren. Men vond dat een reusachtig idee (een ‘monster idea’) en zo was ook meteen de naam geboren. Aanvankelijk noemde Jeff Taylor zijn website The Monster Board, maar veranderde het later in Monster.com. In 1994 was Monster.com de 454ste commerciële website ter wereld.

1998

Eind jaren 90 breidde Monster.com zich ook internationaal sterk uit. In 1996 startte de eerste Europese vestiging, in Londen, onder de naam Monster.co.uk. Nederland was het tweede land waar het monster zich vestigde. Op 13 januari 1998 zag The Monster Board hier het licht. Later werd de naam gewijzigd in Monsterboard.nl. Nederland is het enige Monster-land ter wereld waar het woord ‘board‘ ook nu nog altijd in de naam staat. In Nederland geldt namelijk de regel dat alle dorpen en steden het eerst recht hebben op een eigen URL. Zo ook de plaats Monster in het Westland (die de URL overigens niet gebruikt).

1999

In 1999 ontstaat officieel de naam Monster, als eigenaar TMP Worldwide het bedrijf samenvoegt met online recruitmentbureau Online Career Center. Er worden vervolgens miljoenen aan overnames van kleinere sites gespendeerd, en aan marketing, zoals de Super Bowl-commercial When I Grow Up, waarin kinderen op een bijzondere wijze de vraag beantwoorden wat ze later willen worden. Monster.com wil mensen helpen iets beters dan dat te vinden, zo is de boodschap. Een boodschap waar het bedrijf ironisch genoeg zelf niet in zal slagen, zo merkte Joel Cheesman al in 2016 op.

2004

Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar begin deze eeuw was er serieus sprake van dat Monster in de markt was om een dan net gestart platform onder de naam LinkedIn over te nemen. De kosten waren op dat moment naar verluidt bescheiden, maar er werd uiteindelijk geen overeenstemming bereikt en Monster koos ervoor om voor 94 miljoen dollar het tot dan toe even ​​weinig bekende sociaal netwerk genaamd Tickle te kopen. Een beslissing waar ze ongetwijfeld niet heel veel plezier van gehad hebben: in 2008 werd het netwerk namelijk alweer gesloten, terwijl we inmiddels ook weten hoe het verder met LinkedIn is verlopen.

2005

In 2005 telde Monster reeds websites in 23 landen, en liep de beurswaarde op tot zo’n 8 miljard dollar. Het waren de hoogtijdagen van het bedrijf, dat dan eigenlijk als de norm geldt op de arbeidsmarkt. Zo heeft het bijvoorbeeld de Monster Employment Index in het leven geroepen, die door de politiek, werkgevers- en werknemersorganisaties en de media gezien wordt als een officiële werkgelegenheidsindicator. Het bedrijf profiteert dan ook van de krapte op de arbeidsmarkt. Op dat moment verschijnt circa 80% van alle vacatures online, waar Monsterboard zelf een groot aandeel in heeft.

2006

De eerste schandalen voor Monster komen aan het licht. Nadat oprichter Jeff Taylor het bedrijf in augustus 2005 had verlaten om Eons.com op te richten, volgde in 2006 ontslag van de strategisch adviseur en CEO Andrew McKelvey vanwege het verkeerd dateren van opties. Voormalig COO James J. Treacy moet voor de rechter verschijnen, en wordt in mei 2009 schuldig bevonden door een jury en veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Door het schandaal moet het bedrijf ook de winst vanaf 2001 bijstellen. In april 2007 wordt in de nasleep Sal Iannuzzi benoemd tot CEO, als opvolger van William M. Pastore, die door het schandaal was afgetreden. 

2010

Monster heeft in al zijn jaren van bestaan, laten we zeggen, niet echt een gelukkige hand gehad in overnames. Nadat het eerder LinkedIn had afgeslagen, mist het ook de kans Indeed over te nemen. In plaats daarvan koopt het bedrijf wel in 2008 voor ruim 70 miljoen dollar het al snel weer vergeten matchings-bedrijf Trovix. In 2010 volgt de overname van het aloude HotJobs van Yahoo, voor een bedrag van maar liefst 225 miljoen dollar. Ten slotte volgen in 2014 ook nog overnames van TalentBin en Gozaik, maar ook die kunnen de dan al ingezette neergang niet stoppen, net zo min als de in 2016 gekochte ‘Tinder voor banen’ Jobr.

2011

Monster besluit in 2011 op de dan snel voortrazende trein van sociale media te stappen. Op het Facebook-platform lanceert het zelf een sociaal netwerk en een app onder de naam BeKnown, verkrijgbaar in 19 talen. Hoewel het initiatief aanvankelijk flink wat aandacht weet te trekken, duurt de buzz niet lang. Sinds 2015 vindt er geen update op de pagina meer plaats.

2016 

Het laatste écht grote nieuws rondom Monster doet de recruitmentwereld nog even op z’n grondvesten schudden. Het is ons eigen Nederlandse Randstad dat uiteindelijk de voormalige vacaturesite-grootheid weet in te lijven, en dat haalt zelfs het NOS-journaal. Randstad betaalt op dat moment zo’n 387 miljoen euro voor het bedrijf, en betaalt 3,40 dollar per aandeel, ruim 20 procent boven de huidige aandelenkoers. Het bedrijf zegt daarbij vooral geïnteresseerd te zijn in de ‘tech and touch‘ van Monster, maar moet de jaren die erop volgen al vrijwel meteen flink afboeken op de waarde van de site.

2017

In Nederland timmert Monsterboard dan nog flink aan de weg, en wordt nog flink geïnvesteerd, onder andere met een nieuwe serie commercials met de grote paarse merkmascotte MONSTER, die de aloude mascotte onder de naam Trumpasaurus (liefkozend ‘Trump‘ genoemd) moet doen vergeten. Naast TV commercials, is Monsterboard in mei en juni 2017 ook zichtbaar via online video, zowel op de sites van televisiezenders als via YouTube.

2019

In 2019 volgt de benoeming van de 43-jarige Randstad-oudgediende Jort Wassenaar als managing director. ‘Monsterboard heeft een geweldige hoeveelheid kennis, personeel en technologie in huis om bedrijven te ondersteunen in het vinden van het juiste talent op het juiste moment’, zegt hij op dat moment. ‘Dat is in de krappe arbeidsmarkt van dit moment voor veel organisaties een uitdaging.’ In datzelfde jaar lanceert het bedrijf ook nog cv-database SearchMonster en Monster Studios, een app waarmee recruitment- en HR-teams makkelijk en snel videovacatures kunnen opnemen, bewerken en publiceren via hun smartphone.

De Trumpasaurus, ooit liefkozend ‘Trump’ genoemd.

2024

Ondanks alle initiatieven blijft het kwakkelen met het Monster, zowel in Nederland als over de grenzen (waarbij de activiteiten in Azië al in 2018 zijn verkocht aan Quess, dat het bedrijf in 2022 omdoopt tot Foundit). Halverwege vorig jaar komt ten langen leste dan ook het nieuws naar buiten dat Randstad Monster combineert met een andere oudgediende in de recruitmentwereld: CareerBuilder. De grootheden van weleer, die elkaar 15 jaar eerder nog de tent uitvochten met dure commercials rond de Super Bowl, proberen nu samen te redden wat er nog te redden valt, met een werkelijk ronkend persbericht.

2025

De groots aangekondigde plannen blijken toch niet te hebben mogen baten. Op 24 juni meldt persbureau Reuters dat de combinatie CareerBuilder + Monster, ooit twee van de grootste bedrijven in de online recruitmentbranche, uitstel van betaling heeft aangevraagd (met opvallend genoeg Textkernel als een van de grootste crediteuren). Het bedrijf wil volgens Reuters onderdelen verkopen en wat dan nog rest liquideren. Eind 2024 werd al besloten te ‘desinvesteren’ in de Amerikaanse portals. Die komen nu in handen van JobGet. De software wordt verkocht aan het Canadese Valsoft, de sites military.com en fastweb.com aan mediabedrijf Valnet. Wat er met het Nederlandse Monsterboard gaat gebeuren is nog onduidelijk.

Lees ook

‘De eerste generatie vrouwen die werkend de overgang doormaakt: dat vraagt een andere kijk’

Topsporters weten dit al langer: als je het maximale uit je talent wilt halen, is voeding en gezondheid belangrijk, maar wel op je eigen manier. Zo merkte schaatster Jutta Leerdam in een interview op dat ‘perfect gezond’ eten haar prestaties juist ondermijnde. Pas toen ze haar voeding afstemde op haar eigen behoeften, presteerde ze beter.

‘We moeten af van het idee dat iedereen hetzelfde presteert onder dezelfde omstandigheden.’

Die les geldt net zo goed voor werk: maatwerk maakt prestaties mogelijk. ‘We moeten af van het idee dat iedereen hetzelfde presteert onder dezelfde omstandigheden’, aldus Carlijn Hermes, specialist in vitaliteit en verzuim bij Care for Women. ‘Pas als je erkent dat niet ieder lichaam hetzelfde functioneert, kun je werk werkbaar maken voor iedereen.’

De mannelijke 24-uurscyclus

Hermes weet als geen ander hoe vrouwengezondheid een plek moet krijgen binnen organisaties. ‘Onze werkomgeving is nog altijd gestoeld op de mannelijke 24-uurscyclus’, legt ze uit. ‘Een werkdag begint om 8 uur, piekt in productiviteit rond het middaguur, en loopt af in de avond. Precies zoals testosteron zich gedraagt bij mannen. Maar het vrouwelijke lichaam werkt anders: de cyclus duurt gemiddeld 28 dagen en gaat gepaard met schommelingen in energie en belastbaarheid.’ Daardoor lopen vrouwen vaak tegen een werkcultuur aan die niet is afgestemd op hun biologisch ritme.

‘Van alle werkenden is 47% vrouw. Dat kun je niet negeren.’

Hermes ziet gelukkig wel verandering. ‘Steeds meer werkgevers zetten vrouwengezondheid op de vitaliteitsagenda. Ze kunnen er ook niet meer omheen. Vrouwen van 45+ vormen een groeiende groep in de arbeidsmarkt, en hun ervaring is onmisbaar. Zeker in tijden van personeelstekorten. Van alle werkenden is 47% vrouw. In sommige beroepsgroepen loopt dit op tot zelfs boven de 90%. Dat kun je niet negeren.’

Maar met die groei komt ook een verantwoordelijkheid. ‘Als je als organisatie wilt profiteren van de kennis en inzet van vrouwen, moet je erkennen wat hormonale disbalans betekent op het werk. En door vrouwengezondheid actief te integreren in valiteitsbeleid of onboarding, geef je een signaal af: hier houden we rekening met de mens achter de medewerker.’

Werk werkbaar maken

Vrouwengezondheid op de werkvloer is bij veel organisaties nog altijd een blinde vlek, ondanks toenemende aandacht voor mentale gezondheid, meldde de Sociaal-Economische Raad recent. In haar advies stelt de SER dat de huidige arbeidsomstandigheden nog te vaak zijn afgestemd op de ‘standaard volwassen witte man’Het rapport onderstreept dat om werk veiliger, gezonder én inclusiever te maken aanpassingen in arboregels, maar ook in mindset nodig zijn. Hermes pleit in dit verband zelf vooral voor praktische aanpassingen. Denk aan: meer zeggenschap over werktijden, thuiswerkmogelijkheden en ruimte voor rust tijdens zwaardere fasen in de cyclus. Kleine ingrepen, grote impact. ‘Als vrouwen kunnen werken naar hun energie, zien we verzuim door hormonale klachten dalen.’

‘Als vrouwen kunnen werken naar hun energie, zien we verzuim dalen.’

Daarbij is het bespreekbaar maken een belangrijk onderdeel, zegt ze. ‘Een cultuur van openheid begint bij het management. Laat leidinggevenden een workshop volgen over wat hormonale klachten zijn en hoe je erover praat. Daarna kunnen medewerkers zelf aanhaken, zich herkennen en erkend voelen.’ Toch ligt hier natuurlijk ook nog wel een gevoeligheid, beseft ze. ‘Een mannelijke leidinggevende moet niet zeggen: ik zie dat je anders doet, zit je in de overgang? Dat is niet behulpzaam. Je kunt beter vragen: hoe gaat het met je, wat heb je nodig? Zo geef je ruimte zonder te stigmatiseren.’

Zichtbaar op sociale media

Het taboe op thema’s als dit ziet Hermes langzaam afnemen, mede dankzij BN’ers die hun verhaal delen en de groeiende zichtbaarheid op sociale media. ‘We herkennen eerder waar klachten vandaan komen, en realiseren ons: ik ben niet de enige. Dat normaliseert het gesprek.’ Wel is volgens haar nog een wereld te winnen bij arbodiensten. ‘Te vaak verwarren zij hormonale disbalans met burn-out. Ik heb vrouwen begeleid die twee keer ‘opnieuw’ een burn-out kregen, terwijl het gewoon de overgang was. Dat vraagt om betere scholing bij arboartsen. Eerst hormonale oorzaken uitsluiten, dan pas mentale diagnoses.’

‘Eerst hormonale oorzaken uitsluiten, dan pas mentale diagnoses.’

Wat kunnen organisaties morgen al doen? ‘Profileer je als werkgever die vrouwengezondheid serieus neemt. Daarmee laat je zien dat je inclusief bent, toekomstgericht, en écht betrokken bij het welzijn van je medewerkers. Neem je vrouwengezondheid serieus? Dan trek je meer vrouwen aan en houd je waardevolle medewerkers langer binnenboord.’ Die boodschap van Hermes sluit naadloos aan bij het SER-advies: pas als we erkennen dat de werkvloer is ontworpen op mannelijke maatstaven, kunnen we werk gezond en veilig maken voor iedereen.

De eerste stap 

Alvast een eerste stap zetten als organisatie? Dan deelt Hermes vast wat vragen die je jezelf kunt stellen: 

  • Is het duidelijk hoe jouw organisatie vrouwen op het werk ondersteunt?
  • Is er binnen de organisatie een cultuur waarin er openlijk en vrij over hormonale klachten gesproken kan worden?
  • Hebben managers genoeg kennis en skills om hormonale klachten bespreekbaar te maken?
  • Dragen de medewerkers bedrijfskleding, uniformen of geldt er een dresscode?
  • Zijn er workplace facilities voor medewerkers die hormonale klachten ervaren?

Lees ook

Opnieuw grote investering voor A.I. in recruitment: 35 miljoen voor Metaview

Vorig jaar haalden ze al eens 7 miljoen dollar op, deze week werd bekend dat er nog eens een slordige 35 miljoen bijkomt. De verwachtingen rondom het Britse Metaview zijn, kortom, hooggespannen. Net zoals ze dat zijn rondom al die andere start-ups en scale-ups die zich hebben gericht op alles rondom A.I. in recruitment. Omdat veel bedrijven heel goed begrijpen dat daar een enorme potentie om te verbeteren ligt.

Net als bijvoorbeeld het Nederlandse In2Dialog richt Metaview zich op een specifiek onderdeel van het proces: sollicitatiegesprekken. Zo is er een A.I.-gestuurde notitie-applicatie die recruiters kunnen gebruiken om automatisch sollicitatiegesprekken op te nemen, te analyseren en samen te vatten. Het bedrijf ontwikkelt ook een rapportagetool die helpt wervingsfunnels te optimaliseren en een A.I.-assistent die direct reageert op alle vragen van hiring managers over een specifieke kandidaat of de details van een specifieke functie. Ook wordt gewerkt aan de tool AI Job Posts, die automatisch functiebeschrijvingen kan genereren en bijwerken.

Naar San Francisco!

Met het nieuw opgehaalde geld wil Metaview niet alleen het team verdrievoudigen, en de eigen community vertienvoudigen (!), ook wil het bedrijf een kantoor in start-up-walhalla San Francisco openen. Het bedrijf, dat momenteel al klanten heeft als Sony Corp., ElevenLabs Inc., Deliveroo en Brex Inc., zegt dat het deze klanten na elk sollicitatiegesprek tot 30 minuten tijd kan besparen die anders besteed zou worden aan het doornemen van de notities, en in totaal ongeveer 2 uur aan administratief werk voor elke vervulde functie.

In een interview met Fortune zei CEO Siadhal Magos dat hij in zijn tijd bij Uber uit eerste hand heeft ervaren hoe het recruitmentproces nu nog ‘subjectief en gefragmenteerd’ is door een gebrek aan duidelijke data. Daar rees ook het besef dat zelfs de grootste bedrijven ter wereld belangrijke beslissingen nemen over het aannemen van personeel op basis van instinct. ‘Je zag gewoon een enorm verschil tussen de mensen die echt wisten hoe ze dit moesten aanpakken en waar ze op moesten letten bij goede kandidaten, en de mensen die dat niet wisten.’

Niet de eerste dit jaar

Het is bepaald niet de eerste grote investering in A.I. in recruitment dit jaar. In de lage landen was er bijvoorbeeld recent nog het nieuws rond de investering van Main Capital Partners in arbeidsmarktdataleverancier Jobdigger, en ook referral-app Cruit haalde nieuw groeigeld op, dit keer bij Arches Capital. Ook het Belgische Taglayer, bekend van hun winst van de Recruitment Tech Award 2023, wist nieuwe financiering binnen te halen, net als de Rotterdamse A.I.-start-up Avery en eerder het Belgische TechWolf. Ook de bijna 10 miljoen die Aethon recent wist op te halen voor het alles-in-één workforce platform Aelio past in deze categorie.

Verder over de grens vielen bijvoorbeeld de investering van 6 miljoen euro in het van oorsprong Finse Jobilla op, net als de bijna 6 miljoen voor het Italiaanse SkillVue en de 23 miljoen dollar voor het van oorsprong Israëlische platform Perfect. Het in Parijs gevestigde Maki, dat een conversational AI agent ontwikkelt die zich focust op talent acquisition, haalde begin dit jaar 26 miljoen op.

De markt voor A.I. in recruitment wordt verwacht te groeien met zo’n 7,2% per jaar.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over waarschijnlijk de twee grootste vissen van allemaal, Mercor en Job&Talent. Het eerste piepjonge Amerikaanse bedrijf werd in februari in één klap een unicorn, dankzij een nieuwe investeringsronde van ruim 100 miljoen dollar. Het Spaanse Job&Talent volgde in april, met de bekendmaking van een investering van 92 miljoen euro.

Markt van 1,12 miljard

En zo zijn er natuurlijk nog wel meer. Volgens AInvest gaat het dan ook om een markt van momenteel zo’n 600 miljoen dollar, die naar verwachting in 2033 is verdubbeld tot zo’n 1,12 miljard, met een groeipercentage van 7,2% per jaar. Zelf tipt het investeringsplatform daarbij volgens hen tot nu toe ondergewaardeerde A.I.-in-recruitment-start-ups als Iris (Qureos), GoCharlie, Snorkel AI, Murf AI en healthcare-spinoff Innovaccer. ‘Deze start-ups lossen echte problemen op in een steeds populairdere markt. Voor investeerders is dit hét moment om de volgende HireVue of LinkedIn te steunen – voordat de wereld het in de gaten heeft.’

Foto boven: het team van Metaview bij de investeringsronde van vorig jaar

Lees ook

Nergens in Europa is Defensie zo’n geliefde werkgever als in Nederland

Als het gaat om employer branding en arbeidsmarktcommunicatie, dan staat Defensie in Nederland al jaren bovenaan. Al die investeringen en inspanningen lijken nu ook hun vruchten af te werpen. Er is namelijk geen land in Europa waar zóveel mensen zeggen best Defensie als werkgever te willen hebben als in Nederland. Met 8,7% van de totale beroepsbevolking die hier zegt Defensie te willen overwegen, scoren ‘we’ niet alleen veel hoger dan de 4,1% gemiddeld in Europa, maar ook echt veel hoger dan landen als Frankrijk (2,5%) en Spanje (2,6%), zo blijkt uit onderzoek van Intelligence Group.

Europa 4,1%
Nederland 8,7%
Zweden 8,5%
Roemenië 7,4%
België 7,3%
Polen 4,7%
GB 4,6%
Zwitserland 4,5%
Bulgarije 4,3%
Griekenland 4,3%
Ierland 4,1%
Duitsland 4,0%
Slovenië 3,7%
Tsjechië 3,6%
Oostenrijk 3,6%
Italië 3,5%
Denemarken 3,4%
Finland 3,3%
Kroatië 3,1%
Hongarije 3,0%
Estland 2,8%
Noorwegen 2,7%
Litouwen 2,7%
Spanje 2,6%
Slowakije 2,5%
Letland 2,5%
Frankrijk 2,5%
Portugal 2,4%

Ook geliefd bij vrouwen

Als het gaat om het totale potentieel voor Defensie dan staat Nederland pas op een zevende plek in Europa, na grootmachten als Duitsland, Frankrijk, het VK, Italië, Spanje en Polen. Als het gaat om de totale defensiesector (dus inclusief de bedrijven in bijvoorbeeld de wapenindustrie), dan staat die bij werkzoekenden in Roemenië, Griekenland, Bulgarije, Portugal en Slovenië bovenaan. De populariteit van Defensie als werkgever voor Nederlandse werkzoekenden is wel weer terug te zien in de ranglijsten met Meest Favoriete Werkgevers per land. Waar bijvoorbeeld de Bundeswehr in Duitsland pas op plek 22 komt, staat Defensie in Nederland in de top-3 (bij mbo’ers en hbo’ers), en is het zelfs als bijbaan-werkgever in opkomst.

En helemaal opvallend: Defensie is ook allang niet meer alleen een gewilde werkgever voor mannen. Van het totale arbeidspotentieel in Europa voor de krijgsmacht bestaat 58% uit mannen, maar dus ook 42% uit vrouwen. In Nederland is de verhouding zelfs nog iets meer in het voordeel van de vrouw. Van iedereen die hier aangeeft wel voor Defensie te willen werken, is maar liefst 49% vrouw. Iets waar Defensie in Nederland tegenwoordig overigens ook knap op inspeelt, met een nieuwe campagne die zich specifiek op deze doelgroep richt.

NATO meest herkend

Als het gaat om de meest herkende organisaties op Defensie-gebied, dan staat Europees gezien de NATO bovenaan, met name in Oost-Europa. In de lijst met meest geliefde werkgevers in Europa vinden we verder eigenlijk alleen Thales (overall op plek #151), Rheinmetall (#251), Naval Group (#364) en Saab (#415) terug als bedrijven die actief zijn in de defensie-industrie.

‘Wat employer branding betreft is Defensie in Nederland echt een voorbeeld.’

Volgens Geert-Jan Waasdorp, directeur van de onderzoekende Intelligence Group, tonen de data vooral aan dat investeren in employer branding loont. ‘Wat dat betreft is Nederland echt een voorbeeld voor de rest van Europa, denk ik. Je ziet dat in Nederland, maar ook in Zweden, al lang op een strategische en doordachte manier aandacht wordt besteed aan de werving van nieuwe mensen voor de krijgsmacht. Dat betaalt zich uit, juist nu het hard nodig is. Daar kan Defensie denk ik trots op zijn.’

Defensie neemt bij Intelligence Group ook al langer een op maat gemaakt dashboard af, waarmee het datagestuurd diverse doelgroepen kan vinden en benaderen. De krijgsmacht heeft hiermee inzicht in de wervingshaalbaarheid en potentiële van 200 doelgroepen, van mariniers tot verpleegkundigen en cybersecurity-experts, specifiek afgestemd op het interne functiehuis van Defensie, en recent helemaal geüpdatet. ‘Ook daarmee laten ze denk ik zien voorop te willen lopen’, stelt Waasdorp. ‘Dit soort data leveren meteen meerwaarde, en ik durf wel te stellen dat dit het beste talent intelligence dashboard is van alle defensieorganisaties ter wereld. Hiermee kan Defensie strategisch én operationeel sturen op instroom en doelgroepbenadering op basis van data, niet op onderbuikgevoel.’

Stijgende interesse

De cijfers van Intelligence Group komen natuurlijk op een precair moment, net nu de NAVO-top in Nederland plaatsvindt, en Defensie opnieuw een grote wervingsbehoefte heeft. Uit onderzoek van vacaturesite Indeed blijkt overigens ook een stijgende interesse in Defensie-banen vanuit werkzoekenden, met name in de laatste maanden.  

Nederlandse zoekopdrachten met defensietermen, uitgedrukt in % van het totaal (per maand)

Het aantal vacatures bij het Ministerie van Defensie per 1 miljoen totale vacatures in Nederland steeg tussen mei 2022 en mei 2025 met maar liefst 163%, maar ook de belangstelling van werkzoekenden loopt daarmee op. ‘Werkzoekenden zoeken vaker actief op defensiegerelateerde termen’, zegt Stan Snijders, managing director van Indeed Benelux. ‘In maart 2025 werd in Nederland een duidelijke piek gemeten in het aantal zoekopdrachten naar defensiebedrijven. Deze toename hangt vermoedelijk samen met bredere Europese berichtgeving over defensie-uitgaven en investeringen.’

In hele sector

Sinds 2022 is volgens Indeed trouwens het aantal vacatures bij grote bedrijven in de hele Europese defensiesector fors toegenomen. Waar de arbeidsmarkt in zijn geheel een piek bereikte in juli 2022 en sindsdien licht daalt, bleef het aantal vacatures in de defensiesector juist tot eind 2023 alleen maar toenemen. In april 2025 lag het Europese vacatureniveau binnen de defensie-industrie zelfs nog altijd 45% boven dat van 2021. Binnen de sector gaat het daarbij overigens vooral om technische en IT-gerelateerde functies. Daarnaast zoeken bedrijven ook productiepersoneel, projectmanagers en supply chain-specialisten. Veel functies bevinden zich op het snijvlak van technologie en defensie, zoals cyberbeveiliging en militaire communicatietechnologie.

De gegevens omvatten alle EU-landen, plus Zwitserland en Europese NAVO-lidstaten met een Indeed-site.

Traditioneel zijn Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk landen met de meest omvangrijke defensie-industrie van Europa. De Fransen hebben grote bedrijven zoals Dassault en Thales; in Duitsland speelt het bekende Rheinmetall een cruciale rol in de landmachtcapaciteit van de NAVO. Het Verenigd Koninkrijk heeft met een bedrijf als BAE Systems een hand in de uitbreiding van maritieme kracht en slagkracht in de lucht. Naarmate dit soort grote bedrijven uitbreidt, groeit de vraag naar gekwalificeerd personeel, constateert Indeed.

Lees ook