Kwart recruiters wil loonkloof wettelijk vastleggen

Eén op elke vier recruiters vindt het een goed idee om per wet te bepalen dat de hoogste inkomens in een bedrijf maximaal 20 keer zoveel verdienen als de laagste inkomens.

Dit idee, bekend als ‘Factor 20’ en ook omarmd door de FNV als ‘eerlijk beloningsbeleid’, wordt door 62 procent van de professionals in werving en selectie echter afgewezen. Nog eens 12 procent zegt ‘geen mening’ te hebben, in een poll van de secties Arbeidsvoorwaarden en Strategisch Recruitment van de NVP, de Nederlandse HR-vereniging.

In Nederland zijn de verschillen tussen de hoogste en laagste inkomens veel te groot. We moeten daarom de Factor 20 regel zo snel mogelijk via een wet verplichten.

De loonkloof tussen de top en de gewone werknemers is maatschappelijk gezien zeer actueel. Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher kondigde vorig jaar maatregelen aan en wil onder meer bedrijven verplichten hierover in het sociaal jaarverslag tekst en uitleg te geven. Ook wil hij onder meer de ondernemingsraad een adviesrol geven in de loonverschillen.

Factor 51

Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat de topbestuurders van de AEX-bedrijven gemiddeld 51 keer het inkomen van de doorsnee werknemer verdienen. Vijf jaar geleden was die loonkloof tussen top en werkvloer gemiddeld nog geen factor 40. Waar de topbestuurder gemiddeld 3,7 miljoen euro per jaar ontvangt, bedragen de loonkosten van de doorsnee werknemer bij deze bedrijven circa 73 duizend euro, zo meldt het Volkskrant-onderzoek.

Iets strenger

Maar van het merendeel van de ongeveer 200 Nederlandse p&o’ers die meededen aan de NVP-poll hoeft er dus niet zo nodig een wet te komen. Alhoewel een enkeling aangeeft dat het ook nog wel iets strenger mag.

Enkele reacties uit het onderzoek:

  • Balkenendenorm hanteren, ook voor topbestuurders, zodat dit zorgt voor betere balans
  • Factor 15 is ook prima
  • Factor 20 lijkt mij een goed uitgangspunt. Bij wet regelen niet. Het is al erg genoeg dat heel Nederland het heeft over een Balkenendenorm die volstrekt willekeurig is bepaald en geen enkele relatie heeft met de verantwoordelijkheden van de minister-president. Deze norm had minstens 2x zo hoog moeten liggen. Dus svp geen factor 20 in beton gieten…
  • Geheel vasttimmeren lijkt me niet haalbaar. Maar als uiterste grens die je uitsluitend mag overschrijden bij een gegronde verklaring, lijkt het me prima.
  • Hoogte inkomens moet door de vrije markt bepaald worden en niet door de wet.
  • Geldt niet voor alle branches. Overheidsbemoeienis moet eerder minder dan meer worden, lijkt mij.
  • Iedereen zou beloond moeten worden op basis van toegevoegde waarde.
  • Ik ben van mening dat je dit niet moet opleggen, maar dat dit uit mensen zelf moet komen, de opinie uiten en vragen hierover stellen kan effectiever zijn dan wetgeving
  • In de gemeente-CAO zijn juist de laagste salarissen hoger dan vergelijkbare functies in de markt en in de hoogste functies is dat juist omgekeerd. Voor versterking mobiliteit is dit een onneembare drempel.
  • Ook hier wel enige nuance. Of de factor 20 moet zijn is de vraag; je kunt wel werken met een factor want dan is het ook simpel: de werknemers geen verhoging, dan ook de top niet.

Dit onderzoek is uitgevoerd mede voor de volgende editie van Werf&, die ‘arbeidsvoorwaarden’ als thema heeft en begin april verschijnt. Benieuwd? Neem een abonnement!

Foto via Flickr.com

Salaris blijkt toch niet de belangrijkste pullfactor

Stappen mensen over naar een andere baan omdat ze daar meer kunnen verdienen? Nee hoor. Het zijn vooral de ontwikkelmogelijkheden die een exit bepalen.

Dat blijkt in elk geval uit recent LinkedIn-onderzoek onder 7.350 leden in vijf landen. De netwerksite vroeg twee groepen mensen naar de redenen voor een overstap:  de ene groep zocht niet actief naar een andere baan, de andere had minder dan een jaar geleden een overstap gemaakt.

Top-3 redenen

Wat bleek? De groep die geen nieuwe baan zocht, dacht dat drie dingen hen zouden kunnen overtuigen dat wel te gaan doen:

  1. Betere arbeidsvoorwaarden
  2. Een betere work/life balance
  3. Meer ontwikkelmogelijkheden

De groep die echter net de overstap gemaakt had, noemde daarvoor echter de volgende top-3 aan redenen:

  1. Meer ontwikkelmogelijkheden
  2. Beter leiderschap van senior management
  3. Betere arbeidsvoorwaarden

Best een opmerkelijk verschil. Zijn salaris en andere arbeidsvoorwaarden  in de praktijk gewoon niet zo belangrijk als we vaak denken? Of is er in het onderzoek toch ook sprake van sociale wenselijkheid onder de respondenten die net een nieuwe baan hebben?

Verloop in India

Het onderzoek liet daarnaast ook opvallend hoge verloopcijfers zien. Zo blijkt het vrijwillige en te voorkomen verloop in een land als India op 12,6 procent te liggen, in de Verenigde Staten op 10,3 en in Engeland op 7,3 procent, toch ook nog steeds 1 op de 14 mensen die vertrekt, en die een nieuwe recruitmentbehoefte met zich meebrengt. Lastig, aldus de netwerksite, die concludeert dat ‘retentie net zo cruciaal is voor het succes van een bedrijf als het aantrekken van toppresteerders.’

Ontwikkelprogramma’s

LinkedIn onderzocht ook de bekendheid van de ontwikkelprogramma’s in de organisatie. Het blijkt dat slechts 20 tot 30 procent van de medewerkers weet welk interne-mobiliteitsprogramma de eigen werkgever heeft. Dit terwijl tussen de 60 en 70 procent van de HR-managers denkt dat iedereen die programma’s wel kent. Niet dus, want 60 tot 70 procent van alle respondenten denkt dat het makkelijker is een nieuwe baan búíten de organisatie te vinden dan bínnen.

Al bij de selectie

LinkedIn trekt uit het onderzoek de conclusie dat recruiters al bij hun eerste selectie de kandidaten moeten wijzen op de ontwikkelmogelijkheden bij de organisatie. Directeur talent acquisitie Brendan Browne: ‘Betrek het interne mobiliteitsprogramma bij het onboarding-proces voor nieuwe mensen. Laat zien dat de betrokkenheid bij de loopbaan van de medewerker niet ophoudt na de aanname.’

Foto via Flickr.

Waarom stereotypen zo hardnekkig zijn

Elk mens heeft bewuste en onbewuste voorkeuren voor bepaalde groepen mensen. Maar hoe voorkom je dat zulke stereotypen goede selectie in de weg staan?

Bij het verschijnen van het recente Jaarrapport Integratie van het Sociaal en Cultureel Planbureau had minister Lodewijk Asscher het over een jonge accountant die maar moeilijk aan het werk kwam. Hij dacht zelf dat het door zijn naam kwam: Ali Ahmed. Recruiters die die naam zagen, zouden de sollicitatiebrief snel terzijde leggen, zo was de veronderstelling.

Stereotypen

De vraag is inderdaad: tiert discriminatie welig op de arbeidsmarkt? Feit is dat er in elk geval tal van stereotypen een rol spelen in werving en selectie. Die stereotypen komen er in twee soorten: expliciete en impliciete. De expliciete stereotypen zijn de vooroordelen waar we ons bewust van zijn. De impliciete stereotypen, waarvan we dus niet bewust zijn dat we ze hebben, hebben de vorm van onbewuste associaties van een groep met negatieve kenmerken. Denk ‘vrouwen’, gekoppeld aan associaties als ‘zorgzaam’, ‘niet zo ambitieus’, of ‘meisjes met hoofddoek’ en ‘ongeëmancipeerd en geen eigen initiatief’. Of denk: ‘Ali Ahmed’, en je ziet associaties als ‘zal de taal niet machtig zijn’.

Test jezelf

Anders dan met expliciete stereotypen, kan dit type stereotypen meestal alleen met een speciale test naar boven worden gehaald. Harvard University heeft hiervoor de Impliciete Associatie Test (IAT) ontwikkeld. Deze wetenschappelijk opgezette test toetst onbewuste vooroordelen aan de hand van de reactiesnelheid van  associaties en laat zien dat wij allemáál bepaalde associaties maken die voorkeuren voor bepaalde groepen onthullen. Dus wil je weten hoe het zit met je eigen stereotypen, over vrouwen, ouderen, of mensen met een donkere huidskleur? Doe dan vooral de test!

Meest vilein

De impliciete stereotypen zijn het meest vilein, omdat ze ons denken beïnvloeden zonder dat we er erg in hebben. En als je de test hebt gemaakt, weet je dat we ons ook laten beïnvloeden door stereotypen waarmee we het zelf helemaal niet eens zijn. Dit verklaart waarom in personeelsselectie mensen zich er doorgaans niet bewust van zijn dat de afwijzing van een kandidaat niet (alleen) is ingegeven door objectieve beoordelingscriteria, maar ook door subjectieve associaties met negatieve groepsstereotypen.

Triggering

Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor hoe impliciete stereotypen onze beoordeling beïnvloeden. Een van die oorzaken is de automatische activering (‘triggering’) van zulke impliciete stereotypen. Dit kan leiden tot aanpassing (‘assimilatie’) van onze waarnemingen aan stereotypen. Een voorbeeld: toen in een onderzoek de lengte van mannen en vrouwen moest worden ingeschat, bleek de lengte van de afgebeelde mannen stelselmatig hoger te worden ingeschat dan die van de afgebeelde vrouwen, ook als er feitelijk geen lengteverschil was of als de vrouw langer was. In die gevallen werd de waarneming dus aangepast aan het stereotiepe beeld dat mannen langer zijn dan vrouwen.

Sub-typering

Een ander mechanisme dat verklaart waarom stereotypen zo moeilijk te veranderen zijn, is ‘sub-typering’. Dit zorgt ervoor dat als een persoon (te) veel afwijkt van het groepsstereotype, dat niet leidt tot nuancering van dat stereotype, maar tot indeling in een nieuwe subcategorie van ‘afwijkende’ personen, die komt te staan náást het algemene groepsstereotype. Door dit ‘subtyperingsmechanisme’ worden fulltime werkende vrouwen in hoge posities bijvoorbeeld in een speciale subcategorie van ‘carrièrevrouwen’ ingedeeld, zonder dat het stereotype van ‘zorgzame, in deeltijd werkende vrouwen’ wordt aangetast.

Toch niet de klusjesman

Op dezelfde manier blijft het beeld van ’allochtonen’ als ‘laagopgeleid’ intact, ondanks de allochtone medewerkers die misschien in het bedrijf rondlopen en die helemaal niet aan dit beeld voldoen. Daarom zie je de donkergekleurde man die in de kantine zit aan voor klusjesman, terwijl hij de nieuwe communicatiemedewerker blijkt te zijn. Iedereen kan zich wel zo’n beschamende situatie herinneren.

Self-fulfilling prophecy

Een ander, bekender mechanisme, is dat van de ‘self-fulfilling prophecy’. Voorbeeld uit de eigen praktijk: een medewerkster gaat op zwangerschapsverlof, waarna de werkgever verwacht dat zij bij terugkomst wel minder zal gaan werken. Hij richt haar werk daar vast op in. De vrouw, die hierover nog geen beslissing had genomen, gaat daarop een dag minder werken en maakt zo – ondanks zichzelf – het stereotiepe beeld waar van vrouwen met jonge kinderen die in deeltijd werken. Vervolgens past ze haar (aanvankelijk hoge) ambities aan en wordt ze minder ambitieus in haar werk, conform het vrouwelijk stereotype ‘vrouwen zijn niet zo ambitieus’ .

Stereotype threat

Nog weer een ander mechanisme, ‘stereotype threat’ genaamd, zorgt ervoor dat alleen al het bestaan van een stereotype over een groep ertoe leidt dat leden van die groep zich anders gaan gedragen, in lijn met het stereotype. In een wetenschappelijk onderzoek dat dit aantoont, werd een test afgenomen bij studentes van een verpleegopleiding, waarvoor ze de juiste dosering van een medicijn moesten berekenen. Aan de ene groep werd verteld dat deze test aan het licht zou brengen of zij meer moeite hadden met wiskunde dan de gemiddelde man. Aan de andere groep werd deze opdracht ingekaderd als een onderdeel van het reguliere curriculum van de verpleegopleiding. De eerste groep, die onder ‘stereotype dreiging’ stond, presteerde slechter op de berekeningstaak, door de stress en extra inspanning die het kostte om het stereotype ‘vrouwen zijn slecht in wiskunde’ níet waar te maken. Dat zij prompt dus waarmaakten.

Dit is de tweede in een serie van vier korte verhalen over discriminatie en stereotypen, geschreven door het College voor de Rechten van de Mens. De andere afleveringen volgen de komende weken. Lees ook het eerste deel: Selecteren zonder te discrimineren, deel 1

Foto via Flickr.com

Textkernel koppelt álle cv’s aan álle vacatures

Alle voorhanden cv’s en vacatures in Nederland en omstreken doorzoeken, en die twee met elkaar matchen, het is mogelijk met de nieuwe versie van de matchingsoftware van Textkernel.

De uitbreiding van de zogenoemde ‘bi-directionele matching’ met Jobfeed, de vacature-miningtool van Textkernel, is een van de belangrijkste nieuwe features van de update van de nieuwe  Match!-software. Niet alleen kunnen gebruikers nu alle profielen in hun database matchen met hun eigen vacatures én met alle online vacatures in Nederland, Frankrijk en Duitsland, ze kunnen ook vacatures matchen met profielen in hun eigen databases en in externe databases, vacaturebanken en social media.

Twee kanten op

De mogelijkheid om twee kanten op te matchen met alle vacatures, verhoogt de kans om snel de relevante match te kunnen maken, aldus Kim Pieschel, namens Textkernel. ‘We structureren ongestructureerde tekst in cv’s en vacatures met cv- en vacatureparsing, en koppelen deze met onze semantische matchingtechnologie aan elkaar. Met Match! kun je nu rechtstreeks vanuit een cv of vacature zoeken. De technologie zet die tekst om in een zoekopdracht en matcht dit semantisch op de andere databases. De koppeling met Jobfeed zorgt er nu voor dat je rechtstreeks vanuit alle online vacatures kunt zoeken naar matchende profielen, of met een cv kunt zoeken naar een vacature die bij je past.’

Semantisch matchen

Textkernel heeft een grote database opgebouwd met onder andere functietitels, beroepen en opleidingsniveaus en deze allemaal gecategoriseerd. Match! maakt gebruik van deze kennis om semantisch te kunnen matchen, legt Pieschel uit, ‘wat wil zeggen dat de software probeert te begrijpen wat er in de teksten bedoeld wordt en de match niet alleen maakt wanneer exact dezelfde keywords in de teksten gebruikt zijn.’ (zie afbeelding)

bi-directioneel-matchen

Groot geworden

Het bedrijf, dat groot is geworden met cv-parsing en met het bijhouden van de online vacaturemarkt in Nederland, introduceert nog meer nieuwe features in de software Search! en Match!. Zo is het maken van projecten en opslaan van resultaten uitgebreid,  en kan kennis makkelijker worden gedeeld in de organisatie. Een zoekresultaat kan worden getagd en bewaard worden in meerdere projecten die met collega’s gedeeld kunnen worden (zie afbeelding hieronder).

Projecten-maken-tags-delen-en-emailalerts

De gebruiker kan niet alleen resultaten in zijn eigen database taggen, maar ook resultaten die hij of zij gevonden heeft in externe bronnen. Deze nieuwe feature ondersteunt daarmee active sourcing en helpt zo bij het uitbreiden van de talentpool, zegt Pieschel. ‘Zo kun je makkelijk zelf een database opbouwen.’ Volgens Pieschel helpt de koppeling van Jobfeed aan Match! de arbeidsmarkt openbreken. ‘Vraag en aanbod komen nu nog sneller bij elkaar.’

Foto via Flickr.com

10 Kenmerken van een goede online vacaturetekst

Online vacatureteksten zijn het meest gebruikte middel binnen arbeidsmarktcommunicatie. Een goede online vacaturetekst spreekt aan, informeert en interesseert de lezer, maar zorgt ook voor preselectie en zet aan tot solliciteren. 

Aan welke kenmerken moeten online vacatureteksten voldoen om als goed bestempeld te worden? 

1. Verkoopt de baan (jobmarketing)
Een vacaturetekst is er primair om de vacature in te vullen. Dit betekent dat u een vacaturetekst altijd begint met de functietitel, introductietekst en functieomschrijving.

2. Verkoopt de werkgever (employer branding)
Ondanks dat de baan centraal staat, moet u wel de werkgever verkopen in de vacaturetekst. Dat kan op het einde van de vacaturetekst, maar in ieder geval na de functieomschrijving.

3. Wordt gevonden door zoekmachines
De belangrijkste bron van herkomst van bezoekers van vacatureteksten zijn zoekmachines. Van Google tot de interne zoekmachine op de eigen recruitmentsite of op een vacaturesite. Houd bij het schrijven dan ook rekening met het zoekgedrag van uw doelgroep. Welke woorden gebruikt men in de zoekopdracht?

4. Trekt de lezer de tekst in
Wanneer iemand uw vacaturetekst heeft gevonden beslist deze in een fractie van een seconde om door te lezen. U moet de lezer dus de vacaturetekst intrekken met een wervende introductietekst.

5. Sluit aan bij de doelgroep (relevant)
Een vacaturetekst moet een specifieke doelgroep aanspreken. Wanneer niemand zich aangesproken voelt, krijgt u geen reacties en zeker geen kwalitatieve. Door uw doelgroep te kennen kunt u uw vacatureteksten erop aanpassen.

De overige 5 kenmerken kunt u lezen op de website van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie.

Workshop Schrijven van vacatureteksten

Wilt u leren hoe u uw vacatureteksten doelgroepgericht en wervend kunt schrijven? Schrijf u dan in voor de workshop Schrijven van vacatureteksten op dinsdag 15 april. Tijdens deze workshop krijgt u onder leiding van Martijn Hemminga, auteur van bovenstaande kenmerken, handvatten om uw online vacatureteksten doelgroepgericht, wervend en optimaal vindbaar te maken in Google.

Bron: amcexpert.nl

KPN kiest voor piepjonge klanten om hipo’s te werven

Het zal je maar gebeuren: je social media profiel blijkt van onder tot boven uitgeplozen door een wijsneusje van 8 jaar. Toch is dat precies wat er gebeurt in de nieuwe wervingscampagne van KPN.

Om high potentials te werven voor de KPN Business Course werden 150 op maat gemaakte films geproduceerd waarin de mediawijze kinderen de kandidaten het vuur aan de schenen leggen. De kinderen weten daarin moeiteloos allerlei persoonlijke details op te dissen van de kandidaten. En bijdehand zijn ze ook: ‘Je bent wel lekker bezig als preses van je studentenvereniging, maar kun je er ook voor zorgen dat ik wifi in de auto krijg?’

KPN 2KPN 1

Personalisatie

Bijzonder is dat de films niet ‘technisch’ vanuit een database zijn gepersonaliseerd, maar gewoon stuk voor stuk apart zijn opgenomen voor de beoogde kandidaten. Hieronder een drietal voorbeelden:

High potentials

De campagne is gemaakt door Steam arbeidsmarktcommunicatie. Met de persoonlijke mailactie wil KPN high potentials alvast laten kennismaken met de generatie nieuwe klanten: the digital natives, de kinderen die zijn opgegroeid met onbeperkt internet en mobile devices altijd onder handbereik. Ze zijn daardoor bijzonder veeleisend: ze willen de beste technologie en het snelste internet. En KPN wil dus de beste hipo’s om ze dat ook te geven.

KPN 3

 

 

Sollicitant prefereert duidelijkheid boven snelheid

Hoe snel een sollicitatieprocedure gaat, is voor een sollicitant veel minder belangrijk dan de punctualiteit en flexibiliteit van een werkgever. 

Daarnaast is vooral de mate waarin een werkgever laat merken zich te hebben voorbereid op een sollicitatiegesprek bepalend voor hoe positief een kandidaat een procedure ervaart. Dat blijkt uit onderzoek naar de Candidate Experience, dat is uitgevoerd door Intelligence Group in samenwerking met Nuwerk.

Hogere aanbevelingsbereidheid

Punctualiteit en flexibiliteit blijken een significant effect te hebben op het imago van een werkgever. Hoe beter de ervaring met deze twee elementen, hoe hoger het rapportcijfer dat een sollicitant voor de procedure overheeft, en hoe positiever het imago van de werkgever en hoe groter de kans dat sollicitanten aan hun omgeving aanraden bij dezelfde werkgever te solliciteren (het zogenoemde ambassadeurschap of ‘applicant referral’).

Een twee keer zo hoog rapportcijfer

Zo geven sollicitanten die het (zeer) oneens zijn met de stelling dat het proces punctueel verliep, deze procedure gemiddeld een 3,4. Sollicitanten die daarentegen het proces (zeer) punctueel vonden verlopen, beoordelen het liefst met een 6,8. En de sollicitanten die vonden dat het proces onvoldoende flexibel verliep, geven een 3,6 op een schaal van 10, als het gaat om van aanbevelingsbereidheid, tegenover een 5,9 van sollicitanten die hun proces wél als flexibel hebben ervaren.

CE bericht 2

Korte doorlooptijden niet essentieel

De snelheid van de procedure blijkt opmerkelijk genoeg nauwelijks een rol te spelen. Het merendeel van de onderzochte sollicitanten (76%) vond dat het proces ‘snel’ verliep. Dit element blijkt géén impact te hebben op de beoordeling van de sollicitatieprocedure, de ‘applicant referral’ of het imago van de werkgever. Véronique Oonk, de onderzoekster van de Intelligence Group, zegt daarover: ‘Korte doorlooptijden lijken vaak een criterium voor een goede ervaring. Maar goed verwachtingsmanagement en het tijdig nakomen van afspraken is veel relevanter. Daarmee bouw je een vertrouwensrelatie op. Een sollicitant die weet dat hij op een gewilde positie solliciteert, begrijpt best dat het wat langer kan duren voordat er een reactie komt. Het belangrijkste is dat die reactie ook komt op het afgesproken moment. Maak die belofte dus waar’, adviseert ze.

Onderzoeksverantwoording

Het onderzoek naar de Candidate Experience  is uitgevoerd door Intelligence Group in samenwerking met Nuwerk. Er hebben in totaal 830 sollicitanten deelgenomen aan het onderzoek dat liep van september 2012 tot en met januari 2014. Werkgevers konden gratis deelnemen. De werkgevers die hebben deelgenomen, hebben 7 maart een benchmarkrapportage ontvangen met de resultaten van hun sollicitanten. Binnenkort zullen op deze site nog meer resultaten verschijnen.

Foto via Flickr.com

W&S-bureaus: nog lang niet overbodig

Goed nieuws voor traditionele werving- en selectiebureaus: werkzoekenden vinden ze nog lang niet overbodig, ook niet in tijden van social media.

Werkzoekenden in Engeland noemen recruitment companies zelfs de belangrijkste en meest effectieve manier om aan informatie over vacatures te komen. De 38 procent van de werkzoekenden die voor werving- en selectiebureaus kiest als primaire informatiebron is ruim hoger dan de 29 procent die op jobboards vertrouwt, en bijna drie keer zo hoog als de 13 procent die direct op werkgevers afgaat, volgens recent onderzoek van technisch adviesbureau Advanced Resource Managers (ARM).

Minstens 3 gesprekken

ARM ondervroeg zowel werkgevers als werkzoekenden en kwam daarbij onder meer tot de volgende conclusies:

  • Er is veel vraag naar (vaste) functies, zowel van de kant van kandidaten als van werkgevers
  • Zowel de goede kandidaten als werkgevers zijn zich bewust van hun opties en verwachten veel in termen van kwaliteit, betrokkenheid en customer experience.
  • Er is veel optimisme: kandidaten zijn dynamisch en ambitieus, en veel bedrijven hebben groeiplannen.
  • Meer dan een kwart van de Britse werkgevers gebruikt werving- en selectiebureaus in elk geval voor 20 procent van de vacatures. Ongeveer een vijfde gebruikt ze voor (bijna) alle vacatures.
  • 38 Procent van de werkzoekenden zegt dat werving- & selectiebureaus de beste manier zijn om een nieuwe baan te vinden, meer dan jobboards (30%) en social media (12%)
  • Bijna 70 procent van de werkgevers interviewt een kandidaat minstens 3 keer voordat hij of zij een baan krijgt aangeboden, 32 procent houdt zelfs (minstens) 4 sollicitatiegesprekken
  • 73 Procent van de werkgevers wil (minstens) 4 geschikte cv’s zien van het werving- en selectiebureau dat ze in de arm hebben genomen.

De conclusie? Werving- & selectiebureaus mogen onder druk staan, hun rol is in elk geval nog lang niet uitgespeeld. Tenminste, in Engeland. Maar waarom zou het hier eigenlijk zoveel anders zijn?

Een dagje meelopen? Hoe durf je!

Een dagje meelopen om ergens de cultuur te proeven? Een leuke tip voor sollicitanten, maar geen werkgever blijkt ertoe bereid. 

Sterker nog: ‘Van meelopen gaan de verkopen omlaag’, zei zelfs één werkgever tegen het Amsterdamse bureau B2Bees, dat een soms hilarisch, en soms ook onthutsend onderzoek deed naar de bereikbaarheid van werkgevers en hun bereidheid sollicitanten op voorhand een dagje welkom te heten in hun bedrijf.

Tips als trigger

B2Bees kwam op het idee van het onderzoek na een bericht van Yacht met tips voor sollicitanten, die ze ‘een open deur, lastig uitvoerbaar en/of van weinig toegevoegde waarde’ noemden. Ze werden vooral getriggerd door de tips:

– Vraag of u een dag kunt meelopen in het bedrijf, zodat u de cultuur kunt ervaren

–  Ga in de hal bij de receptie zitten en observeer hoe men met elkaar omgaat

Totaal onwaarschijnlijk, vond onderzoekster Petra de Groot en ze besloot daarop de proef op de som te nemen. Ze keek rond op een landelijk bekende vacaturebank en belde op naar vacatures  voor accountmanagers in de buurt. Ze belde de nummers die ze kon vinden met de vraag of ze bij het desbetreffende bedrijf een dagje mocht meelopen, om zo te kunnen bekijken of solliciteren zinvol zou zijn.

Het resultaat? Nul. Niemand verwelkomde haar, hoe geïnteresseerd ze ook overkwam.

Onbereikbaar

Niet alleen die beperkte gastvrijheid viel overigens op, ook de onbereikbaarheid van de contactpersoon. Hoewel De Groot van B2Bees belde tijdens kantooruren, kreeg ze in minder dan 32 procent van de gevallen de in de vacature genoemde verantwoordelijke aan de lijn. Soms werd de telefoon helemaal niet opgenomen, soms was de contactpersoon onbereikbaar of afwezig. Opmerkelijk genoeg werd in slechts 10,53 procent van de gevallen door degene die dan de telefoon opnam aangeboden om een terugbelnotitie te maken. De rest zei hooguit: ‘Probeert u het later nog maar eens.’

Niet van deze tijd

Het onderzoek moet overigens niet als aanklacht worden gelezen tegen luie recruiters en werkgevers, zo lijkt het. B2Bees, dat zich specialiseert in videovacatures, vindt de tips van Yacht sowieso niet van deze tijd. ‘Bekijk het eens van de kant van de sollicitanten’, schrijven ze in het onderzoeksrapport(je). ‘Stel dat je 5 sollicitaties hebt lopen, dan moet je dus een week vrij plannen om overal te kunnen meelopen. Laten we dit voorzichtig “omslachtig” noemen.’

Geen papier meer

De onderzoekers deden het onderzoek natuurlijk niet zomaar. Volgens B2Bees onderstreept hun werk het belang van het gebruik van online kanalen. ‘Daarmee kun je ervoor zorgen dat sollicitanten en werkgevers zich vooraf een beter beeld kunnen vormen. Geen papier meer: met één druk op de knop een compleet beeld. Dát is de toekomst. Bellen met een contactpersoon heeft zijn beste tijd in elk geval gehad.’

Foto via Flickr.com

HR-professional: zeer gewild, en steeds gewilder

De vraag naar HR-professionals was de eerste twee maanden van dit jaar een kwart hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. 

Dat blijkt uit onderzoek van Yacht. De groeiende vraag werd eind 2013 al ingezet; in het laatste kwartaal nam de vraag met 7 procent toe. Vooral in de zakelijke dienstverlening is de toename opvallend, net als bij de overheid. En Yacht verwacht dat in het komende kwartaal de groei gewoon doorzet.

Geoutsourcet

Opmerkelijk is verder dat het aantal gevraagde hr-managers minder hard toeneemt en het aantal gevraagde hr-adviseurs zelfs afneemt. Of dat betekent dat bijvoorbeeld het aantal gevraagde recruiters toeneemt, vertelt het onderzoek niet. Wel zegt Yacht dat ‘steeds meer operationele hr-taken worden geoutsourcet of worden opgevangen door efficiëntere administratieve processen’.  En daar kan werving en selectie natuurlijk heel goed wél bij horen.

Waar zijn de recruiters?

Uit onderzoek van Intelligence Group en Jobfeed bleek twee weken geleden al dat er veel meer vacatures aan het ontstaan zijn voor recruiters en intercedenten. Die zullen zich overigens wel meer dan voorheen gaan bezighouden met mobiliteit, zo stelt het Yacht-onderzoek. Want de voordeur mag dan voorzichtig weer wat open komen te staan, ondertussen moet er ook binnenshuis vaak nog heel veel werk verzet worden.

 

Veel Facebookvrienden? Wat ben jij een knapperd!

Het aantal vrienden dat je hebt op Facebook, bepaalt hoe fysiek aantrekkelijk je wordt gevonden, blijkt uit nieuw onderzoek.

Het is dus niet alleen zo dat knappe mensen op Facebook veel connecties hebben, het werkt ook de andere kant op: als je veel vrienden hebt, vinden mensen je vanzelf een aantrekkelijker persoon.

Meer extravert

Het onderzoek werd uitgevoerd door Schotse wetenschappers en gepubliceerd in het Journal of Computer-Mediated Communication. De onderzoekers vroegen 102 studenten te kijken naar vier (fictieve) Facebook-profielen, populair en impopulair, man en vrouw. Het bleek dat de populaire profielen over het algemeen beoordeeld werden als attractiever, en meer extravert en benaderbaar.

Even aantrekkelijk

Voor het onderzoek werd eerst de informatie op 600 bestaande Facebook-profielen gerandomiseerd. De informatie die daaruit kwam, werd gekoppeld aan profielfoto’s met wetenschappelijk bepaalde gemiddelde aantrekkelijkheid. Zo bekeken de respondenten fictieve profielen met foto’s van mensen die wetenschappelijk gezien steeds als even aantrekkelijk waren ingeschat.

Geen effect op betrouwbaarheid

Maar de wetenschap mocht de mensen dan als steeds even knap beschouwen, de respondenten deden dat zeker niet. De mensen met veel (fictieve) Facebook-vrienden bleken veel positiever te worden ingeschat, ongeacht het geslacht. Alleen op het persoonlijkheidskenmerk ‘Betrouwbaarheid’ had het aantal Facebook-vrienden geen significant effect.

Een les dus voor recruiters: wie zich blind staart op het aantal vrienden in het profiel van een kandidaat, kan zichzelf behoorlijk voor de gek houden.