De krapte mag dit jaar iets zijn afgenomen, dat betekent niet dat er niet nog elke week nieuwe wervingscampagnes verschijnen. Werkgevers proberen nog steeds op allerlei manieren hun verhaal te vertellen. Als vanouds springen daarbij de campagnes van Defensie waarschijnlijk het meest in het oog. En dit jaar helemaal, met de toenemende geopolitieke spanningen. Maar welke campagnes vielen onze experts daarnaast nog meer op, en waarom?
Bram van de Bunt (Werkzoeken.nl): ‘Ik weet niet of dit eronder valt maar ik ben blij dat dit jaar is besloten dat er eindelijk wat gedaan wordt aan het verplichten van salarisvermeldingen in sollicitatieprocedures en hopelijk later ook in vacatures.’
‘Veel employer branding-videos komen pas in de laatste seconde tot de kern. Zeker niet het geval hier!’
Heleen Stoevelaar (The Referral Company): ‘Wat ik een heel gave campagne vond, die in Amerika megaveel aandacht heeft gekregen, is Don’t Work at Anduril. Ten eerste vond ik het filmpje supergrappig om naar te kijken, goede beat, goede beelden. De echte boodschap snap je binnen enkele seconden. Dus niet alleen omgekeerd recruiten, maar ook omgekeerd denken want heel veel employer branding-videos komen pas tot de kern in de laatste seconde. Zeker niet het geval hier!’
Dubbele impact
Gertjan de Waal (The Addstore): ‘Zonder twijfel: ‘Solliciteer met je bestie’ van Kruidvat. Een vrolijke, eigentijdse campagne die perfect aansloot bij de leefwereld van jongeren. Referral, maar dan sociaal en speels – solliciteren als iets wat je samen doet in plaats van iets wat je alleen ondergaat. Zo simpel, maar zo raak in zijn tijdgeest.’
‘Een vrolijke, eigentijdse campagne die perfect aansloot bij de leefwereld van jongeren.’
Remko Booghmans (Recruitment Marketeers): ‘Kruidvat – Apply with Your Bestie. Slim bedacht, want een jonge generatie vind het best spannend om ergens te solliciteren en nu kan je samen met je vriend of vriendin gaan en heeft Kruidvat gelijk twee sollicitanten. Top gewoon. Slim concept met dubbele impact.’
Arjan Elbers (Guruz): ‘Werken met je bestie, dat heeft Kruidvat erg goed bedacht. En een briljante volumecampagne vond ik ook van de Politie komen. Alleen weten de meeste mensen niet dat het (mede) voor werving wordt ingezet en dat is Bureau Maastricht, Bureau Utrecht, et cetera, van Ewout Genemans. Rauw beeld, het echte werk, met de mooie en minder mooie kanten van het vak.’
Appelmoes
Leroy Meurs (Recruitment Solutions Company): ‘De campagneTijd voor Defensiesprong er voor mij uit. De boodschap is urgent en persoonlijk. Ze koppelen ontwikkeling aan maatschappelijke relevantie, wat sterk is. Natuurlijk helpt het dat ze een groot budget hebben, maar de positionering klopt volledig.’
‘Natuurlijk helpt het dat ze een groot budget hebben, maar de positionering klopt volledig.’
‘Aan de andere kant vond ik het mooi hoe wij voor Coroos, bekend van de Severo-appelmoes, met een veel kleiner budget ook grote impact wisten te maken. We gebruikten video’s van medewerkers, verhalen van collega’s, landingspagina’s en interactieve testen waarmee kandidaten konden ontdekken of het werk bij hen paste. Dat leverde 4 nieuwe medewerkers op in 6 maanden en minder afhankelijkheid van zelfstandigen. Een slimme en laagdrempelige aanpak leverde direct resultaat op.’
Wim Thielemans (auteur, Dynamo.be): ‘De campagne die mij het meest is bijgebleven, is die van Rekruté van CM in Vlaanderen. In plaats van kandidaten uit te nodigen, ging CM zelf naar hen toe – eerst met een pop-uprestaurant in Antwerpen-Centraal, later met een rondreizende foodtruck. Medewerkers en kandidaten deelden een tafel, aten samen en praatten eerlijk over werk en waarden.’
‘Geen formeel sollicitatiegesprek, maar een ontmoeting op ooghoogte. Het resultaat: honderden reservaties, warme gesprekken en echte connectie. CM liet zien dat werven menselijk, lekker en verrassend eenvoudig kan zijn – eerst ontmoeten, dan pas beoordelen.’
Aad van der Werf (MSE Advies & Strategie): ‘Ik ben zelf actief in het onderwijs. Bij het Techniek College Rijnmond (TCR) is de campagne Gouden Handjes gelanceerd. Als je weet dat de afgelopen 4 jaar er 10.000 minder mbo-techniekstudenten zijn, dan past zo’n campagne voor de werving.’
Onno Gout (SteamTalmark): ‘De campagne die nog steeds op m’n netvlies staat is die van Alliander, De energietransitie is onmogelijk, zonder jou. Ook al is die 1,5 jaar oud, het is een campagne waar ik graag aan meegewerkt had. Onderscheidend. Inhoudelijk on target: waar lever je met z’n allen een bijdrage aan? En ook mediatechnisch: je ontkomt er niet aan.’
Mascha van der Heijden (NS): ‘Ik vind de consumentencampagne van KPN een mooi voorbeeld van onbedoelde arbeidsmarktcommunicatie. Ik weet zeker dat dit een positief effect heeft op het ‘willen werken bij’. Spot on en sympathiek.’
Aaltje Vincent:‘Die van UPFRONT, omdat je als sollicitant zelfs vinkjes moet zetten dat je hun werkenbij-site hebt gelezen in hun sollicitatieformulier.’
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Vanaf 2026 verandert het speelveld voor flexwerkers fundamenteel. De nieuwe uitzend-cao zorgt ervoor dat er eindelijk echt een gelijkwaardige beloning ontstaat tussen vaste en flexmedewerkers. Voor werkgevers betekent dit een moment van bezinning. Wordt flex nu eindelijk ingezet voor wat het zou moeten zijn, flexibiliteit waar je die echt nodig hebt, of verdwijnt het juist uit het werkveld?
De optimistische blik: eindelijk de juiste inzet
Voordelen van deze ontwikkeling:
Werkgevers worden gedwongen strategischer na te denken over personeelsplanning. Flex wordt ingezet waar het thuishoort: bij pieken, verzuim, risicospreiding, projecten en seizoenswerk. Tevens zullen flexbureaus meer moeten inspelen op de strategische behoeften om verschil te kunnen maken.
Flexwerkers vangen niet langer structurele onderbezetting op, maar leveren echte flexibiliteit. Dat kan leiden tot (nog) betere arbeidsvoorwaarden, meer zekerheid en meer waardering voor hun rol.
De kwaliteit van de match tussen werk en werker stijgt wanneer flex niet langer puur een kostenplaatje is.
Bedrijven die nu al goed omgaan met flex worden beloond: zij hebben hun processen op orde en zien flex als onderdeel van een gezonde personeelsmix. Voor hen verandert weinig, behalve dat ze minder concurrentie krijgen van organisaties die alleen op prijs selecteerden.
De pessimistische kant: of toch niet?
Nadelen en risico’s:
Het grootste risico: werkgevers huren minder flexwerkers in. Als het ‘kostenverschil’ verdwijnt, waarom dan nog het ‘gedoe’ van wisselende gezichten, inwerktijd en minder binding?
Bedrijven kunnen kiezen voor meer vaste contracten of automatisering. Voor flexwerkers die juist van de vrijheid houden, studenten, mensen met zorgtaken of zij die variatie zoeken, kan de markt kleiner worden.
Er dreigt een tweedeling:
– Hoogopgeleide, gespecialiseerde flexwerkers blijven gewild en profiteren van betere voorwaarden.
– In sectoren als logistiek, retail en horeca kan de vraag juist instorten, omdat de businesscase wankel wordt. De keuze voor automatisering en robotisering zal nu wellicht sneller genomen (moeten) worden.
Uitzendorganisaties komen onder druk te staan. Hun verdienmodel moet veranderen, en kleinere spelers met beperkte toegevoegde waarde verdwijnen mogelijk. Dat betekent minder keuze en mogelijk ook minder doorstroomkansen voor flexwerkers.
De waarheid: in het midden
De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden. Of 2026 een keerpunt wordt, hangt dan ook af van hoe organisaties zich voorbereiden. Bedrijven die nú investeren in goede personeelsplanning, duidelijke functieprofielen en een gezonde mix van vast en flex op basis van werkelijke behoefte, zijn klaar voor de toekomst. Zij maken flex tot wat het zou moeten zijn: een strategische keuze, geen financiële. Voor flexwerkers is het cruciaal dat betere voorwaarden ook echt worden waargemaakt. Als bedrijven meer betalen maar flexwerkers daar niets van merken, is niemand geholpen.
2026 wordt het jaar van de waarheid.
De bal ligt bij vakbonden, uitzendbureaus en toezichthouders om dit goed te bewaken. Tot slot: de komende maanden worden beslissend.
Bedrijven die flex zien als kostenpost, zullen afschalen.
Bedrijven die flex zien als toegevoegde waarde, gaan de dialoog aan en investeren in hun flexwerkers.
2026 wordt het jaar van de waarheid. De overheid zal vooral bezig zijn met misstanden aanpakken (handhaven, tel daarbij op de Wtta die in 2027 gaat komen), waardoor de actie komt te liggen bij de werkgevers. In hoeverre komt onze concurrentiepositie onder druk te staan? Is de (Nederlandse) arbeidsmarkt wendbaar en weerbaar genoeg? Het zijn uitdagende tijden voor de staffing-industrie…
Over de auteur
Wim van den Nobelen (Tilburg, 1969) is een bekend gezicht in de Nederlandse recruitmentwereld. Na jaren als recruiter en ondernemer – onder meer met Strictly People, dat hij in 2022 verkocht – adviseert hij nu recruitment- en detacheringsbureaus over groei en ontwikkeling. Hij is schrijver van het boek Van recruiter naar ondernemer, waarin hij zijn ervaringen deelt en 20 recruitmentexperts interviewde, en natuurlijk van Wim op woensdag, met ruim 300 blogs over het recruitmentvak.
Op het eerste gezicht zou je kunnen denken: een vreemde eend in de bijt. Op het (nagenoeg uitverkochte) event Internationalisering van de Nederlandse arbeidsmarkt 2025 is platformspecialist en digitaal strateeg Sepp Haans waarschijnlijk de meest onverwachte spreker. Want internationalisering en platforms, dat líjkt misschien een vreemde combinatie. Maar volgens Haans liggen de twee onderwerpen juist heel dicht bij elkaar. Sterker nog, zegt hij: ‘Als je heel veel mensen wilt werven, zeker internationaal, denk ik dat je niet zonder platform kunt.’
‘Platforms zijn mega-schaalbaar, en kennen geen bias.’
Bij digital platform agencyFreshheads deden ze daar bijvoorbeeld ervaring mee op via Cocoroco, platform waar customer service experts van over de hele wereld werk kunnen vinden, en U-Connect, het platform van Undutchables, waar freelance internationals in Nederland aan nieuwe opdrachten kunnen komen. Waarom juist platformisering en internationalisering volgens hem hand in hand gaan? ‘Omdat platforms mega-schaalbaar zijn, en geen bias kennen’, aldus Haans. ‘Bovendien kun je platforms helemaal afstemmen op de doelgroep, en bijvoorbeeld alle vacatures en opdrachten in meerdere talen aanbieden.’
Rituals, Bunq en Vodafone
Op een bemiddelingsplatform als Cocoroco vinden momenteel bedrijven als Rituals, Bunq en Vodafone snel de juiste internationale medewerkers. Maar Haans wil in zijn bijdrage wel iets breder kijken dan alleen de lessen die bij de ontwikkeling van dat platform kwamen kijken. ‘Zeker bij internationale arbeidskrachten is het heel belangrijk dat zij zich aangesproken voelen door je employer value proposition, maar dat ze vervolgens ook op een individuele manier begeleid worden in het werk. Als je dat allemaal met werknemers zou moeten doen, dan heb je héél veel recruiters nodig. Een platform is dan eigenlijk de enige oplossing.’
Een Fransman laat zich heel anders benaderen, bemiddelen en begeleiden dan bijvoorbeeld een Zweed of een Nederlander, zegt hij. En juist een platform kan daarbij helpen. ‘Wat een platform goed kan is het individu centraal zetten, en op basis van gegevens die iemand een individu achterlaat een op maat gemaakt traject bieden. Platforms kunnen in die zin de beste toegangspoort zijn vanuit de kandidaat gezien, het eerste touchpoint. Daar hebben we met Cocoroco ook mooie voorbeelden van, waarin echt assessments afgenomen worden om te bepalen hoe goed jij met je skills matcht op het werk wat je zou kunnen gaan doen.’
Vacatures in alle talen
Ook de onboarding van medewerkers, of ze nu naar jouw werkvloer komen, of op afstand blijven, kun je mooi vangen in een platform, is Haans’ overtuiging. Maar aan de andere kant: het heeft iets paradoxaals, zo’n algemeen platform, dat tegelijkertijd heel persoonlijk is. Hoe rijmt Haans die twee dan met elkaar? ‘Je ziet nu dat veel Nederlandse werkgevers het hele sollicitatieproces, zelfs de website en de vacatures, nog alleen Nederlandstalig aanbieden, en als je heel veel geluk hebt ook nog wel in het Engels. Bij een platform kun je dat makkelijk aanpassen in meerdere talen.’
‘Veel Nederlandse werkgevers bieden het hele sollicitatieproces, zelfs de website en de vacatures, nog alleen Nederlandstalig aan.’
Maar dat niet alleen, zegt hij, zie je dat een bezoeker bijvoorbeeld in het Deens zoekt, dan kun je ook op maat gemaakte informatie aanbieden. Want niet in elk land vinden ze dezelfde informatie even belangrijk. ‘Dat is wat ik bedoel met de content persoonlijk en op maat maken’, aldus Haans. ‘In de eigen taal zal dat mensen meer aanspreken. En een Fransman zal bijvoorbeeld meer waarde hechten aan vrije dagen dan een Amerikaan. Zo zou je zelfs kunnen aanpassen wat je aan secundaire arbeidsvoorwaarden benadrukt. Al dat soort tweaks maken jou als werkgever meer geschikt voor de internationale arbeidsmarkt.’
Stukje motivatie
Slimme tweaks, daarin schuilt het verschil, benadrukt Haans. Hij haalt het voorbeeld aan van U-Connect, waar kandidaten eerst gevraagd werd of ze over een minimaal niveau Engels beschikten. Weinig verwonderlijk: alle kandidaten vulden ‘ja’ in, terwijl dat in de praktijk vaak tegenviel. Freshheads bouwde daarop een schuifje waarmee kandidaten zelf hun niveau taalbeheersing konden aangeven. ‘Dan kunnen ze natuurlijk nog steeds liegen, maar maak je het wel eerlijker en werp je niet meteen een drempel op om binnen te komen, maar gebruik je het juist als nuttig matchingsmechanisme.’
‘Wensen en cultuur van organisaties zijn via platforms goed te koppelen aan wensen en cultuur van werkzoekenden.’
Matching is sowieso een sterke onderscheidende factor voor platforms in de internationale arbeidsmarkt, denkt Haans. Niet alle bedrijven hebben ook over de grens een sterk employer brand, en dat aspect weegt dus mogelijk minder zwaar. Maar wensen en cultuur van organisaties zijn via platforms wel goed te koppelen aan wensen en cultuur van werkzoekenden. ‘Op basis van een stukje motivatie of tekst over jezelf weten we eigenlijk snel en goed wat voor werk bij iemand kan passen. Hóe je ergens kunt werken is dan vaak belangrijker dan het werkgeversmerk zelf.’
KlusCV
Platforms, wil hij maar zeggen, zijn de ideale manier om profielen (en dus data) op te bouwen, en zo een steeds betere match tussen vraag en aanbod tot stand te brengen. Juist in een internationale omgeving kan dat het verschil maken, benadrukt hij. En durf je het niet aan om zelf zo’n platform te (laten) bouwen? Sluit je dan vooral aan bij bekende bestaande partijen, is zijn advies. Dat kan gaan om EoR-oplossingen als Deel, Remote of Parakar, of om platforms als Cocoroco, die echt bemiddelen en zorgen dat vraag en aanbod bij elkaar komen.
En als laatste wil hij ook nog graag even KlusCV onder de aandacht brengen, het platform waaraan hij heeft meegewerkt, waar ruim 100.000 werkenden in 6 landen toegang tot hun data bieden, op basis van hun opgebouwde freelance ervaring. ‘Ook dat is belangrijk voor de internationale arbeidsmarkt’, onderstreept hij. ‘Het kan een individu bereik bieden en heel veel administratieve last wegnemen. Het laat voor mij maar zien: de internationalisering van de arbeidsmarkt is here to stay. En we zullen technologie nodig hebben om dit te ondersteunen. Wees daar dus niet bang voor, zou mijn boodschap zijn, maar zorg dat je er open voor staat.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025:
Technologie zou ons leven makkelijker maken, zo was altijd de belofte. Maar de werkelijkheid lijkt soms wel alsof het ons leven eerder dúúrder maakt. Het valt in elk geval op dat met name techpartijen in recruitment de laatste tijd hun tarieven sterk verhogen, of op andere manieren steeds meer proberen hun gebruikers uit te melken. De grote investeringen moeten worden terugverdiend, en/of de eindigheid van het businessmodel raakt in zicht, en er moet nog – snel – zoveel mogelijk rendement worden gemaakt. In elk geval valt op dat de tijd van goedkope technologie voorbij lijkt.
‘Probeer je eigen netwerk op LinkedIn maar eens te downloaden – je krijgt er heel weinig.’
Neem LinkedIn. De Franse senior talent sourcer Guillaume Alexandre merkte recent op hoe afhankelijk we in recruitment hiervan zijn geworden (ironisch genoeg: op LinkedIn zelf…), en hoe dat bedrijf zijn monopolie steeds meer ge/misbruikt. ‘LinkedIn bevindt zich in zijn melkkoefase en ze zijn duidelijk van plan om die uit te buiten’, schrijft hij. Het ophalen van data van het platform is volgens hem bijvoorbeeld bijna onmogelijk gemaakt. ‘Probeer je eigen netwerk maar eens te downloaden – je krijgt er heel weinig. LinkedIn geeft geen toegang tot zijn data – het is hun oorlogskas.’
‘Enorme tekortkomingen’
De A.I.-hiring assistant van LinkedIn? Klinkt misschien mooi, maar bevat in de praktijk nog steeds ‘enorme tekortkomingen’, constateert Alexandre, ‘ondanks het feit dat het bedrijf de beste dataset ter wereld heeft.’ Nee, LinkedIn lijkt er volgens hem niet echt op uit de problemen van zijn klanten op te lossen. ‘De commerciële strategie van LinkedIn is gebaseerd op sterke, gestage en continue prijsverhogingen, zonder de intentie om te vertragen’, meldt hij. […] ‘Er gaan zelfs geruchten dat LinkedIn contracten van 3 jaar promoot, wetende dat je er na je handtekening niet meer onderuit kunt.’
‘Ze zullen tevoorschijn komen met een volledig monopolie en totale controle over de markt.’
De ervaren sourcer vermoedt dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat LinkedIn momenteel wacht tot één techspeler de code kraakt – om iets te bouwen dat daadwerkelijk een groot deel van de sourcing en recruitment kan vervangen. ‘Zodra dat gebeurt, zal LinkedIn dat bedrijf kopen, alle andere sluiten en juridische stappen ondernemen om concurrenten uit te schakelen. Ze zullen tevoorschijn komen met een volledig monopolie en volledige controle over de markt. Dat zou kunnen betekenen dat LinkedIn niet eens verwacht dat mensen dit sourcingswerk over 3 jaar nog doen. […] Het omslagpunt is nú aangebroken.’
Dure seats
De prijzen van LinkedIn Recruiter Seats zijn in de community ook al lang onderwerp van discussie (al is er op LinkedIn zelf opvallend weinig over te vinden). Er is onderhandeling mogelijk, maar hou het op zo’n 9.000 tot 10.000 euro per jaar voor een Recruiter Corporate, en 2.000 tot 3.000 euro voor Recruiter Lite. En die tarieven bewegen zich al lange tijd eerder omhoog dan omlaag, zonder dat de daarbij geleverde resultaten nu meteen mee omhoog bewegen.
Maar het is niet alleen LinkedIn dat probeert zijn klanten zoveel mogelijk uit te melken. Zo wist Independent Recruiters-oprichter Olfertjan Niemeijer recent veel aandacht te krijgen voor een renewal van zijn contract bij Bullhorn, waarbij het tarief ineens met 50% (!) de lucht inschoot. Een gebruik dat in deze wereld vaker blijkt voor te komen, zoals (in het verleden) bij Tellent Recruitee, melden ook diverse commentaren bij zijn bericht.
‘Geen apocalyps’
Maar het zijn niet alleen de grote Amerikaanse partijen die proberen hun tarieven omhoog te schroeven. Zo waarschuwden ook TalentNetMedia-recruitmentgoeroes Craig Fisher en Jim Durbin recent dat de nieuwe vacatureregels van Indeed de wervingskosten zouden kunnen verviervoudigen (!). ‘Indeed is op dit moment zeker nog steeds de speler voor volume’, aldus Fisher. ‘Maar er komt een post-Indeed-wereld. Het is geen apocalyps, maar het is wel interessant. Ze willen een aantal heel specifieke tarieven rekenen.’
‘Indeed zet bureaus onder druk. Ze staan niet toe dat je zomaar een XML-feed uit je ATS haalt en verstuurt.’
Durbin legde 2 belangrijke veranderingen bij Indeed uit. De eerste is het beëindigen van de zogenoemde single source feed, waarbij Indeed geen nieuwe XML-feeds meer accepteert om vacatures te adverteren. ‘Indeed gaat bureaus onder druk zetten’, zei hij. ‘Ze staan niet toe dat je zomaar een XML-feed uit je ATS haalt en verstuurt. Indeed wil dat je inhouse komt. Uiteindelijk wil Indeed uit je ATS putten.’ Probleem is verder dat Indeed graag vacatures langere tijd laat staan. Niet alle werkgevers en recruiters willen dat, aldus Durbin. ‘Soms laat ik vacatures maar een paar dagen staan, omdat ik geen honderden kandidaten wil.’
Dure vacatures
De tweede belangrijke verandering bij Indeed is het budget van 25 dollar per vacature, schetst hij. ‘Hoewel dit niet nieuw is, is de recente wijziging enorm wat betreft de kosten voor werkgevers. Elke campagne kost 25 dollar, dus als je 100 vacatures plaatst, betaal je Indeed 2.500 indeed. Vóór de wijziging konden werkgevers vacatures in- en uitvoegen, waarbij ze de ene vacature door de andere vervingen. Als het totaal nog steeds 100 vacatures was, werden de kosten gedekt. Dat is niet langer het geval. Of de werkgever nu een oude vacature verwijdert of niet, elke nieuwe vacature kost nog eens 25 dollar, schetst Durbin.
‘Als je steeds meer kandidaten nodig hebt, kun je een heel slechte tijd tegemoet zien.’
Hij noemt dat ‘ruïneuze kosten’. Hij schat in dat dit de kosten voor werkgevers met 300-400% zal verhogen. ‘Dat kun je onmogelijk doen.’ Vacaturesites zoals Indeed ‘zitten vast in 2021’, aldus Durbin. ‘Ze hebben een fortuin verdiend. Elke vacaturesite probeert zijn prijzen te verhogen. Als je steeds meer kandidaten nodig hebt, kun je een heel slechte tijd tegemoet zien. Je moet uitzoeken hoe vacaturesites werken en op welk niveau.’ Hij waarschuwde recruiters ook om ’te stoppen met denken dat Indeed je problemen oplost.’
‘Tijd voor een reset’
De twee doen een oproep meer werk te maken van de eigen database, en het goud in het eigen ATS te ontdekken (en mogelijk zelfs te delen met anderen). Het andere wervingsalternatief dat ze aanraadden, is: gebruik meer sociale media als Facebook (terug onder jongeren!), in combinatie met bijvoorbeeld conversational A.I. als die van Paradox.
‘De controle moet terug bij degenen die verantwoordelijk zijn: de werkgevers.’
Ondertussen vindt er in de Verenigde Staten ook andere actie plaats. Zo heeft de community van de senior talent acquisition leaders van CareerXroads – goed voor zo’n 2,5 miljoen hires per jaar – recent een open brief geschreven aan de platformmanagers bij bedrijven zoals Indeed en LinkedIn. De boodschap: werkgevers hebben behoefte aan meer controle, duidelijkheid en samenwerking op het gebied van recruitmenttechnologie. ‘Het is tijd voor een reset.Een reset die de realiteit van moderne ecosystemen voor werving erkent en de controle teruglegt bij degenen die er verantwoordelijk voor zijn: de werkgevers’, schrijven ze.
‘Verzet!’
‘Indeed heeft publiekelijk de intentie uitgesproken om van een take rate van 0,5% over te stappen naar meer dan 5% van het salaris van een aangenomen kandidaat, zo blijkt. Zo’n verschuiving is geen feature-update – het is een fundamentele verandering in het bedrijfsmodel’, aldus initiatiefnemer Chris Hoyt. ‘Het wijst op een poging om de controle over de vacaturedata van werkgevers te consolideren, het gebruik van dienstverleners te dicteren en de flexibiliteit binnen de gehele hiring stack te verminderen. Werkgevers moeten zich hiertegen verzetten – duidelijk en collectief.’
‘Recruiters zijn meer dan alleen maar kopers van advertenties of software.’
Recruiters zijn niet alleen maar kopers van advertenties of software, schrijft de brief. ‘Wij zijn beheerders van merkreputatie, compliance, waarde en ervaring.We nemen die verantwoordelijkheid serieus en verwachten van onze platformpartners dat ze hetzelfde doen.’ Specifiek wordt in de brief bijvoorbeeld gevraagd om meer transparantie over welke gegevens worden verzameld, opgeslagen en gebruikt in platformintegraties, en de mogelijkheid om specifieke signalen aan of uit te kunnen zetten, ‘met name signalen die geen verband houden met de sollicitatiestroom of kandidaatervaring’.
Duidelijk signaal
Of het allemaal helpt, of eerder een soort wanhoopsoffensief is? Dat is natuurlijk de vraag. Maar het is in elk geval wel een duidelijk signaal. Hoyt verwijst ook naar de analisten van AIMgroup.com, die waarschuwen dat steeds meer recruitmentplatforms overstappen op modellen die gericht zijn op marge en controle, en niet op het belang van de werkgever. ‘Platforms die één enkele stroom opleggen, ondermijnen procesinnovatie en funnelprestaties. […] Voor werkgevers gaat het verder dan één enkele integratie. Het gaat erom wie je gegevens beheert, wie je sollicitatie-ervaring bepaalt en hoe je kandidaten mag bereiken.’
‘Platforms die één enkele stroom opleggen, ondermijnen procesinnovatie en funnelprestaties.’
Dat sluit ook aan bij een oproep van Aptitude Research-oprichter Madeleine Laurano. Ze pleit ervoor de ‘verspilling’ in HR-technologie meer tegen het licht te houden. ‘Volgens onderzoek van ons kan slechts 38% van de TA-leiders de ROI van hun technologie-investeringen aantonen en is 1 op de 3 van mening dat hun huidige budgetten worden verspild. Laten we dat oplossen’, zegt ze, en ‘niet langer vasthouden aan legacy tools, puur uit gewoonte of uit de sunk cost fallacy.’ Tijd dus om ook de kosten van al onze tech weer eens goed in beeld te krijgen – zeker nu voor alle recruiters meer tariefstijgingen in het verschiet lijken te liggen…
Het is net half november, maar wat een jaar hebben we al gehad. Van six seven tot Group 7, van matcha in blik tot traybakes, en van vliegende suikereenhoorns tot Una Paloma Blanca; de online trends volgen elkaar in een steeds razender tempo op. Maar wat was in de wereld van recruitment nou de grootste trend van het jaar, behalve de onstuimige opmars van A.I.? We vroegen het een flink aantal deskundigen, waarbij allereerst de groei van skills based hiring opviel:
Onno Gout (SteamTalmark): ‘Skills boven diploma’s. In 2025 zijn er in Nederland steeds meer bedrijven en sectoren waar je zonder diploma kunt solliciteren. Denk aan werkgevers als Essent, PostNL en Randstad. Door personeelstekorten en een focus op vaardigheden boven papieren, zijn de mogelijkheden flink toegenomen. Uit onderzoek van McKinsey blijkt ook dat het inhuren op basis van vaardigheden 5 keer meer voorspellend is voor prestaties dan werven op basis van opleiding.’
Gertjan de Waal (The Addstore en voorzitter Recruiters United): ‘De verschuiving van diploma’s en functietitels naar wat iemand echt kan – en hoe snel iemand kan leren. Dat vraagt van recruiters iets nieuws: niet alleen vacatureteksten herschrijven, maar ook selecteren op potentieel en cultuurfit. Het is een andere bril: je kijkt niet langer naar waar iemand vandaan komt, maar naar waar iemand naartoe kan groeien.’
‘Skills based hiring vraagt van recruiters een andere bril.’
Remko Booghmans (Recruitment Marketeers): ‘Voor mij was de grootste trend ook dat de verschuiving naar skills-based hiring bleef groeien. Steeds meer organisaties selecteerden op vaardigheden in plaats van diploma’s of functietitels, wat zorgt voor inclusievere en dynamischere teams.’
Maar ook: microshifting
Maar er waren ook tal van andere trends die in het oog sprongen.
Heleen Stoevelaar (The Referral Company): ‘Microshiftingbij Generatie Z was voor mij de grootste trend. Eindelijk gaan we het belang zien van het communiceren op verschillende manieren met de verschillende generaties die er nu zijn. Binnen dat gegeven vind ik microshifting echt een megatrend waar je als werkgever ook aandacht aan moet besteden en dus moet nadenken hoe je daarmee wil omgaan. En dus ook over na moet denken in je campagnes…’
Arjan Elbers (Guruz): ‘Ik heb me bijzonder verbaasd over de snelst groeiende Nederlandse functie in de afgelopen 2 jaar. De beleidsmedewerker. Er zijn er in de laatste 2 jaar maar liefst 39.000 bijgekomen. Wat een nachtmerrie. Tel al die beleidsmedewerkers op bij de categorieën adviseurs en (zelfbenoemde) coaches en je ziet een megatrend in groei van bullshitbanen!’
‘Ik zie een megatrend in groei van bullshitbanen!’
‘Natuurlijk wil je nu weten of je zelf werkt in een bullshitbaan?! Komt goed, we gaan het testen. Ga volgende week 3 weken met onaangekondigd verlof. Neem geen telefoon op en beantwoord geen enkele e-mail. Kom je terug op je werk in week 4 en staat je werkgever of onderneming niet compleet in de fik? Dan is de kans groot dat je een dikke vette bullshitbaan hebt. Gewoon stoppen en wat zinnigs gaan doen. Als je collega’s of je klanten je nodig hebben, gaan ze wel naar ChatGPT. Dus de dag na de grote test gewoon een mooie baan zoeken in de zorg of techniek. Dan is dat probleem van onze arbeidsmarkt ook meteen opgelost.’
Leroy Meurs (Recruitment Solutions Company): ‘Voor mij was de opkomst van recruitment marketing automation een grote trend. Steeds meer commerciële partijen springen erop in, al lijkt iedereen iets anders eronder te verstaan. De onderliggende trend is evenwel duidelijk: organisaties willen hun eigen community of database opbouwen waarmee ze rechtstreeks kunnen communiceren. Employer branding verandert daardoor van zenden naar deelnemen. Je wilt als werkgever onderdeel worden van het dagelijkse leven van je doelgroep, niet alleen zichtbaar zijn als er een vacature is.’
‘Je wilt onderdeel worden van het dagelijkse leven van je doelgroep, niet alleen zichtbaar zijn als er een vacature is.’
Wim Thielemans (auteur, Dynamo.be): ‘Ik ben vooral blij met de herwaardering van gestructureerde sollicitatiegesprekken die ik zie. Na jaren van focus op employer branding, hippe vacature filmpjes, culture fit en onderbuikbeslissingen zie je dat organisaties opnieuw nadenken over waarom en hoe ze eigenlijk interviewen. De trend is niet sexy, maar fundamenteel: terug naar het gesprek als professioneel selectie-instrument.’
Tweedeling
Maar er zijn ook mensen die zich zorgen maken om de gehele ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Zoals:
Bas van de Haterd (Digitaal-Werven): ‘Ik zie een steeds grotere tweedeling. Aan de ene kant te veel sollicitanten en aan de andere kant ook nog steeds een krapte in veel beroepen.’
En ja, daarbij speelt A.I. soms ook een rol. Zegt bijvoorbeeld
Maarten Westerduin (The Talentpool Community): ‘Toch wel de angst dat veel jongeren zich door de ontwikkelingen bedreigd voelen nu veel instapbanen over genomen lijken te worden door A.I.’
En dan zijn er natuurlijk ook nog altijd mensen die eigenlijk helemaal geen trend zien die níet met A.I. te maken heeft. Zoals:
Wim van den Nobelen (FinCar): ‘Goeie vraag. Ik heb deze aan ChatGPT gesteld, maar die kon me ook geen antwoord geven. Dus ik weet het niet…’
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
‘Fantastisch nieuws met grote gevolgen’, zo jubelde de FNV vorige week al meteen. En met name in dat laatste, daar kan de vakbond wel eens gelijk in hebben. Want de uitspraak van de hoogste Europese rechter bevestigde namelijk dat de Europese minimumlonenrichtlijn rechtsgeldig is en dus ingevoerd moet worden. En hoewel dat op zich nog niets zegt over de hóógte van dat minimumloon, betekent het bijvoorbeeld wel dat Nederland aan de bak moet. Want het huidige mimimumloon voldoet niet aan de norm in de Europese richtlijn, wat met name geldt voor het minimumjeugdloon.
Volgens de richtlijn moeten minimumlonen, en dus ook het jeugdloon, bijvoorbeeld toereikend zijn om van te kunnen leven. Dat is in Nederland al jaren niet het geval. Dit geldt volgens de richtlijn zowel voor of iemand kan leven van het loon (absolute toereikendheid) als voor of het loon fair is ten opzichte van andere lonen en de welvaart in het land (relatieve toereikendheid). Aan beide voorwaarden wordt in Nederland momenteel niet voldaan: 18- en 19-jarigen die van het minimumloon moeten rondkomen verdienen bijvoorbeeld mínder dan de minimale kosten van levensonderhoud, zoals het Nibud die berekent.
‘Leeftijdsdiscriminatie’
‘De Europese rechter heeft bevestigd dat werknemers recht hebben op een toereikend minimumloon. De Europese norm staat fier overeind als maatstaf. Dus nu moet het minimumloon als de wiedeweerga omhoog’, reageert FNV’s interim-voorzitter Dick Koerselman op de uitspraak. ‘Het minimumjeugdloon is discriminatie op basis van leeftijd. Het kabinet weigert dit op te pakken, maar het moet nu dus van tafel!’
‘Het kabinet weigert dit op te pakken, maar het moet nu dus van tafel!’
Zweden en Denemarken hadden deze rechtszaak aangespannen omdat zij meenden dat de EU geen bevoegdheid zou hebben om voor minimumlonenbescherming te zorgen. Die stelling is door het Europees Hof nu onderuitgehaald. De EU is volgens de rechter bevoegd om regels op te stellen over toereikende beloning – en lidstaten moeten deze dus uitvoeren. Wel stelde het Hof dat niet de EU, maar de lidstaten zelf gaan over het vaststellen of aanpassen van de minimumlonen. Ook mag de EU niet bepalen of minimumlonen verlaagd mogen worden bij bijvoorbeeld inflatie of deflatie. Die macht blijft bij de lidstaten, aldus de rechter.
1.000 euro minder dan Belgen en Duitsers
Maar het overgrote deel van de richtlijn blijft dus wel in stand. En dat heeft grote impact. Nederland heeft namelijk een notoir laag minimumloon. Zo verdienen 18-jarigen in Duitsland en België respectievelijk 1.038 en 989 euro méér per maand. Met het uurloon is het zelfs nog slechter gesteld. Het mediane uurloon van jongeren onder de 20 is in Nederland gecorrigeerd voor de prijzen lager dan bijna alle landen in Europa. Alleen jongeren in Bulgarije zijn nog slechter af dan Nederlandse jongeren, zo rekenden Jacob-Jan Koopmans en Vera Vrijmoeth recent voor.
Alleen jongeren in Bulgarije zijn nog slechter af dan Nederlandse jongeren.
In Nederland verdient een 18-jarige slechts 50%van het volwassenen loon. In Ierland, het enige andere EU land met een minimumjeugdloon voor 18-plussers, is dat 80%. De groei van het minimumjeugdloon is de laatste jaren ook achtergebleven bij de ontwikkeling van de welvaart en het mediane loon in Nederland. Volgens de Europese richtlijn is afwijken van het normale minimumloon alleen toegestaan, als het een legitiem doel dient dat aantoonbaar helpt om het doel te behalen. ‘Het is echter twijfelachtig of dit voor Nederland het geval is’, aldus Vrijmoeth en Koopmans, auteurs van het binnenkort te verschijnen boek Machtige Mythes.
Motie van Volt
De Tweede Kamer nam een jaar geleden al een motie aan van Volt-fractievoorzitter Laurens Dassen om al per 1 januari 2026 het minimumjeugdloon stapsgewijs te verhogen, ‘waarbij de eerste stap is dat een 18-jarige 70% van het volwassenenminimumloon verdient, een 19-jarige 80% en een 20-jarige 90%’. Maar de dubbel-demissionaire regering van BBB en VVD besloot die motie in september toch maar doodleuk naast zich neer te leggen, eigenlijk zonder heldere argumentatie. Waarnemend SZW-minister Mona Keijzer houdt vast aan het kabinetsvoorstel om pas per januari 2027 een beperkte verhoging door te voeren, zo meldde ze.
Dan maar verhuizen naar Duitsland?! Want in Nederland verdien je als jongere de helft minder dan de landen om ons heen. En dat komt dus door het jeugdloon! Oneerlijk toch?! Tijd voor actie! Teken daarom onze petitie en kom op 1 mei naar de Dag van de Arbeid in Amsterdam als we massaal van ons laten horen. Beide links staan in onze bio 🔗 #jeugdloonhalfloon#1mei#dagvandearbeid
De recente uitspraak van het Europese Hof maakt die opstelling dus wel steeds moeilijker vol te houden voor het – huidige of komende – kabinet. Een 18-jarige (en dus volwassen) werknemer verdient vanaf 1 juli dit jaar 7,20 euro per uur. Dat is de helft van het minimumloon van een werknemer van 21 jaar en ouder, die dit jaar minimaal 14,40 moet verdienen. Volgens een peiling van kennisplatform Onderneming.nl eerder dit jaar vindt 45% van de Nederlanders dat jongeren zo eigenlijk worden uitgebuit door het huidige jeugdloonstelsel.
Bij veel bureaus in de arbeidsbemiddeling gaat 2025 waarschijnlijk niet de boeken in als het meest succesvolle jaar uit hun geschiedenis. De bomen kunnen natuurlijk ook niet tot in de hemel blíjven groeien. Voor velen zal het toch wel voelen alsof ze met de rug tegen de muur zijn geduwd. En dan heb je 3 opties: vechten, vluchten of bevriezen. Alleen voor de eerste categorie, de mensen die denken: never waste a good crisis, is dit stuk geschreven. Voor degenen die willen vluchten of bevriezen, hoop ik dat ik ongelijk heb met de stelling: 2026 wordt zwaarder dan 2025.
Als de druk toeneemt, wordt ondernemerschap vloeibaar.
Eerst maar even de oorzaken van de zware tijd. De krapte neemt over de hele linie af, het aanbod van mensen neemt toe, techpartijen nemen een steeds grotere hap uit het budget en van de marge, loonkosten stijgen, nieuwe wetgeving zorgt voor onzekerheid, handhaving van bestaande wetgeving zorgt voor minder handelingsruimte en de A.I.-revolutie grijpt ook snel om zich heen in de staffing-industrie. Als de druk toeneemt, wordt ondernemerschap vloeibaar en kunnen degenen die ‘vechten’ het voordeel zien en pakken. De volgende 15 mogelijkheden liggen daarbij volgens mij voor het oprapen:
#1.Ontmoet klant en kandidaat weer écht
Echt succesvolle bureaus zijn vaak decentraal georganiseerd. Ze zijn vaak niet eens zozeer in het straatbeeld terug te vinden, maar nóg dichterbij – op het industrieterrein waar ook hun klanten zitten. En ze hebben vaak ook lokale inlooppunten waar ze kandidaten 1-op-1-begeleiding kunnen bieden, van sollicitatietraining tot de start op de eerste werkdag.
Deze groep heeft zeer goed in de gaten dat misschien wel 4 op de 10 werkenden het digitale kanaal het liefst mijden, en dat de meeste kopers van flex graag ontzorgd willen worden en met een echt mens zaken willen doen. Digitalisering en AI zijn – als het gaat om het realiseren van omzet en het binden van kandidaten en klanten – vooralsnog hier niet dominant aanwezig. De menselijke touch maakt het verschil in een markt die steeds digitaler wordt.
#2.Beloon ondernemerschap
Niet alleen de bureaus die decentraal en lokaal georganiseerd zijn doen het goed, ook veel bureaus die ondernemerschap stimuleren. En dan ondernemerschap niet in de zin van (te) hoge franchise-fees, maar vooral mensen die hun sporen hebben verdiend doordat ze hebben laten zien het recruitment- en uitzendvak te verstaan en daarna zich kunnen inkopen of beloond worden als ondernemer met interessante en aantrekkelijke winstdeelnemingen en aandelen.
Eigenaren van detacheringsbedrijven, uitzendbureaus en alle andere varianten van commerciële arbeidsmarktbemiddeling die ondernemerschap belonen zie je vaak de markt outperformen. Succesvol een staffing-bedrijf hebben betekent dat je niet alleen de juiste ondernemers moet kunnen vinden en zien, maar ook dat je ondernemerschap stimuleert en beloont. Een van de beste voorbeelden in Nederland is daarin WerkTalent, tegenwoordig veelvuldig te zien in de tv-reclames. Overigens ook een briljante SEO-naam…. Werk + talent.
#3.Zet volle bak in op GEO
GEO, oftewel Generative Engine Optimization: het zichtbaar zijn voor de Large Language Models en A.I.-zoekmachines van jou als werkgever en als bemiddelaar en vooral natuurlijk: van de vacatures die je bemiddelt. De verwachting is dat binnen nu en anderhalf jaar – zo medio 2027 – 1 op de 3 werkzoekenden zijn of haar baan zal vinden via ChatGPT of een andere LLM, zo laat onderzoek van Intelligence Group zien.
Het zoekgedrag van werkzoekenden ondergaat momenteel een ware revolutie. Dit geldt uiteraard niet voor de mensen die het digitale kanaal mijden (zie #1), maar bij de meesten wel. Bij de werkzoekenden die zich online oriënteren wordt A.I.-gestuurd zoeken (vooral via ChatGPT) het meest dominante kanaal.
Degene die GEO het beste en het snelste implementeert, is morgen een winnaar.
Wat betekent dit? In elk geval dat je als bureau met al je vacatures bovenaan vindbaar moet zijn voor A.I. Dat betekent een totaal hernieuwde strategie. Je moet heel veel, rijke informatie via de juiste structuren delen, en steeds minder afhankelijk worden van de kanalen die je vandaag de dag veelvuldig inzet. Degene die GEO het beste en het snelste implementeert en onder de knie heeft, is de winnaar van morgen.
#4.Investeer echt strategisch in A.I.
Als je denkt dat je met één nieuw A.I.-tooltje de revolutie in de arbeidsmarkt en de recruitmentindustrie kunt winnen, heb je het mis. A.I. verandert niet alleen het werkveld van de recruiter, de werkprocessen, de systemen die we gebruiken, of hoe we met kandidaten omgaan of onze nieuwe klanten binnenhalen. Het verandert het héle proces en de héle industrie – nu al. Dat moet je omarmen door een vernieuwende A.I.-strategie te hanteren, niet iets wat een deelproces verbetert. Het gaat hier niet om het A.I.’en van een klein deel van het proces (verticaal), maar om het herontwerp van het totale proces (horizontaal).
Als je denkt dat je met één nieuw A.I.-tooltje de revolutie in de arbeidsmarkt kunt winnen, heb je het mis.
Misschien wel één van de beste internationale voorbeelden van hoe dit moet, komt van het Nederlandse HappyNurse en haar Aisha. Hun aanpak is hierin volop te investeren, fouten durven maken en het verticaal over de hele linie oppakken en een ander uitgangspunt creëren (namelijk niet versnelling of verbetering van het proces, maar het volledig veranderen ervan). Dit legt ze geen windeieren. Je moet niet vreemd opkijken als zij straks heel snel marktdominantie zullen opbouwen, zeker als ze hun marketing ook goed oppakken (via bijvoorbeeld de mediakanalen van de latente doelgroep – zie Giant).
Tip: directies van bureaus die willen versnellen op gebied van A.I. en niet weten waar ze moeten beginnen kunnen het beste bellen met Marcel van der Meer. Wereldwijd één van de leiders op dit gebied en gespecialiseerd in het meenemen van directies en boardrooms in de A.I.-transformatie van de recruitmentindustrie.
#5.Bemiddel alleen nog kansrijke kandidaten
Voor iedereen die je aanneemt – of dat nou een recruiter is of iemand die je bemiddelt – is het elementair om te kijken naar de opbrengst, productiviteitswinst en groei die je behaalt met die persoon. Het gaat niet over de kosten, de time-to-hire, of de time-to-fill. Het gaat over: kun je doormeten wat de bijdrage van iemand is aan de productiviteit en de winstgevendheid van een organisatie?
Zodra je recruitment verantwoordelijk maakt voor de winstgroei, ga je er op een heel andere manier naar kijken.
Op het moment dat je recruitment verantwoordelijk maakt voor de winstgroei van een organisatie, ga je op een heel andere manier kijken naar werving, naar recruitment en naar de mensen met wie je werkt, en de kwaliteit van de mensen met wie je werkt. Recruitment is dan niet meer een kostenpost, maar een investeringsvehikel voor groei in marktaandeel en winstgevendheid. Een van de beste manieren om dit te doen is door het aantal bad hires sterk te reduceren en de retentie te vergroten. Zie dit rekenvoorbeeld
Dit principe geldt voor iedere eigen medewerker, maar ook voor iedere kandidaat die aan de deur klopt. Van elke kandidaat wil je een indicatie hebben van diens bemiddelbaarheid in algemene zin, maar in het bijzonder ten opzichte van de de eigen klantengroep. Zo zie je direct de potentiële waarde, zoals in onderstaand voorbeeld. Waarin 235 relevante profielen in de database, tegen 18 vacatures gematcht kunnen worden bij de klant BAM in plaats van 1 die nu in portefeuille is. In plaats van een potentiële opbrengst van 14.000 ligt er een potentiële opbrengst van 254.000 euro. En dat is slechts: 1 profiel, bij 1 klant….
#6.Weet wat een kandidaat/cv waard is
LinkedIn weet precies wat jouw profiel waard is en hoeveel advertentiegeld ze daarmee kunnen binnenhalen. Meta weet precies hoeveel geld ze kunnen verdienen met jouw Facebook- of Instagram-profiel. TikTok weet precies wat ze kunnen verdienen met jouw account als het gaat om producten en advertentieruimte die ze kunnen verkopen. Zodra een sollicitant solliciteert, moeten ook wij dus precies weten wat diens potentiële waarde is. Wat is het cv waard? Wat is diens bemiddelingskans? Wie van onze huidige klanten en prospects zijn op zoek naar deze kandidaat? Met welke skills kan ik de waarde van deze kandidaat vergroten?
Het is cruciaal om niet meer te kijken naar een kandidaat in de context van de vacature waarop hij/zij solliciteert, maar om te kijken naar de huidige en potentiële waarde van iemand zodra hij/zij solliciteert, los van de vacature. In het overwegingsmoment kan de recruiter die vacature meenemen, maar ook elke andere vacature waarop iemand bemiddeld kan worden. Zodra je kijkt naar de potentiële waarde van een cv, ga je heel anders recruiters aansturen en systemen inzetten. Bedrijven als Assessio en LDC kunnen dit soort analyses, via het uitrekenen van arbeidsmarktkansen en arbeidsmarktwaarden van cv’s, met API’s ondersteunen.
#7.Gebruik kandi-data
Nog steeds zijn er bureaus die géén gebruik maken van actuele arbeidsmarktdata en in het bijzonder doelgroepinformatie. Als je in de mist vaart zonder navigatie, kom je ook niet op de plek van bestemming. Waarom zou je dat dan wel doen als je een bedrijf leidt? Doelgroepen verschillen van elkaar in hun mediagebruik, arbeidsmarktgedrag, en verwachtingen. Dat varieert nog meer per functionele achtergrond, ervaringsniveau of de regio waarin ze wonen. Ze verschillen van elkaar in beweegmotieven en de media die je kunt gebruiken om tot conversie te komen.
Soms zijn de verschillen groot, soms klein, maar in die verschillen – hoe groot of klein ook – zit het extra conversiepercentage dat je winstmarge vergroot. Mooi voorbeeld: veel bureaus gebruiken A.I. om vacatureteksten te schrijven, maar gebruiken daarbij geen doelgroepinformatie. Met als gevolg dat zij misschien wel sneller een tekst schrijven, maar 15%mínder goede kandidaten krijgen. Gebruik je echter de juiste doelgroepinformatie en pullfactoren, dan neemt je conversie met bijna 200% toe. Binnen 30 seconden kun je een demo doen met Giant. En vergeet dan niet de A.I.-optie te gebruiken. Welkom in de toekomst….
#8.Voorspel de klantvraag
Als bureau reageer je vaak op de vraag van je klanten. Met een beetje mazzel komt zo’n uitstaande vraag met 24 tot 36 uur vertraging bij een accountmanager beschikbaar. Partijen die het beter voor elkaar hebben en hun eigen scrapers laten draaien op de opdrachten en vacatures van klanten, hebben echter vaak al met enkele seconden of minuten vertraging inzicht in nieuwe vragen. Daarmee hebben ze dus een dag of anderhalf dag voordeel in het aanbieden van kandidaten. Alleen dat al is een heel interessant gegeven en een voordeel in de concurrentie om je geschikte kandidaten zo snel mogelijk bij opdrachtgevers te krijgen.
De toekomst ligt in het predictive zijn, dus dat je een indicatie kunt maken van de toekomstige vraag die opdrachtgevers en inleners hebben in de komende week, maand, kwartaal en jaar. Daarmee kun je proactief naar je klanten toe met de prognose over rollen, skills, taken en FTE’s die ze nodig hebben om hun opdrachten, vacatures en uren ingevuld te krijgen. Van reactief naar proactief. Daarmee ben je vaak slimmer dan, en weet je vaak meer dan de opdrachtgever zelf. Zo word je een strategisch partner, maar vooral ook hofleverancier. En dat laatste is natuurlijk datgene wat je het liefst wilt.
#9.Verkoop afgewezen kandidaten
Een nieuw fenomeen in 2025: kandidaten die je niet kunt plaatsen (ook waarschijnlijk niet in de nabije toekomst), wijs je niet meer af, maar kun je nu dóórverwijzen naar The Talentpool Community. Het grote voordeel van samenwerken met de Talentpool Community is dat zij jou betalen voor doorverwezen kandidaten. Dat mes snijdt aan 2 kanten: enerzijds is het goed voor de candidate experience en bied je kandidaten, maar ook je eigen recruiters, zo een mooie experience door niet meer te hoeven afwijzen. Anderzijds krijg je ook nog gewoon geld voor het moment dat die afgewezen kandidaat zijn of haar cv uploadt naar de community.
Talent dat je nog steeds in je eigen talentpool hebt, kun je matchen bij vacatures die openstaan bij werkgevers.
Er zou ook nog een derde voordeel kunnen zijn: vacatures die jij zelf hebt en die je wilt invullen, worden automatisch gematcht met de database van de Talentpool Community. Daarmee heb je niet alleen snel toegang tot actuele cv’s en een nieuwe databron van de doorverwezen kandidaten van andere werkgevers en bureaus, maar liggen er ook commerciële mogelijkheden. Talent dat je nog steeds in je eigen talentpool hebt, kun je matchen bij vacatures die openstaan bij werkgevers. Money on the table is in elk geval dat waar je nu betaalt (cost per applicant), je dus ook nog omzet per doorverwijzing kunt krijgen.
Overigens is het buitengewoon slim vanuit een kostenperspectief, vanuit toegang tot een nieuwe database, toegang tot courante vacatures en voor een alternatieve omzetstroom, je aan te melden als bureau bij de beweging van de Talentpool Community.
#10.Begin een MSP en/of broker
In 2025 is vandaag (november) al bijna voor 10 miljard euro aan werk aanbesteed bij MSP’s en brokers. Bizar veel en bijna 3 keer zoveel als in 2024. Dat kan een incidentele uitschieter zijn – of een trend. In elk geval zie je steeds vaker bureaus die zich in consortia aanbieden als broker of MSP’er bij aanbestedingen. Zo proberen ze in een regiefunctie bij een klant te komen in plaats van in een afhankelijkheidssituatie waar ze zich nu vaak in voelen zitten. Los van een investering in dit groeisegment, is investeren in bidmanagementsowieso een slimme zet.
#11.Vind je eigen niche
De generalisten in de uitzendbranche hebben het momenteel zwaar. Maar als je in (hyper)niches en/of groeisegmenten acteert, is er nog veel te winnen. Arbeidsmarktdata kunnen verraden welke rollen, regio’s, studie- en opleidingsrichtingen, taken en skills een groeiende vraag kennen. Een interesse kan ook een niche definiëren, zoals een voorkeur voor bijvoorbeeld thuis of remote werken, of soms ook op hobby’s. Elke nichespeler die een groot marktaandeel heeft van de kandidaten binnen die niche is trouwens een winnaar, ongeacht de ontwikkelingen die in die markt plaatsvinden.
‘Elke nichespeler die een groot marktaandeel heeft van de kandidaten binnen die niche is trouwens een winnaar.’
Laat ik een paar van die groeisegmenten eruit pikken. Denk: alles wat gerelateerd is aan A.I., LLM’s, vibe coding, MCP, biotech, farmacie, arbeidsmigranten en de werving in bijvoorbeeld Suriname, Zuid-Afrika, en deelgebieden van Zuid-Europa. Verder uiteraard ook de bekende kraptegebieden als vaklieden, zeker op opleidingsniveau mbo-3 en mbo-4. Denk: mechatronica, elektrotechniek, lassers. Maar ook: iedereen die wil werken in Defensie, de bouw, de zorg. Zo zijn er heel veel niches. Ook op candidate experience en werkgeverschap kun je bijvoorbeeld marktleider worden, zoals onder meer IT Rockstars dat laat zien.
#12.Zend robots uit
De eerste bedrijven experimenteren er inmiddels mee: het detacheren en uitzenden van robots. Het gaat daarbij overigens niet alleen om robots, maar ook om agents of agentic AI. Denk aan een A.I. die je inhuurt om voor jou te werken als copywriter, video-editor of advocaat. Dit zijn LLM’s die zeer gespecialiseerd zijn (dus geen generieke ChatGPT) in een eigen niche en discipline, en veel beter en – nagenoeg – foutloos antwoord kunnen geven op vragen die je ook had kunnen stellen aan ChatGPT of Grok, maar waar je dan niet met zekerheid kunt afgaan op de antwoorden die je krijgt.
Terwijl we met zijn allen kijken naar A.I., is de werkelijke revolutie misschien wel gaande binnen het segment van robotisering. Elon Musk zet daar vol op in en verwacht al in 2030 een leger van 1 miljoen Optimus-robots te hebben. En 1 miljoen lijkt misschien veel, maar kijkje naar de ontwikkelingen in China – zeker op het gebied van robots, drones en zelfs vliegende auto’s -, dan zie je dat de eerste aanbieders in dit segment niet alleen de PR-voordelen pakken, maar daadwerkelijk het uitzend- en het staffingbureau van de toekomst aan het bouwen zijn.
Misschien is 2026 hiervoor nog te vroeg, maar dat dit kansrijke niches zijn in de nabije toekomst lijkt me wel zeker. Ik kan me ook heel goed voorstellen dat voor een beroep dat zeer goed te automatiseren is – zoals de recruiter, maar ook de employer brand-specialist – heel gauw A.I.-agents zich aanbieden die RPO- en MSP-trajecten van klanten overnemen.
#13.Wees compliant, als USP
Velen in de staffing-industrie zullen momenteel grijze haren krijgen van alles wat ze moeten doen rondom nieuwe wet- en regelgeving en compliance. Het gaat dan niet alleen over de Wet DBA, of de nieuwe uitzend-cao, maar ook de Wtta die in 2027 ingaat en vanaf 2028 wordt gehandhaafd. In een vakgebied waar het vaak gaat om snel, flexibel en creatief zijn, zijn ‘blauwe skills’ die te maken hebben met wet- en regelgeving en compliance niet altijd een goede match. Toch is dit een unique selling proposition en een asset waarmee bureaus zich kunnen onderscheiden en positioneren op de markt.
Je compliance op orde hebben – je certificering, je recruitercode, ISO- en NEN-norm, je SNA-keurmerk – en de organisatie intern zo strak hebben georganiseerd dat het geen tijd meer kost om compliant te zijn levert niet alleen een kostenvoordeel, maar ook een enorm snelheidsvoordeel ten opzichte van de rest van de markt. Hoe raar en counter intuitive het misschien ook klinkt: het omarmen van het ‘blauwe’ maakt bureaus in 2026 succesvol, en degenen die daartegen vechten en het niet onder controle krijgen, zullen tot de verliezers behoren.
#14.Bouw een platform
Verwacht wordt dat tegen 2030 zo’n 90% van de traditionele jobboards het licht heeft uitgedaan of het businessmodel sterk heeft veranderd – bijvoorbeeld door een uitzendbureau van LLM’s te worden, of door jongerenwerkloosheid aan te pakken en jongeren te trainen op het gebied van A.I., zoals Handshake.ai dat doet.
Een bedrijf als Mercor, dat inmiddels 10 miljard dollar waard is, heeft deze transitie inmiddels ook gemaakt.
Terwijl traditionele jobboards en staffingbureaus het zwaar hebben, zie je platforms in het gat in de markt springen. De succesverhalen liggen momenteel bij de platforms waar de bemiddelaar eigenlijk nog slechts de facilitator is van vraag en aanbod en er fysiek tussenuit is gegaan. Alleen in de zorg geldt dit bijvoorbeeld al voor ZorgWerk, Aethon en HappyNurse. Een Nederlands bedrijf als Freshheads heeft hier ook in internationaal recruitment succes mee, terwijl ze bij YoungOnes voor veel sectoren en beroepsgroepen hier snelheid in maken.
Uiteindelijk is de verwachting wel dat waar in Nederland alleen al duizenden jobboards zullen stoppen, er tientallen dominante platforms voor terugkomen die niet alleen serieuze concurrentie gaan vormen voor de staffing-industrie, maar bijvoorbeeld ook voor LinkedIn. Als bureau kun je dit natuurlijk afwachten, of nu al het voorbeeld volgen dat je andere bureaus ziet stellen die de platformtechnologie omarmen en zo een unieke positie in de markt claimen. Ze gaan meer denken in succesvol bemiddelen van uren, statement of work, rollen, taken, skills en gigs, in plaats van alleen maar opdracht of vacature matchen aan personen.
#15.Professionaliseer je recruiters
Last but not least: bureaus die geïnvesteerd hebben in hun mensen en met name hun recruiters hebben omarmd als vakspecialisten, hebben ook een basis gelegd om te groeien – of in elk geval: minder hard te krimpen dan hun concurrentie. Alleen vlieguren met je LinkedIn Recruiter-seat of het benaderen van cv/databases maken je geen goede recruiter. Ervaring gecombineerd met een opleiding van de SEU of Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie wel.
Zoals bij veel vakgebieden, geldt hier dat zodra je níet investeert in de professionaliteit van je mensen – de bekwaamheid, de productiviteit, de tooling waarmee ze kunnen werken – ze niet alleen eerder zullen vertrekken en daardoor veel minder opleveren, maar ook dat de kans op mismatches groter is en ze gewoon nooit de productiviteit en het rendement halen dat erin zat.
Hoeveel investeren we in een gedragen visie om toekomstbestendig te zijn in hetgeen we doen?
Dat kan vaak tientallen tot honderden procenten hoger liggen op het moment dat je mensen goed opleidt. Het is doorslaggevend en wordt letterlijk in uitvoering gebracht door alle succesvolle bureaus: hoe goed zijn mijn recruiters? Mijn sourcers? Hoe productief zijn ze? Hoe goed is mijn teamlead? En hoe goed is het team? Hoe goed zijn we eigenlijk als werkgever? En hoeveel investeren we in een gedragen visie om succesvol maar ook toekomstbestendig te zijn in hetgeen we doen?
Afrondend
Natuurlijk staan de beste stuurlui aan wal. En natuurlijk: als jij een bureaudirecteur bent, vestigingsmanager of lead recruiter, wist je het bovenstaande al lang. Toch is het meest verleidelijk om vandaag nóg harder te werken en vooral nóg meer te doen van datgene dat je al deed. Nóg meer InMails sturen. Nóg meer aan LinkedIn betalen. Of nóg meer duwen en pushen bij die klant, in de hoop op een beter resultaat, terwijl je goed ziet aan al je cijfers dat ze rood zijn en naar beneden gaan. Sterker nog: je moet eigenlijk rekening houden met het feit dat het volgend jaar nóg minder wordt.
Niet nóg meer InMails sturen, nóg meer aan LinkedIn betalen, nog meer duwen en pushen.
Het enige wat je dan jezelf moet afvragen: hoe kan ik ervoor zorgen dat het bij mijn concurrent nog veel minder wordt, en dat ik een brandend licht ben met perspectief voor mijn klanten, voor mijn mensen en ook voor mijn eigen toekomst? Ik zou je dan in elk geval willen vragen om niet te bevriezen of te vluchten, maar vooral naar voren te stappen door slimme dingen te doen en te investeren in groei. Vechten is niet harder werken, maar vooral: slimmer. De goede dingen doen. De moedige beslissingen nemen die je misschien 2 of 3 jaar geleden al had willen nemen, maar die je toen niet hoefde te maken omdat je rendement nog goed was.
Eén ding is zeker: ook in 2026 en 2027 weer zullen een paar nieuwe winnaars opstaan waarvan jij vandaag nog niet hebt gehoord, maar waarvan jij in 2027 zult denken: ‘Ja, maar dat had ik ook kunnen doen.’ Ik zou je willen uitdagen om dat vandaag vooral ook al te gaan doen.
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Als professioneel comédienne en copywriter weet de Australische Rose Callaghan natuurlijk ook wel hoe ze een publiek moet bespelen. Maar dat haar post over de Open to Work–groene kragen van LinkedIn 2 jaar geleden zó viraal zou gaan? Dat had ze naar eigen zeggen eerlijk gezegd ook niet verwacht. Meer dan 8 miljoen impressies, bijna 2.500 commentaren, ruim 1.200 reposts: haar ‘knutselwerk’, aanvankelijk bedoeld als grap, werd in-no-time zowel een zoektocht naar werk, als een voor velen héél herkenbare kritiek op LinkedIn, die duidelijk een snaar raakte.
‘Ik wilde dat het er precies zo uit zou zien als het echte werk.’
‘Lieve god, ik heb zojuist mijn LinkedIn-instellingen gewijzigd en de #opentowork-fotoframe toegevoegd’, schreef ze. ‘Ik bedoel, ik * sta * open voor werk, maar dan wel op een ~chill~ manier. Als LinkedIn mensen gaat dwingen om een frame te gebruiken als ze willen dat iedereen ziet dat ze beschikbaar zijn, dan kunnen ze op zijn minst een paar andere opties toevoegen.’ Die ze vervolgens zelf met een beetje Canva in elkaar draaide. Alhoewel dat ook bepaald niet zonder slag of stoot gebeurde. ‘Ik heb er 9 uur aan besteed om het te ontwerpen, omdat ik wilde dat het er precies zo uit zou zien als het echte werk’, blikte ze recent terug.
Het was voor Callaghan een soort ironisch toeval. Ze verloor ooit bijna haar baan door een ‘bitchy’ bericht op Facebook. ‘Dit was toen wij millennials nog dachten dat we gewoon alles konden posten wat we wilden en nog niet wisten wat de gevolgen zouden zijn.’ Maar vervolgens kreeg ze via haar LinkedIn-post dus ineens wél allemaal nieuwe kansen toegeworpen. ‘Nadat ik het plaatste, merkte ik al binnen een uur dat het aansloeg. Toen ging het als een sneeuwbal door elke tijdzone heen en kreeg ik berichten van Apple, Tesla en honderden anderen. Het was echt overweldigend.’
‘Ik kreeg berichten van Apple, Tesla en honderden anderen. Het was echt overweldigend.’
Eerder in haar loopbaan werkte Callaghan voor het in Australië zeer populaire ochtend-radioprogramma The Kyle & Jackie O Show. Ze beheerde ook een site met entertainmentnieuws en deed ervaring op in media, copywriting en contentcreatie, wat later haar creatieve werk op sociale media zou inspireren. Ook is ze veelvuldig op allerlei podia te vinden. Maar zó groot als het succes van deze LinkedIn-post, dat maakte ze nog niet vaak mee, zegt ze. ‘Het speelde denk ik in op de stress die mensen voelden bij het solliciteren. Mensen stuurden me berichten dat het hun dag goedmaakte. Ik denk dat ze gewoon even moesten lachen.’
‘Social net zo belangrijk als cv’
Toch weerspiegelt de ervaring van Callaghan volgens Martin Herbst, CEO van JobAdder, ook een bredere trend. En dat is dat sociale media sowieso steeds belangrijker worden in de hele wereld van recruitment. Een recent benchmarkrapport meldt dat momenteel 29% van de recruiters sociale media bovenaan plaatst als kanaal om kandidaten te vinden, vergeleken met nog maar 25% voor de meer traditionele vacaturesites. ‘Deze trend suggereert dat je online aanwezigheid je volgende kans kan maken of breken’, aldus Herbst. ‘Recruiters vertellen ons dat LinkedIn-profielen en Instagram-feeds net zo belangrijk worden als je cv.’
Sociale media stellen recruiters in staat om een meer divers publiek te bereiken en langdurige relaties te onderhouden, waardoor netwerken ontstaan die klaarstaan zodra de juiste functie (of opdracht) vrijkomt, merkt het rapport op. Of Callaghan daar trouwens zelf blij mee is? ‘Ik denk niet dat het zo zou moeten zijn’, zegt ze wat cryptisch. ‘Ik werk al jaren in de sociale media, ik ben het zat om constant een publiek op te bouwen op platforms die om de paar maanden veranderen. Ik wil gewoon terug naar de basis. Ik denk dat mensen gewoon iets echts willen.’
Sh*tposting uitgevonden
Callaghan gebruikt momenteel wat ze van haar virale bericht heeft geleerd om anderen te helpen navigeren op LinkedIn, een platform dat, naar haar mening, nog steeds niet helemaal weet of het zichzelf serieus moet nemen. En hoewel ze grapjes maakt over ‘het uitvinden van sh*tposting op LinkedIn’, waarschuwt ze anderen er snel bij dat succes op sociale media niet iets is wat je kunt creëren. ‘Je kunt niet echt plannen om viraal te gaan’, zei ze. ‘Soms heb je gewoon een gek idee, besteed je er veel te veel tijd aan en dan slaat het aan. Dat is het ding met sociale media… het is een kwestie van geluk, timing en een beetje menselijk contact.’
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Nederland migratieland? In werkelijkheid neemt de arbeidsmigratie eigenlijk over de hele linie al jaren af. En is Nederland bovendien steeds minder in trek bij arbeids- en kennismigranten van over de hele wereld. Met name de teruggang bij kennismigranten, nog eens versterkt door politieke maatregelen om die stroom verder in te perken, baart Marjan Stoit zorgen. ‘Er is nog steeds een enorme schaarste op de arbeidsmarkt is. Heet daarom mensen welkom in Nederland. Dat is belangrijk voor de economie. En voor bedrijven zou ik zeggen: kijk naar het internationale talent. Als het een international kan zijn, is dat altijd een aanwinst.’
‘Als het een international kan zijn, is dat altijd een aanwinst.’
Als commercial manager bij Undutchables, groot geworden in recruitment van internationals die al in Nederland zijn, weet Marjan Stoit waarover ze praat. Op 27 november zal ze er dieper op ingaan, tijdens het Congres Internationalisering van de Nederlandse arbeidsmarkt 2025in Den Haag. Ze wil daar vooral het positieve geluid benadrukken, laten zien hoe internationaal Nederland de afgelopen jaren al geworden is, hoe we daar met z’n allen van profiteren, en dat het eigenlijk geen zin heeft om ons terug te trekken achter de dijken en te proberen met man en macht de migratie te ontkennen of terug te dringen.
Goede hoop
Met lede ogen zag ze aan dat Nederland in de verlanglijstjes van internationals de afgelopen jaren afzakte van plek 5 naar 9. ‘Maar gelukkig zijn we nog wel heel aantrekkelijk’, zegt ze. ‘En ik hoop natuurlijk dat dit ook zo blijft. Ik heb goede hoop dat een nieuw kabinet dit ook erkent. Zeker met die enorme krapte is internationaal talent gewoon nodig. De toekomst is nog steeds heel erg internationaal. Mijn boodschap is daarom ook: omarm het internationale talent, want dat is nog steeds minder zichtbaar dan ander talent.’
‘Omarm het internationale talent, want dat is nog steeds minder zichtbaar dan ander talent.’
Een deel van die onzichtbaarheid komt volgens haar doordat van oorsprong Nederlandse werkgevers nog steeds moeite hebben buitenlandse diploma’s en werkervaring goed op waarde te schatten. Daarom zegt ze ook te geloven in meer skills based werving, om zo kwalitatief talent binnen te kunnen halen en te kunnen bemiddelen. Zeker met ondersteuning van A.I. is daarbij veel mogelijk, merkt ze. ‘Dat zien we in de praktijk. Het scheelt ons bijvoorbeeld al zoveel administratief werk, dat we echt langer live met de kandidaten kunnen praten. En die dus ook beter kunnen bemiddelen naar passende werkgevers.’
Up and running
Daarvoor is het natuurlijk wel nodig dat die werkgevers ook openstaan voor internationals. ‘Ik wil altijd graag meegeven dat als beheersing van het Nederlands niet direct nodig is in een rol, dat je dan ook zeker aan een international moet denken. Die zijn namelijk vaak extra gemotiveerd. En uiteindelijk leren ze nergens zo snel Nederlands als op de werkvloer. Misschien passen ze nog niet helemaal met het plaatje van je vacature. Maar dan zeg ik: kijk naar de skills die er wel zijn, en ga ermee aan de slag. Als je je welkom opstelt, zul je in de praktijk zien dat ze vaak heel snel productief, en up and running zijn.’
‘Diversiteit zorgt nu eenmaal voor meer innovatieve ideeën, dat is bewezen.’
Een soepel wervingsproces, uitgebreide onboarding, begeleiding bij relocatie, huisvesting, Nederlandse les: bij recruitment van internationals komt vaak wel iets meer kijken dan bij recruitment van geboren Nederlanders. Maar Undutchables ondersteunt bij al die onderdelen, benadrukt Stoit. En, zo maakt ze duidelijk: je krijgt er ook heel veel voor terug. Zeker als je als Nederlands bedrijf internationaal zaken wilt gaan doen. ‘Ze brengen andere brillen, andere werkervaringen, andere ideeën met zich mee. Daarom is het ook zo goed om ze strategisch in te zetten. Diversiteit zorgt nu eenmaal voor meer innovatieve ideeën, dat is bewezen.’
Vacatures in het Nederlands
In Nederland wonen tegenwoordig steeds meer goed opgeleide internationals, die voor werkgevers van meerwaarde kunnen zijn, constateert ze. ‘Sommige bedrijven zitten nog aan het begin van het proces. Die vragen zich dan bijvoorbeeld af: hoe moet het aan de lunchtafel, waar iedereen Nederlands spreekt? Daarom bieden wij bijvoorbeeld ook die taallessen aan. Maar je ziet tegelijkertijd: Engels is voor vrijwel niemand meer een drempel. Maar toch zie je werkgevers hun vacatures vaak alleen in het Nederlands aanbieden. Dat vind ik zonde. Dan sluit je een heel grote groep uit, die wél geschikt is, maar dan niet gaat reageren.’
‘Veel werkgevers bieden hun vacatures nog alleen in het Nederlands aan. Dat vind ik zonde.’
Ondanks dat, en ondanks de politieke spanningen rondom het onderwerp, ziet Stoit dat Nederland gelukkig nog wel veel goed voor elkaar heeft als het gaat om de arbeidsmarkt voor internationals. De gunstige expatregeling, onze kwaliteit van leven en mooie steden, het zoekjaar voor afgestudeerde buitenlanders, de goede internationale opleidingen voor kinderen van kennismigranten: het zorgt dat we internationaal gelukkig nog steeds behoorlijk aantrekkelijk zijn.
‘Ik vond deze week bijvoorbeeld het nieuws dat Eli Lilly in Katwijk gaat uitbreiden wel mooi. Dat geeft me wel weer goede hoop. Er is hier gelukkig ook heel veel beter geregeld dan in andere landen. We moeten het alleen gewoon weer even goed in de schijnwerpers zetten. Want ik geloof nog steeds: wie de toekomst wil omarmen, omarmt internationaal talent.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025:
Als er iemand ervaren is in het voorspellen van de toekomst, dan is het wel trendwatcher en internationaal recruitmentgoeroe Kevin Wheeler. Al jarenlang trekt hij de wereld over om zijn visie te delen met wie het maar wil horen, nog altijd alle ontwikkelingen scherp overziend. Op 10 december doet hij ook Nederland weer eens aan, om aan klanten en relaties van Intelligence Group zijn verhaal te vertellen. Wat kunnen we daarbij onder meer voorzien? Een kort overzicht van enkele van zijn meest recente bevindingen over de toekomst van werk, van de arbeidsmarkt in zijn algemeenheid en van recruitment in het bijzonder:
#1. De renaissance van de recruiter
Het vak van de recruiter ten dode opgeschreven? Je zou het haast geloven, als je hoort hoe vaak Wheeler al vertelde hoeveel van het huidige vak te automatiseren is. Maar niets is minder waar, schreef hij recent meermaals. Als recruiters A.I. maar wel leren omarmen, en tegelijk de menselijke focus houden. A.I. vervangt mensen namelijk niet, maar verandert wel de compositie van werk, de benodigde skills en de relatie tussen mens en technologie, stelt hij. Rollen en functies veranderen, net als gevraagde skills, en dus ook de daarvoor benodigde selectiecriteria. Die zullen steeds meer opschuiven van ‘ervaring’ naar ‘potentieel’, zo verwacht Wheeler.
Dat betekent volgens hem ook dat recruitment zal integreren met L&D in organisaties. En recruiters daardoor ’talent adviseurs en voorspellers’ worden, in plaats van standaard vacaturevullers. Ook omdat het werk steeds minder rondom bepaalde taken zal worden georganiseerd, maar steeds meer rondom resultaten en outcomes. Recruiters worden daardoor ook steeds meer een soort ‘ecosysteem-managers’, verwacht hij.
Het kan volgens hem een soort ‘renaissance van de recruiter‘ betekenen, maar dan wel in de rol van meer strategisch adviseur, die technologie kan integreren, complexiteit kan interpreteren en de digitale ervaring kan humaniseren. ‘De recruiter wordt geen poortwachter, maar een menselijke integrator die ervoor zorgt dat werk, te midden van enorme hoeveelheden data en kunstmatige intelligentie, een ethische en doelgerichte menselijke onderneming blijft’, zo stelt Wheeler.
#2. Het landschap verandert
De recruiter moet dus veranderen, maar dat is vooral het gevolg van de snel veranderende (internationale) arbeidsmarkt, aldus Wheeler. Denk: sterke internationalisering, waarbij tijd en plaats steeds minder relevant zijn. Maar ook: politieke polarisatie, handelsspanningen, voortgaande automatisering, ‘herregionalisering van de globalisering’, nieuwe skills, en een groeiende mismatch tussen waar talent zich bevindt en waar de vraag verschuift. ‘De tijd van stabiele, lineaire personeelsprognoses is voorbij’, stelt Wheeler dan ook. ‘Wervingsplannen die uitgaan van constante groei of een vast personeelsbestand zijn achterhaald.’
Volgens hem wordt het tijd dat recruiters leren in scenario’s te denken, en leren werken met flexibele personeelsmodellen met flexibele arbeid, projectgebaseerde contracten en ‘partnerschappen met talentmarkten’. Ook stelt hij dat recruiters niet alleen moeten leren de vaardigheden in kaart te brengen die organisaties al in huis hebben, maar ook moeten bijdragen aan omscholing voor wie dat nodig heeft. En ze moeten noodplannen maken, om voor urgente vervangingen mensen klaar te hebben staan. ‘Net zoals supply chain-teams redundantie inbouwen in sourcing, zou HR redundantie moeten inbouwen in talentpijplijnen.’
Net zoals supply chain-teams redundantie inbouwen in sourcing, zou HR redundantie moeten inbouwen in talentpijplijnen.
De huidige turbulentie in handel en politiek is geen tijdelijke verstoring, denkt Wheeler. ‘Dit is een permanente verandering die de impact van automatisering en A.I. weerspiegelt, evenals veranderende wereldwijde economische modellen. In het komende decennium zullen de winnaars degenen zijn die talentstrategie niet zien als een administratieve functie, maar als een adaptief systeem gekoppeld aan economische intelligentie.’
#3. Meten Quality of Hire blijft evolueren
De Quality-of-Hire, door de SHRM ‘de heilige graal van recruitment‘ genoemd, blijft een lastig te vatten maatstaf. Er worden wel eens pogingen toe gedaan (recent nog, door Crosschq bijvoorbeeld, waarbij ze quality-of-hire linken aan aantoonbaar hogere bedrijfsresultaten), maar volgens Wheeler bevat elke meetmethode fundamentele tekortkomingen en is daadwerkelijke kwaliteit meten eigen onbegonnen werk. En bovendien subjectief. ‘Wat uitstekende prestaties zijn in de ene afdeling of voor de ene manager, kan in een andere afdeling anders worden beoordeeld, waardoor het lastig is om appels met appels te vergelijken.’
‘Het meten van de kwaliteit van je aannames kent 5 fundamentele uitdagingen.’
Het meten van de kwaliteit van je aannames kent volgens Wheeler 5 ‘fundamentele uitdagingen’. ‘Wat een kwaliteitsmedewerker definieert, verschilt enorm per bedrijfssector, branche, individuele organisatie en, belangrijker nog, per functie. Het is ook lastig om stakeholders het eens te krijgen over kwaliteit. Je kunt geen nauwkeurig beeld krijgen van de kwaliteit van een nieuwe medewerker totdat deze lang genoeg bij je organisatie in dienst is om zijn of haar prestaties zinvol te kunnen meten. En de complexiteit van metingen vormt een grote barrière. Plus: het is ook lastig hiervoor draagvlak binnen de organisatie te krijgen.’
Niet ingewikkeld, maar complex
Moet je dan maar niet proberen het te meten? Wheeler neigt daar wel naar. ‘Ik zie het als verspilde tijd die je ook zou kunnen gebruiken om het recruitmentproces te verbeteren en de betrokkenheid van kandidaten te vergroten.’ Het meten van de quality-of-hire is volgens hem namelijk geen ingewikkeld probleem, maar een complex probleem. ‘En dat is iets heel anders. In complexe situaties kun je de relatie tussen oorzaak en gevolg pas achteraf begrijpen. Informatieve patronen kunnen ontstaan als je experimenten doet die veilig zijn om te mislukken, maar zelfs dan blijft voorspellen ongrijpbaar.’
En precies dat is het geval bij recruitment, zegt hij. ‘Dit vereist nederigheid over wat vooraf bekend kán zijn en vertrouwen in ons vermogen opkomende patronen te herkennen en erop te reageren. We moeten accepteren dat recruitment nooit perfect voorspelbaar zal zijn, terwijl we tegelijkertijd moeten volhouden dat we het systematisch kunnen verbeteren door intelligente experimenten en patroonherkenning. De kwaliteit van recruitment kúnnen we meten, maar alleen als we stoppen met doen alsof het een ingewikkeld probleem is dat wacht op de juiste formule, en het behandelen als de complexe, adaptieve uitdaging die het in werkelijkheid is.’
#4.Recruiter wordtCJ-expert én intern adviseur
Nog even terug naar die veranderende rol van de recruiter. Want daarover schreef Wheeler recent nog wel meer. Zoals dat die recruiter steeds minder matchmaker wordt, en steeds meer enerzijds ‘de begeleider van een candidate journey‘, en anderzijds tegelijkertijd interne adviseur. Relaties onderhouden met kandidaten wordt volgens Wheeler namelijk steeds belangrijker. ‘We zien nu al loopbaan-ecosystemen, waar kandidaten hun skills bijhouden, A.I.-gestuurde ontwikkelsuggesties krijgen en relaties opbouwen met recruiters die als mentor fungeren.Deze hybride van mens en machine zal het volgende tijdperk van recruitment vormgeven.’
Maar ook de interne rol van de recruiter zal dus sterk gaan veranderen, voorspelt hij. Dankzij de opkomst van A.I. zal ‘de hiring manager steeds meer centraal komen te staan in het recruitmentproces, terwijl de recruiter een meer strategische, adviserende en interpreterende rol op zich neemt.’ Hiring managers kunnen steeds meer zelf, en zijn steeds minder afhankelijk van de recruiter in het proces, denkt hij. Die kan op zijn beurt steeds meer evolueren tot een soort talentadviseur: experts in data interpreteren, managers begeleiden door de bias en beperkingen van A.I. en naleving van vereisten waarborgen op het gebied van fairness en transparantie.
‘Organisaties zullen zowel hiring managers als recruiters moeten trainen om zich aan deze rollen aan te passen’, concludeert Wheeler. ‘Managers moeten leren hoe ze verantwoord met A.I. kunnen omgaan, een te grote afhankelijkheid van algoritmische aanbevelingen vermijden en herkennen wanneer menselijk oordeel essentieel is. Recruiters moeten zich vloeiend ontwikkelen in data-interpretatie, A.I.-ethiek en talentstrategie, en een nieuwe vaardighedenset opbouwen die HR-expertise combineert met technologische kennis.’
#5.En ook nog gewoon: de recruiter van nu…
Is er in al dit A.I.-geweld, en al deze verandering dan helemaal geen plaats meer voor de recruiter van nu? Die – zeg maar – bij een vacature meteen klaarstaat om zélf de juiste kandidaat te gaan sourcen? Zeker wel, zegt Wheeler, die daarvoor enigszins geruststellend het toekomstige en fictieve verhaal aanhaalt van ene Marca Chen, recruiter in 2031, die – rebels als ze is – besluit níet het algoritme te volgen, en gewoon met kandidaten af te spreken die volgens het systeem te laag scoren, maar die uiteindelijk juist wel heel geschikt blijken te zijn. Wat haar – vanzelfsprekend – groot succes als ‘de menselijke recruiter’ blijkt op te leveren.
‘Recruitment draait, net als jazz, om weten wanneer je buiten de lijntjes moet kleuren.‘
De moraal van het verhaal? ‘Recruitment draait, net als jazz, om weten wanneer je buiten de lijntjes moet kleuren. A.I. kan de melodie vinden, maar er is een mens nodig om te improviseren. En ergens in San Francisco zit dan nog steeds een rebelse recruiter nog steeds met haar koffie, scrollend door cv’s die het systeem afwijst, en fluistert ze grijnzend in zichzelf: laten we eens kijken wat de machine vandaag gemist heeft.’
Meer weten?
Op 10 december doet Kevin Wheeler Nederland aan, om aan klanten en relaties van Intelligence Group zijn verhaal te vertellen. Lees er hier meer over:
Het is nog niet eens half november, en dus misschien nog wat vroeg om de balans op te maken. Er kan immers nog van alles gebeuren. Maar toch hebben we dit jaar natuurlijk al van alles meegemaakt. Van het aantreden van Donald Trump begin januari tot de val van ons eigen kabinet in juni. En van het overlijden van paus Franciscus en de verkiezing van een opvolger, Leo XIV, tot de de NAVO-top in Den Haag. Maar wat was in de wereld van recruitment het grootste nieuws van het jaar? We vroegen het een flink aantal deskundigen:
Bas van de Haterd (Digitaal-Werven): ‘Voor mij was het toch wel het faillissement en de verkoop uit de boedel van Monster + Careerbuilder. Het einde van een tijdperk dat velen lang hebben zien aankomen, behalve blijkbaar degenen die er iets tegen konden doen.’
‘Het einde van een tijdperk dat velen lang hebben zien aankomen, behalve blijkbaar degenen die er iets tegen konden doen.’
Onno Gout (SteamTalmark): ‘Voor mij was de belangrijkste ontwikkeling: aannemen en dan ontwikkelen. Een gevolg van krimpende wervingsbudgetten, aanhoudende vaardigheidstekorten en een afkoelende arbeidsmarkt in sommige sectoren en een stijgende vraag in andere. Het betekent investeren in interne ontwikkeling om ontbrekende vaardigheden te ontwikkelen. Deze aanpak is vooral relevant in sectoren die kampen met een tekort aan talent, zoals de gezondheidszorg en de techniek. Het stelt bedrijven in staat flexibel en concurrerend te blijven, zelfs wanneer de ideale kandidaat niet beschikbaar is.’
Bram van de Bunt (Werkzoeken.nl): ‘Het grootste nieuws? Dat OpenAI met een eigen recruitmentplatform komt. In eerste instantie enkel voor A.I.-gerelateerde banen, maar niet ondenkbaar dat zij ook de brede markt gaan betreden. Ik ben benieuwd hoe zij dit gaan aanpakken en wat wij daarvan als platform kunnen leren.’
Doorverwijzen
Maarten Westerduin (The Talentpool Community): ‘De bereidheid van werkgevers om samen te werken nu de tekorten duurzamer dan gedacht blijken te zijn. Een nieuwe MVO-opdracht lijkt te worden dat bedrijven de kandidaten sneller willen doorverwijzen naar de concurrent.’
Gertjan de Waal (The Addstore): ‘Dat ik de komende jaren voorzitter mag zijn van Recruiters United, de grootste community van recruitmentprofessionals in Nederland. Een eer om zo’n groep bevlogen vrijwilligers te mogen leiden – en minstens zo leerzaam. Ze inspireren mij dagelijks, en ik hoop andersom ook iets van die inspiratie terug te geven.’
Arjan Elbers (Guruz): ‘De snelle afname van startersberoepen door A.I. in de Verenigde Staten vond ik echt opvallend. Het grote nieuws voor mij is dat je de impact van A.I. echt begint te zien in de wereld van werk. Vooral white-collar beroepen veranderen in rap tempo. Ook in ons kleine landje Nederland zie je de nieuwe A.I.-sector snel opkomen. Die gekke Hollanders hebben geen Calimero-syndroom, ze gaan gewoon meedraaien in deze nieuwe branche. Nieuwe beroepen, nieuwe bedrijven, veel innovatie!’
Remko Booghmans (Recruitment Marketeers): ‘De doorbraak van de Europese A.I.-wetgeving, de AI Act, had dit jaar de grootste impact op recruitment. Bedrijven moesten hun wervingssystemen en algoritmes aanpassen aan strengere regels voor transparantie en biascontrole.’
‘De doorbraak van de Europese A.I.-wetgeving, de AI Act, had dit jaar de grootste impact op recruitment.’
Wim Thielemans (auteur, Dynamo.be): ‘De omslag bij grote organisaties naar hybride beoordeling: het combineren van menselijk en algoritmisch oordeel in selectie. Hopelijk om selectie eindelijk betrouwbaarder te maken. Maar vermoedelijk in sommige organisaties om minder recruiters nodig te hebben. Het feit dat steeds meer organisaties openlijk experimenteren met dat samenspel – dát was voor mij het kantelpunt van 2025.’
Leroy Meurs (Recruitment Solutions Company): ‘Dat de spanning op de arbeidsmarkt eindelijk afneemt. In het derde kwartaal van dit jaar waren er voor het eerst sinds 2021 meer werklozen dan vacatures. Tegenover elke 100 werklozen staan nu 97 openstaande vacatures. De daling is het sterkst in sectoren met veel kantoor en digitaal werk, terwijl de spanning in sectoren als de bouw en de zorg juist blijft stijgen. Overal waar fysiek werk centraal staat blijft schaarste een structureel probleem.’
‘Overal waar fysiek werk centraal staat blijft schaarste een structureel probleem.’
Wim van den Nobelen (FinCar): ‘Voor mij is het ook het feit dat er inmiddels meer werklozen zijn dan vacatures. Hier wordt aardig luchtig over gedaan omdat er nog altijd veel vacatures zijn, maar het mag duidelijk zijn dat we aan de vooravond staan van een verschuiving in de arbeidsmarkt die niet erg positief is voor de recruitmentsector.’
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Als het gaat over arbeidsmarktcommunicatie, dan gaat het meestal al snel over: doelgroepen. Maar verdiepen we ons dan ook echt in die groepen? Weten we voldoende wat hen beweegt? Het lijkt misschien een open deur, maar toch gebeurt het vaak niet, merkte Silene Geuze vorige week op tijdens de tiende en allerlaatste editie van het Recruitment Tech Event. ‘Begrijp de wereld van je doelgroep. Alleen dan kun je met de juiste boodschap op het juiste moment zichtbaar zijn’, onderstreepte ze nog maar eens voor haar gehoor in de Fabrique in Utrecht.
De organisatie met meer dan 2.500 medewerkers heeft continu zo’n 200 vacatures openstaan.
Na 4 jaar verantwoordelijk te zijn geweest voor de employer branding van PostNL, stapte Geuze eerder dit jaar over naar zorgorganisatie Ons Tweede Thuis, om daar als adviseur arbeidsmarktcommunicatie aan de slag te gaan. Ze trof er een organisatie aan met ‘echt werk aan de winkel’, zo legde ze uit. De organisatie met 80 locaties, bijna 3.000 cliënten en meer dan 2.500 medewerkers heeft continu zo’n 200 vacatures openstaan. En dat vooral in de ‘prioritaire doelgroepen’, oftewel: (assistent-)begeleiders, direct werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, autisme en niet-aangeboren hersenletsel.
Bouwen aan teams
De grootste uitdaging daarbij? De schaarste natuurlijk, vooral in het verzorgingsgebied van de organisatie: Amsterdam, Haarlemmermeer en Amstellanden. Maar ook: ‘We moeten echt bouwen aan vaste teams, hebben nu nog een heel grote afhankelijkheid van zzp’ers.’ De campagneslogan ‘JIJ&IK samen één team‘ is daarvan een directe weerslag. Net als de sinds kort aangepaste werkenbij-site. ‘Je kon voorheen eigenlijk nauwelijks iets vinden over waaróm je bij ons moest komen werken. We waren heel vacaturegedreven in plaats van kandidaatgericht’, zoals Geuze het samenvat.
‘Pas als je je doelgroep echt kent en begrijpt, kun je strategische keuzes maken die daadwerkelijk impact hebben.’
En dus stelde ze voor de arbeidsmarktcommunicatie van de organisatie voortaan om te draaien. ‘Van inside out naar outside in‘, zoals ze het noemt. Met een aantal mensen van de HR-afdeling en enkele mensen van zorglocaties toog ze vervolgens aan de slag. De ‘kandidaat-medewerker-reis’ was gelukkig al in kaart gebracht. ‘Daar zijn belangrijke inzichten uit voortgekomen, die het startpunt vormden van de nieuwe koers voor de strategie, funnel en werkenbij-site. Welke informatie wil de doelgroep terugzien? Wat vinden ze belangrijk? Dat is de start geweest. Pas als je dat weet, kun je strategische keuzes maken die daadwerkelijk impact hebben.’
Merkhuis en belofte
‘Juist in een krappe arbeidsmarkt is het belangrijk om je beperkte geld goed te besteden aan een strategie die gericht is op een doelgroep’, onderstreepte Geuze, die het vervolgens ook nog had over het ‘merkhuis’, waarin alle onderdelen van het merk samen komen, en de werkgeversbelofte, oftewel: het verhaal dat de organisatie naar (potentiële) medewerkers vertelt. Daarbij staan 3 pijlers centraal, legde ze uit: aandacht, groei en verbinding. Met andere woorden: ‘Bij Ons Tweede Thuis werk je in hechte teams, zijn we nieuwsgierig naar jouw talent, en bieden we een warme, mensgerichte organisatie.’
‘Mensen met een zorghart herkennen zich in wat echt is.’
Maar hoe dat dan vervolgens te vertellen aan de arbeidsmarkt? Belangrijk daarbij, aldus Geuze: ‘We hebben employer branding echt neergezet als een organisatiedoel. Het is geen los project. Ik geloof dat het iets is dat je als hele organisatie moet uitademen, wil je er een succes van maken.’ In de campagne is vervolgens de relevantie van het werk voor de doelgroep centraal komen te staan. ‘Mensen met een zorghart herkennen zich in wat echt is, in hoe mensen met elkaar en met cliënten omgaan’, zo zegt Geuze overtuigd. ‘We hebben daarom gekozen om dicht te blijven bij wat mensen in de zorg belangrijk vinden.’
Funnel en always on-campagne
Samen met de jobmarketeers van Jobmatix zijn de campagnedoelen vervolgens in een funnel terecht gekomen. ‘We wilden gericht zichtbaar, vindbaar en meetbaar zijn op plekken waar de doelgroep zoekt’, aldus Geuze. En dus kwam er een always on-campagne, met onder meer vacatures op jobboards. ‘Met de campagnemanager van Jobmatix betalen we daarbij alleen voor het resultaat, geen bundels. We sturen continu bij op basis van data, zodat we elke euro doelgericht inzetten. Op de juiste doelgroep, en in de juiste fase van de funnel.’
‘We wilden gericht zichtbaar, vindbaar en meetbaar zijn op plekken waar de doelgroep zoekt.’
Op de eigen werkenbij-site kwam ondertussen ook een duidelijke flow, en op sociale media verschijnen intussen ook steeds meer ondersteunende verhalen van collega’s. Dat alles opgebouwd rondom het principe van touch-tell-sell, aldus Geuze. Met dus bijvoorbeeld een grote DOOH-campagne in een winkelcentrum in Amstelveen, in de touch-fase, maar ook duidelijke vacatureteksten als het gaat om de sell. Maar alles wel in samenhang, benadrukt Geuze. Oftewel: ‘Funnel, werkgeversmerk en werkenbij-site als één geheel.’
Beeld van de DOOH-campagne in het winkelcentrum in Amstelveen.
Het leidde sinds het begin van de campagne op 1 oktober al tot ruim 3,7 miljoen impressies, en bijna 3.000 mensen die de video hebben bekeken, maar belangrijker nog: tot bijna 3.300 interacties zoals events en kennismakingen, naast bijna 500 sollicitaties, waaruit de organisatie uiteindelijk ruim 50 nieuwe collega’s heeft mogen verwelkomen. ‘Een heel mooie start’, constateert Geuze tevreden.
Eén verhaal
Het succes is volgens haar vooral te danken aan een goede samenwerking tussen communicatie, recruitment en HR, die ook ‘als één team’ werken aan zichtbaarheid, kwaliteit en instroom, onder meer door samen elke week een weekstart te doen, en te werken met een gezamenlijk KPI-dashboard. ‘Dat is denk ik de kern’, zegt ze. ‘Data zorgen voor focus en inzicht, daarmee kun je keuzes onderbouwen.’ En daarnaast: ‘Bouw slimmer, niet breder. Zorg voor herkenning bovenin de funnel voor conversie onderin. En denk vanuit je belangrijkste wervingsdoelgroepen. Zorg echt dat je die funnel bouwt.’
‘Zorg voor herkenning bovenin de funnel voor conversie onderin.’
Corporate communicatie, interne communicatie en arbeidsmarktcommunicatie? Ze hoeven volgens Geuze niet volledig op elkaar te liggen. Maar het zijn ook ‘geen aparte werelden’, zegt ze. ‘Het gaat om één verhaal, dat je vervolgens moet zien te vertalen naar verschillende doelgroepen. Wees dus één merk, met drie gezichten. Zo is ‘JIJ&IK samen één team’ niet alleen een belofte, maar ook echt een uitnodiging om het samen te doen.’