We praten vaak over employer branding alsof het iets is dat je kan ontwerpen. Een verhaal dat je schrijft, een imago dat je bouwt. Maar wat als je reputatie niet bepaald wordt door wat je post, maar door wat je vergéét te doen? Elke ochtend maak ik tijd voor mensen die op zoek zijn naar iets nieuws. Ze komen niet altijd uit mijn eigen searches. Soms hebben ze gewoon een vraag. Soms willen ze even sparren. En opvallend vaak hoor ik hetzelfde:’ Ik heb niets meer gehoord.’ Of: ‘Ik weet nog altijd niet waarom ik niet aangenomen ben.’
Precies op het moment dat we nee moeten zeggen, valt het vaak stil.
En telkens als ik dat hoor, denk ik: dat is zó jammer. We steken eindeloos veel tijd in het vertalen van onze waarden naar een aantrekkelijk werkgeversmerk, in vacatureteksten die klinken als mini-marketingcampagnes, in gescripte interviewvragen en zorgvuldig opgebouwde onboarding. Maar precies op het moment dat we nee moeten zeggen, valt het stil.
Afwijzen als kwaliteit
Afwijzen is geen formaliteit. Het is een van de goedkoopste manieren om je te onderscheiden als werkgever. Toch vergeten we dat net daar het verschil gemaakt wordt. Voor veel mkb’s is dat niet vanzelfsprekend. Je hebt geen groot HR-team, geen fancy tools of een communicatiedienst die alles netjes opvolgt. Maar juist daarom is dit stukje zo waardevol. Het is goedkoop, menselijk en gewoon doenbaar.
Goed afwijzen is goedkoop, menselijk en gewoon doenbaar.
Want mensen praten. Niet alleen de kandidaten die we met veel enthousiasme binnenhalen, maar ook net diegenen die we níét kiezen. Ze vertellen over hoe het gesprek voelde. Of ze serieus genomen werden. Of ze ooit nog eens zouden solliciteren. En geloof me: dat gesprek gaat niet over je vacaturetekst, maar over de manier waarop je zei: ‘We gaan niet met je verder’ … of helemaal niets meer liet horen. De kandidaat die jij wil, moet ook voor jou kiezen. En een radicale ‘nee’ of totale stilte zorgt er misschien voor dat hij dat nooit meer doet. Of erger nog: dat hij iemand anders vertelt dat je hem liet hangen.
Groot gebaar
Het mooie is dat het geen groot gebaar hoeft te zijn. Een kort berichtje waarin iemand voelt dat er écht gekeken is. Een eerlijke uitleg waarom het niet gelukt is. Een telefoontje om te bedanken voor hun tijd. Dat zijn de momenten waarop mensen denken: daar klopt het.
Goed recruitment gaat niet alleen over wie je aanneemt, maar ook over wie over jou blijft praten…
We pamperen de mensen die we willen binnenhalen, maar vergeten vaak dat de manier waarop we afscheid nemen minstens evenveel zegt over wie we zijn. En dat het, ironisch genoeg, vaak de goedkoopste manier is om je reputatie te versterken. Goed rekruteren gaat niet alleen over wie je aanneemt, maar ook over wie over jou blijft praten … zelfs als je hen niet gekozen hebt.
Over de auteur
Isabel Verhelst is een resultaatgerichte, no-nonsense coach met een passie om mensen te verbinden. Ze is eigenaar van Talent to Match (het voormaligeIngenium Executive Search), een boutique bureau met de focus op top C-level talent dat perfect past bij het DNA van de organisatie. Op deze site schrijft ze elke twee weken op dinsdag een blog.
Als vaste columnist van Het Financieele Dagbladen ‘huiseconoom’ van Nieuwsuurkennen velen de scherpe analyses van Mathijs Bouman, die in 2013 nog de ‘Gouden Stier’ won voor beste financieel commentator. Op 9 december is hij opnieuw te gast bij het jaarlijkse Arbeidsmarkttrends Events van Werf&, waar hij een keynote zal geven met zijn kijk op de stand van zaken. Hier alvast een vooruitblik, met 6 van zijn meest recente prikkelende visies uit het FD op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Met als belangrijkste overkoepelende boodschap: de krapte? Daar zijn we voorlopig echt nog niet vanaf…
#1.‘Trap er niet in’
‘De krapte op de arbeidsmarkt is alweer voorbij!’ juichte arbeidseconoom Paul de Beer eerder dit jaar in NRC. ‘Trap er niet in’, reageerde Bouman echter vrij snel daarna. ‘Bij gelijke aantallen vacatures en werklozen is onze arbeidsmarkt nog steeds extreem krap.’
‘Bij gelijke aantallen vacatures en werklozen is onze arbeidsmarkt nog steeds extreem krap.’
De komende decennia blijft dat, door vergrijzing en ontgroening, volgens hem ook gewoon ‘een urgent probleem’. De demografie liegt immers nooit. ‘Zeker als we productie terug naar Nederland halen, de energietransitie versnellen, defensie-uitgaven verhogen en tegelijkertijd arbeidsmigratie afremmen. Telkens als de werkloosheid wat oploopt door conjuncturele tegenvallers, zoals in 2003, 2009 en 2012, verdwijnt de aandacht voor de structureel krappe arbeidsmarkt. Laten we die fout niet herhalen.’
#2.‘Goede werkloosheid’
Dat de werkloosheid nu wat stijgt en voor het eerst in járen weer boven de 4% ligt? Helemaal geen probleem, aldus Bouman. ‘Het percentage ligt nog altijd ruim onder het niveau waar vraag en aanbod in balans zijn. Ondernemers noemen het personeelsgebrek dan ook de grootste belemmering voor groei van hun bedrijf. De werkgelegenheid stijgt ook nog steeds: in september werkten er 9.843.000 mensen in Nederland. Dat is 28.000 meer dan begin dit jaar en het hoogste aantal ooit. Nog een record: nog nooit was zo’n groot deel van de bevolking actief op de arbeidsmarkt, als werkende of werkzoekende.’
‘Onze arbeidsmarkt ontspant een beetje, om precies de juiste reden.’
Dat de werkloosheid steeg? Dat komt vooral ‘omdat meer mensen willen meedoen’, aldus Bouman. En dat noemt hij ‘goed nieuws voor de economie. En voor werkgevers met onvervulbare vacatures. Onze arbeidsmarkt ontspant een beetje, om precies de juiste reden.’
#3.‘2 jaar stilstand’
Is er dan niets om je zorgen over te maken? Nou, wel om de economie als geheel, merkte Bouman dit jaar ook meermaals op. De afgelopen 2 jaar heeft de politiek vooral voor stilstand gezorgd, stelt hij, en is het groeivermogen van Nederland behoorlijk aangetast. ‘Die 2 jaar stilstand heeft onze bedrijven, economie en toekomstig verdienvermogen geen goed gedaan. Het heeft vooral de stemming verziekt. Dat er nog iets van vaart in de economie en de arbeidsmarkt bleef, was vooral aan de gulle overheid te danken.’
‘Oplossingen voor de schaarsteproblemen waar bedrijven mee kampen? Het bleef bij mooie verhalen.’
‘Nederland moet bij de top 5 van meest concurrerende landen horen’, schreef de vorige coalitie nog trots en ambitieus op in zijn hoofdlijnenakkoord. Maar dat mislukte grandioos, aldus Bouman. ‘In het meest recente lijstje zakken we van plaats 5 naar 9. Ook op de innovatieranglijst daalt Nederland. Toch leek bezuinigen op hoger onderwijs het kabinet een goed idee. Oplossingen voor de vele schaarsteproblemen waar bedrijven mee kampen? Het bleef bij mooie verhalen. Echt beleid kwam er nooit, want er moest vooral gekibbeld en geruzied worden.’ Nee, van de politiek werd Bouman niet echt vrolijk, kunnen we rustig concluderen…
#4.Wél een paar goede plannen
Ziet hij dan licht aan de horizon na de recente verkiezingen? Nou, Bouman las in de verkiezingsprogramma in elk geval wel een paar aardige ideeën voor de krappe arbeidsmarkt. Hij noemde het enerzijds ‘het meest genegeerde probleem van de campagne’, maar vond na enig zoeken wel ‘originele plannetjes’ als een ‘Groot Loonakkoord’, waarbij bedrijven loongroei beloven in ruil voor investeringen in infrastructuur en R&D door de overheid (bij GroenLinks-PvdA), en een niet langer inkomensafhankelijke arbeidskorting (bij het CDA).
‘Bij PVV en JA21 kon ik geen slimme plannen voor de arbeidsmarkt vinden…’
Bij de VVD haakte hij aan op het idee om voltijders een hoger uurloon te mogen geven, bij de SP op het plan medewerkers vaker te laten delen in eventuele winst van bedrijven, bij D66 en NSC op hun plannen om ‘een leven lang ontwikkelen’ meer leven in te blazen. Of het allemaal kan en werkt valt natuurlijk nog te bezien, zegt hij, maar de aandacht is er in elk geval wél. Dat kan niet van elk programma gezegd worden, voegt hij ten overvloede toe. Want ‘o ja, voor wie het zich afvraagt: in de programma’s van PVV en JA21 kon ik geen slimme plannen voor de arbeidsmarkt vinden…’
#5.‘Afbakbroodjes zijn schaars’
Nog even door op dat ‘leven lang ontwikkelen’: Bouman constateert dat veel bedrijven op de arbeidsmarkt nog steeds het liefst ‘afbakbroodjes’ willen. Oftewel: ‘zo’n vrijwel gereed bolletje of pistoletje dat alleen nog even in de oven moet en dan de ontbijttafel op kan. Nieuwe werknemers met precies de juiste opleiding die vrijwel direct aan het werk kunnen.’ Maar helaas, zegt hij ook: afbakbroodjes zijn schaars op de krappe arbeidsmarkt. Dus is een andere kijk nodig, stelt hij. ‘Met de focus op vaardigheden en leervermogen, in plaats van op diploma’s en certificaten, is het potentiële arbeidsaanbod ineens een stuk ruimer.’
‘Met de focus op vaardigheden is het potentiële arbeidsaanbod ineens een stuk ruimer.’
De aandacht voor skills based werven zal de komende tijd dan ook alleen maar toenemen, verwacht Bouman. ‘Niet alleen vanwege het personeelsgebrek, maar ook omdat niet op school geleerde vaardigheden steeds belangrijker worden op de werkvloer.’ Ook kandidaten die niet alle kneepjes van het vak onder de knie hebben, kunnen dus interessant en mogelijk de perfecte nieuwe werknemer zijn, zegt hij. Want ervaring is meer waard dan diploma’s. ‘En leren doen ze vooral op het werk. Al moeten zij daar dan natuurlijk wel de gelegenheid en middelen voor krijgen van de werkgever.’
#6.Verwacht niet te veel van A.I.
Zou A.I. en automatisering dan helpen om de structurele krapte op te lossen en de productiviteit sterk aan te jagen? Bouman toont zich meermaals op zijn minst sceptisch. Zoals bij de menselijke robots, of humanoids, die weliswaar veel aandacht krijgen, maar nog weinig (van nut) leveren. Of bij de ‘bureaubagger‘ die hallucinerende bots op dit moment nog vaak uitscheiden. ‘Ik ben niet de enige die merkt dat de beloofde efficiëntiewinst dankzij AI-chatbots vaak tegenvalt’, merkt hij terecht op. Met alle gevolgen voor de gehoopte productiviteitswinst van dien. ‘Gemiddeld zorgt elk geval van bureaubagger voor een kleine 2 uur verspilde tijd.’
‘Gemiddeld zorgt elk geval van bureaubagger voor een kleine 2 uur verspilde tijd.’
Meer winst? Hogere lonen? Tijdwinst? Minder banen? Of een combinatie daarvan? A.I. belooft veel, maar levert vooralsnog nog maar weinig, verwijst Bouman naar verschillende onderzoeken. ‘In 2023 noemde ik A.I. nog “het missende stukje van de productiviteitspuzzel” en hoopte ik dat generatieve A.I. de dienstensector eindelijk weer productiever zou maken. In 2025 ben ik een stuk minder optimistisch’, concludeert hij dan ook. Of zou dat toch iets met de hype cycle te maken hebben en zullen de beloofde voordelen de komende jaren nog komen? Bouman zal er op 9 december ongetwijfeld nader zijn licht over laten schijnen…
Meer trends voor 2026?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Ze heeft zelf 20 jaar in Nederland gewoond en gewerkt. Maar een jaar of 8 geleden kreeg ze de kans terug te gaan naar haar geboorteland Zweden, samen met haar man Guido, om daar eerst een vestiging op te zetten van Undutchables, als een internationale uitbreiding van een Nederlands recruitmentconcept, gericht op heel Scandinavië, later uitmondend in het eigen bureau Beyondo, dat Nederlandse bedrijven helpt succesvol te worden in Zweden. Wat leerde Karin Björkman Tendijck in die tijd over de internationale arbeidsmarkt? En over onze én de Zweedse manier van recruiten?
> Hoe is het om in Zweden voor jezelf te beginnen?
‘Een unieke kans. Ik kende de cultuur natuurlijk al, sprak de taal, had jarenlange ervaring in recruitment en relatiebeheer in Nederland. Het voelde als thuiskomen, maar dan in een nieuwe professionele context. De aanvankelijke samenwerking met Undutchables bood gelukkig een stevige basis. Het was een waardevolle periode waarin we leerden hoe het Nederlandse recruitmentmodel zich vertaalde naar de Zweedse markt, en waarin we ontdekten ook dat je een formule niet altijd 1-op-1 kunt overzetten. Zweden vraagt om een andere benadering, ook door andere wetgeving. Dit leek aanvankelijk een beperking, maar bleek juist een kans.’
> Hoe bedoel je dat?
‘We zagen dat steeds meer Nederlandse bedrijven niet alleen op zoek waren naar internationaal talent, maar juist naar lokale Zweedse professionals. Ze wilden weten hoe je een team opbouwt in Zweden, hoe je de juiste mensen vindt, en hoe je voorkomt dat je maanden verliest aan cultuurverschillen of juridische valkuilen. Daar is Beyondo uit ontstaan, in goed overleg met Undutchables: een zelfstandig bureau dat zich richt op het begeleiden van Nederlandse bedrijven bij hun stap naar Zweden. We spreken letterlijk en figuurlijk hun taal. We begrijpen waar Nederlandse bedrijven vandaan komen, én we weten hoe het hier werkt.’
> Wat recruiten jullie?
‘Wij helpen bedrijven hier met recruitment van lokaal talent. Wij werven dus Zweeds- en Engelstalige professionals die niet alleen inhoudelijk passen, maar ook aansluiten bij de Nederlandse bedrijfscultuur. Denk aan: meertalige kandidaten met de juiste mindset en werkethiek. We adviseren ook over Zweedse arbeidswetgeving, contractvormen, arbeidsvoorwaarden en culturele verwachtingen – zodat je compliant én aantrekkelijk bent als werkgever. En we kunnen helpen bij het opzetten van een lokaal team dat werkt in én voor Zweden. Van de eerste hires tot de bouw van een duurzame, goed functionerende organisatie.’
‘Een van onze doelgroepen bestaat uit zogeheten homecomers.’
‘Wij werken, net als Undutchables, waar we nog steeds nauw contact mee hebben, met internationals, maar dan in Zweden. Omdat de Zweedse markt echter steeds vaker Zweeds sprekende kandidaten vraagt, is dat soms een uitdaging. Een van onze doelgroepen bestaat daarom uit zogeheten homecomers, oftewel Zweden die in het buitenland hebben gewoond en nu weer in Zweden willen werken. Vaak hebben deze een zware kluif om weer te re-integreren, omdat hun netwerk niet meer up-to-date is. Maar het merendeel van onze opdrachten komt van Nederlandse bedrijven die zich in Zweden willen vestigen. Voor hen kunnen en willen wij een one-stop-shop zijn en hen begeleiden bij een succesvolle toetreding tot de Zweedse markt.’
> Dat kunnen Nederlandse bedrijven niet zelf?
‘Internationaal uitbreiden klinkt aantrekkelijk, maar de praktijk is vaak complexer dan gedacht. Vaak denken organisaties dat de Zweedse markt op de Nederlandse lijkt, maar er zitten toch wel wat haken en ogen aan. Je hóéft het niet allemaal zelf te doen. Met een partner die de markt kent, voorkom je fouten, win je tijd en bouw je sneller aan succes. Via ons netwerk kunnen wij het proces begeleiden van het registreren van een lokale entiteit, inclusief praktische zaken zoals administratie, salarisverwerking en juridische structuur. En we kunnen je verbinden met relevante partners, experts en professionals in Zweden – mensen die we kennen, vertrouwen en waar we zelf mee samenwerken.’
> Kun je een paar verschillen noemen?
‘Denk aan de communicatiestijlen. Zweden en Nederlanders staan beide bekend om hun directe communicatiestijl, maar in Zweden gaat het wel vaker gepaard met een zekere mate van tact, die confrontatie of ongemak minimaliseert. Je communicatie verzachten is essentieel. Vaak door niet direct je mening te zeggen, maar door vragen te stellen. Belangrijk is ook het concept ‘Jantelagen‘, het idee dat je nooit moet denken dat je beter bent dan een ander, en ook mensen daarop aanspreekt als ze dat wel doen. Een platte hiërarchische structuur is sowieso een typisch kenmerk van de Zweedse bedrijfscultuur. Besluitvormingsprocessen verlopen doorgaans in samenwerking, met de nadruk op teaminbreng en consensus.’
‘In Zweden worden zakelijke deals vaak rond de koffieautomaat en lunch gesloten!’
‘Zweden hechten ook waarde aan competentie en expertise. Het tonen van vaardigheid in je vakgebied is belangrijk om respect en vertrouwen te winnen. Als je deelneemt aan informele situaties, zoals fika (koffiepauzes) of lunches, begin je het informele maar toch integrale karakter van de Zweedse bedrijfscultuur te begrijpen.Deze informele interacties bieden inzicht in communicatiestijlen en spelen een belangrijke rol bij het opbouwen van relaties.In Nederland vinden zakelijke gesprekken vaak plaats in formele vergaderruimtes, maar in Zweden worden zakelijke deals vaak rond de koffieautomaat gesloten. Even snel een boterhammetje eten aan je bureau vindt men erg vreemd hier!’
> En op recruitmentgebied?
‘In Zweden zijn functiebenamingen van groot belang.De gekozen titel beïnvloedt bijvoorbeeld niet alleen het type kandidaten dat je kunt aantrekken, maar speelt ook een centrale rol bij het openen van deuren. Verder bepaalt een titel ook op welk niveau een kandidaat zit en wat voor eventuele beloningsstructuur ze kunnen hanteren. Zweden geven overigens vaak de voorkeur aan cv’s van 2 pagina’s boven persoonlijke motivatiebrieven. Het is daarnaast gebruikelijk om een proefperiode van 6 maanden te starten om de geschiktheid van de kandidaat binnen de organisatie te beoordelen. In Zweden is het bovendien standaard onderdeel van de wervingsprocedure om niet alleen te kijken naar kwalificaties, maar ook naar persoonlijkheid en soft skills.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025:
‘Wie weet hoeveel medewerkers hij of zij in zijn organisatie heeft?’, vroeg Richard Yarsley vorige week. Bijna alle handen in de zaal tijdens zijn sessie Beyond Traditional Hiring op de HR Horizon Summit gingen de lucht in. Dit soort inkoppertjes, dat weten de meeste mensen wel. En zeker de aanwezige HR-managers. Maar dan de volgende vraag. ‘Wie weet hoeveel freelancers hij of zij vandaag in zijn organisatie aan het werk heeft?’ Toen werd het een stuk stiller. Slechts ongeveer de helft van de handen ging omhoog. En dát nu, dat was precies het punt dat Yarsley wilde maken.
Van de ene op de andere dag een expert in huis; hoe zou je dat anders kunnen dan freelance?
Veel bedrijven missen het overzicht van hun externe personeelsbestand, aldus de VP People bij freelancerplatform Malt. Terwijl dat personeelsbestand volgens hem júist cruciaal is. Geen bron die zo snel up-to-speed kan zijn, en zo snel te vinden is. ‘Toen we bij Malt gingen opschalen van 35 naar 600 mensen had ik zelf bijvoorbeeld een hoofd Talent Acquisition nodig. In plaats van 6 maanden te moeten wachten op een nieuwe vaste medewerker, inclusief opzegtermijn, huurde ik een freelancer in die binnen enkele dagen kon starten.’ Van de ene op de andere dag een expert in huis; hoe zou je dat anders kunnen dan freelance?
Van posities naar skills
Volgens Yarsley (links op de foto hierboven) zijn er momenteel maar liefst zo’n 6,5 miljoen hoogopgeleide freelancers in Europa, en is direct contracteren met een freelancer zo’n 15% goedkoper dan traditionele (out)sourcingmethoden. Opleiden (build) en aannemen (buy) duurt vaak te lang, of is te duur, dan is borrow dus vaak goedkoper en sneller. Op het podium vertelde hij te geloven in zogenoemde ‘superteams’: teams die bestaan uit traditionele medewerkers (‘de ruggengraat’), aangevuld met freelance talent (de ‘katalysator’). ‘Het doel is een balans tussen continuïteit en disruptie’, vertelde hij.
‘Het doel is een balans tussen continuïteit en disruptie.’
Die balans is ook precies waar Schneider Electric naar op zoek is, zo vulde Mohamed Loutfi (rechts op de foto) aan. De VP HR Belgium & The Netherlands bij het bedrijf dat wereldwijd actief is in energiemanagement en industriële automatisering werkt vanaf 2023 samen met Malt om aan freelancers te komen. Aanvankelijk vooral met wat pilots, maar al snel op een meer volwassen manier, met bijvoorbeeld speciale skills targeting, en tegenwoordig zelfs een apart programma gericht op gepensioneerde freelancers. ‘De belangrijkste verandering was voor ons de stap van denken in ‘het aannemen van posities’ naar het inhuren van de juiste skills voor de klus’, zo legde hij uit.
Het Schneider-Malt Framework
Bij Schneider Electric werken zo’n 160.000 medewerkers. Wat je noemt een groot bedrijf dus. Volgens Loutfi is het niet makkelijk om zo’n corporate een andere kant op te laten bewegen. Maar hij is trots dat het toch gelukt is. ‘Hoe bouw je teams die klaar zijn voor de klus en de uitdagingen aankunnen? Dat was de uitdaging waar wij voor stonden. Met het Schneider-Malt Framework hebben we daar een oplossing voor gevonden.’ In de praktijk plaatste het bedrijf eerst zijn bestaande, bekende freelancers op het Malt-platform, ‘om ervoor te zorgen dat we het platform kunnen gebruiken voor al onze freelancers.’
‘Hoe bouw je teams die klaar zijn voor de klus en de uitdagingen aankunnen?’
Dit hielp hen in de eerste plaats al aan inzicht (hoeveel freelancers hebben we eigenlijk?) en daarnaast ook om te voldoen aan fiscale regelgeving, legde Loutfi uit. Maar het hielp ook deuren naar nieuw talent te openen. ‘Als een specifieke vaardigheid niet intern beschikbaar is, gebruiken we nu het platform om nieuwe experts te vinden.’ Het grootste doel daarbij is om freelance kennis vast te houden binnen het bedrijfsecosysteem. ‘Een expert in Finland die aan een project werkte, bracht diezelfde kennis terug naar Nederland voor een soortgelijk project… en vervolgens zorgden we dat iemand in Duitsland of Frankrijk die kennis hergebruikt.’
Tractie met senioren
‘Zo verliezen we geen kennis. We winnen feitelijk kennis’, aldus Loutfi, die het zelfs heeft over freelancen ‘een nieuwe dimensie’ geven. Dat laatste gebeurt bij het bedrijf trouwens ook vrij letterlijk, in het project Senior Talent Conversations, dat is opgezet in het kader van inclusiviteitsbeleid en onder meer probeert medewerkers die met pensioen gaan de mogelijkheid bieden om actief te blijven na hun pensionering door via Malt hun vaardigheden te delen, zowel bij Schneider als bij andere bedrijven. Een succes, stelt Loutfi. ‘We hebben zeer goede tractie op dat gebied.’
‘Dit helpt ons enorm om ons e-brand snel en relatief goedkoop op te bouwen.’
Freelancers vinden via een platform als dat van Malt helpt ook op het gebied van employer branding, legde hij verder uit. ‘Schneider Electric is niet erg bekend in de consumentenmarkt. Dit helpt ons enorm om ons e-brand snel en relatief goedkoop op te bouwen.’ Alleen de snelheid waarin goede freelancers zich aandienen op het platform is voor hem nog wel even wennen, moet hij toegeven. ‘Binnen 24 tot 48 uur hebben we profielen. Dat zijn we in de corporate wereld niet zo gewend. We hebben meestal wat meer tijd nodig om budgetten op orde te hebben, te valideren. Dat is een beetje de verschuiving in denken die we nog moeten maken…’
Meer gelijkwaardigheid! Meer transparantie! Een kans! Een mijlpaal! Een ‘majeure stap‘. De officiële geluiden over de nieuwe uitzend-cao zijn allemaal even positief getoonzet. Vanaf begin volgend jaar moeten uitzendkrachten arbeidsvoorwaarden krijgen die gelijkwaardig zijn aan die van medewerkers in vaste dienst bij de opdrachtgever. De inlenersbeloning verdwijnt, de regels voor vakantie, vakantiegeld en ziekte worden aangepast en er komt een nieuwe marktconforme pensioenregeling. Ook zijn er nieuwe afspraken over duurzame inzetbaarheid.
De nieuwe cao dreigt een – zwaar – blok aan het been voor veel uitzendbureaus te worden.
Die nieuwe cao lag lange tijd zwaar onder vuur van de vakbonden, werd ‘sjoemel-cao‘ genoemd, en leidde deze zomer zelfs tot tal van stakingen, onder meer bij de distributiecentra van Albert Heijn. ‘Uitzendkrachten schieten er niets mee op’, stelde de FNV op een gegeven moment zelfs. Een uitspraak van de Hoge Raad – het Dosign-arrest – droeg ook bij aan dat beeld. Maar wie iets beter kijkt, ziet juist ook een heel andere toekomst opdoemen. Als de voortekenen niet bedriegen, wordt de nieuwe cao namelijk juist een nieuw – en zwaar – blok aan het been voor veel uitzendbureaus, die toch al enige tijd in de hoek zitten waar de klappen vallen.
5 tot 10% duurder
Adviesbureaus als FlexKnowledge rekenen voor dat onder de nieuwe cao de loonkosten per uitzendkracht gemiddeld met 5 tot 10% zullen stijgen, terwijl toeslagen en overwerkvergoedingen zelfs met zo’n 15% toenemen. Ook de administratieve lasten nemen toe. HR-afdelingen en uitzendbureaus moeten per opdrachtgever precies inzichtelijk maken welke arbeidsvoorwaarden gelden, zodat de gelijkwaardigheid aantoonbaar kan worden geborgd. Een enorme stijging van kosten voor een branche waar de omzetten en marges toch al onder druk staan (volgens het CBS dit jaar zelfs als de enige sector in de zakelijke dienstverlening).
Een enorme stijging voor een branche waar de omzetten en marges toch al onder druk staan.
In de zorg speelt daarnaast nog iets anders. Over medische hulp in Nederland wordt geen btw geheven, om de zorg in ons land (nog enigszins) betaalbaar te houden. Omdat medische handelingen vrijgesteld zijn van belasting, hoeven zorginstellingen ook geen btw te betalen over de inhuur van zzp’ers. Maar over uitzendkrachten betalen ze die heffing wél. Dat maakt uitzendkrachten hier al meteen 21%duurder dan zzp’ers. Met de handhaving van de wet DBA is de route via een uitzendbureau hier dus niet meteen aantrekkelijker geworden. En met de nieuwe uitzend-cao wordt dat verschil alleen maar groter.
‘Voor niemand een feest’
Officieel is vrijwel iedereen dus ‘trots‘ op het bereikte resultaat over het bereikte cao-resultaat. Maar minder officieel is er wel veel spanning te beluisteren onder bureaus. Ook vanwege de stijgende pensioenpremies en complexiteit die de cao met zich meebrengt. ‘Voor niemand een feest‘, noemt Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp de gemaakte afspraken dan ook. ‘Goed werkgeverschap maakt de flexschil serieus duurder.’ Zeker gecombineerd met de jaarlijkse indexatie die in veel sectoren per 1 januari plaatsvindt. Dat zal veel uitzendbureaus – en dus ook uitzendkrachten – uit de markt prijzen, vreest hij.
‘Goed werkgeverschap maakt de flexschil serieus duurder.’
En dan is er ook nog wat hij ‘het domino-effect van goede werkgevers’ noemt. De uitzendkracht die bij ondernemer A meer verdient dan bij ondernemer B, zal dat nieuwe salaris als de nieuwe standaard gaan beschouwen, een nieuwe bodemprijs dus. Dit zal de tarieven nóg verder doen oplopen, verwacht hij. ‘Neem daar de invoering van de EU-loontransparantiewetgeving bij, die vanaf volgend jaar van kracht is in Nederland, en er is geen ontkomen meer aan dat de goed betalende werkgevers de lonen zullen opdrijven van de mindere in een sector – en de bodemtarieven nóg meer zullen stijgen dan het marktgemiddelde.
‘Ongunstige timing’
De timing van de nieuwe uitzend-cao is daarbij ook nog eens extra ongunstig, denkt Waasdorp. ‘Omdat de arbeidsmarkt aan het kantelen is: er is momenteel aanmerkelijk minder krapte, zodat werkgevers makkelijker zelf kunnen werven. De noodzaak om vanwege krapte uit te wijken naar uitzendbureaus is lager.’ Dat dreigt dus een mogelijk bloedbad te worden onder de bureaus die nu al moeite hebben het hoofd boven water te houden, denkt hij. En daar hebben dus ook uitzendkrachten uiteindelijk last van. ‘De mensen die zich graag laten uitzenden, zullen gaan ervaren dat er steeds minder werk voor hen beschikbaar komt.’
De nieuwe uitzend-cao loopt al vooruit op de wet Meer zekerheid voor flexwerkers, die vanaf 2027 geldt. In de nieuwe cao telt álles mee om gelijkwaardigheid te berekenen: zelfs de fietsregeling en het bloemetje op de eerste werkdag. ‘Dat maakt het ingewikkeld’, benadrukt Anne Bijvank-Olthof, die samen met Nicky Blom de directie vormt van uitzendbureau SUSA. ‘Als bureau moet je van al je opdrachtgevers in kaart brengen welke cao’s gelden én welke aanvullende arbeidsvoorwaarden er zijn die misschien niet in de cao staan. Dat is al een uitdaging op zich, zeker als je met tientallen klanten werkt die allemaal eigen regelingen hebben.’
‘Ik zie een duidelijke kanteling in de markt.’
‘Ik zie een duidelijke kanteling in de markt’, vult collega Blom aan. ‘Het traditionele uitzenden, vooral gericht op snelle inzet of kostenbesparing, neemt af. Tegelijkertijd blijft of zelfs groeit de behoefte aan flexibele oplossingen mét kwaliteit, begeleiding en specialisatie. De vraag naar flexibiliteit blijft dus bestaan, maar de invulling verandert. Organisaties zullen uitzenden absoluut blijven inzetten, mits het toegevoegde waarde biedt. Dat kan zijn omdat ze flexibiliteit inkopen, of een bepaalde doelgroep, in ons geval: studenten.’
Zorgen voor gemak
Toch zal de impact van de nieuwe cao groot zijn, verwacht ook iemand als Diederik Keverling Buisman, operationeel directeur van Backofficer. ‘Uiteindelijk zal de inlenende partij én meer moeten betalen én meer informatie moeten leveren. Die zit niet te wachten op allerlei administratieve rompslomp voordat iemand aan de slag kan. Het wordt allemaal al duurder door de gelijkwaardige voorwaarden en het pensioen wordt onder de nieuwe cao ook hoger. Door dat voor inleners zo eenvoudig mogelijk in te richten kun je als bureau voorkomen dat een bedrijf de hakken in het zand zet. Zorgen voor gemak is cruciaal.’
‘Je levert ook waarde als uitzender. Daar mogen best kosten tegenover staan.’
Ondertussen zegt bijvoorbeeld Steven Gudde, directeur impact bij Olympia, dat de uitzend-cao ook gewoon een kans is. ‘Je levert ook waarde als uitzender, met jouw expertise in werving en selectie en arbeidsmarktcommunicatie. En een opdrachtgever wil flexibiliteit en risico’s onderbrengen bij een uitzender. Daar mogen best kosten tegenover staan’, zei hij recent in een webinar met Wim Davidse.
‘Natuurlijk herkennen wij het sentiment in de markt – net als alle uitzenders. Maar als een opdrachtgever nu zegt ‘dan hou ik ermee op’ is dat een goede aanleiding om een fundamenteel gesprek te voeren: welke rol speelt flex binnen jouw organisatie? Dit is hét moment om als sector te laten zien wat wij aan waarde toevoegen.’ Dat klopt natuurlijk helemaal. Maar of de markt dat volgend jaar ook zal herkennen en erkennen? Dat belooft natuurlijk nog een heel spannende strijd te worden, waarbij slachtoffers niet zijn uit te sluiten.
Meer weten?
Tijdens een webinar op donderdag 13 november om 12:00 delen Rémon van Buuren (PIFA-Monitor), Ton Sluiter (HeadFirst Group) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group) de meest recente data en inzichten over de verwachte prijsontwikkelingen in de flexmarkt. Daarbij komen zowel de uitzendmarkt als de markt van theoretisch geschoolde inhuur – met hogere tarieven – aan bod. Aanmelden is gratis.
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
In Nederland staat het vak van de accountant al jaren onder druk. ‘Er is steeds meer werk voor accountants, maar hun aantal neemt amper toe’, kopte NRC eerder dit jaar nog. Jonge professionals haken zelfs af, mede door de hoge werkdruk, terwijl de eisen aan accountants wel toenemen. Instroom vanuit de opleidingen stokt, vrijwel overal zijn personeelstekorten aan de orde van de dag. Beroepsvereniging NBA probeert onder meer met de Impact Challenge daar al wel langer iets aan te doen, maar vooralsnog lijkt het een druppel op een gloeiende plaat, en zoeken kantoren hun heil dus steeds meer over de grens om hun vacatures te vervullen.
Niet dat de situatie in België nu meteen heel anders is. Ook hier zijn de tekorten nog altijd groot, en hebben kantoren moeite voldoende (jonge) accountants te vinden. Maar er is hier wel een duidelijke kanteling te merken. En de ITAA-campagne Skip that sh*t lijkt daarin een grote rol te spelen. Met onder meer de inzet van een jonge DJ, en een opzwepende dance track, wist de Studentendag van deze NBA-tegenhanger gisteren maar liefst 1.500 studenten te lokken naar de Brussels Expo, waar ze konden kennismaken met de carrièremogelijkheden en de digitale toekomst van het vak.
Swingend beroep?
De accountant als swingend beroep? Het idee is misschien nog even wennen. Maar het werkt wél. Althans: minder Belgische accountantskantoren rapporteren dit jaar al moeite te hebben hun vacatures te vervullen (van 92% naar 88%).
‘Het beroep wint aan aantrekkingskracht’, aldus ITAA-voorzitter Bart Van Coile, die de toekomst van de sector ook meteen ‘opvallend positief’ noemde, omdat bij de Belgen steeds meer jongeren kiezen voor een opleiding in accountancy en fiscaliteit.
Volgens recente cijfers stijgt het aantal studenten accountancy en fiscaliteit spectaculair aan Vlaamse hogescholen: sommige opleidingen noteren tot 90% méér inschrijvingen dan vorig academiejaar. Deze trend is ook merkbaar binnen Franstalige onderwijsinstellingen. De nieuwe generatie accountants en belastingadviseurs kiest bewust voor een beroep dat stabiliteit, inhoud en maatschappelijke relevantie biedt, aldus Van Coile. ‘Het is een toekomstgerichte job waarin je data, technologie en advies combineert.’
Impact maken
Ook de perceptie bij Belgische jongeren evolueert. Niet alleen DJ’s en swingende campagnes maken het vak overigens aantrekkelijker: het is ook de technologie, flexibiliteit en maatschappelijke relevantie die worden benadrukt. ‘De digitalisering verandert het profiel van de accountant en van de belastingadviseur: minder cijfers intikken, meer inzichten delen. Dat spreekt studenten aan die impact willen maken’, aldus Robrecht De Wolf, ITAA-ambassadeur. ‘De rol van de accountant en belastingadviseur is breder dan ooit: van financieel advies tot databeheer en duurzaamheid’, vult ITAA-ondervoorzitter Vincent Delvaux hem aan.
Kom daar maar eens om in Nederland, waar de AA, de RA, de assistent-accountant, evenals controllers, auditors, belastingadviseurs, boekhouders en financieel administrateurs, al jaren vermeld staan in de lijst ‘kansrijke beroepen‘, maar de uitstroom toch nog altijd hoger is dan de – ook nog eens: dalende – instroom van accountancystudenten. Zou er wat dat betreft niet misschien ook nog eens naar de Belgische situatie gekeken kunnen worden, en hier bijvoorbeeld ook een populaire DJ in de arm moeten worden genomen om het tij te keren?
Platforms om vraag en aanbod van freelancers aan elkaar te koppelen, die zijn er in principe al heel wat. Maar een platform specifiek gericht op de vele internationals die in Nederland wonen? Daarin is U-Connect, het vorig jaar gestarte platform van Undutchables, met alle waarschijnlijkheid wel de allereerste. Maar het is wel een initiatief dat in een duidelijke behoefte voorziet, aldus operational managerMark van der Velden. ‘We merkten in de eerste plaats een grote vraag hiernaar vanuit onze klanten. Maar aan de andere kant ook een duidelijke behoefte vanuit internationals, die ook steeds vaker willen gaan freelancen.’
‘Heel de arbeidsmarkt is aan het globaliseren.’
Het internationaal georiënteerde en open karakter van Nederland mag momenteel politiek dan misschien wat gevoelig liggen, volgens Van der Velden is de praktijk bij het bedrijfsleven wel anders. ‘Heel de arbeidsmarkt is aan het globaliseren’, zegt hij. ‘Er komen steeds meer buitenlandse bedrijven in Nederland, steeds vaker is de voertaal in bedrijven Engels. Dus aan die kant is de behoefte er zeker. Het was tot voor kort alleen zo dat internationals die freelance wilden werken, hier maar moeilijk ingangen voor konden vinden. Dat hebben we met U-Connect willen oplossen, door daar vraag en aanbod laagdrempelig aan elkaar te koppelen.’
Geen ballotage
Mede door de commotie rondom de Wet DBA beleefde het platform afgelopen jaar min of meer een slow start, zoals Van der Velden het uitdrukt. Maar inmiddels zit het tempo er wel behoorlijk in, en worden er ook al diverse successen geboekt, van een HR-manager die vanuit Nederland het HR-beleid ging opzetten voor allerlei kantoren in de wereld tot een Franstalige manager die voor een Nederlands bedrijf de opzet van nieuwe Franse vestigingen voorbereidde. Zo kan het platform zeker waar taalbeheersing een rol speelt vaak snel de beste kandidaten leveren, aldus Van der Velden.
‘We willen een platform bieden voor iedereen, dat willen we niet aan de voorkant beteugelen.’
‘Wij doen niet aan ballotage’, legt hij uit. ‘We willen een platform bieden voor iedereen, dat willen we niet aan de voorkant beteugelen. De functies die wij bemiddelen zijn ook zó breed, daar moet je wel een open en brede database voor hebben. Echt voor iedereen kan er iets tussen zitten. Alleen zit natuurlijk wel altijd die internationale link erin.’ De meeste internationals op het platform hebben trouwens al wel enige tijd ervaring in Nederland, vertelt hij. ‘Ze komen vaak als expat of kennismigrant hierheen, maar besluiten dan na verloop van tijd toch te willen freelancen.’
Gemotiveerd én gekwalificeerd
En daar is de Nederlandse arbeidsmarkt zéér bij gebaat, denkt hij. ‘Je beperkt jezelf als organisatie als je per se Nederlands sprekende of in Nederland geboren kandidaten wil hebben. Juist door ook open te staan voor internationals vergroot je de vijver enorm en kun je als bedrijf dus ook sneller groeien. Want hoe langer je vacature open staat, hoe meer verlies je natuurlijk lijdt. Wij denken dan ook dat dit een heel grote oplossing is voor de huidige krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit zijn mensen die over het algemeen zéér gemotiveerd zijn, en ook zéér gekwalificeerd. Daar hebben de meeste bedrijven heel veel aan.’
‘De vraag naar internationale freelancers is hoog, en zie ik ook niet snel naar beneden gaan.’
Iets wat hij momenteel overigens ook in de markt terugziet. ‘De vraag naar internationale freelancers is hoog, en zie ik ook niet snel naar beneden gaan. We hebben ze gewoon ook hard nodig op de arbeidsmarkt.’ Waarbij U-Connect volgens hem trouwens wel een duidelijk voordeel heeft ten opzichte van andere freelance platforms als Upwork, Fiverr of Malt. ‘Onze freelancers wonen in of vlakbij Nederland. Die kunnen dus ook naar jouw kantoor komen, en hebben meestal een goede understanding van hoe het Nederlandse bedrijfsleven werkt. Dat schakelt toch wat sneller dan als je alles op afstand moet doen.’
One-stop-shop
Met U-Connect heeft hij zoveel mogelijk een selfservice platform willen neerzetten, waar vraag en aanbod op de arbeidsmarkt elkaar zo snel mogelijk kunnen vinden, zonder tussenkomst van een bemiddelaar. Zo kunnen matches snel gemaakt worden. Maar de ambitie van het platform gaat nog wel iets verder. Zo droomt Van der Velden ervan om het uit te bouwen tot een soort one-stop-shop voor internationale freelancers, waar ze bijvoorbeeld ook terecht kunnen voor informatie en vragen over zaken als BSN-nummers en housing, zodat het platform er echt voor kan zorgen dat internationals nog beter kunnen settelen in Nederland.
‘Dit gaat gewoon een heel grote markt worden, daarvan zijn we overtuigd.’
‘Maar nu hebben we eerst nog echt de focus op het freelance platform, en het matchen van vraag en aanbod. Daar kunnen we als U-Connect denk ik ook het meest toevoegen. Undutchables was namelijk 30 jaar geleden de eerste in Nederland die zich ging richten op het bemiddelen van internationals voor gewone banen, en nu zijn wij als U-Connect weer de eersten die dat doen voor internationale freelancers in Nederland. Dit gaat gewoon een heel grote markt worden, daarvan zijn we overtuigd. Waar ook veel bedrijven winst uit kunnen halen. Door de juiste kandidaat te vinden die misschien nog geen Nederlands spreekt, maar wel de juiste kwaliteiten heeft.’
Meer weten?
Meer weten over de inzet van internationale medewerkers? Of wil je gewoon meepraten met iedereen die ertoe doet in deze wereld? Schrijf je dan nu in voor het Congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt op 27 november 2025:
Ondanks dat veel mensen tegenwoordig liever van een scherm lijken te lezen dan van papier, verschijnen er ook in 2025 nog dagelijks nieuwe boeken. En heel vaak hebben de auteurs daarvan ook nog een boodschap voor recruiters, of ieder ander die op de arbeidsmarkt actief is. Over welke boeken hebben we het dan, die de afgelopen maanden verschenen? En wat willen ze de lezer vooral meegeven over de huidige tijdgeest? Een klein overzicht van wat recent zoal verschenen is.
#1. Waarom (n)iemand bij je wil werken
Auteur: Jesse Geul
Boodschap: Recruitment, dat kan beter.
Jesse Geul mogen we inmiddels waarschijnlijk wel Nederlands bekendste recruiter noemen. Het boek dat hij recent heeft geschreven, is dan ook zeker een tip voor menig verlanglijstje de komende tijd. Slechte vacatureteksten, zonder het salaris erin te noemen, trage selectieprocedures, oppervlakkige sollicitatiegesprekken: de auteur geeft er in zijn boek volop voorbeelden van, gelardeerd met alternatieven die volgens hem wél werken. Dus: stop met ‘enthousiaste duizendpoten’ zoeken, maar begin liever met je recruitment eerlijker, menselijker en véél effectiever in te richten.
Opvallend genoeg is het trouwens niet het enige recente boek waaraan Geul zijn medewerking verlenen. Een paar maanden geleden verscheen namelijk ook al het boek Hybride werken, waaraan hij een bijdrage leverde, net als bijvoorbeeld Laura Bas (die we hier later ook nog tegenkomen), over hoe je samenwerken binnen teams die hybride werken echt soepel kunt laten verlopen.
#2. Zorgambassadeurs
Auteur: Saskia van der Hilst-Tilmans
Boodschap: Employee advocacy is het menselijke hart van elke sterke employer branding-strategie, ook, of: met name, in de zorg.
Eerder dit jaar schreef Apostle’s Koen Jordaans al eens een heel boek vol over de voordelen van employee advocacy, vlogcoach Saskia van der Hilst Tilmans doet dat in dit boek nog eens dunnetjes over, en dan specifiek gericht op de zorg. ‘Ik ben ervan overtuigd dat veel zorgorganisaties hier écht mee geholpen kunnen worden. Ik ben onder de indruk van de kennis en expertise die de auteur in dit boek laat zien’, aldus een van de enthousiaste reviews erover. ‘Vooral de vele praktijkvoorbeelden zorgen voor herkenning en verdieping.’
‘Wie kunnen beter laten zien wat werken in de zorg écht inhoudt dan zorgmedewerkers zelf?’
‘Dit boek gaat niet over marketing. Het gaat over trots. Over echtheid. Over het lef om medewerkers in de spotlight te zetten’, meldt een andere review. En een andere enthousiasteling schrijft: ‘Wat mij betreft is Zorgambassadeurs een boek waarvan je je afvraagt: waarom was dit er nog niet eerder? Want eigenlijk is het zó voor de hand liggend: wie kunnen beter laten zien wat werken in de zorg écht inhoudt dan zorgmedewerkers zelf?’
#3. De GenZclopedie
Auteur: Laura Bas
Boodschap: Jongeren ervaren vaak een grote kloof tussen hoe er thuis met hen wordt omgegaan en hoe dat binnen organisaties gebeurt.
Vorige week stond ze nog kandidaat voor de Tweede Kamer-verkiezingen, als lijstduwer voor GroenLinks-PvdA. Maar Laura Bas is natuurlijk vooral bekend als Gen Z-expert, en voerde bijvoorbeeld al eens het grootste kwalitatieve onderzoek naar Generatie Z op de werkvloer in Nederland uit. De resultaten daarvan bundelde ze in haar GenZclopedie, die in de recente weken na verschijning al duizenden keren over de toonbank ging. Verwacht geen droge theorie, maar scherpe inzichten, eerlijke verhalen van jonge werknemers en concrete handvatten om jouw organisatie toekomstbestendig te maken.
Met 3 boeken in korte tijd blijkt Gen Z een populair thema.
Opvallend: Bas is niet de enige die recent haar kennis over de nieuwe generatie in boekvorm presenteerde. Die andere bekende spreker op dit gebied, Emma Agricola, deed in juni ook al een duit in het zakje, met een gids om effectief te leren samenwerken in ‘multigenerationele’ teams. En het gaat blijkbaar om een zeer populair onderwerp, want in diezelfde maand verscheen ook nog Gezonde generatiemix, een boek van Margreet Oostenbrink dat leidinggevenden vertelt hoe je de talenten van alle leeftijden echt benut en hoe je alle generaties succesvol laat samenwerken, met impact voor de mensen, de teams en de organisatie.
#4.Lieve leiders,
Auteur: Marianne Janssen
Boodschap: De baas zijn, maar niet van mensen houden, dat gaat niet samen.
Leiderschap, of het nu voor de jongste generatie is of niet, is sowieso een geliefd thema in veel boeken. Zoals in dat van HR-expert Marianne Janssen, Lieve Leiders, een soort verhalenbundel, waarin ze ook nog wat recruitmentlessen deelt. Zoals: had je vroeger als baas de overhand bij sollicitaties, met de personeelstekorten van nu hebben goede sollicitanten het voor het kiezen. Machtsgedrag werkt dan averechts. En bovendien, stelt Janssen, ‘met macht bouw je geen prettige werkrelaties’.
‘Met macht bouw je geen prettige werkrelaties.’
De krappe arbeidsmarkt, een groeiend leger zzp’ers en het stijgend aantal medewerkers met een burn-out laten volgens haar zien dat het tijd is voor een andere aanpak van leiderschap: eentje die minder de nadruk legt op procedures, protocollen en KPI’s, en meer op mensen. Met ook nog aandacht voor bijvoorbeeld het tijdelijke voorrangsbeleid voor vrouwelijke hoogleraren aan de TU Eindhoven, en de Black Lives Matter-beweging. Door gesprekken te faciliteren maar tegelijkertijd te begrenzen zorgen ‘lieve’ leiders voor een veilige werkvloer, aldus Janssen.
#5. Excellente HR
Auteur: Eric Mooijman
Boodschap: Excellente HR-organisaties leveren geen afzonderlijke producten en diensten, maar een aaneengesloten en hoog kwalitatieve employee journey, waarbinnen sollicitanten, medewerkers en managers zelf de regie kunnen pakken.
Als organisatieadviseur ontwikkelt, optimaliseert en digitaliseert Eric Mooijman al ruim 30 jaar nationale en internationale HR-organisaties. De kennis die hij in die tijd heeft opgedaan, bundelde hij in zijn recente boek Excellente HR, 9½ bouwsteen voor HR-organisaties met impact, waarbij die 9,5 bewust gekozen is: ‘omdat 10 perfectie en volledigheid suggereert’. Zoals de titel al suggereert is het boek meer HR dan recruitment, maar Mooijman pakt er wel een hoop actuele inzichten in de arbeidsmarkt bij, net als ruime passages over HR-technologie, A.I. en assessments. En daarmee is het ook voor menig recruiter nog best interessant leesvoer.
Boodschap: klassieke talentstrategieën werken vandaag niet meer, er is een nieuwe aanpak nodig om het potentieel van medewerkers volledig tot bloei te laten komen.
Ook bij onze zuiderburen verschijnen geregeld interessante boeken over het brede HR-vak. Zoals recent het Engelstalige The Talent Trap. How to Spot and Sculpt Hidden Potential, een boek dat inspiratie zoekt bij Michelangelo, die naar verluidt over zijn beeldhouwwerk gezegd schijnt te hebben: ‘Ik heb gewoon alles weggesneden wat niet David was’. Die gedachte kun je ook binnen het HR-vak toepassen, aldus Leticia Vandemeersche, die dat doet aan de hand van de zogenoemde P.A.C.E.-methode, oftewel: Person, Autonomy, Challenge & Environment.
#7.Waarom normaal niet werkt
Auteur: Daphné De Troch en Dietrich Moerman
Boodschap: Neurodivergentie komt vaker voor dan gedacht, daar kun je maar beter rekening mee houden.
Het onderwerp neurodivergentie en neuro-inclusiviteit, en hoe je daarmee het beste omgaat in je selectieprocedures, mag zich al een tijdje in een behoorlijke belangstelling verheugen. ADHD, dyslexie, autisme, introversie, hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit: het komt allemaal aan bod in het boek van Bjièn-oprichters Daphné De Troch en Dietrich Moerman, waaraan ook nog allerlei andere experts bijdragen. Omdat recruitment nooit zo straightforward is als sommigen wel eens denken, is dit boek bedoeld als een wake-upcall én een gids tegelijk.
ADHD, dyslexie, autisme, introversie, hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit: het komt allemaal aan bod.
Dat laatste kun je trouwens ook stellen als het gaat om het boek Door het regenboogplafond, volgens auteur Pim Blom het eerste boek voor lhbti+-personen over hoe succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Onder meer Randstad-ceo Sander van ’t Noordende, topambtenaar Abdeluheb Choco en Tweede Kamerlid Inez Kostić (Partij voor de Dieren) komen erin aan het woord. Het boek wil laten zien tegen welke obstakels lhbti+-professionals op de werkvloer aanlopen, maar ook dat afwijken van de norm geen belemmering voor succes hoeft te zijn.
Over diversiteit gesproken: ook het recente boek Hoofddoek op het werk breekt er trouwens een lans voor. Auteur Hanan Challouki heeft er een heldere en confronterende gids van willen maken voor werkgevers die écht werk willen maken van inclusie, en dan dus met name wat betreft moslimvrouwen.
Bonus #1: Expat-factor
Auteur: Michel Daenen
Boodschap: Hoe je van jouw bedrijf een plek kunt maken waar iedereen wil werken, ongeacht nationaliteit.
Officieel verschijnt dit boek pas 26 november, daags voor het congres Internationalisering van de Arbeidsmarkt. Maar laten we het werk van socioloog, veranderkundige en voormalig expat Michel Daenen nu maar alvast noemen, omdat het in elk geval een zéér actueel thema behandelt. Hoe word je een magneet voor internationaal talent? Hoe bouw je sterke multiculturele teams? Daenen behandelt het allemaal in deze praktische gids over ‘strategische expatbeleid’, aan de hand van de herkenbare metafoor van het tv-programma X Factor, en 4 pijlers: Ambition, Audition, Backstage en Performance.
Voor als we het al niet wisten, onderstreept een nieuw Indeed-rapport het nog maar eens. Welzijn op het werk is van levensbelang voor elke organisatie. En daarom ook iets dat elke recruiter zich zou moeten aantrekken. Van de ruim 1.500 door hen recent ondervraagde Nederlandse professionals zegt maar liefst 82% het belangrijk te vinden een bedrijf te vinden dat geeft om hoe je je voelt. Mensen met een laag welzijnsniveau op het werk zijn daarnaast 3 keer zo vaak actief op zoek naar een baan. En van de werkzoekenden zegt liefst 95% dat ze graag gegevens over welzijn willen inzien vóórdat ze ergens een sollicitatiegesprek aangaan.
Ware talentenmagneet
Wellbeing is een ware talentenmagneet, stelt het onderzoek. Veel kandidaten zoeken bijvoorbeeld tijdens sollicitatiegesprekken naar signalen over de werk/privébalans, zoals het gedrag van de interviewer en wat er besproken wordt. Komt de interviewer betrokken en empathisch over? Beschrijft hij of zij het team als ondersteund? Gaat het over de werk/privébalans? Het blijkt voor veel werkzoekenden min of meer doorslaggevend, aldus de onderzoekers van de vacaturesite.
Kandidaten blijken ook op andere manieren op zoek naar informatie over hoe bij jouw organisatie de welzijnscultuur eruitziet. Ze kijken daarvoor op je eigen website, maar doen daarnaast ook onderzoek op Indeed, Glassdoor of LinkedIn, of nemen contact op met huidige of voormalige medewerkers, zo blijkt. Een laag verloop, weinig burnouts, en flexibel kunnen werken zijn daarbij voor hen trouwens belangrijker indicatoren voor hoog welzijn dan bijvoorbeeld de aanwezigheid van programma’s voor mentale gezondheid, of duidelijke, meetbare doelen voor het welzijn van medewerkers.
Welzijn loont
Opvallend in het onderzoek: slechts 14% van de respondenten geeft aan te geloven dat bedrijven oprecht begaan zijn met het welzijn op het werk en hier dus ook oprecht prioriteit aan geven. Wel gelooft 44% dat hun eigen organisatie er alles aan doet om het welzijn van de medewerkers te verbeteren, en zegt 45% ook dat hun organisatie dit probeert te meten. Verstandig, aldus de onderzoekers van Indeed, want bedrijven waar het welzijn van medewerkers hoger is presteren ook op vrijwel alle fronten aantoonbaar beter dan organisaties waar medewerkers minder tevreden zijn – tot aan A.I.-adaptatie aan toe.
‘Dit gaat verder dan medewerkersbeleving’, aldus Kyle M.K. (foto boven), senior talentadviseur bij Indeed en auteur van het boek The Economics of Emotion. ‘Dit gaat over concurrerend blijven, vooroplopen in A.I.-ontwikkelingen en je bestaansrecht als bedrijf.’ Volgens het nieuwe Indeed-onderzoek stijgt het belang van wellbeing zelfs sterk: 34% van de respondenten zegt dat hun verwachtingen voor het welzijn op het werk hoger zijn dan een jaar geleden, en dit is met name het geval bij de jongste generaties (Generatie Z: 49%). Werk blijkt overigens ook nog steeds de grootste bron van stress voor mensen in het dagelijks leven.
‘Koplopers trekken het beste talent aan, achterblijvers verliezen hier terrein.’
Onder verwijzing naar het dit jaar verschenen boek Why Workplace Wellbeing Matters stellen de onderzoekers dat ‘de toekomst onzeker blijft, maar één ding in elk geval duidelijk is: bedrijven die mensen vooropstellen passen zich beter aan, scoren hoger op alle belangrijke HR-cijfers en presteren structureel beter dan de markt.’ Ook stellen ze: ‘Transparantie over werkwelzijn wordt belangrijk in employer branding. Koplopers trekken het beste talent aan, achterblijvers verliezen mogelijk terrein op de competitieve arbeidsmarkt.’ Een bijzondere en welkome boodschap, in de tijd dat de verzuimcijfers de pan uit rijzen.
Na het begin van de Russische invasie in februari 2022 verwachtten experts een sterke groei in de drone-industrie. Inderdaad volgde aanvankelijk wel een stijging, met een initiële piek van bijna 9.000 vacatures in het daaropvolgende kwartaal – een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. De absolute piek volgde in het derde kwartaal van 2023, met bijna 9.700 vacatures. Hoewel het aantal sindsdien al dalende was, is de scherpe terugval vanaf begin dit jaar met recht zorgwekkend te noemen. De cijfers van het jongste kwartaal liggen zelfs aanzienlijk lager dan eind 2021, nog vóór de oorlogsdreiging in de Europese landen voelbaar werd.
Van de onderzochte Europese landen hebben momenteel slechts 3 – Nederland, Spanje en Italië – méér drone-gerelateerde vacatures openstaan dan bij het uitbreken van de oorlog. Frankrijk, dat deze hele periode koploper is geweest, zag het aantal vacatures nu zelfs slinken naar het laagste niveau sinds het derde kwartaal van 2021. Ook Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk blijven opvallend genoeg onder hun vacatureniveau van begin 2022.
Brede expertise gevraagd
In heel Europa zoekt de drone-industrie vooral naar breed inzetbare technische profielen. De meest gevraagde functies worden aangevoerd door IT’ers, met name system en software engineers, waarbij vooral specialisaties in Java, DevOps en C/C++ gewild zijn. Naast de softwarekant is er uiteraard ook vraag naar mensen in productie en montage, waardoor technici in robotica, elektrotechniek en servicemonteurs onmisbaar zijn. In Nederland en Frankrijk zijn drones het sterkst verweven met de krijgsmacht, wat verklaart waarom in die landen soldaten en officiersberoepen prominent terugkomen in de vacatures.
Top 10 meest gevraagde functies
1
Systeemingenieur
2
Technisch medewerker
3
Software engineer
4
Dronepiloot
5
Monteur/mechanicus
6
Militair/defensieberoepen
7
Servicemonteur/technicus
8
Projectleider
9
Programmeur C, C++
10
Mechanisch ingenieur
Urgentie politiek vs realiteit
‘Je zou verwachten dat het aantal aan drone-gerelateerde vacatures zou zijn geëxplodeerd bij de Europese defensie-industrie. Daar zien wij echter geen bewijs van’, aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur arbeidsmarkt bij Intelligence Group. ‘Dit ligt in lijn met de totale vraag vanuit deze industrie, die in Q1 en ook in Q3 van 2025 nog weinig signalen geeft van sterke groei in vraag naar mensen. Het wervingsniveau en daarmee ook tekenen van urgentie om sterke groei te realiseren in deze industrie, zijn nog maar zeer beperkt waarneembaar. De urgentie waar de politiek over praat, zien we niet terug in aantrekkende vraag bij de defensie-industrie.’
De vraag blijft of de Europese drone-industrie eigenlijk wel snel genoeg kan opschalen om aan de strategische behoeften te voldoen, of dat de kloof tussen politieke retoriek en industriële capaciteit voorlopig blijft bestaan. ‘Juist nu Europa zich moet voorbereiden op een periode van mogelijk verminderde Amerikaanse militaire steun en een aanhoudend conflict aan zijn oostgrens, is een versnelde opbouw van eigen defensiecapaciteit van groot belang’, schetst Waasdorp.
Wie in de arbeidsmarkt actief is, merkt dat het andere tijden zijn dan een paar jaar geleden. De flexmarkt staat stevig onder druk, de werkloosheid loopt (heel lichtjes) op, en voor het eerst in jaren waren er recent zelfs weer eens meer werklozen dan vacatures. Zowel bijvoorbeeld gemeentes als de IT-arbeidsmarkt meldden recent tientallen procenten minder vacatures in hun branche. En ook merken veel recruiters dat er bij vacatures weer veel meer sollicitanten zich aanmelden. Wie dit zo op een rijtje zet, zou al snel kunnen concluderen dat de krapte wel voorbij is. Maar deze 5 signalen laten zien dat de werkelijkheid er wel eens anders uit kan zien:
#1.In 13 regio’s nog ‘zeer krap’
Elk jaar brengt het UWV de situatie op de 35 Nederlandse arbeidsmarktregio’s in kaart. In de jongste, deze week verschenen rapportage blijkt dat nog altijd in meer dan 1 op de 3 regio’s de situatie als ‘zeer krap’ te kenschetsen is, vooral in Midden-Utrecht, Zeeland, Gorinchem en FoodValley. En ook in sectoren als de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en veiligheid, maar ook de techniek, ICT en bouw & installatie zijn de personeelstekorten nog altijd groot, aldus arbeidsmarktadviseur Suzanne IJzerman. ‘Er kan bijvoorbeeld minder gebouwd worden en de energietransitie stagneert, onder andere door gebrek aan personeel.’
#2.Duitsland zet bazooka in
Over de bouw en de energietransitie gesproken: daar neemt de concurrentie in de slag om het talent de komende jaren flink toe, verwacht ABN Amro. In een investeringsanalyse hebben ze het zelfs over ‘de Duitse bazooka‘, vanwege de grootschalige investeringen in defensie en infrastructuur, alleen het laatste al ter waarde van zo’n 500 miljard. Omdat Duitsland in die sectoren zelf ook al schaarste kent, zal dit de vraag naar bouwpersoneel en energie-experts ook in Nederland verder aanwakkeren, verwachten de bankiers, en de druk op lonen verhogen.
Niet alleen de bouw en (energie)infrastructuur blijven kampen met grote (en groeiende) tekorten, dat geldt bijvoorbeeld ook voor de transport en logistiek. Het aantal vacatures blijft hier hoog en groeit zelfs weer iets, en het aantal vrachtwagenchauffeurs daalt verder, blijkt uit de nieuwste Sectormonitor van sectorinstituut STL. Werkgevers zeggen hier de personeelstekorten ook nog altijd als de grootste belemmering te ervaren voor hun bedrijfsvoering. Vergrijzing speelt overigens daarbij een grote rol. Er zijn steeds meer werknemers boven de 55, terwijl het aandeel jongeren afneemt. De gemiddelde leeftijd van chauffeurs steeg naar 45,5 jaar.
#4.Steeds meer voltijders
Nog een teken dat de krapte nog altijd groot is: het aantal Nederlanders met een voltijdsbaan zit nog altijd in de lift. Tussen 2014 en 2024 nam het zelfs met 15% toe, met name dankzij vrouwen, waar het aandeel met een voltijdbaan in die tijd maar liefst 33% toenam. Nederland mag dan bekend staan als deeltijdland, maar de afgelopen jaren zijn alle werkende Nederlanders gemiddeld wel meer uren gaan maken, blijkt uit een analyse van Nationale Vacaturebank op basis van CBS-cijfers. Vergeleken met 2014 werken vrouwen nu 2,4 uur meer in de week. Bij mannen gaat het om een toename van 0,2 uur.
Vergeleken met 2014 werken vrouwen nu 2,4 uur meer in de week. Bij mannen gaat het om een toename van 0,2 uur.
‘Het is al langer bekend dat een groot deel van de vrouwen meer wil werken. Dit zien we nu ook in de praktijk terug’, zegt Sharita Boon, directeur van Nationale Vacaturebank. ‘Het beeld dat vrouwen alleen in deeltijd willen werken is daarmee echt achterhaald. Bij mannen zien wij dat ze juist wat vaker in deeltijd zijn gaan werken.’
#5. Brandbrief aan ministers
Een sector waar de personeelstekorten waarschijnlijk nooit meer zullen verdwijnen, is natuurlijk de zorg. Het aantal vacatures is daar nog altijd groot en groeiende. En de situatie rondom handhaving van de Wet DBA heeft het er sinds begin dit jaar voor de zorgorganisaties ook niet makkelijker op gemaakt. Eerder deze maand leidde dit bijvoorbeeld tot een ‘brandbrief‘ van 14 zorgaanbieders uit West- en Midden-Nederland aan 3 ministers, met de ‘dringende oproep’ om maatregelen te treffen en samen te werken ‘structurele randvoorwaarden’ die vooral de langdurige, complexe zorg haalbaar en uitvoerbaar moeten houden.
Het water staat de organisaties aan de lippen, zo laten ze weten. Maar in de GGZ, de jeugdzorg en de kinderopvang is het bijvoorbeeld weinig anders. Het personeelstekort in de zorg speelt overigens in het hele land, maar in sommige regio’s nog meer dan in andere. In krimp- en grensregio’s wonen bijvoorbeeld meer ouderen, maar juist minder zorgmedewerkers. Specialistische zorgafdelingen sluiten daardoor noodgedwongen, waardoor mensen verder (nóg) moeten reizen voor de juiste zorg. De krapte voorbij? In de zorg is daarvan dus zeker nog geen sprake.
Conclusie
Het mag dan misschien lijken of de grootste personeelstekorten verdwenen zijn, en A.I. de komende jaren ook nog eens voor meer werkloosheid gaat zorgen, in werkelijkheid zijn er genoeg signalen die laten zien dat de krapte in veel sectoren juist nog steeds aan de orde van de dag is. En zonder over de grens te kijken, of buiten de traditionele kaders te denken, wordt het alleen maar lastiger om die tekorten in te lossen, en lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat de totale arbeidsmarkt in Nederland weer als ‘zeer krap’ te karakteriseren is.
Meer weten?
Hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onzeker. Maar op 9 december vindt wel weer het jaarlijkse congres Arbeidsmarkttrends plaats. En dat dit ook dit jaar interessant wordt, met sprekers als Mathijs Bouman, Aad van der Werf, Caroline Tervoort-Visser en Jeroen Klerkx (Picnic), dat is welhaast een zekerheidje.
Banenmarkten zijn er genoeg. Maar de landelijke Nationale Werkbezoekdag, dit jaar op 19 november, wil dat juist níet zijn. Het is een dag waarop netwerken centraal staat, aldus Josée Blanken, directeur van de organiserende stichting JobOn. En juist dat blijkt te werken. ‘Voor werkgevers is het een heel laagdrempelige manier om in contact te komen met mensen die in je bedrijf geïnteresseerd zijn’, zegt bijvoorbeeld Klaas-Jan Gorter, projectadviseur bij Instituut Gak. ‘Mensen mogen gewoon langskomen, vragen stellen en sfeer proeven. Je kunt heel veel informatie krijgen en gaat helemaal opgeladen weer naar huis.’
‘Ook wie niet direct een baan vond, hield waardevolle contacten over. Deze manier van netwerken werkt écht.’
En soms leidt dat heus tot min of meer directe matches. Frans Zuidam, adviseur arbeidsmarktcommunicatie bij de gemeente Lingewaard, zag dat met eigen ogen. ‘De eerste keer dat we dit deden, anderhalf jaar terug, kwamen er 70 mensen naar ons toe. Een geweldige score, maar een jaar later waren het er zelfs 105′, vertelt hij. ‘Tijdens onze eerste Werkbezoekdag zijn 3 mensen aangenomen en 2 jongeren vonden een stageplek. Een jaar later kwamen er zelfs 4 mensen in dienst. Ook wie niet direct een baan vond, hield waardevolle contacten over. Deze manier van netwerken werkt écht.’
De deuren open
Tijdens de Nationale Werkbezoekdag openen voor 1 dag openen honderden werkgevers in heel Nederland hun (digitale) deuren voor werkzoekenden. Inmiddels hebben zich voor 19 november dit jaar al meer dan 1.000 werkzoekenden aangemeld. Het doel: samen de krapte op de arbeidsmarkt aanpakken, op een laagdrempelige manier – zonder sollicitatiebrieven of drempels. Josée Blanken: ‘Werkzoekenden kunnen ontdekken of een organisatie, branche of functie bij hen past. Werkgevers krijgen de kans om talent te ontmoeten dat anders buiten beeld blijft. Een unieke gelegenheid om de organisatie in de schijnwerpers te zetten.’
‘Een unieke gelegenheid om je organisatie in de schijnwerpers te zetten.’
De Nationale Werkbezoekdag vindt dit jaar voor de dertiende keer plaats. Honderden werkgevers openen dan hun deuren zodat nieuwsgierige werkzoekenden (op afspraak) kunnen langskomen voor een netwerkgesprek, waarmee werkzoekenden inzicht kunnen krijgen in vacatures, het bedrijf én de branche van deelnemende organisatie. Aanmelden is nog mogelijk. Op 5 november van 9 tot 10 uur organiseert de stichting ook nog een kennissessie voor werkgevers over de Werkbezoekdag.