De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in maart 2023

Maart 2023 was in de eerste plaats natuurlijk vooral de maand van BBB-stemmen-trekker Caroline van der Plas, maar vergeet ook de val van Tom Egbers (met een wel heel onwelriekend staartje) en Credit Suisse niet, om nog maar te zwijgen van de ophef over lentekriebels (en in Amerika zelfs over Michelangelo’s David) en in Frankrijk de verhoging van de pensioenleeftijd.

Maart 2023 was natuurlijk vooral de maand van BBB-stemmen-trekker Caroline van der Plas.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ramadan, Oekraïne, de winst van Feyenoord in de ArenA, wéér een IPCC-rapport met nu echt de allerlaatste waarschuwing voor naderend klimaat-onheil. Kortom, genoeg om je weer druk over te maken. Maar wat gebeurde er in maart 2023 eigenlijk allemaal dat recruiters moeten weten? Een beknopt overzicht:

#1. Is this the bus to Diemen?

De nieuwssites hadden het niet opgepikt, maar het lijkt al met al toch een behoorlijk majeure verandering: in de regio Amsterdam wordt bekeken om voortaan ook Engelstalig personeel toe te laten op de bus. Dit teneinde de grote personeelstekorten in het openbaar vervoer in de regio op te vangen. In de hoofdstad, waar je in de horeca ook al vaak in het Engels wordt toegesproken, mag het misschien geen schok zijn, maar voor veel OV-gebruikers waarschijnlijk toch een verrassing. De vervoerregio kijkt nu onder meer samen met het CBR om ook de examens in het Engels af te nemen.

#2. Wet Gelijke behandeling behandeld

Het heeft even geduurd, maar de Wet toezicht op gelijke behandeling bij werving en selectie werd in maart 2023 eindelijk behandeld – en goedgekeurd – in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Als straks ook de Eerste Kamer instemt, moeten werkgevers met 25 of meer werknemers voortaan hun anti-discriminatiebeleid voor werving en selectie van personeel schriftelijk vastleggen. Zo niet, dan kun je een boete van de Arbeidsinspectie tegemoet zien.

‘Meneer heeft een snor en dus iets te verbergen.’

Werkgevers hoeven niet helemaal met de handen in het haar te zitten hierover. Zo ondervangt de Recruitercode al veel van de mogelijke problemen. Dus als je die tekent, ben je al een heel eind. En bovendien belooft het Rijk met hulpmiddelen te komen om werkgevers hierbij te helpen zoals een e-learning en het delen van goede voorbeelden, voor zowel bij de selectie (‘wie nodigen we uit?’) als bij de sollicitatiegesprekken. Zodat afwijzingen als ‘Meneer heeft een snor en dus iets te verbergen’ hopelijk voortaan tot het verleden kunnen gaan behoren…

#3. Extra (semi-)ambtenaren = extra krapte?

Heeft de expansiedrift van de overheid de krapte op de arbeidsmarkt verder aangewakkerd? Die conclusie kun je wel trekken uit een rapport van PwC, dat de productiviteit in de laatste 6 jaar bij de 50 grootste uitvoeringsorganisaties in Nederland op een rij zette. Het aantal ambtenaren bij uitvoeringsorganisaties groeide in de door PwC onderzochte periode met 12%. Dat leverde slechts 3% meer productiviteit op. ‘Als uitvoeringsorganisaties van de overheid de markt qua productiviteitsgroei hadden bijgehouden, had dit tienduizenden mensen kunnen vrijspelen’, aldus onderzoeker (en oud-ambtenaar) Selwyn Moons.

Terwijl het aantal ambtenaren bij uitvoeringsorganisaties met 12% groeide, steeg de productiviteit met slechts 3%.

Bij de 50 organisaties zijn in totaal zo’n 210.000 mensen in (vaste) dienst. De lage productiviteit is er een probleem omdat er steeds meer mensen nodig zijn voor een groeiende hoeveelheid werk. In gewerkte uren nam sinds het eerste kwartaal van 2020 de werkgelegenheid in de publieke sector toe met 7,5% en in de marktsector met 2,2%. De overheid draagt daardoor sterk bij aan de huidige tekorten op de arbeidsmarkt, aldus mede-PwC-onderzoeker Sander van Veldhuizen, die als oorzaak onder meer hoge externe inhuur en omvang van het takenpakket en lage kwaliteit van de ICT ziet.

#4. Deliveroo afgeserveerd

Ook weer veel ophef en nieuws in de wereld van de zzp’ers in maart 2023. Het begon met het onderzoeksrapport van de Universiteit Maastricht over de Uber-app, waaruit bleek dat Uber-chauffeurs gemiddeld 32,32 euro per uur verdienen, slechts 15% van de chauffeurs meer dan 38 uren per week in de app actief is, ze gemiddeld 25 uren per week online via de app actief zijn en slechts 36% uitsluitend via Uber werkt – de meesten hebben nog een andere baan ernaast. Hoewel de onafhankelijkheid van het onderzoek meteen betwist werd, bood het volgens kenner Martijn Arets wel ‘waardevolle inzichten die bijdragen aan een rijker debat.’

En dan hadden we de uitspraak van de Hoge Raad over Deliveroo nog niet eens gehad. Heel ander verhaal, maar toch ook weer niet. Want eind maart oordeelde de hoogste rechter dat bezorgers van (de inmiddels uit Nederland vertrokken) maaltijdbezorger werknemers waren, en dus geen zelfstandige ondernemers. Lagere rechtbanken kwamen eerder al tot die conclusie, maar het van oorsprong Britse bedrijf ging telkens in beroep. Totdat nu dus ook de Hoge Raad in het nadeel van Deliveroo oordeelt, een uitspraak die ook gevolgen kan hebben voor andere sectoren en bedrijven die met veel zelfstandigen (zeggen te) werken.

#5. Baan + huis voor jonge bouwers

Een woning cadeau als je een baan accepteert, in de strijd tegen de krapte, dat kenden we al. Maar wat VDR Bouwgroep in Deventer doet, gaat nog een stapje verder. Het bedrijf haalde in maart 2023 het nieuws met hun project waarbij bouwers-in-opleiding gewoon hun eigen nieuwe appartement in elkaar mogen zetten. Als leer/werktraject dus, maar later ook als eigen woning. Een idee van Peter Meerman van het eigen opleidingsbedrijf VDR BouwTalent. ‘We hebben een tekort van 30.000 mensen in de bouw. Daar wilden wij iets aan doen’, zei hij tegen Trouw hierover.

De studenten krijgen de appartementen niet voor niets, maar betalen ook niet wat de huur op de vrije markt zou zijn. Bovendien zijn ze niet verplicht om bij VDR te blijven werken. ‘We zien dit opleidingstraject als een succes als van de 10 leerlingen er uiteindelijk 2 of 3 voor ons bedrijf kiezen’, aldus Meerman. ‘Ik vind het ideaal. Ja, die kans krijg je niet zomaar”, vult de nog geen 20-jarige timmerman-in-opleiding Lucas Achterhoek aan.

#6. Exitgesprek vaak ‘gemiste kans’

Op de krappe arbeidsmarkt durven steeds meer werknemers van baan te wisselen. Maar uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, SER Diversiteit in Bedrijf en Stichting InclusieNL blijkt dat bijna de helft van de bedrijven (zo’n 45%) niet registreert waaróm personeel ontslag neemt. Bovendien blijkt slechts 15% van de organisaties tijdens het exitgesprek te vragen naar de ervaren inclusie op de werkvloer, bijvoorbeeld door te vragen of de medewerker zich veilig en gewaardeerd voelde op de werkvloer. Een gemiste kans, aldus hoogleraar Jojanneke van der Toorn.

‘Het is natuurlijk zonde als je bij het exitgesprek erachter komt dat je het vertrek had kunnen voorkomen.’

In de handreiking Exitgesprekken: een schat aan informatie bepleit ze samen met haar mede-onderzoekers ervoor dat organisaties de inzichten uit hun exitgesprekken kunnen gebruiken om de processen rondom werving, selectie en doorstroom van medewerkers inclusiever te maken en daarmee het werkklimaat te verbeteren. Van der Toorn: ‘Ook heeft het meerwaarde om regelmatig informatie op te halen bij zittende medewerkers om vervolgens initiatieven te nemen gericht op het behoud van medewerkers. Het is natuurlijk zonde als je er bij het exitgesprek achter komt dat je het vertrek had kunnen voorkomen.’

#7. Iedereen manager, dat scheelt geld

Is het je ook opgevallen hoeveel mensen ‘manager’, ‘director’ of ‘CEO’ in hun functieprofiel hebben staan? Als het gaat om Amerikanen, is het niet alleen ijdelheid, maar kan de reden wel eens prozaïscher zijn dan je denkt. Er is daar namelijk een wet die bedrijven ontziet van de plicht om minimaal 150% van het loon voor overuren te betalen, als het de overuren van een manager betreft. En uit in maart 2023 verschenen onderzoek blijkt die het effect te hebben wat je verwacht: nadat de wet was ingegaan, plaatsten bedrijven bijna 5 maal zoveel vacatures met woorden zoals ‘manager’ in de titel dan daarvoor.

Toen de wet uitbetaling van overuren ging verplichten, behalve voor managers, kwamen er ineens 5x zoveel managers.

Naar schatting van de onderzoekers hebben bedrijven hiermee hun loonkosten voor overuren met zeker 13,5% verlaagd, ‘voor elke strategische “manager” die tijdens onze steekproefperiode is aangenomen‘. Het gaat dan bijvoorbeeld om functies als een ‘manager klantervaringen’ of ‘Director of First Impressions’, in plaats van een ‘medewerker servicebalie’. Dit gebeurt vooral in sectoren waar bedrijven toch al een sterkere onderhandelingspositie hebben, concluderen de onderzoekers. 

#8. Cartoon van de maand

Bron: van9tot5

Iets over het hoofd gezien?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we trends en ontwikkelingen voor iedereen in de wereld van recruitment. In maart 2023 iets belangrijks over het hoofd gezien? Meld het ons!

Beluister de podcast

Liever luisteren? Martijn Hemminga en Peter Boerman maken ook elke maand een podcast over dit nieuwsoverzicht. Beluister hier de meest recente opname:

Lees ook

Beeld boven

Nog nooit zóveel inzendingen voor Werf& Awards (maar wie durft nieuwe vijvers te zoeken?)

Mocht er nog iemand aan twijfelen dat in 2022 de arbeidsmarkt krapper was dan ooit tevoren, dan hebben we nu het ultieme bewijs in handen. Meer dan 70 (!) inzendingen kwamen binnen voor de Werf& Awards van dit jaar, een absoluut record, ruim 20 meer dan bij het voorgaande record. En het is niet alleen de kwantiteit, maar we kunnen ook rustig stellen dat over de hele linie de kwaliteit ook nog eens indrukwekkend is.

Het is een feest om door al die inzendingen te mogen bladeren.

Het is een feest om door al die inzendingen te mogen bladeren. Omdat het inspireert, omdat het laat zien dat het vak écht volwassen aan het worden is, en omdat de verscheidenheid zo groot is. Dat viel ook juryvoorzitter Marion de Vries bij de rijke oogst meteen op. ‘Er is een verrassende diversiteit aan inzendende organisaties. En ook van veel communicatiebureaus. Heel veel partijen zijn met arbeidsmarktcommunicatie bezig, zo blijkt.’

Opvallend: weinig zorg

Het gaat te ver om álle inzendingen hier te bespreken. Dat laten we over aan de vakjury, die hier onder meer op 30 maart ruim de tijd voor neemt. Maar een paar dingen vallen wel op. Zoals de zorg, die dit jaar lijkt te schitteren door afwezigheid. Van eerdere jaren herinneren we ons bijvoorbeeld nog levendig de spraakmakende cases van het sollicitanten-spreekuur van het Reinier de Graaf-Ziekenhuis, of de klompen van het Franciscus Gasthuis & Vlietland. En gezien ‘alarmfase rood‘ in de zorg zou je dit jaar misschien nog wel meer van zulke cases verwachten.

Maar eerlijk gezegd valt de oogst wat dat betreft dit jaar wat tegen. Niets ten nadele van de inzendingen van bijvoorbeeld Van Neynsel, of bijvoorbeeld het gezamenlijke vacatureportaal van Jobchain, de matchtool van het Amsterdam UMC, de geslaagde marketingcampagne van Happy Nurse, of het nieuwe WerkenBij-platform van Partou. Maar ze weerspiegelen zo op het eerste gezicht toch niet helemaal de enorme tekorten in de sector.

Wel veel volumewerving

Dat kun je dan weer niet zeggen van de ‘volumewerving’, want die zien we wel veelvuldig terug. Meest in het oog springend zijn waarschijnlijk de ook al eerder beschreven beveiligers-cases van Schiphol en het Rijksmuseum, maar vergeet ook de bezorgers-cases niet van bijvoorbeeld New York Pizza (een mooi vervolg op de ruimtereis van vorig jaar), en Leen Bakker of de verkopers van Kwantum, of de werving van buschauffeurs van TransDev. Ook in deze categorie opvallend: de inzendingen van Just Eat Takeaway (variërend van een 24/7 hybride Whatsapp-oplossing tot een refer-a-friend game).

‘Eindelijk’ zien we ook veel cases rondom referral terug.

Over referral gesproken: het is eigenlijk voor het eerst dat we daar veel cases van terugzien. ‘Eindelijk’, verzucht juryvoorzitter De Vries. Want referral wordt al lang als extreem effectief recruitmentmiddel gezien, maar inzendingen waren de afgelopen jaren met een lantaarntje te zoeken. Dat is dit jaar wel anders, met de eerder genoemde Just Eat Takeaway-case dus, maar ook met een mooi én effectief rad van fortuin bij EIFFEL, en Heineken, dat via Nielson zijn eigen medewerkers weet te motiveren. En zullen we de Superhelden-case van Visma | Raet hier ook maar onder scharen?

Er mag gezongen worden

En nu we het net over Nielson hadden: sowieso valt op dat er dit jaar veel muziek in arbeidsmarktcommunicatie zit. Niet alleen zocht kunstmestfabrikant YARA zijn doelgroep op festival Crammerock op, en greep Xebia terug op de 90’s en 00′s voor een wervelende alumnidag, de NS liet eigen conducteur Linda van Dijk zingen over topteams. En dan hadden we ook nog rapper Tijn met zijn eigen geschreven KPN-rap, en – als klap op de vuurpijl: de vrolijke hit van Klink-Nijland infra, die Doppen’s Textiel het stratenmakersvak op aanstekelijke wijze liet bezingen en daar (lokaal) een dikke hit mee scoorde.

Andere rode draad was de verdere opkomst van podcasts en videoseries, meestal niet direct gericht op werving, maar op het neerzetten en meer vertellen over een bepaald thema of employer brand. Speciale vermelding verdient hier bijvoorbeeld de fraaie dramaserie van Evean, met onder meer Hetty Heiting, maar ook de niet-gescripte videoserie van DNB over diversiteit en inclusiviteit, de 6-delige serie ‘eerlijke gesprekken’ van Cordaan of de videoserie van Hoppenbrouwers rondom vrouwen in de techniek. Qua podcasts bleef de oogst trouwens beperkt tot YoungCapital, die hiermee 40 influencers over werk liet praten.

Veel games en ‘grote’ campagnes

Wat vooral opviel aan de inzendingen dit jaar, en waar de krapte vast een oorzaak van is, waren de vele ‘grote campagnes’. De Dienst Justitiële Inrichtingen, maar bijvoorbeeld ook Conclusion (‘Verschil moet er zijn’), House of Beta (‘Choose Hard’) APG, Tata Steel, de Nederlandse Loterij, de Jong & Laan en KLM (met pratende koffers voor bagagepersoneel én avonturen-animatie voor IT’ers) vallen op met hun behoorlijk integrale en vaak verrassende employer branding-aanpak.

Over IT’ers gesproken. Daar werd wel weer als vanouds van alles voor uit de kast gehaald. Van speeddaten in de Metaverse (zoals bij Inkubis) tot de speelse ‘AAN’-campagne van Ictivity, de ‘eerste keer’-video’s van Conclusion MBS, de 100 goede redenen van Alliander, en de 8 inspiratievideo’s van Defensie (die zich ook richten op medewerkers in de techniek, logistiek en zorg). En misschien nog wel het grootst in deze categorie was het ‘Masterplan’ van Deloitte, dat bèta-studenten tot een grootschalige gaming-wedstrijd ‘op professioneel niveau’ verleidde.

Deloitte organiseerde voor bèta-studenten een grootschalige gaming-wedstrijd ‘op professioneel niveau’.

Games maakten sowieso een belangrijk deel uit van alle inzendingen. Zo lanceerde Randstad de zogeheten Randstad Career Mode om gaming skills te vertalen naar een echte baan. En TOPdesk zette de games van BrainsFirst in om het profiel van een kandidaat te achterhalen. Andere inzendingen op dit gebied: de 8-bit Queeste van de Rijksoverheid, en de innovatieve Ambu-Game, waarmee Recruitment Moves en FixVision kandidaten voor Ambulancezorg Haaglanden aan een je 360-graden ervaring hielpen.

Vaak op jongeren gericht

Bij de games viel op dat ze zich vooral op jongeren richten. En dat blijkt in veel meer inzendingen terug te komen. Zo jong als de doelgroep van de Stichting Vakbekwaamheid Horeca zagen we ze niet veel. Maar de inzendingen van GetJobsDone, de salarischeck van The Super Nice People, de ‘crazy careers‘ van Talent&Pro, de ‘Leef je uit in de techniek’-campagne van (opnieuw) Hoppenbrouwers, het paracetamol-doosje van JAM, de trainees van VodafoneZiggo en ook de full candidate journey van RAFT en Dertec richten zich onmiskenbaar niet op de ouderen onder ons, maar juist op de steeds schaarsere jongere.

Wat dat betreft dan ook complimenten voor BCC Elektrospeciaalzaken, dat via de ‘Blijf-bezig-baan’ besloot de rode oceaan te verlaten en de blauwe oceaan op te zoeken van de oudere werkzoekende. Het is sowieso een van de weinige voorbeelden onder de inzendingen die ervoor koos nieuwe vijvers aan te proberen te boren. Vooruit, eventueel met ‘Smitter voor een dag‘ van Recruitment Now erbij gerekend, en de ‘Oekraïense’ inzending van Babbage Company. Maar verder lijken er toch weinig organisaties het (nog) aan te durven het roer grootscheeps om te gooien.

Er kwamen in de categorie ‘Arbeidsmarktcommunicatie’ dit jaar bijna 2 keer zoveel inzendingen binnen als voor ‘Recruitment’.

Sowieso valt op dat het met name arbeidsmarktcommunicatie is wat de klok slaat. Er kwamen in de categorie ‘Arbeidsmarktcommunicatie’ dit jaar ook bijna twee keer zoveel inzendingen binnen als voor ‘Recruitment’, een categorie die zich van oudsher meer op innovatie in het (selectie)proces richt. Een teken dat in tijden van krapte organisaties wel vol op het orgel gaan om hun boodschap naar buiten te brengen, maar intern nog minder vernieuwen? Of het moeten drempelverlagende acties zijn, zoals het kopje koffie bij Hoppenbrouwers. Iets voor volgend jaar misschien?

Allemaal lokaal

Wat juryvoorzitter De Vries trouwens wel positief opvalt: de regionale aanpak die veel organisaties kiezen. ‘Heel verstandig in een tijd dat veel mensen niet langer dan 30 minuten willen reizen’, zegt ze. Dan doelt ze bijvoorbeeld op de wel héél regionale aanpak-met-een-knipoog van de Brabantse René van CSB straight outta Buul. Of het op de nabije omgeving gerichte Tata Steel Festival. En ook de pop-up-wervingswinkel van Defensie op Utrecht CS kun je hier met enige fantasie wel toe rekenen.

Nu we toch in Utrecht zijn: nergens anders leek de inzendingsbereidheid zo groot als hier. We noemden al Utrechtzorg, maar opvallend genoeg zonden ook zowel de provincie als de gemeente hun campagne in, als enige lagere overheden dit jaar. Zou er iets in het water zitten daar?

De categorie ‘overig’

En dan hebben we ten slotte ook nog de categorie ‘overig’. Altijd leuk, omdat hier meestal de meest bizarre verrassingen opduiken. Zoals de vacature in de vorm van een tattoo, van Special Ops, maar ook – iets onschuldiger – de ‘Sollicitatie Andersom’ van Randstad. Of Heyu, dat ook al zegt de rollen op de arbeidsmarkt te willen omdraaien.

Hier kunnen ook alle bureaus vermeld worden, die allemaal zo hun eigen oplossing gevonden hebben voor de krapteproblemen. Zoals 365Werk, dat zijn uitzendkrachten direct uitbetaalt. Of AB Midden Nederland, dat samen met UBO Agency een heel nieuwe kandidaatreis ontwierp. Of het op life sciences gerichte recruitmentbedrijf Panda, dat zich wil onderscheiden met een 4-daagse werkweek voor iedereen. Ook TOPdesk maakte van zijn interne aanpak een case, net als Neurofactor, dat een heel nieuw neurowetenschappelijk recruitmentmodel inzond.

Opvallend: bij de inzenders veel bureaus met hun eigen oplossing voor de krapte.

En dan sluiten we hier de rij af met de Sourcing Benchmark van Cooble en Cowboys, de online cultuurscan voor accountants- of belastingadvieskantoren van van Finch Online en hier als allerlaatste: de allereerste inzending van dit jaar: het interactieve ‘sollicitatiegesprek’ van Personato. En hebben we ze stiekem dan toch allemaal benoemd? Zou kunnen…

Meer weten?

Kijk voor meer informatie bij Werf& Awards.

Lees ook

Mathijs Bouman: ‘We moeten durven investeren in baanvernietiging’

Hij ziet ze nog vaak, zegt Mathijs Bouman. Van die wethouders die ergens trots een distributiecentrum openen, omdat er daarmee weer een paar handjesvol arbeidsplaatsen zijn gecreëerd. Maar zouden we daar wel zo trots op moeten zijn, in de huidige arbeidsmarkt, zo vraagt de bekende econoom en journalist zich af. ‘Eigenlijk zou de lokale mkb’er dan boos moeten opstaan en moeten zeggen: maar dan heb ik niemand meer om biertjes uit te serveren!’

‘Elke arbeidsmarktspecialist zou nu ook een specialist baanvernietiging moeten zijn.’

We zijn op de arbeidsmarkt inmiddels zover gevorderd dat we niet meer zouden moeten focussen op baancreatie, maar eerder op baanvernietiging, zo hield Bouman zijn publiek voor, tijdens de op 23 maart gehouden Total Talent Summit in Breda. ‘Elke arbeidsmarktspecialist zou ook een specialist baanvernietiging moeten zijn. Ik denk zelfs dat het overleven van je bedrijf afhangt van in hoeverre je hierin durft te investeren.’ Meer robotisering is hard nodig, benadrukte hij. Want alleen zo kunnen we volgens hem de economie op peil houden. In elk geval niet meer door meer te gaan werken met z’n allen.

Tomaten uit het Westland

De econoom zei ‘niet te geloven in bullshit banen. Maar als ik bijvoorbeeld naar het Westland kijk, waar we Polen binnenhalen om tomaten te kweken die we daarna weer naar het buitenland sturen, dan kun je je wel afvragen waarom we dat in Nederland doen.’ Hij pleitte ervoor dat we in Nederland ‘beter gaan kiezen wat we nou eigenlijk willen worden als we groot worden.’

De situatie op de arbeidsmarkt is zodanig dat we niet langer moeten kijken naar hoe we banen kunnen creëren, maar eerder hoe we banen kunnen vernietigen, zegt Mathijs Bouman. 'Elke arbeidsmarktspecialist moet nu ook specialist baanvernietiger worden.'

Oftewel: niet alles kan overal, om het maar in woorden van Johan Remkes te zeggen. ‘Maar daar heb je wel wethouders en ministers voor nodig die dat ook durven te zeggen. En misschien moeten we er ook een mechanisme voor verzinnen. Bijvoorbeeld door ook een huisvestingsverplichting op te leggen als je arbeidsmigranten naar hier haalt. En door te stoppen met vaak impliciete subsidies voor dit soort projecten.’

Blijvend fenomeen

Volgens Bouman is de krapte op de arbeidsmarkt een blijvend fenomeen. En wordt de situatie de komende jaren alleen maar erger. Zeker ook omdat ook in Oost-Europa de vergrijzing toeslaat. En op het gebied van onbenut arbeidspotentieel de voorraden ook sterk slinken. ‘Het echte probleem in Nederland is dat er te weinig mensen zijn. Dat is zo extreem dat ik me verbaas dat het niet hét hoofdthema is van elke economische discussie. En het is het afgelopen jaar alleen maar zorgelijker geworden.’

‘Wat het overheidsbeleid betreft zijn we de afgelopen jaren eerder erop achteruit dan vooruit gegaan.’

De politiek helpt ook al niet mee, zegt hij. ‘Ik heb nog maar even het rapport van Peter Bakker uit 2008 erbij gepakt, van voor de kredietcrisis. Dat ging wel over krapte. Maar daar is jarenlang niets mee gedaan. Wat dat betreft zijn we de afgelopen jaren eerder erop achteruit dan vooruit gegaan.’ Het heeft ook te maken met oude, vastgeroeste denkpatronen, zegt hij. ‘Als je een boek schrijft over de economie in 21ste eeuw dan móét het eerste hoofdstuk gaan over de demografie. Het is de eeuw van de afnemende beroepsbevolking, van te weinig mensen, te veel werk. Kom daar maar eens om in de jaren 90 van de vorige eeuw.’

Mooie slides

Bouman had weer een stapel mooie slides meegenomen naar Breda. Zo liet hij zien dat vooral in Zeeland de vacaturegraad hoog is. ‘Die hebben een groot probleem, vooral met hoger opgeleiden, die niet terugkomen na hun studie. Voor de beste campagnes moet je naar Zeeland gaan. Het is echt heel mooi hoe ze dat doen, maar het helpt nog steeds niet.’

Ook blijft de langdurige werkloosheid maar dalen, liet hij zien. ‘Op dit moment gaat het echt nog maar om 57.000 mensen die langer dan een jaar werkloos zijn. Veruit de meesten, 110.000, zijn korter dan 1 maand werkloos. En nog eens 97.000 tussen de 1 en 3 maanden. Dat is echt heel bijzonder. Sterker nog: dat zou wel iets langer mogen. Dan hebben mensen wat meer rust om te kiezen voordat ze aan een nieuwe baan beginnen.’

Enorme participatie

Wat ook heel bijzonder is, zo merkte Bouman op: de enorme groei in de participatie in Nederland. Zo’n 50 jaar geleden was de arbeidsparticipatie nog geen 57%, zo hield hij zijn publiek voor. De afgelopen jaren is dit echter gestegen tot bijna 85%. ‘En dat in een rechte lijn, dwars door alle kabinetten heen, links of recht, recessie of niet. Het is eigenlijk ongelooflijk.’ Al zei hij er ook bij dat het waarschijnlijk ‘nu wel zo’n beetje klaar is. We kunnen natuurlijk ook niet veel hoger.’

De situatie op de arbeidsmarkt is zo krap, zegt Mathijs Bouman, dat 'elke arbeidsmarktexpert nu ook expert baanvernietiging moet worden.'

Nog een paar grote veranderingen op de arbeidsmarkt: in 1971 bestond de populatie werkenden voor 69% uit mannen, en voor 31% uit vrouwen. Nu is dat bijna 50/50. En ook het opleidingsniveau is de lucht in geschoten: van 62% laagopgeleiden en 11% hoogopgeleiden in 1971 tot respectievelijk 20% laag- en 41% hoogopgeleiden nu. ‘Dat is misschien wel de allergrootste verandering geweest.’

Laatste kruimels

Willen we de krapte te lijf, dan zullen we volgens hem dus meer technologie moeten inzetten, maar ook ‘op zoek naar de laatste kruimels in het koekblik’. Dat betekent bijvoorbeeld: meer meisjes de techniek in krijgen, en als je mensen opleidt voor de techniek er ook voor zorgen dat ze niet binnen twee jaar de sector weer verlaten, zoals nu vaak het geval is. ‘Van de meisjes die een mbo-technische opleiding gedaan hebben, blijft maar 10% in de techniek! Al die zeurende technische bedrijven laat ik daarom deze cijfers zien, en zeg dan: het is gewoon jullie eigen schuld.’

‘Van de meisjes die een mbo-opleiding techniek gedaan hebben, blijft maar 10% in de techniek!’

Hij pleit er ook voor dat Nederland nu eindelijk eens verstandig beleid gaat voeren op arbeidsmigratie. Maar misschien wel het belangrijkste, benadrukt hij: ‘We moeten dus banen vernietigen. Dat moet een politiek punt worden.’ En, zegt hij, (meer) werken moet (meer) lonend worden. ‘We hebben in Nederland natuurlijk wel een probleem gecreëerd met ons toeslagencircus. Je jaarinkomen bepaalt waar je recht op hebt, waardoor het voor deeltijders nauwelijks interessant is om meer te gaan werken. Ik zou dus wel een klein pleidooi voor de voltijdsbonus willen houden.’

Arbeidsproductiviteit

De grootste oplossing zit hem echter toch in: verhoging van de arbeidsproductiviteit, zo stelt Bouman. Ondanks alle gadgets en tools van de laatste jaren, ondanks alle nadruk op automatisering, digitalisering en robotisering, blijkt in de praktijk die productiviteit namelijk nauwelijks toe te nemen. ‘Minder werken en toch meer geld verdienen, blijkbaar zijn we dat verleerd met z’n allen. Het lukt ons niet om al die nieuwe technologie zo in te zetten dat het ook helpt. Elke keer valt dat in de praktijk dus tegen. Maar we moeten robots dus niet proberen tegen te houden, maar ze juist omarmen.’ En zo dus zorgen voor baanvernietiging.

baanvernietiging

‘Minder werken en toch meer geld verdienen, blijkbaar zijn we dat verleerd.’

Van de landelijke politiek verwacht hij op dit gebied nog maar weinig, zegt hij dan, een beetje berustend. ‘Daar ben ik heel teleurgesteld in.’ Waar hij nog wel kansen ziet? ‘De bestuurslaag van economic boards moet het maar gaan doen. Die beetje vage samenwerkingsverbanden van bedrijven en lokale overheden, dat vind ik nog wel een interessante laag die iets vernieuwends kan bedenken.’

Lees ook

Het nieuwe goud binnen werving en selectie: gelijkwaardigheid

In de goede oude tijd plaatste je een vacature, wachtte op de lading mails met cv en motivatiebrief, waarna je kandidaten selecteerde en op gesprek uitnodigde. Een ‘jury’ besliste wie als winnaar de baan kreeg. Tegenwoordig vervangen we soms de menselijke beslisser door A.I. en andere computerkeuzesystemen, maar na de Toeslagenaffaire zijn we wel genezen van het idee dat de computer ‘neutraal en onafhankelijk’ kiest.

Vraag en aanbod zijn ondertussen wel behoorlijk verschoven op de arbeidsmarkt.

Vraag en aanbod zijn ondertussen wel behoorlijk verschoven op de arbeidsmarkt, wat betekent dat de kandidaat meer invloed heeft. En dat is te merken als je aan die kandidaten vraagt aan welke factoren ze belang hechten in een sollicitatieprocedure, zoals Intelligence Group deed met een steekproef bij 33.000 mensen, jong en oud, van elk opleidingsniveau.

Eén druk op de knop

Natuurlijk, iedereen wil dat het sollicitatieproces zo min mogelijk tijd in beslag neemt. En dat je je aanmelding met één knop kunt versturen...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.

Meer ‘Data Donderdag’:

Over de rijke oogst van de Werf& Awards: ‘Een goede case laat zich lezen als een goed verhaal’

De inzendtermijn is officieel nog niet eens gesloten, maar nu al staat het aantal inzendingen voor de Werf& Awards op recordhoogte. En gezien de hoge kwaliteit van de vele cases belooft het dit jaar bovendien spannender dan ooit te worden. Waar gaat de vakjury zoal op letten bij de beoordelingen? Een rondgang langs enkele juryleden, aan de hand van een vijftal vragen.

#1. Wat zie je graag terug in de cases?

Marion de Vries (juryvoorzitter): ‘Dat organisaties daadwerkelijk aan employer brand MANAGEMENT gaan doen. Dat ze de werkgeversbelofte doorvertalen naar alle fases van de kandidaatreis. En dat ze stilstaan bij de actuele situatie van de organisatie.’

‘Veel organisaties hebben het nu lastig. Denk: Shell met hun fossiele brandstof en extreme bonussen.’

‘Er zijn veel organisaties die het momenteel lastig hebben. Dat kan allerlei redenen hebben. Denk aan een Shell met hun fossiele brandstof en extreme bonussen. Een Belastingdienst met de toeslagenaffaire. Philips met de slaapapneu-problematiek en de bonus van de ex topman. Tata Steel met de gezondheidsproblemen in de regio. Of de zorgsector die geen goed imago heeft. Alle organisaties die in 2022 weer zijn opgekrabbeld na Corona. Aan dit soort problematiek kun je niet voorbij gaan in je communicatie met de arbeidsmarkt. Ben benieuwd of we dat gaan terugzien.’

René van der Kroon (strategy & creative director Radancy): ‘Verrassing. Verbazing. Humor. Dat er echt even een emotionele reactie ontlokt wordt. Veel campagnes kleuren toch nog vaak binnen de lijntjes. Dan klopt alles, behalve je hart. Maar zeker in deze tijd van krapte moet je (durven) opvallen, anders ga je ten onder in de zee van communicatie die ons dagelijks overspoelt. Bill Bernbach zei het treffend: If your advertising goes unnoticed, everything else is academic.’

jury awards silene geuzeSilene Geuze (Senior Adviseur Employer Branding | Arbeidsmarktcommunicatie bij PostNL): ‘Ik kijk vooral naar (werkgevers-)merkbekendheid, en een imagocampagne-aanpak en dan niet een single campagne, maar ook een uitwerking naar doelgroepen. Iets meer beeld krijgen hoe een organisatie strategisch te werk gaat. Ook is het interessant om meer informatie te ontvangen over de EVP; wat is de belofte aan talent en wat verwacht een organisatie van talent? En hoe zie je de EVP als kapstok terug in de arbeidsmarktcommunicatie en dus de case die is ingezonden?’

‘Vanuit eigen ervaring weet ik dat het een uitdaging is de sweetspot te vinden waar je de behoefte van je (toekomstig) medewerkers terugvindt.’

‘Vanuit eigen ervaring kan ik vertellen dat het een uitdaging is om de sweetspot te vinden waar je de cultuur, identiteit van het merk en de behoefte van je (toekomstig) medewerkers terug vindt en voelt in je communicatie. De juiste snaar raken en dit vervolgens in een communicatiestrategie doorvertalen, daar gaat het om.’

Orlando Belfor (Adviseur Werving & Selectie | Diversiteit & Inclusie, bij de directie Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel (OBP), bij het Ministerie van VWS en nieuw in de jury): ‘Wat ik graag zou terugzien: hoe hebben ze aandacht besteed aan diversiteit en inclusie? En het zou mooi zijn als ze ook nog laten zien/vertellen waarom ze dat doen. Zelf ben ik bovendien een groot voorstander van humor indien mogelijk. Dus voor mij is dat ook wel een belangrijke factor. En: raakt het mensen? Maakt het emotie(s) los? Durf je als organisatie anders te zijn, heb je lef en straal je dat uit in je uitingen of aanpak?’

#2. Wat maakt voor jou een ‘complete’ case?

De Vries: ‘Een complete case neemt ons mee in het ontwikkelingsproces. Welke afwegingen heeft men gemaakt? Waar was dat op gebaseerd? Niet alles hoeft al perfect te zijn. Voor de jury is ook interessant om te weten hoe de fasering van de aanpak eruitziet en dat de organisatie zich ervan bewust is er nog niet helemaal te zijn. Maar maak vooral hard waarom de aanpak impact op de instroom heeft gehad.’

‘Voor de jury is interessant om te weten hoe de fasering van de aanpak eruitziet.’

Van der Kroon: ‘Een goede case laat zich lezen als een goed verhaal. Het begint altijd met een probleem, een situatie die moet veranderen. Maar hoe? Door die situatie te analyseren ontstaat een haakje voor een mogelijke oplossing, die vervolgens op creatieve wijze vormgegeven wordt. Als dan blijkt dat door die combinatie van analytisch vermogen, strategische keuzes en creatieve verbeelding een oplossing ontstaat waarmee het probleem is opgelost (bewezen met cijfers), dan is de kans groot dat je bij mij op de shortlist komt.’

Geuze: ‘Bij employer branding-cases vind ik dat je ook de conclusies van kwalitatief onderzoek moet laten zien. Misschien ook wel een aandachtspunt, zodat je als organisatie ook je ontwikkeling laat zien.’

‘Bij employer branding-cases vind ik dat je ook de conclusies van kwalitatief onderzoek moet tonen.’

Belfor: ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit een moeilijke vraag vind. Maar ik denk dan eigenlijk dat ‘alles’ in dienst staat van de kandidaat. Dus: de campagne spreekt de juiste kandidaat aan, en ook een crossmediale campagne waar alles op elkaar aansluit en/of elkaar versterkt vind ik altijd heel sterk. De kandidaat moet dit ook ervaren bij de touchpoints die zij hebben richting, tijdens en na de sollicitatie.’

#3. Hoe verwacht je de grote krapte terug te zien?

De Vries: ‘Er is afgelopen jaar natuurlijk veel aandacht gekomen voor employer branding. Ook in de boardrooms. De verantwoordelijkheid van het employer brand verschuift ook steeds meer van HR naar (corporate) communicatie. Dat zien we ook terug bij de deelnemers aan de trainingen van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. Er is gelukkig veel aandacht voor het leggen van een goed fundament. Belangrijk dat wat bedacht wordt ook zichtbaar wordt! En niet alleen, maar ook interne mobiliteit en interne employer branding staat door de krapte volgens mij steeds hoger op de agenda.’

‘De krapte is zo groot dat iedereen zich focust op het hier en nu, campagnes zijn of verworden al snel tot jobmarketing.’

Van der Kroon: ‘Ik heb eerlijk gezegd vorig jaar toch maar weinig campagnes gezien die me echt zijn bijgebleven. Of eigenlijk weinig employer branding-campagnes überhaupt. De krapte is zo groot dat iedereen zich focust op het hier en nu, dus campagnes zijn of verworden al snel tot jobmarketing. Op zich begrijpelijk, maar dat biedt geen langetermijnoplossing. En vaak ook geen leukere communicatie.’

Geuze: ‘Het valt mij op dat er veel cases zijn gericht op imago en voorkeurspositie verstevigen. De krappe arbeidsmarkt en doelgroepen die niet heel gemakkelijk te bewegen zijn zorgen ervoor dat je als organisatie andere tactieken moet bedenken. Het niveau van de voorbeelden die ik tot op heden voorbij heb zien komen vind ik wel omhooggegaan.’

‘Ik zie een verschuiving van ‘gelikte campagnes’ naar ‘doe maar normaal en kom maar binnen kijken’.’

Belfor: ‘Als ministerie hebben we de krapte gemerkt en hebben we vorig jaar veel webinars ingezet om ons werk, de organisatie en vacatures op een andere manier onder de aandacht te brengen. Over de hele linie zie ik wel dat de kwaliteit omhooggaat, kijk maar naar Defensie, maar ik zie bijvoorbeeld ook kleine bedrijfjes op LinkedIn schitteren met sterke campagnes. Ik zie ook een verschuiving plaatsvinden van ‘gelikte campagnes’ naar ‘doe maar normaal en kom maar binnen kijken’.’

#4. Waar zie je de balans tussen recruitment en arbeidsmarktcommunicatie?

De Vries: ‘Die twee zijn niet meer van elkaar te scheiden, net zo min als jobmarketing en recruitment marketing. Cases lopen daardoor vaak door elkaar. Dat is alleen maar goed. Ik heb soms de indruk dat recruiters nogal conservatief zijn (hun kunstje blijven doen) of zich compleet op de techniek storten. Maar hiermee doe ik de goede vast tekort.’

‘Cases op gebied van recruitment of arbeidsmarktcommunicatie zijn steeds minder van elkaar te scheiden.’

Belfor: ‘Arbeidsmarktcommunicatie is waarschijnlijk laagdrempeliger om te maken, en kun je bij wijze van continu blijven inzetten. Recruitmentcases zijn in mijn ogen meer gericht op vraag en aanbod. Maar ik denk wel dat corona hierin iets teweeg heeft gebracht door grote wervingsopgaven waar bedrijven zoals Schiphol ineens mee te maken hebben. Dit roept eigenlijk bij mij meer de vraag op of bedrijven hun strategische personeelsplanning en data voldoende prioriteit geven?’

#5. Waarom moet je eigenlijk inzenden?

De Vries: ‘Als je trots bent op hoe jouw organisatie het afgelopen jaar haar recruitment of arbeidsmarktcommunicatie heeft aangepakt dan wil je op de site van Werf& staan tussen alle andere inzendingen. Al is het maar om aan je manager te verantwoorden dat jullie goed bezig zijn. Of om bij een sollicitatie te laten zien wat jouw visie op het vak is. De uiteindelijke prijs is natuurlijk belangrijk, maar bijdragen aan een overzicht van ontwikkelingen in het afgelopen jaar is minstens zo interessant.’

‘Bijdragen aan een overzicht van het afgelopen jaar is minstens zo interessant als de prijs zelf.’

Van der Kroon: ‘De Werf& Awards zijn dé prijzen in Nederland die exclusief over arbeidsmarktcommunicatie gaan. Een vakgebied dat in deze arbeidsmarkt alleen maar aan belang en aandacht wint. Het is dus een uitgelezen mogelijkheid om jouw case – en ook jouw bureau, werkgeverschap of HR/communicatie-afdeling in the spotlight te zetten. En het is een van de weinige awards waarbij je niet hoeft te betalen en jouw case dus gratis reclame krijgt. Nog snel inzenden dus, want ik wil me graag weer eens laten verrassen!’

‘Nog snel inzenden dus, want ik wil me graag weer eens laten verrassen!’

Belfor: ‘Ik denk dat het een uitstekende middel is om jezelf in the picture te zetten. Arbeidsmarktcommunicatie pur sang dus. Daarnaast denk ik dat het bij uitstek de manier is om andere organisaties te inspireren.’

Zien we jouw case straks ook op ons platform?

Wil jij ook kans maken op een Werf& Award? Stuur dan uiterlijk 22 maart 2023 voor 17.00 uur jouw arbeidsmarktcommunicatie- of recruitmentcase in. Kijk voor meer informatie op de pagina van de Werf& Awards.

Planning

  • 22 maart 17.00 – Einde inzenden
  • 30 maart- Voorselectie vakjury
  • 31 maart t/m 6 april – Vakjury digitale jurering
  • 11 april – Bekendmaking nominaties
  • 12 t/m 25 april – Publieksjury
  • 20 april – Vakjurydag
  • 16 mei – Uitreiking awards – tijdens Werf& Live 2023

Lees ook

Foto boven: de jury van vorig jaar – in overleg bijeen

 

Dit zijn de 7 geheime ingrediënten van goede arbeidsmarktcommunicatie

Wat zijn de geheimen van goede arbeidsmarktcommunicatie? Tijdens de 5-daagse Leergang Arbeidsmarktcommunicatie, die 4 april weer van start gaat, komt het allemaal aan bod. Hier alvast 7 ingrediënten, die soms misschien wat voor de hand liggen, maar die onmisbaar zijn wil je zelfs in tijden van krapte toch jouw vacatures vervullen.

Ingrediënt 1: Denk doelgroep

Pieker vooral niet over wat jij wilt vertellen. Bedenk in plaats daarvan liever aan wie je het vertelt. Ken je de Golden Circle-methode van Simon Sinek? In plaats van te bedenken wát je als organisatie doet, moet je volgens deze methode bedenken wáárom je het doet. Neem bijvoorbeeld een bedrijf als Apple. Vertellen zij wat ze doen, namelijk computers en telefoontjes maken? Dan vindt niemand dat interessant. Maar vertellen ze waarom ze dat doen, namelijk: de status quo uitdagen? Dan sta je opeens in de rij voor de nieuwste iPhone.

Wil jij op deze krappe arbeidsmarkt succesvol werven? Dan moet je eigenlijk hetzelfde doen. Dus vraag je af: waarom zou je doelgroep je interessant vinden? De hamvraag is vervolgens: hoe doe je dat, de doelgroep afbakenen die jij wilt bereiken? Door een zogeheten persona op te stellen, inclusief push– en pull-factoren bij werkgevers. Et voilà: je hebt een gezicht bij wie je wilt bereiken! Het is nu een stuk makkelijker om jouw doelgroep aan te spreken, toch?

Ingrediënt 2: Data zijn je beste vriend

Goed, je hebt nu je persona, je ideale kandidaat. Maar dan nu de slag naar de échte wereld. Want gelukkig leef je in 2023, en heb je dus allesomvattende datasets tot je beschikking – zij helpen je een handje! Neem een dashboard als Giant, een tool die je feilloos inzicht geeft in de persona’s en doelgroepen die jij kunt werven. Dus niet alleen: met hoeveel ze zijn. Maar ook: hoe ze naar werk zoeken, en welk soort media ze daarbij gebruiken. Experimenteer er eens mee: voor je het weet zijn jouw vacatureteksten afgestemd op je droomkandidaat, die dan zelfs op deze krappe arbeidsmarkt binnen een mum van tijd aan jouw sollicitatietafel zit.

Ingrediënt 3: Bouw een ERM

Wil je om tafel met jouw droomkandidaat? Dan gaat daar de opbouw van Employee Relationship Management aan vooraf, oftewel: je moet nadenken over hoe jij relaties met (voormalige, huidige en potentiële) werknemers wil aangaan, onderhouden en uitbouwen. Goed ERM verloopt bovendien via verschillende kanalen: je werknemers horen via sociale media, maar ook via events, een personeelsblad, het intranet en een jaarlijkse kerstkaart iets van je.

Ingrediënt 4: Zorg voor referral

Heb jij een goede manier van ERM uitgestippeld? Dan komen we in de buurt van het doel. Immers: jouw werknemers hebben je inmiddels hoog zitten. En heb jij nieuwe vacatures te vervullen? Reken maar dat ze dan hun netwerk erover vertellen – zelfs zonder dat jij daar ook maar iets voor hoeft te doen. Ze hebben tenslotte een geweldige werkgever, en dat gunnen ze de beste professionals die ze kennen ook.

Referrals blijken gemiddeld van hogere kwaliteit, en zorgen voor een korter recruitmentproces.

Boem, de bal ligt in het netje! Jouw ERM heeft namelijk een hoge interne referral opgeleverd. In andere woorden: veel kandidaten komen bij jou binnen nadat ze door een werknemer zijn getipt. Zulke interne referrals blijken gemiddeld van hogere kwaliteit, en zorgen voor een korter recruitmentproces. Bovendien blijven kandidaten die een interne referral waren gemiddeld langer bij je werken, en hebben ze minder moeite om zich aan te passen aan je huidige team, zo blijkt onder meer uit het onderzoeksrapport Stand van Werven. En dat tegen een lagere investering.

Ingrediënt 5: Doe aan employer branding

Goede employer branding begint en eindigt letterlijk met rugdekking van je mensen; zonder dat val je door de mand. Vertel dus vooral wat jou onderscheidt op je socials en je website, zolang het ook maar écht zo is. Kijk naar het voorbeeld van Dirco, die zijn werkgever, de destijds 100-jarige KLM, op z’n rug liet tatoeëren. Tussen z’n schouderplaten, zo zien we op onderstaande foto, prijkte de toren van vliegveld Schiphol, een KLM-toestel, en het retro-logo van de airline.

Wat maakt dit nou zo goede employer branding?

  • Het zorgt voor relevante zichtbaarheid bij relevante doelgroepen vanuit jouw organisatie.
  • Het is continu en consistent aanwezig.
  • Het draait om gevoel: ‘Hoe praten medewerkers over jouw organisatie?’
  • Het is een indirect doel. Dus ook als je geen vacatures hebt kun je hieraan werken.

Goede employer branding is meer dan zomaar een campagne.

Goede employer branding is meer dan zomaar een campagne. Je kunt niet 4 weken lang op LinkedIn of op tv uitleggen wat jou als werkgever bijzonder maakt, en dan een inbox vol (open) sollicitaties verwachten. Natuurlijk, het is belangrijk dat jij je verhaal vertelt. Maar je werknemers moeten dat verhaal op kringverjaardagen en buurtbarbecues wel kunnen bevestigen. Ze moeten je net als Dirco (figuurlijk) rugdekking geven. En dat doen ze alleen als je écht een toffe werkgever bent. En niet als je in je advertenties alleen maar doet alsof.

Ingrediënt 6: Zoek wat je uniek maakt

Fijn dat je een toffe werkgever bent. Maar daarmee ben je er vanzelfsprekend nog niet. Immers: wel meer bedrijven zijn prettige werkgevers: ze betalen op tijd, hebben een vrijmibo en een 13e maand. Wil jij boven het maaiveld uitsteken? Dan moet je bedenken wat jou bijzonder maakt, en juist dat verhaal ook uitdragen. Ga op zoek naar jouw unique selling points en maak die wereldkundig op je website, LinkedIn en andere sociale media.

Ingrediënt 7: Maak een plan

Heb je een visie, en een strategie bedacht? Dan wordt het nu tijd voor een plan. Haal de input op van je HR-, communicatie- en recruitmentafdeling. Zij moeten je plan immers uitvoeren, of krijgen te maken met de gevolgen ervan. Elk goed (arbeidsmarktcommunicatie)plan begint met een probleemstelling: jouw plan is er tenslotte niet voor de sier – hij biedt concrete tools die krapte in jouw organisatie (preventief) gaan oplossen. Breng dus in kaart hoe jouw werkgeversmerk nu bekend staat en in hoeverre je in- en externe arbeidscommunicatie aanslaan, en vergelijk dat met je ideale scenario. Je probleemstelling is het gat ertussen.

Stribbelt de penningmeester tegen? Herinner haar of hem dan aan de huidige kosten van een vacature.

Daarna volgt de rest als vanzelf: aan welke randvoorwaarden moet jouw organisatie voldoen, wil het die doelen bereiken? Welke doelgroepen moet je aanboren om je visie te realiseren, en welke boodschap trekt hen aan? Via welke media kun je die boodschap het effectiefst onder hun aandacht brengen? En hoeveel geld is daarvoor nodig? Stribbelt de penningmeester tegen? Herinner haar of hem dan aan de huidige kosten van een vacature – die gaan met een sterk plan immers flink omlaag. Zorg vervolgens dat al je collega’s van je plan weten, en het draagvlak heeft – consistentie is immers belangrijk. En bedenk tot slot hoe en wanneer je de boel gaat evalueren. Belangrijk, want aan een plan zonder resultaat heeft niemand iets.

Meer weten?

Heb jij de ambitie om dit jaar the war for talent te winnen? Duik dan vanaf 4 april tijdens de 5-daagse Leergang Arbeidsmarktcommunicatie de diepte in. Daar ontdek je hoe je de arbeidsmarkt naar jouw hand zet, en hoe je zelfs in tijden van krapte jouw vacatures vervult. Via deze link vind je meer informatie, of schrijf je jezelf direct in.

Inschrijven
leergang arbeidsmarktcommunicatie

Detacheerders jubelen, maar gedetacheerden zijn minder happyhappyjoyjoy

In de Nederlandse detacheringsbranche valt weinig te klagen. Ja, het Binnenhof schakelt uitzendkrachten gelijk met gedetacheerden, wat allerlei nare consequenties heeft, maar ondertussen klotst het geld tegen de plinten. De VvDN (Vereniging van Detacheerders Nederland) constateerde vergenoegd over het derde kwartaal van 2022 dat de omzet met liefst 17% per werkdag is gestegen, vergeleken met een jaar eerder. Het aantal gedetacheerden in dienst steeg naar 16%. En het uurtarief zo’n 7%.

‘De groei gaat maar door. De krapte zorgt voor enorme kansen.’

Fred Boevé, bestuurslid VvDN zei hierover: ‘De groei gaat maar door. De enorme krapte op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat er veel kansen voor onze sector zijn. Waar organisaties en uitzendbureaus al de mensen niet meer hebben, hebben wij ze juist wel.’

Enorme turbulentie

Hij krijgt gelijk van de website ZiPconomy.nl, die voor de afgelopen negen jaar de mutatiecijfers vergeleek van gedetacheerden, zzp’ers, uitzendkrachten en mensen met een vast contract. Het is duidelijk dat van 2020 tot en met 2022 corona voor enorme turbulentie zorgde in de flexbranche en ‘voor storm, zelfs revolutie op de arbeidsmarkt’.

‘Corona zorgde voor enorme turbulentie in de flexbranche.’

Tijdens die lockdown vonden noodgedwongen veel arbeidsmutaties plaats. In de nasleep ervan kwam de werkloosheid in januari 2023 op 3,6%, leverden uitzendbureaus diezelfde maand veel uren in (tot -18,2%) maar herstelden detacheringsbureaus zich pijlsnel om op een gemiddelde kwartaalgroei van 9% uit te komen. Zzp’ers (13,5%) en detacheerders profiteren dus van de krappe arbeidsmarkt.

(bron)

Dus zouden de gedetacheerden nu helemaal happyhappyjoyjoy moeten zijn, en de uitzendkrachten de blues moeten voelen.

Toch niet, blijkt uit nieuwe onderzoekscijfers. Over de naar schatting 400.000 gedetacheerden in Nederland is relatief weinig bekend, zeker vergeleken met uitzendkrachten en mensen met een vaste baan. Met behulp van data en analyses van Intelligence Group keken we hoe gedetacheerden zélf hun arbeidsmarktsituatie beoordelen.

Gedetacheerden zitten anders in de film dan mensen in loondienst.

‘Ik ben bang binnen 12 maanden mijn baan te verliezen’: Waar de verschillen tussen de groepen klein zijn als het gaat om (zeer) mee eens op deze stelling, zien we bij (zeer) mee oneens duidelijk een verschil. Gedetacheerden zijn de enige categorie waar er minder personen mee (zeer) mee oneens zijn (van 70% naar 66%), terwijl bij de NBB als uitzendkrachten de groep groter werd. Mensen kregen meer vertrouwen in plaats van minder.

Misschien komt dat wel omdat het percentage uitzendkrachten dat mensen in hetzelfde beroep kende die werkloos zijn, van 9,9 naar 4,6% zakte, terwijl dat bij de gedetacheerden bijna even hoog bleef (van 9,6 naar 8,9%).

Optimistisch over vacatures

Over de hoeveelheid vacatures voor mensen in hun beroepsgroep zijn zowel uitzendkrachten als gedetacheerden steeds optimistischer, allebei ruim 5% erbij in het afgelopen jaar. Uitzendkrachten zijn gemiddeld trouwens jonger dan de gedetacheerden, onder de 25 jaar alleen al 38,5% versus 16,2%. Daartegenover staat de leeftijdscategorie 25-35 jaar: meer gedetacheerden (30,6%) dan uitzendkrachten (18,4%).

De gedetacheerde wordt vaker benaderd.

De gedetacheerde komt op het eerste gezicht somberder over, ondanks de gunstige arbeidsmarkt. Kijken we verder, dan wordt dat steeds merkwaardiger. Hij/zij wordt steeds vaker benaderd voor een nieuwe baan, de populairste heren en dames wekelijks, van 5,5 naar 6,5%.

Vast contract

Laten gedetacheerden zich van de ene naar de andere baan sturen, of zoeken ze zelf nieuwe opties? Actief of latent? Veel van de mensen die gedetacheerd zijn, kijken nu actief naar andere banen (16,9%, ongeveer twee keer zoveel als mensen in loondienst). Dat impliceert dat ze niet happy zijn in hun huidige werkplek. Kijk naar de jonge gedetacheerden die binnen 1 jaar vertrekken als ze zijn gedetacheerd: zoals bij banken die Know Your Customer-beleid moeten voeren (onderzoek naar financiële fraude bij cliënten) zijn enorme hoeveelheden researchers nodig voor saai bureaucratisch werk.

Uiteindelijk gaat 38,2% van de gedetacheerden op zoek naar een andere baan, omdat de huidige ze niet bevalt (21,8% in 2021). Een nieuwe uitdaging zoeken staat voor 13,7% centraal.

Jong en veel verloop

Gedetacheerden zijn veelal jong. Hebben een hoge doorlooptijd (en dus lage retentie). Al met al is het veelal een opstap naar een andere baan. Het verkoopargument dat je als gedetacheerde bij veel bedrijven binnen kijkt, is een stuk minder sterk dan het op het eerste gezicht klinkt: waarom zijn dan zoveel jonge gedetacheerden op zoek naar een andere baan? Kans bestaat dat ze het na de tweede opdracht voor gezien houden. In dat geval is het maar de vraag of ‘het goede werkgeverschap’ waar detacheringsbureaus vaak mee schermen wel hout snijdt.

Wie de data van Intelligence Group bekijkt, ziet dat als het gaat om vertrouwen in de toekomst of tevredenheid, een uitzendkracht nog beter af lijkt te zijn. Als ze kunnen kiezen, opteert de meerderheid der gedetacheerden voor een vast contract, daar zoekt 34,9% naar. Geen angst meer om je baan binnen 12 maanden te verliezen!

5 redenen waarom ook de middelgrote uitzendbureaus de race winnen van de grote jongens

Je kunt natuurlijk altijd een nieuw filiaal in GTA V openen, zoals Randstad Nederland recent deed. Als een van de grootste uitzendbureaus in ons land moet je steeds nieuwe terreinen verkennen, desnoods virtueel, nietwaar? Bakstenen filialen passen niet meer in de strategie, maar een kantoor om racefanaten te lokken, leek Kathleen Verpalen, senior account intercedent bij Randstad Transport en zelf fervent gamer, wel een goed idee. Ze vertelde eerder dat er al 4 in real life-gesprekken op volgden, voor functies als bijvoorbeeld zorgprofessional, beveiliger of medewerker schadebeheer.

Het marktaandeel van de grote uitzendbureaus zakt steeds verder weg.

Of de andere grote bureaus Randstad achterna racen na dit resultaat, moeten we nog afwachten. Er is in elk geval wel haast bij, want het marktaandeel van de grote bureaus (meer dan 1.000 werknemers) zakt steeds verder weg. In 2018 waren ze al ingehaald door de kleine uitzenders (10-199 werknemers) op basis van het aantal uniek geplaatste vacatures (bron, bewerkt door Intelligence Group), maar bleven ze de middenmoters (200-1.000) nog wel behoorlijk voor.

De middenmoot stoomt op

Vier jaar en twee coronagolven verder ziet de pitchstraat er ineens heel anders uit. In de sector intermediairs/arbeidsbemiddelaars zijn de kleine bureaus (tot 200 werknemers) begin 2023 goed voor 56% van alle vacatures. Daarmee hebben zij gezamenlijk (veruit) het grootste aantal vacatures. De grote bureaus zitten nu op 20%. Voor het eerst passeren de middenmoters (200-1.000 werknemers) hen met 24%.

Even opletten: de grote bureaus hebben daarmee meer dan 50% marktaandeel verloren (in unieke vacatures) na 2018! Dit past bij het beeld dat door de ABU wordt geschetst voor de eerste weken in 2023. Deze club – van vooral de grotere bureaus – meldt dat het aantal plaatsingen in januari met 18% is gedaald, de omzet met 9%.

5 verklaringen

Het zijn niet alleen deze cijfers die laten zien dat de grotere bureaus het nu relatief moeilijker hebben dan de middelgrote en kleinere. Hieronder nog 5 verklaringen voor deze ontwikkeling:

#1. Klein maar fijn

Tijdens de covid-19-pandemie zijn er veel nieuwe bureautjes bijgekomen. Die kunnen zich makkelijker op allerlei niches storten. Nieuwe partijen zonder zware IT-legacy kunnen snel groeien omdat ze meteen de marktconforme systemen kunnen inzetten en gebruik kunnen maken van de laatste technieken. Denk aan de juiste recruitment/ATS-systemen, zoals RecruitNow, Tigris, Byner of Otys. Ze vertrouwen meer op data zoals Jobdigger Insights en Giant en integreren makkelijk automation en platformtechnologie.

#2. Kandidaat centraal

Kleinere en middelgrote partijen zetten van oudsher al meer de mens centraal. Een kandidaat is hier geen nummer in een systeem. En wie nu de kandidaat heeft, heeft de markt. Daarom zie je dat bureaus zich meer gaan richten op de behoeften van kandidaten, zoals dagelijks betaald worden, 4 dagen werken, remote werken (in het buitenland), thuiswerken, zinvol werk. Een filiaal openen op GTA V is leuk en aardig, maar de kandidaat wil zich gezien voelen, liefst in een bakstenen filiaal met een levend mens – geen bot. In een markt waar de werknemer de baas is, moet de baas (en zijn uitzendbureau) beter luisteren. Dat is moeilijk met A.I.-chats.

#3. Geen MSP-deals uit het verleden

Kleine en middelgrote bureaus kunnen makkelijker groeien doordat ze geen slechte MSP-deals of wurg-SLA’s hebben met de grote inkooporganisaties. Daardoor hebben ze veel meer slagkracht om tot een betere match te komen voor een kandidaat, ze hoeven zich niet bezig te houden met het vervullen van de SLA-verplichtingen. Ook kunnen kleinere bedrijven makkelijker veranderen van koers naar het meer lucratieve detacheren. De verschuiving van bulk-uitzenden naar kleinere werving & selectie-deals is niet te stoppen, zo blijkt ook uit de ABU-cijfers.

#4. Internationaal door nationale bril

In heel Europa is talent schaars, maar in absolute termen nog volop aanwezig. Het zijn vooral de middelgrote gespecialiseerde bedrijven (bouw, techniek, IT) die deze markt opgaan en ze vreten daarmee marktaandeel af van grote internationale uitzenders, die wel internationaal zijn, maar internationale werving lastig kunnen organiseren omwille van hun organisatiestructuur (en interlandelijke verrekeningen). Voor internationale bureaus is het aantrekkelijker om geen internationaal bedrijf te zijn met landenorganisaties.

#5. Achter de computer vs zichtbaar zijn

Cijfers zeggen niet alles. Heel veel ontwikkelingen zijn minder goed te meten. Zo kunnen videovacatures en social media minder goed gescrapet worden, datzelfde geldt voor wat er gebeurt binnen de tientallen platforms (met gigs) die gouden tijden meemaken. Sommige van deze platforms zijn een verlengde van de grotere uitzenders (zoals YoungOnes). Maar een groot deel is een geheel eigen (relatief kleine) organisatie (zoals Temper). In de komende jaren blijft deze discipline naar verwachting alleen maar meer marktaandeel winnen.

Meer weten?

Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de uitreiking van de Bureaurecruitment Awards vinden hier interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats. Dus mis het niet!

Inschrijven

Han Mesters: ‘Een tegenreactie op alle digitalisering zou mij niks verbazen’

Al jarenlang horen we hoe snel en dynamisch onze wereld is. Met de exponentiële opkomst van A.I.-tools worden dit soort uitspraken nog eens nadrukkelijk bevestigd. Maar Han Mesters ziet ook een tegenreactie ontstaan. ‘Bij ABN Amro zitten wij bijvoorbeeld in een doorgaand proces van automatisering’, vertelt de doorgewinterde bankier, die daarnaast ook bedrijfskundige en economisch historicus is, én op dinsdag 28 maart de openingsspreker tijdens Werf& Bureaurecruitment Live.

‘Fysiek contact geeft meer grip op de werkelijkheid.’

‘Nu hebben wij een drietrapsraket ontwikkeld voor onze klanten in de toekomst’, legt hij uit. ‘De eerste trap is het online contact tussen de particulier en de bank. De tweede trap is als de klantcase complex is en de klant contact opneemt met onze klantenservice. Vereist de case zorgvuldige aandacht? Dan betreedt zowel de zakelijke als de particuliere klant de derde trap, waar persoonlijk advies van pas komt. In dit digitale tijdperk willen we dus vooral een human bank zijn.’

Menselijke verbinding

Het geeft voor hem aan hoe belangrijk persoonlijk contact is, ook, of misschien wel: júíst in een tijd van verregaande digitalisering en automatisering. ‘Dat we nu collectief de menselijke verbinding proberen te eroderen door de inzet van tech, vind ik niet houdbaar’, stelt de geboren en getogen Limburger. ‘Er is zoveel nep-informatie in omloop dat je niet snel meer kunt concluderen wat nu nog écht is. Terwijl fysiek contact meer grip geeft op de werkelijkheid.’

‘Complexiteit en gemak zijn anders invulbaar in elk digitaal proces.’

Het zou hem dan ook niks verbazen als er een tegenreactie komt op alle digitalisering, die de menselijke relatie weer centraal stelt. ‘Simpele taken moet je natuurlijk digitaliseren, maar de grote vraag is natuurlijk: bij welke complexe zaken moet de mens in beeld blijven? Dat verschilt van mens tot mens. Waar de ene persoon bijvoorbeeld eenvoudig videobelt met zijn hypotheekverstrekker, is dat voor de ander te complex, en alles daartussenin. Complexiteit en gemak zijn dus anders invulbaar in elk digitaal proces.’

Han Mesters: ‘De zachte afstemming tussen werkgever en werknemer is moeilijk te automatiseren.’

Reflectie noodzakelijk

Dit geldt voor hem ook voor het recruitmentvak. ‘Dat kun je niet volledig digitaliseren. De menselijke reflectie hierin blijft noodzakelijk. We zien nu bijvoorbeeld ook dat kandidaten het liefst bij bedrijven werken die maatschappelijk relevant zijn. De zachte afstemming tussen werkgever en werknemer is moeilijk te automatiseren. Daardoor zie je dat de mens weer belangrijk wordt. Waar recruiters eerst met een berg aan cv’s aan de slag gingen, moeten ze nu toch mensen overtuigen om hun werkgever in te ruilen voor een nieuwe. Dit proces vereist een persoonlijke aanpak die niet volledig te automatiseren valt.’

‘De term Human Capital suggereert dat je mensen kant-en-klaar uit een stapel kunt halen.’

Volgens Mesters is het human capital een belangrijk en steeds relevanter thema voor bedrijven. ‘Dit onderwerp is niet alleen van toenemend belang in mijn eigen sector, maar ook in alle andere. Al suggereert de term dat je werknemers als kant-en-klare hulpbronnen kunt zien die je simpelweg uit een stapel kunt halen en kunt inzetten.’ Maar zo is het natuurlijk niet, zegt hij. ‘Ik pleit dan ook voor een betere term: resources for humans. Dit benadrukt het belang van werknemers als belangrijkste kapitaal van een bedrijf.’

Relationeel geconditioneerd

In de 20 jaar dat hij werkt in de zakelijke dienstverlening, ook op de Amsterdamse Zuidas, is hij naar eigen zeggen altijd relationeel geconditioneerd gebleven. Hij ziet momenteel de traditionele hiërarchische bedrijfsmodellen tegen zijn eigen grenzen aanlopen, ‘met name op het gebied van innovatie en de voorkeuren van jonge werknemers. Het is daarom belangrijk dat we opnieuw gaan nadenken over de vraag: hoe halen we het beste uit ons menselijk kapitaal?’

‘De belangrijkste oorzaken voor verloop zijn een giftige bedrijfscultuur en slechte management.’

‘De belangrijkste oorzaken voor het verloop van werknemers zijn een giftige bedrijfscultuur en slechte management’, benadrukt hij. ‘De meeste managers hebben nooit eerder een managementfunctie gehad. Het zijn vaak professionals die doorgroeien en daardoor belangrijke competenties missen. Dat is in deze tijd niet meer genoeg. De lat om verantwoordelijk te zijn voor human capital is overal hoger geworden. Manager zijn vergt tegenwoordig andere competenties dan voorheen. Dat is heel belangrijk in een tijdperk van structurele tekorten. Uitval op basis van slecht management of cultuur kun je dus als bedrijf niet meer veroorloven.’

Doelen en voelsprieten

Behoud begint dus bij goed management, benadrukt hij. Voor het goede voorbeeld daarbij laat Mesters zich onder meer inspireren door het leger. ‘Ik ben betrokken bij een aantal projecten bij het Ministerie van Defensie. Daarbij zie ik hoezeer het helpt als je een gemeenschappelijke purpose hebt. Als werknemers hetzelfde doel hebben, is er minder controle nodig. Daarbij hebben diezelfde werknemers voelsprieten die overal doorheen prikken, met name door onoprechte interesses van de managers.’

‘In het leger ben je verantwoordelijk voor je manschappen en moet je onbaatzuchtig en oprechte interesse hebben in je medemens. Daarbij geldt: creëer wederzijds vertrouwen in elkaar. Is dat vertrouwen er niet, dan is het afgelopen. Naast customer relationship-bases heb je ook een database nodig voor je eigen werknemers om te weten hoe het met hen gaat. Om uitval van werknemers te voorkomen heb je oprechte interesse nodig in wat er in hun hoofd speelt. Daarvoor heb je allereerst een veilige omgeving nodig om dat bespreekbaar te maken. Je moet van elke werknemer willen weten hoe diegene in de wedstrijd zit.’

‘Je moet van elke werknemer willen weten hoe diegene in de wedstrijd zit.’

Daarvoor moeten bedrijven zich bewust zijn van hun bedrijfsgrootte, benadrukt hij. ‘Als mens kun je maar met een bepaalde hoeveelheid mensen persoonlijk contact onderhouden. Alles daarboven is te abstract.’ Bedrijven met 18.000 personeel? Die zijn al gauw te onpersoonlijk, ziet Mesters. ‘Ik verwacht dat we in de toekomst kleinschaliger zullen werken. Kijk eens naar de AEX: hoeveel groeibedrijven staan daar nog in? Die hebben dankzij hun matige employer branding moeite om kandidaten aan te trekken, bij sommige zelfs omdat ze klimaatverandering veroorzaken. In the future there will be two kinds of companies: the employee friendly and the dead.

Stille revolutie

‘De stille revolutie die bedrijven nu ondervinden is het verloop van werknemers in een wereld van structurele schaarste’, vervolgt hij. ‘Je kunt ook zeggen dat al die bedrijven veel tijd hebben gestoken in hun omgevingsanalyse en op de loer bleven voor bedreigingen, maar niet zagen wat er intern gebeurde: dat generatie Z hen gewoon wegwuift als werkgever als zij niet in lijn staan met hun eigen normen en waarden.’

‘Europa zal een hergeboorte ondergaan, omdat dit het enige continent is dat mensenrechten heel serieus neemt.’

Eenzelfde beweging zullen we gaan terugzien op geopolitiek niveau, verwacht Mesters. ‘Europa zal een hergeboorte ondergaan, omdat dit het enige continent is dat mensenrechten heel serieus neemt. De jongere generaties hebben mensenrechten ook hoog in hun vaandel staan en je zult dan ook zien dat we in de toekomst niet meer naar China of de Verenigde Staten zullen toetrekken, maar liever naar Europese hoofdsteden, waar nog altijd de mensenrechten zegevieren.’

Mesters: ‘Ik denk dat we in de toekomst kleinschaliger gaan werken.’

Horizontaal management

Een voorbeeld van die beweging ziet hij al in zogenoemde DevOps-achtige teams. ‘Dat zijn teams waarbij de werknemers op elkaar ingespeeld zijn en er veel vertrouwen is in elkaar. Wat je in dat soort teams ziet, is dat professionals ook zonder manager in staat zijn om andere professionals binnen hun eigen teams aan te spreken. Zo ontstaan er managerial competenties.’

‘Bij Adyen nemen ze alleen de slimste kandidaten aan, maar die mogen het vervolgens zelf uitzoeken.’

Laatst was hij nog bij een presentatie bij Pieter van den Does, mede-oprichter van Adyen. ‘Die inspireerde mij. Hij heeft een manier van coördinatie van arbeid gevonden die niet op hiërarchie is gebaseerd, maar veeleer zichzelf staande houdt door cultuurafspraken. Ze nemen alleen de slimste kandidaten aan, maar die mogen het vervolgens zelf uitzoeken. Als er gaandeweg problemen ontstaan, dan worden ze ondersteund door het bestuur. De vraag is dan: hoe schaalbaar is dat model dan? Toch breiden ze nog steeds uit – en hebben ze nu al een personeelsbestand van 4.000 mensen.’

Meer weten?

Benieuwd naar meer toekomstverwachtingen van Han Mesters? Bijvoorbeeld over waarom een pingpongtafel níet werkt om de juiste werknemers aan te trekken? Of waarom cognitive diversity cruciaal is voor het voortbestaan van je bedrijf? Kom dan op 28 maart 2023 naar Werf& Bureaurecruitment Live. Meer informatie vind je hier. Mis het niet!

Inschrijven

Dit zijn dé 5 meest onderbelichte oorzaken van de krapte

De vergrijzing en ontgroening worden vaak als belangrijke oorzaken van de nog steeds grote krapte genoemd. En ja, dat is ook helemaal terecht. Net als de conjunctuur natuurlijk, en iets met corona. Maar wie even verder kijkt, ziet dat er heus ook nog wel andere factoren zijn aan te wijzen die de personeelstekorten op zijn minst flink hebben aangewakkerd. Deze 5 punten worden niet zo vaak benoemd als de demografie, maar zijn waarschijnlijk minstens zo belangrijk.

#1. De geldpomp stond aan

De eerste factor: de geldpomp heeft de laatste jaren flink zijn best gedaan. De rente was op een gegeven moment negatief, de centrale banken stopten miljarden euro’s in de economie, de overheden ‘investeerden‘ erop los. Het heeft geleid tot een behoorlijke bubbel-economie en ‘massale loonkostensubsidie‘, ook in Nederland, waar in het laatste regeerakkoord ook volop plannen werden bedacht waarbij het personeelstekort al meteen als de achilleshiel werd aangemerkt.

Hoog tijd om de generieke steunmaatregelen van de overheid om te zetten in meer gerichte steun, betoogde econoom Sandra Phlippen daarom recent in het FD. Zo zou de arbeidsvraag volgens haar wat kunnen afkoelen. En dat is nodig, omdat centrale banken anders mogelijk harder op de rem moeten trappen, met diepere recessies en meer leed tot gevolg. Volgens Phlippen staat juist de Nederlandse arbeidsmarkt er ‘naar bijna alle maatstaven extreem voor’, en rest ons dan ook ‘geen andere keuze dan de steunmaatregelen over de volle breedte af te bouwen en alleen nog gericht te gaan stutten.’

‘De grote transitievraagstukken zijn niet van vandaag of gister. Waarom moeten ze per se morgen zijn opgelost?’

Ook Bas ter Weel, directeur van SEO Economisch Onderzoek, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en kroonlid van de SER, denkt dat het helpt ‘de kranen dicht te draaien’. ‘De arbeidsmarkt is nu oververhit. Natuurlijk: de grote transitievraagstukken hebben urgentie, maar die vraagstukken zijn niet van vandaag of gister. Waarom moeten ze per se morgen zijn opgelost? Waarom moeten ze allemaal tegelijk aangepakt? Het risico van dit beleid is dat de gestelde doelen niet worden behaald of tegen veel hogere kosten dan met een normale arbeidsmarkt.’

#2. Verzuim in de lift

Nog zo’n vaak onderbelichte oorzaak voor het personeelstekort: het enorme ziekteverzuim. Het verzuim onder werknemers passeerde in 2022 voor het eerst in 20 jaar de 5%, aldus verzekeraar Nationale-Nederlanden. In de zorg 2022 was het verzuimpercentage gemiddeld genomen zelfs 8,36%. En dat hoge verzuim leidt ook weer tot een vicieuze cirkel: verzuim, gecombineerd met vacatures, werkt verhoging van de werkdruk in de hand, wat weer tot nieuw verzuim leidt, enzovoorts. Dit wordt nog eens versterkt doordat een groot deel van de groei te vinden is in het zogeheten mentale verzuim.

‘Inmiddels is een derde van het verzuim gerelateerd aan psychische klachten’, vertelde Igno Schings, directeur collectieve inkomensverzekeringen bij NN, hierover eind vorig jaar aan de Volkskrant. ‘Zes jaar geleden was dat nog maar een vijfde.’ Uit recente CBS-cijfers blijkt bovendien dat werknemers met mentale klachten veel langer thuiszitten: gemiddeld ruim 2 keer zolang als werknemers die om andere redenen verzuimen. Schings: ‘In een tijd dat er meer vacatures zijn dan mensen is dat extra vervelend.’

#3. Nauwelijks productiever

En zo komen we op een derde onderbelichte oorzaak van de historische krapte: de al even historisch lage groei van de arbeidsproductiviteit, gecombineerd met jarenlange lage lonen. Het bedrijfsleven is er lui door geworden, aldus een recent artikel van Jan Luiten van Zanden. ‘Het zorgt ervoor dat steeds meer arbeidsinput nodig is om de economie te laten groeien. Dat is ook hoe de politiek over het probleem spreekt: werktijden moeten verlengd, parttime werken minder aantrekkelijk gemaakt, om zo de beroepsbevolking te doen toenemen. Terwijl – zeker in internationaal perspectief – Nederland al sterke groei van de arbeidsinput kent.’

‘Zeker in internationaal perspectief kent Nederland al een sterke groei van de arbeidsinput.’

We moeten het volgens hem dan ook niet hebben over hoeveel we werken, maar eerder over: hoe slim. Want we mogen dan wel denken dat we in tijden van snelle technologische verandering leven, in feite hebben al die tools nauwelijks invloed op onze productiviteit, stelt de econoom, die de neergang daarvan zelfs ‘dramatisch’ noemt. En de huidige inflatie helpt ook al niet, zegt hij. ‘Het beleid dat er nu komt lijkt gericht op nog meer van hetzelfde streven om meer arbeid uit een door stress en burn-out geplaagde beroepsbevolking te persen.’

De kern van het probleem, zo zegt hij, ‘is dat het neoliberale offensief van na 1982 in Nederland niet alleen leidde tot grotere ongelijkheid, maar ook tot de ontmanteling van de economische motor van de industriële economie. Ondernemers zijn in zekere zin zo gepamperd – door lage loonkosten, lage kapitaalkosten, lage belastingen en hoge rentabiliteit – dat er geen redenen waren nieuwe arbeidsbesparende technologie te zoeken. Daardoor zijn we nu haast gedwongen om de economische problemen op te lossen door het ‘zweet en tranen’ van meer uren arbeid in plaats van de creativiteit van nieuwe ideeën en technieken.’

#4. Het inclusietekort

Nog een oorzaak van de krapte: het nog altijd grote onbenut arbeidspotentieel. Hoe kan het dat we zo’n krappe arbeidsmarkt hebben en toch ook nog steeds een miljoen mensen langs de kant hebben staan? Het is een opmerking die je vaak hoort, en hoewel ook al heel vaak ontkracht, raakt hij ergens ook wel aan een kern van waarheid, namelijk dat Nederland er slecht in slaagt kwetsbare werkzoekenden voldoende te ondersteunen, en de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten, zoals ook een recent onderzoek van de Arbeidsinspectie nog eens onderstreepte.

De arbeidsmarkt ‘werkt niet voor iedereen’, stelt het SCP.

Paradoxaal genoeg hebben we in Nederland namelijk naast een personeelstekort ook ‘een inclusietekort’, zoals de OESO dat noemt. De arbeidsmarkt ‘werkt niet voor iedereen’, schreef niet voor niets het SCP recent nog in zijn publicatie Eigentijdse ongelijkheid. ‘Niet voor mensen met een beperking of kwetsbaarheid, fysiek, verstandelijk, psychisch of sociaal. Niet voor migranten, voor ouderen, voor langdurig werklozen’, onderstreept Marjet van Houten (Movisie) het nog maar eens. ‘Zij krijgen soms jarenlang geen kans om via arbeid te participeren en raken maatschappelijk aan de zijlijn.’

Volgens haar gaat het er niet alleen om de uitkeringen en het minimumloon voor deze groepen te verhogen, maar vooral ook om ‘anders gaan kijken, denken en vooral doen. Organiseer arbeid zo dat we dat inclusietekort opheffen. Het barst in Nederland van de initiatieven waar mensen waardevol werk verrichten. Maar die komen te weinig in beeld bij gemeenten, en zijn daardoor zelf bestaansonzeker. Het is tijd dat zij aan zet komen.’ En dat gemeenten en UWV weer persoonlijke aandacht kunnen geven aan mensen die dat nodig hebben natuurlijk.

#5. De vele baanwisselingen zelf

Hoge vraag, hoge arbeidsparticipatie, lage groei van de productiviteit, en nauwelijks instroom van arbeid: daarmee zijn de voornaamste oorzaken van de krapte waarschijnlijk wel benoemd. Maar er is er nog eentje die ook niet onbenoemd mag blijven: de dynamiek van de arbeidsmarkt zelf. Want ook die leidt weer tot versterkte krapte. Niet alleen omdat er steeds meer mensen in de arbeidsbemiddeling werken die de hele carroussel op gang moeten zien te houden, en dit probleem ook steeds meer tijd van organisaties vergt, maar ook omdat het tijd kost voordat al die overstappers in hun nieuwe omgeving volledig productief zijn.

De mobiliteit op de arbeidsmarkt was niet eerder zo hoog als vorig jaar.

Uit arbeidsmarktcijfers van Intelligence Group blijkt dat de afgelopen jaren de mobiliteit niet eerder zo hoog was als vorig jaar, met in totaal ruim 1,8 miljoen baanwisselaars, bijna 1 op de 5 mensen, van wie het overgrote deel daarvoor ook al werkte, een trend die niet veel later ook door het CBS werd onderschreven. ‘Economische tegenwind zorgt er momenteel niet voor dat die geest terug in de fles gaat en werkgevers zullen eerder een stapje bij moeten zetten op de arbeidsmarkt’, aldus Intelligence Group-oprichter Geert-Jan Waasdorp.

In de afgelopen 10 jaar zijn Nederlanders steeds vaker van baan gaan wisselen, constateert ook het UWV. Dat heeft onder meer te maken met de voortgaande flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar ook met de krappe arbeidsmarkt, waarin zowel werknemers met een vaste als een flexibele baan gemiddeld vaker van werkgever wisselen. Wat het precies betekent voor (het gevoel van) de krapte, blijft voer voor onderzoekers. Maar dat het domino-effect van mensen die van de ene naar de andere organisatie gaan uiteindelijk weinig helpt tegen de algemene tekorten op de arbeidsmarkt, dat is al met al weinig omstreden.

Lees ook

Werkgevers trappen op de rem in de ICT-markt, maar bemiddelaars werven gewoon door

De arbeidsmarkt voor ICT’ers bevindt zich momenteel in behoorlijk woelige wateren. Hoewel de vraag nog steeds hoog is, en het aanbod laag, lijken met name directe werkgevers op dit moment een pas op de plaats te maken als het aankomt op de werving van deze doelgroep. Ze lijken even de kat uit de boom te kijken, terwijl juist bureaus daarentegen gewoon ermee doorgaan deze mensen op de arbeidsmarkt te werven, zo blijkt uit recente analyses van Intelligence Group, op basis van data van Jobfeed en eigen data van 2019 tot en met februari 2023.

‘Nu talentpools aanleggen getuigt van lef en visie.’

Bureaus lijken zich te wapenen voor de toekomst en er in hun wervingsstrategie al rekening mee te houden dat de vraag naar ICT’ers op korte termijn weer aantrekt, constateert Geert-Jan Waasdorp, directeur van Intelligence Group. ‘Het lijkt erop arbeidsbemiddelaars talentpools aanleggen voor het moment dat het aanbod van ICT’ers straks weer opdroogt. Slim, en dat getuigt van lef en van een zekere visie van op de arbeidsmarkt.’

3% daling

In de data valt op dat de totale vraag naar ICT’ers in de eerste maanden van dit jaar 3% lager lag dan in dezelfde periode in 2022. Bij directe werkgevers is de vraaguitval maar liefst 18% ten opzichte van de eerste tweede maanden van vorig jaar. Bij de grote werkgevers was dit zelfs nog iets hoger. Daar daalde de vraag naar ICT-professionals met maar liefst 26%. Bij arbeidsbemiddelaars is daarentegen sprake van een totaal ander beeld. Daar groeide het aantal vacatures voor ICT’ers gemiddeld met maar liefst 15%.

‘Wie nu het talent in huis haalt, bepaalt straks de markt.’

Met gemiddeld een groei van 27% is vooral bij kleinere bureaus sprake van een nog altijd zeer sterke markt. Onder het mom van ‘regeren is vooruitzien’, lijken de bureaus er alvast rekening mee te houden dat ICT’ers vinden en behouden straks weer een stuk lastiger wordt. En ze lijken daarmee ook alvast te anticiperen op aantrekkende vraag in de komende kwartalen. Waasdorp: ‘Wie nu het talent in huis haalt, bepaalt straks de markt. Talent dat nu vrijgespeeld wordt bij scale-ups en andere ICT-bedrijven die de broekriem moeten aantrekken, kun je straks optimaal inzetten als de ICT-markt weer aantrekt.’

Nog altijd hyperschaars

Hij voegt eraan toe dat recruitmentafdelingen van grote bedrijven die zich bezighouden met het aantrekken van ICT-talent nu zeker niet moeten gaan afschalen. Dat zou op termijn namelijk wel eens heel kostbaar kunnen zijn, denkt hij. ‘Dat zou doodzonde zijn. Je zult zien dat de markt in het tweede of derde kwartaal van 2023 net weer gaat aantrekken en dat deze afdelingen dan tegen een enorm capaciteitsprobleem oplopen. En dat bureaus die wel zijn blijven doorwerven dan als grote winnaar uit de bus komen.’

‘Bureaus die nu blijven doorwerven komen straks als grote winnaar uit de bus.’

Uit de analyses van Intelligence Group en Jobfeed blijkt verder dat ICT’ers nog steeds hyperschaars zijn. Dat komt niet alleen door de kwantiteit, maar ook doordat ICT’ers eigenlijk nauwelijks bewegen op de arbeidsmarkt (al naargelang de doelgroep tussen de 4 en 10%, zo blijkt uit Giant, het talent intelligence-dashboard van Intelligence Group).

Bureaus Aantal vacatures jan/feb 2022 Aantal vacatures jan/feb 2023 Index 2022-23
Klein (<50 medewerkers) 10.961 13.084 119
Middelgroot(50-500) 4.084 3.139 77
Groot (>500) 3.294 4.186 127
Totaal (incl. onbekende grootte) 23.240 26.635 115
Directe werkgevers
Klein (<50 medewerkers) 8.006 7.244 90
Middelgroot (50-500) 4.201 3.763 90
Groot (>500) 10.922 8.038 74
Totaal (incl. onbekende grootte) 26.716 21.867 82
Totaal vraag naar ICT’ers 49.956 48.502 97

Meer weten?

Over de hardnekkige loonkloof – en 6 andere dingen die recruiters op Vrouwendag moeten weten

Gaat het de goede kant op? Of is er nog een lange weg af te leggen? Op Internationale Vrouwendag is het altijd goed om stil te staan bij de positie van vrouwen in het recruitmentproces. Wat valt er dan op te maken uit al het onderzoek dat traditioneel begin maart rondom vrouwen op de arbeidsmarkt verschijnt? We pikken er weer 7 interessante onderzoeken uit.

#1. ‘Pas in 2086 gelijk loon’

Nederlandse vrouwen verdienen gemiddeld 13,5% minder dan mannen. Dit verschil is iets groter dan het EU-gemiddelde van 12,7%, zo blijkt uit nieuwe cijfers van Europees statistiekbureau Eurostat, waarover onder meer de Volkskrant recent berichtte. In België (5,0%) is het verschil flink kleiner dan in Nederland, in Duitsland met 17,6% juist fors hoger. Het gaat hierbij om bruto uurlonen, zonder correctie voor bijvoorbeeld functie of opleiding. Uit eerder CBS-onderzoek blijkt dat Nederlandse vrouwen in het bedrijfsleven gemiddeld 6% minder verdienen dan een man in dezelfde functie.