Steven Gudde: ‘Zonder menselijk contact zijn systemen niets waard’

Hoeveel technologie er ook aan te pas komt, recruitment gaat in de basis per definitie om mensen, stelt Steven Gudde. En dat zal zo blijven. ‘De gedachte dat met ICT alles is op te lossen is de grootste bedreiging voor het vak.’

Steven Gudde is manager marketing en innovatie bij Olympia Uitzendbureau en donderdag 16 juni een van de sprekers tijdens Werf& Live.

>> Meteen inschrijven voor dit topevenement

Hij zal in de ochtend de aanwezigen opwarmen door hun beeld over talentmanagement op de kop te zetten, en hen uit te dagen na te denken over talent in de wereld van vandaag.

Als je wilt dat je publiek één idee meeneemt uit je bijdrage, wat zou het dan zijn?

‘Dat datgene wat logisch lijkt in de keuzes die je maakt onder invloed van ontwikkelingen en technologie wellicht lang niet altijd zo logisch is. Processen, IT-systemen, concepten, allemaal leuk. Maar ze zijn helemaal niets waard als je niet echt persoonlijk contact maakt met mensen.’

Je stelt dat de grootte van een idee belangrijker is dan de grootte van een organisatie. Mooi, maar hoe selecteer je die mensen met die grote ideeën?

‘Bij werving moet je je concentreren op wie je aanneemt en wie zich wil verbinden aan je organisatie. Dat is eigenlijk heel makkelijk. Jij moet duidelijk zijn in waar je voor staat als organisatie. Dan ligt de keuze (en dus ook de selectie) bij de kandidaat. De kandidaat selecteert, jij niet, jouw rol is vooral om duidelijk te zijn.’

‘De kandidaat selecteert,
jouw rol is vooral: duidelijk zijn’

Hoe houd je jezelf in bedwang dat je toch mensen wil aannemen die ‘in het plaatje passen’ dat je zelf voor ogen hebt?

‘Dat is lastig inderdaad. Old habits die hard. Maar wil je vooruit, dan moet je je eigen reflexen durven tegengaan. Anders verander je niet en word je geleidelijk achterhaald in een wereld die om jou heen wel verandert.’

Hoe ziet talentmanagement er volgens jou uit in de wereld van vandaag? Wat is de grootste verandering ten opzichte van de wereld van gisteren?

‘Talentmanagement begint bij het herdefiniëren van het begrip talent. Iedereen die vanuit intrinsieke motivatie voor zijn/haar omgeving het verschil maakt en die helpt succesvol te zijn, is een talent. Het gaat dus niet per se om de outperformer. Je moet kiezen op basis van andere criteria. Train for skills en hire for culture.

Wij selecteren en kwalificeren mensen steeds meer op basis van getoond gedrag en vaardigheden in combinatie met karakter. Het CV en het traditionele profiel verschuiven steeds meer naar de achtergrond.

Dit begint met: als werkgever te weten wie je bent waar je voor staat. Op  basis daarvan moet je mensen weten te binden. Talentmanagement gaat om de mogelijkheden aanreiken en omstandigheden creëren waarin mensen voor jou kiezen en (zolang ze er zijn) op basis van de eigen intrinsieke motivatie datgene doen dat in belang is van jouw organisatie. De beste wijze van talentmanagement komt neer op het besef dat je als werkgever niet meer aan het stuur zit als je het beste uit mensen wilt halen.’

‘het beste talentmanagement is het besef dat je als werkgever niet meer aan het stuur zit om het beste uit mensen te halen’

Ken je voorbeelden van organisaties die de nieuwe werkelijkheid snappen?

‘Dat mag Nedap vertellen. Maar wij hebben zelf ook hele mooie cases uit de wereld van de contactcenters waar wij heel ver zijn om op deze manier te selecteren, waarbij klanten langzaam ook onze werkwijze volgen. Dit leidt tot opmerkelijke resultaten en spannende matches die heel goed werken, terwijl die mensen op basis van de oude werkwijzen misschien niet eens binnengekomen zouden zijn.’

Je komt zelf van de TU als systeemkundige. Wat kunnen recruiters leren van systeemkunde?

‘Een systeemkundige kijkt naar processen en werkwijzen, maar begint altijd met het doel wat je met het proces wilt bereiken. Ik ben afgestudeerd op de interactie tussen processen en de mensen die daarbinnen of ermee moeten werken. Het proces zelf is daarbij niet heilig. Dat is er om aan te passen en te optimaliseren ten dienste van het doel. Dat is wat ik dagelijks doe. Recruiters (en HR-mensen in algemeen) maken hun eigen processen en denkwijzen helaas nog wel eens belangrijker dan het doel dat ze moeten dienen.’

‘Recruiters maken hun eigen processen helaas nog wel eens belangrijker dan het doel dat ze moeten dienen’

Waar liggen in de veranderende wereld van nu de grootste kansen voor recruiters, denk je? En waar de bedreigingen?

‘Recruiters moeten de juiste balans zien te vinden tussen systemen, ICT en de persoonlijke benadering en het persoonlijke contact. Daar kun je werkelijk het verschil maken. De grootste bedreiging voor de recruiter is niet per se ICT of automatisering van hun functie. De gedachte dat met ICT of automatisering alles is op te lossen is de grootste bedreiging.’

Kom naar Werf& Live!

Steven Gudde is een van de sprekers op 16 juni tijdens Werf& Live. Op dit jaarcongres is een programma samengesteld boordevol interessante recruitmentverhalen. Naast Glassdoor (voor het eerst in Nederland!), doen onder meer Sonos, Dura Vermeer en Lidl een boekje open over hun ervaringen en worden de allereerste Werf& Awards uit de geschiedenis uitgereikt.

>> Mis niets en schrijf je nu in!

Inge Meengs (Nedap): ‘Impact is het verschil maken met recruitment in de markt’

Inge Meengs, Coördinator Employer Branding / Corporate Recruiter bij Nedap, verzorgt een impactsessie tijdens Werf& Live op donderdag 16 juni. Werf& ging met camera langs bij Inge op het hoofdkantoor van Nedap in Groenlo en vroeg haar onder meer hoe Nedap op Lowlands impactvol heeft geworven.

Succesvol werven en solliciteren op Lowlands!

Nedap werft vanuit de inhoud en heeft dit afgelopen jaren succesvol op Lowlands ingezet. Zo gaf Nedap afgelopen jaar technisch talent met festivalervaring dit jaar de kans om een sollicitatiegesprek te voeren op Lowlands. Maar ook in de samenwerking met technische universiteiten en op haar eigen recruitmentsite kiest Nedap bewust voor een inhoudelijke insteek.

Schrijf je in voor Werf& Live

Naast Inge Meengs van Nedap zijn er o.a. keynotes en impactsessies van Olympia, Glassdoor, ABN Amro, Lidl, Sonos, Nike, Dura Vermeer en de Belastingdienst. Schrijf je nu in op www.werf-en.nl/live en stel jouw eigen programma samen.

De impactsessie van Nedap is bijna vol, dus wacht niet te lang met inschrijven.

Diarmuid Russell (Glassdoor): ’Kandidaat heeft meer macht dan ooit’

Nu de kandidaat meer macht heeft dan ooit, moeten werkgevers transparantie niet vrezen, maar juist omarmen. Dat stelt Diarmuid Russell van Glassdoor.

Russell is 16 juni in Nederland voor een exclusieve keynote tijdens Werf& Live.

>> Meteen inschrijven? Dat kan hier!

De vice president international was 1 van de eerste 50 werknemers bij de van oorsprong Amerikaanse site, en mag nu de wereldwijde expansie ervan leiden. Het is de eerste keer dat hij daarover in Nederland in het openbaar gaat vertellen.

Wat is uw belangrijkste boodschap voor de recruiters bij Werf& Live?

’Dat transparantie de manier waarop mensen beslissingen nemen fundamenteel heeft veranderd. Mensen vertrouwen op online reviews voor allerlei soorten beslissingen – van hun vakantie tot welke TV ze moeten kopen of waar te eten. Bij Glassdoor willen we diezelfde transparantie naar de wereld van het werk brengen.

Dit betekent nogal een uitdaging voor hoe werkgevers over hun merk denken. Ik geloof dat ze niet bang hoeven te zijn voor deze transparantie, maar het juist moeten omarmen als kans om echte betrokkenheid en interactie te creëren met zowel huidige als toekomstige werknemers.

Aan de andere kant; als we naar een samenleving gaan waar alles steeds meer wordt beoordeeld en gedeeld, voorzien wij dat werkgevers die niet effectief met hun employer brand omgaan door toptalent in de markt zal worden genegeerd.’

’Werkgevers die niet effectief met hun employer brand omgaan worden door toptalent genegeerd’

Geen toeschouwers

Hoe doe je dat dan, effectief met je employer brand omgaan? Zeker in een wereld waar je steeds minder invloed lijkt te hebben op hoe anderen over je denken?

’Werkgevers zijn geen toeschouwers! Iets managen betekent niet dat je totale controle hebt, maar je moet wel actief en positief de discussie beïnvloeden. Het is echt niet zoveel anders dan het managen van een consumentenmerk: mensen zullen zelf een beslissing maken, maar je moet jezelf wel laten zien. En zonder authenticiteit is geen enkel employer brand van enige waarde.

Je employer brand is de essentie van wie je bent als werkgever: het reflecteert je normen en waarden en waar je voor staat. Dit goed doordenken is dus cruciaal. En vraag je vervolgens af of je medewerkers dit zo ook ervaren. Welk verhaal vertellen zij de buitenwereld? Als dat anders is dan waar je merk voor staat, dan heb je een uitdaging. Dan moet je óf je merkwaarden intern zien te versterken óf je moet je participatie in sites als Glassdoor zien te verbreden zodat je waarden beter zichtbaar worden. Hoe dan ook: werkgevers moeten dapper genoeg zijn om werknemers voor zichzelf te laten spreken, en niet te willen controleren wat ze allemaal zeggen.’

’Werkgevers moeten dapper genoeg zijn om werknemers voor zichzelf te laten spreken, en niet te willen controleren wat ze zeggen’

Constructieve feedback

Hoe gaat het met Glassdoor in Europa?

’We volgen hier een vergelijkbaar traject als we 2 tot 3 jaar geleden in de VS deden. Er zijn nu al honderden bedrijven die gebruik maken van de enhanced profiles en alle andere mogelijkheden op onze site. We zien ook dat veel bedrijven de site nuttig vinden als communicatiekanaal tussen het leiderschap en hun mensen. Ze gebruiken Glassdoor om constructieve feedback te verzamelen op hun handelen.’

Zijn jullie meer een reviewsite of een carrièresite?

’Ik zie eerlijk gezegd geen groot verschil tussen die twee. Wie tegenwoordig een nieuwe baan wil doet altijd online onderzoek. Werkzoekenden willen niet alleen weten welke banen beschikbaar zijn, maar ook hoe de sfeer daar is, hoe ze hun interview kunnen voorbereiden, wat ze kunnen verwachten aan arbeidsvoorwaarden. Wij brengen al deze informatie samen. Mensen die door vacatures heenlopen kunnen deze informatie meteen erbij zien – en wij geloven dat dit werkzoekenden kan helpen om betere keuzes te maken.’

’Wij geloven dat onze informatie werkzoekenden kan helpen om betere keuzes te maken’

Missie

Wanneer is Glassdoor volgens u geslaagd? 

’Onze missie is het om mensen overal te helpen om een baan en een bedrijf te vinden dat bij hen past. Werk is een belangrijk deel van ons leven, daarom vinden wij het belangrijk dat mensen houden van wat ze dag in dag uit aan het doen zijn.

Wij doen dat door de kennis van insiders te benutten. Als we daarin succesvol zijn, denk ik dat we uiteindelijk de grootste carrièresite kunnen worden in elke markt waarin we actief zijn.’

Hoe ziet u de rol van de kandidaat tegenwoordig?

’Kandidaten gedragen zich steeds meer als consumenten: ze shoppen wat rond, ze gebruiken data om hun beslissingen te onderbouwen, en zoeken naar meningen van mensen die ze vertrouwen. De kandidaat heeft meer macht dan ooit, wat betekent dat bedrijven harder moeten werken om het beste talent aan te trekken. Werkgevers kunnen niet op hun lauweren rusten, noch teren op hun successen uit het verleden.’

’Werkgevers kunnen niet op hun lauweren rusten, noch teren op hun successen uit het verleden’

1 van de eerste 50

Kunt u me iets meer vertellen over uw persoonlijke achtergrond bij Glassdoor?

’Ik ben hier 5 jaar geleden begonnen. Destijds hadden we iets van 30 mensen in dienst; we waren net begonnen om samen te werken met werkgevers. Nu hebben we meer dan 500 mensen in 5 kantoren, over de hele wereld!

Ook toen was al duidelijk hoe waardevol onze informatie was voor mensen, en hoeveel potentie het had om de levens van mensen te veranderen – of het nou gaat om een betere positie voor salarisonderhandelingen of om hen banen te bieden die ze anders misschien nooit gehad zouden hebben.

Daarnaast kan ik zeggen dat het ontzettend leuk is om te werken bij een start-up. Je kunt je er bezighouden met allerlei terreinen en echt invloed hebben. Maar je moet wel flexibel zijn. Ik heb in de VS zelf functies gehad in Sales, Finance, Strategie en Marketing, en nu leid ik vanuit Ierland onze internationale expansie. Zo krijg ik de gelegenheid vitale informatie naar werkgevers en werkzoekenden in Europa te brengen. Een prachtkans.’

Kom naar Werf& Live!

Diarmuid Russell is een van de sprekers op 16 juni tijdens Werf& Live. Op dit jaarcongres is een programma samengesteld boordevol interessante recruitmentverhalen. Naast Glassdoor (voor het eerst in Nederland!), doen onder meer Sonos, Dura Vermeer en Lidl een boekje open over hun ervaringen en worden de allereerste Werf& Awards uit de geschiedenis uitgereikt.

>> Mis niets en schrijf je nu in!

 

’Elevator pitch van kandidaten bepaalt kans op succes’

Kandidaten die in een elevator pitch duidelijk kunnen uitleggen wie ze zijn als persoon, welke successen ze hebben behaald en welke vaardigheden ze bezitten, komen het verst bij sollicitaties.

Zo’n elevator pitch is zelfs belangrijker dan de mate van werkervaring, blijkt uit nieuw onderzoek van LinkedIn, uitgevoerd door Censuswide, onder bijna 400 HR-beslissers.

Offline én online indruk

Voor ruim de helft van de ondervraagden geldt daarbij dat de indruk die een sollicitant online maakt, minstens even belangrijk is als de offline indruk. Heeft een kandidaat bijvoorbeeld een leeg LinkedIn-profiel, dan geeft 44% van de HR-professionals hem of haar minder kans op succes in een sollicitatieprocedure. Van de ondervraagden zegt verder 38% regelmatig beslissingen te baseren op iemands online persoonlijkheid.

Kort CV graag

De HR-professionals zeggen een kort en bondig persoonlijk CV of online profiel en elevator-pitch te waarderen. Maar liefst 78% vindt het belangrijk om te kunnen afleiden wat voor type persoon er schuilgaat achter een tekst. Ook kandidaten die duidelijk communiceren over behaalde successen, worden door 76% van de HR-professionals hoger gewaardeerd.

Liever creatief

Daarnaast zegt 87% van de respondenten het belangrijker te vinden om te weten wat voor type de kandidaat is en welke vaardigheden hij of zij bezit, dan wat die persoon aan werkervaring heeft opgedaan. Ruim twee derde (69%) leest dan ook liever een creatieve samenvatting met bijvoorbeeld toekomstdromen dan een droge opsommingslijst met vorige werkgevers.

69% leest liever een creatieve samenvatting met toekomstdromen dan een droge opsommingslijst met vorige werkgevers

Eerste indruk

’Een eerste indruk maak je maar één keer’, aldus Anoek Eckhardt (LinkedIn). ’Tegenwoordig vindt die eerste indruk heel vaak online plaats. 6 op de 10 HR-professionals checkt áltijd hoe een potentiële kandidaat online uit de verf komt.’

Foto via Flickr.com

 

Meike van der Meer: Searcher

Oude situatie

Oude functie : Corporate Recruiter
Oude werkgever Teleperformance Benelux

Nieuwe situatie

Nieuwe functie : Searcher
Nieuwe werkgever : Compagnon

Ingangsdatum : 1 juni 2016

Meike maakt onderdeel uit van het searchteam van Compagnon en zal na de zomer starten aan de Hogeschool voor Recruitment. Compagnon is HR-specialist en biedt complete oplossingen voor recruitment-, flex- en careermanagement. Wij helpen mensen en organisaties succesvol te zijn op de arbeidsmarkt.

VUmc wint Tangram Effectiviteitsprijs 2016

Het VUmc is dit jaar de winnaar van de Tangram Effectiviteitsprijs.

Het universitair medisch centrum won de award voor het insturen van het beste effectiviteitsverhogende idee op het gebied van de functionaliteit van de Tangram recruitment software. Het winnende idee is om sollicitanten de mogelijkheid te bieden zichzelf te presenteren door middel van een videopitch.

Videopitch

De inzet van een videopitch maakt het mogelijk om het sollicitatieproces efficiënter en sneller in te richten. Daarbij sluit de nieuwe functionaliteit goed aan bij de huidige trend in de arbeidsmarkt, waarbij een videopresentatie steeds vaker onderdeel is van de sollicitatieprocedure.

10.000 sollicitanten

Wessel Haytink, manager Werving & Selectie VUmc: “Bij ons solliciteren jaarlijks gemiddeld 10.000 personen. De procedure proberen we zo effectief mogelijk uit te voeren. Met ingezonden video’s kunnen we nu kandidaten sneller beoordelen en krijgt de kandidaat meer ruimte om zich te onderscheiden en zijn persoonlijkheid te tonen.”

Ook andere klanten

De nieuwe functionaliteit, die in samenwerking met Flipbase tot stand kwam, is inmiddels in gebruik genomen door VUmc. De eerste reacties zijn positief. Door deze toevoeging krijgen ook andere klanten van Tangram, ruim 300 recruitmentbureaus en HR afdelingen, de mogelijkheid om hun sollicitatieprocedure aan te vullen met een videopresentatie.

Zie hier voor een uitlegfilmpje:

 

Bijna helft werkzoekenden zegt binnen 2 weken nieuwe baan te hebben

Liefst 48 procent van de werkzoekenden zegt binnen 2 weken een nieuwe baan te vinden. Slechts 1 op de 5 geeft toe hier langer dan 10 weken over te doen.

Dat is de veruit opvallendste conclusie van het jaarlijkse ‘kandidatenonderzoek’ van Motivaction, in opdracht van Unique, onder 1.161 werkzoekenden.

unique 2Zelfoverschatting? Of is er echt weer sprake van een overspannen arbeidsmarkt? Hoe dan ook, bijna 1 op de 3 mensen zegt binnen een week een nieuwe baan te vinden.

unique 1

50% geeft aan dat een hoger salaris de belangrijkste reden is om op zoek te gaan naar een andere baan.

unique 3

Opmerkelijk: meer dan een kwart kijkt toch nog in de krant voor een nieuwe baan. Dat is niet eens zoveel minder dan het aantal mensen dat zijn toevlucht neemt tot sociale media.

Overigens worden sociale media niet enkel ingezet voor het vinden van werk, maar ook bij het baseren van een eerste indruk. Bijna een kwart (24%) van de ondervraagden zegt zijn indruk van een organisatie te baseren op informatie via social media.

unique 4

Vooral LinkedIn is populair, maar Facebook komt er snel aan als plek om een nieuwe baan te scoren. Twitter blijft achter. In 2014, bij het vorige vergelijkbare onderzoek, waren de cijfers nog 67 procent (LinkedIn) en 48 procent (Facebook).

unique 5

De meeste mensen (44%) vinden dat arbeidsvoorwaarden een werkgever aantrekkelijk maken, 37% gaat vooral voor de inhoud van een functie, bijna 30% voor de cultuur of voor vrijheid en vertrouwen.

unique 6

Ook opvallend: er zijn niet veel zaken die Nederlanders zo weinig aanspreken als hun pensioen. Toch zien we het als belangrijke arbeidsvoorwaarde.

unique 7

53% vindt het lastig om op basis van een vacaturetekst te beoordelen of de functie geschikt is, slechts 20 procent is het met die stelling oneens, 27% zit ertussenin.

unique 8 werkzoekenden

Dit blijft ook een punt van zorg: bijna 4 op de 10 mensen krijgen nog steeds geen reactie van de bedrijven waar ze solliciteren.

Foto boven via Flickr.com

Hoe gedragseconomie onze selectie (eindelijk) gaat verbeteren

Veel selectiebeslissingen zijn nog gebaseerd op structurele denkfouten. Die kunnen we voorkomen, als we ons meer zouden verdiepen in de gedragseconomie. Als we als recruiters (eindelijk) leren hoe statistiek werkt, nemen we nooit meer iemand aan over wie we later ontevreden zijn.

Veel bedrijven voeren ongestructureerde sollicitatiegesprekken met kandidaten. Of hij of zij wel of niet wordt aangenomen, beslissen we vervolgens aan de hand van de eerste indruk van die kandidaat.

Slechte voorspeller

Maar de eerste indruk is helaas een heel slechte voorspeller van de prestaties van een kandidaat in de toekomst. Dit gegeven vloeit voort uit de gedragseconomie, een wetenschap die psychologie en economie integreert. Gedragseconomie is ontstaan door veelvuldig onderzoek van wetenschappers naar het menselijk oordeel.

Kahneman

kahnemanEén van de meest invloedrijke gedragseconomen is Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman. In zijn boek ‘Thinking, Fast and Slow laat hij zien dat de mens structureel ‘statistische denkfouten’ (‘heuristics’) maakt, waardoor wij beslissingen maken die volledig tegen de statistieken indruisen.

Onherkenbaar veranderen

Een aantal bedrijven in de zorg, de financiële sector en de amusementssector is zich bewust van de invloed van de gedragseconomie. Als gevolg daarvan worden er binnen die sectoren hele bedrijfsprocessen anders ingericht. Maar hoe bedrijven nieuwe mensen aannemen, blijft vaak haken op achterhaalde manieren van werken. Toch kunnen principes uit de gedragseconomie ook werving onherkenbaar gaan veranderen. Zoals het boek Moneyball al ooit liet zien, waar het ging over honkbal.

De Linda-test

Om het duidelijk te maken: laat me je eens vertellen over Linda. Linda is 24 jaar oud, vrijgezel en neemt geen blad voor de mond. Ze is intelligent en gevat. Toen zij filosofie studeerde, was ze zich heel bewust van sociale ongelijkheid in de wereld. In haar studententijd was ze actief binnen de Occupy-beweging.

Dan nu de vraag: welke van de onderstaande twee mogelijkheden is waarschijnlijker?

  • A. Linda is accountant.
  • B. Linda is accountant en daarnaast actief binnen de Occupy-beweging.

Ik gok dat veel lezers antwoord B kiezen. Toch is antwoord A hier het goede antwoord. De groep mensen die én accountant zijn én lid van de Occupybeweging is immers een subset van de groep die accountant is. En dus is per definitie de kans op antwoord A groter dan de kans op antwoord B.

Wat ons in de Linda-test een verkeerde beslissing doet maken, is de beschrijving over Linda die vooraf gaat aan de vraag. En ons beperkte begrip van statistiek.

Systeem 1 en 2

Onze hersenen werken namelijk volgens twee processen die Kahneman ‘systeem 1’ en ‘systeem 2’ noemt. Systeem 1 omvat de processen in ons hoofd die ervoor zorgen dat we eerste indrukken kunnen produceren. Onder systeem 1 vallen dus de processen die ervoor zorgen dat we snel kunnen beslissen. Naast systeem 1 zijn het de processen van systeem 2 die ervoor zorgen dat we meer rationeel en logisch kunnen nadenken.

Context

De keuze voor antwoord B bij de Linda-test is een gevolg van de werking van systeem 1. Systeem 1 houdt namelijk van context. Antwoord B sluit perfect aan op de beschrijving voorafgaand aan de vraag. Omdat het past in de context, zorgt systeem 1 ervoor dat we antwoord B als waar beschouwen. Systeem 2 laat zich graag overrulen door systeem 1, omdat de aanwending van systeem 2 voor ons lichaam veel meer energie kost.

Ook in werving

Wat Kahneman met de Linda-test heeft aangetoond, is dat ons brein niet is ingesteld op statistiek. Kahneman heeft een aantal statistische denkfouten in zijn boek geformuleerd. Deze denkfouten zijn 1-op-1 ook terug te herleiden naar werving. We noemen er hier 5:

Denkfout #1

We hechten te veel waarde aan kleine samples die voortkomen uit onze eigen ervaringen.

“De laatste 2 stagiaires die ik heb aangenomen van universiteit X, waren echt fantastisch. We moeten ons aannamebeleid ten aanzien van stagiairs voortaan focussen rondom universiteit X.”

Denkfout #2

What You See Is All There Is (WYSIATI). Het bewijs dat we nu zien, beschouwen we als het enige bewijs.

“Haar CV ziet er goed uit en ze kwam heel goed over tijdens het gesprek. Ik hoef verder niks meer over haar te weten, het is een topkandidaat.”

Denkfout #3

We hechten te veel waarde aan factoren die we ons makkelijk herinneren en in ons hoofd makkelijk naar voren kunnen halen.

“De kandidaat beantwoordde de vraag ‘Hoeveel golfballen passen er in een bus?’ echt gevat en slim.”

Denkfout #4

We denken dat het gedrag dat een kandidaat vertoont tijdens een sollicitatieprocedure, gebaseerd is op vaste karaktereigenschappen en niet afhankelijk is van de situatie.

“De kandidaat was behoorlijk afgeleid tijdens het gesprek, waarschijnlijk kan hij zich slecht concentreren.” (Conclusie: gedrag is een manifestatie van vaste karaktereigenschappen). In tegenstelling tot: “De kandidaat was behoorlijk afgeleid tijdens het gesprek, misschien was er wat aan de hand op het thuisfront.” (Conclusie: gedrag is situatie-afhankelijk)

Denkfout #5

Het halo-effect: we beoordelen een persoon vooral op basis van dingen die we leuk aan diegene vinden (of juist niet leuk: het ‘horn’-effect).

“Egbert is echt de aangewezen persoon om teamlead te worden. Hij komt namelijk altijd op tijd en doet altijd wat van hem wordt gevraagd.”

Hoe kan het beter?

De gedragseconomie leert ons dat we wervingsbeslissingen beter op basis van statistiek kunnen nemen, zodat we systeem 1 leren uitzetten en vaker op systeem 2 kunnen vertrouwen. Een aantal HR-organisaties is daarom begonnen met het aanwenden van data ten aanzien van hun wervingsbeleid. En terecht.

Een paar voorbeelden

Hieronder wat voorbeelden uit de praktijk:

  • Een bioscoopketen bestudeerde nauwkeurig het doen en laten van de teams die veel popcorn verkochten. De analyse die daaruit voortkwam, werd de nieuwe basis voor het aannamebeleid.
  • Een retailer analyseerde de cognitieve vaardigheden van zijn beste cosmeticaverkopers. Bij het aannameproces kwam de focus vervolgens te liggen op deze vaardigheden.
  • Een distributeur van sportartikelen ontdekte aan de hand van data dat ‘mensen die van buitenlucht houden’ veel beter presteerden dan mensen die over hele sterke technische vaardigheden beschikten. Het selectiebeleid werd daar vervolgens op aangepast.
  • Een ander bedrijf dat data een grote rol laat spelen in zijn aannamebeleid is Google. Dat gebeurt op allerlei manieren:
    – Het aantal gesprekken binnen de sollicitatieprocedure schroefden zij terug van 10 naar een maximum van 4. De toegevoegde waarde van meer dan 4 gesprekken bleek na een analyse namelijk nul.
    – Bij Google worden bij sollicitatiegesprekken geen ‘brain teaser’-vragen meer gesteld (denk: ‘Hoeveel golfballen kunnen er in een lijnbus?’). Uit analyse van de data bleek namelijk dat zulke vragen nul voorspellende waarde hebben voor de vaardigheden van een kandidaat.
    – Google hecht tegenwoordig veel minder waarde aan kandidaten die hun diploma hebben behaald aan topuniversiteiten. Uit data-analyse bleek namelijk dat zij op deze manier veel topkandidaten met diploma’s van andere universiteiten misliepen.

Grote sample

Dit zijn mooie voorbeelden, waarvoor je natuurlijk als werkgever wel wat schaal nodig hebt. Een zo groot mogelijke sample verkrijgen is daarom heel belangrijk. Als bedrijf wil je dus een zo groot mogelijk bereik onder kandidaten. Zo kun je je wervingsbeleid op een wetenschappelijke manier valideren met gebruik van data. Een hele klus misschien, maar het resultaat is er dan ook naar: aantoonbaar betere kandidaten, met betere prestaties!

Dit blog is geschreven door Thomas Brons, content marketeer bij Bonque, en deels gebaseerd op deze bijdrage van Deloitte University Press.

Lees meer over denkfouten:

En meer over recruitment op basis van data:

Foto boven via Flickr.com

 

 

5 manieren om werk te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking

1 op de 6 mensen staat aan de kant vanwege een arbeidsbeperking. Maar je kunt hen best aan het werk krijgen, stelt Roland Blonk. En wel op deze 5 manieren.

Op een beroepsbevolking van 9 miljoen mensen staan 1,5 miljoen mensen aan de kant. En veel van hen komen niet zo makkelijk aan een baan. Volgens hoogleraar Roland Blonk is het zaak dat werkgevers hierin meer hun rol pakken. ‘Niet alleen vanuit de Participatiewet moeten zij hiermee aan de slag. Maar er liggen ook gewoon kansen. Werkgevers moeten beseffen dat ze best een nieuwe stap kunnen zetten en tegelijkertijd mogelijkheden kunnen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.’

Blonk geeft 5 manieren om mensen met een arbeidsbeperking een plek te bieden:

#1. Begin met de wil

‘Gemeenten en UWV investeren veel in re-integratie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, weet Blonk. ‘Maar je kunt sleutelen aan mensen wat je wilt, als er geen werkgevers zijn die hen in dienst willen nemen, schiet je weinig op. Bedrijven moeten dan ook de wil – de intrinsieke motivatie – hebben om deze mensen in dienst te nemen. Zonder werkgevers en ondernemers geen banen.

Werkgevers moeten zich realiseren dat ze niet slechter worden van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als je bedrijf een afspiegeling is van de samenleving, vloeit daar misschien ook weer extra, ander werk uit voort. Hoe diverser je personeelsbestand, hoe groter je innovatiekracht.

Overigens red je het als bedrijf niet met “wil” alleen. Je moet ook kennis hebben over de arbeidsmogelijkheden van kwetsbare groepen. Heb je die kennis zelf niet in huis, ga dan eens te rade bij een arbeidsdeskundige. Ook de Bibliotheek arbeidsparticipatie en chronische ziekte – die in opdracht van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) is ontwikkeld – is een handig hulpmiddel. Deze database biedt concrete en op wetenschappelijke leest gestoelde handvatten om de arbeidsparticipatie van mensen met een chronische ziekte te vergroten.’

#2. Zet social return door

Blonk: ‘Bedrijven die meedoen aan overheidsaanbestedingen kennen de term vast wel: social return. Krijgen ze de opdracht, dan geldt vaak de voorwaarde dat ze 5 procent van de hoofdsom moeten besteden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een prima regeling, maar ik merk vaak dat ondernemingen stoppen met de social return zodra de opdracht afloopt. Jammer, want voor de medewerkers is het vaak funest: zij staan weer op straat en hebben er een faalervaring bij. En waarom zou je eigenlijk stoppen met social return: als iemand een waardevolle bijdrage levert aan je bedrijf, kun je dat toch gewoon doorzetten? Daarom wil ik bedrijven adviseren om niet alleen aan social return te doen om een opdracht te kijken. Als je een echte businesscase maakt van de inzet van kwetsbare groepen, zorg je voor een blijvend effect.’

#3. Denk in ketens

Bedrijven die in ketens durven denken, komen verder, zegt Blonk. ‘Daar ben ik heilig van overtuigd. Laat die leergierige medewerker nou gewoon een opleiding volgen, ook al kan dat betekenen dat hij uiteindelijk je bedrijf verlaat. Blijft hij, dan pluk je sowieso de vruchten van die opleiding. En als hij toch vertrekt, hoeft dit geen negatieve gevolgen te hebben. Je kunt immers een nieuwe medewerker aannemen, die bijvoorbeeld heel blij is met de kans je die hem biedt. En die kans met beide handen wil grijpen. Investeren in medewerkers komt – hoe dan ook – altijd de innovatiekracht van je bedrijf ten goede.’

#4. Kijk naar de regio

Denk niet alleen aan wat jouw bedrijf nodig heeft, maar kijk ook naar de regio waar je bedrijf is gevestigd, adviseert Blonk. ‘In de Botlek zijn bijvoorbeeld op dit moment meer dan 3.000 specialistische vacatures op mbo-niveau. Bedrijven in dit gebied zijn dringend op zoek naar goede arbeidskrachten. Door samen te werken –  met andere bedrijven, gemeenten, het UWV en experts – kun je elkaar verder helpen.’

#5. Gebruik bestaande expertise

‘Als werkgever hoef je niet zelf het wiel uit te vinden, maar maak gebruik van bestaande expertise. Arbeidsdeskundigen beschikken bijvoorbeeld over enorm veel kennis over hoe je werk kunt aanpassen en hoe je werkvoorzieningen kunt inzetten om kwetsbare mensen productiever te maken. Je kunt natuurlijk ook te rade gaan bij een sociale onderneming of erover in gesprek gaan bij een branchebijeenkomst. Misschien ontdek je wel onverwachte dingen of leggen ze verbanden die je zelf niet ziet.’

blonkRoland Blonk is onderzoeker bij TNO en bijzonder hoogleraar aan de universiteit Utrecht.

Meer over de Participatiewet en kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt?

Foto via Flickr.com

Waarom ‘small data’ vaak beter zijn dan ‘big data’

Big Data zal als buzzword de komende jaren in veel trendlijstjes opduiken. Maar voor recruiters schuilt er vaak minstens evenveel waarde in Small Data.

Sinds 1999 werk ik met arbeidsmarktdata. Heel veel arbeidsmarktdata… Maar om nu te zeggen dat het ‘big data’ is, gaat wat ver. Zelfs als we analyses draaien op 10 miljoen records van AcademicTransfer, is het nog steeds small. Een mooie definitie van big data is dan ook…: Als het niet meer past in Excel, dan pas wordt het big.

Niet ver plassen

Maar het gaat mij niet om een wedstrijdje ver plassen of om wie de grootste (dataset) heeft. Het gaat mij vooral om wat je kunt doen met de data om het huidige wervings- en recruitmentproces te verbeteren. Al heb je alle arbeidsmarktdata van de wereld, als je er niet beter, meer, sneller of goedkoper talent mee kunt aantrekken, heeft het geen toegevoegde waarde. En wat wil de lol nu…. het zijn vaak niet Big Data, maar juist Small Data waarmee we beter gaan werven.

Simpel te vertalen

Het gaat om data die simpel te vertalen zijn in de dagelijkse recruitmentactiviteiten. Hieronder staan er drie:

#1. Basic data

Zoals bij elke reis, begint ook de data journey met een eerste stap. Daarin zien we dat steeds meer recruitmentteams de basics van het vak meten. Relatief eenvoudig toegankelijke data zoals traffic, CPC, aantal sollicitanten, aantal hires en cost per hire.

Om de volgende bestemming van de reis te halen, is de juiste duiding van de data nodig. Bewegingen en ontwikkelingen van deze ‘basic data’ kunnen duiden en op basis daarvan beslissingen nemen die het recruitmentproces verbeteren, heet data driven recruitment. Hiermee ontstaat inzicht in hoe kleine aanpassingen kunnen leiden tot (grote) verbeteringen, zoals:

  • Engagement vergroten door te sturen op Glassdoor-ratings (zie hieronder het Employment Brand KPI dashboard van Godaddy en de pageviews op Glassdoor)
  • Tijd- en kwaliteitwinst door telefonische prescreening
  • Verbeteren Quality of Hire door persoonlijke reactie in de eerste 24 uur
  • Lager startsalaris door trainen van hiring managers op gebied van STARR en onderhandelen
  • Conversieverbetering door inzet van whatsapp
  • Het aantal contactmomenten vergroot de acceptance-ratio van kandidaten

godaddy dashboard

#2. Toegepaste data

Iedereen weet dat goede vacatureteksten conversieverhogend werken, alleen ontbreekt het vaak aan tijd, prioriteit, kunde en creativiteit om wervende teksten te schrijven. Iedereen kent ook al jaren de rijtjes met pullfactoren en beweegmotieven. De one million dollar question is: als we de data hebben en we weten dat het effect positief is… waarom doen we het dan niet?

Dat heeft alles te maken met de toepasbaarheid van data en daarin zien we nu grote ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld door Crystalknows en Textio. Ook in Nederland komt er een soortgelijke tool op de markt. Door de combinatie van verschillende type data en analysemethodieken hebben Jobdigger en Intelligence Group de VacatureVerbeteraar ontwikkeld. In deze tool wordt na het uploaden van de vacaturetekst, met taaltechnologie gekeken, in hoeverre mate wordt ingespeeld op de pullfactoren en arbeidsvoorwaarden van de doelgroep. Ook komen er concrete suggesties om de vacaturetekst aan te passen aan de doelgroep, wat concreet tot een hogere conversie en betere sollicitanten zal leiden. Tijdens Werf& Live, hét jaarevent voor arbeidsmarktcommunicatie en recruitment op 16 juni, wordt deze tool voor het eerst gepresenteerd.

Voorbeeld van de VacatureVerbeteraar:

vacatureverbeteraar

#3. ‘Simple data’

De afgelopen jaren is veel geld geïnvesteerd in sterke werkgeversmerken. Grote projecten die naamsbekendheid, houding en sollicitatiegedrag beïnvloeden en een positief effect hebben op de kwaliteit van de instroom. Kennis, houding en gedrag zijn eenvoudige ken- en stuurgetallen (simple data) om een werkgeversimago mee op te bouwen.

Dezelfde data maken ook inzichtelijk dat employer brands sterk samenhangen met het consumentenmerk, de corporate communicatie en de ‘handel en wandel’ van het management. De nieuwe winnaars op de arbeidsmarkt worden gebouwd door Employer Impact. Dit wordt gerealiseerd door op minimaal één onderdeel in het recruitmentproces exceptioneel goed of uitzonderlijk onderscheidend te scoren. Denk aan organisaties als Sonos, DriessenHRM, Red Bull, Hunkemöller, Zappos, &Samhoud of Bol.com; allen een best practice op een onderdeel(tje) van het hele recruitmentproces, zoals video, medewerkerstevredenheid, vertrekbonus, experience of alleen maar zoiets simpels als een blauwe bal.

Door op één simpel getal te sturen (simple data) worden relatief ‘gewone’ organisaties ineens werkgeversmerken. Employer impact bepaalt het employer brand en wordt vormgegeven door simple data als NPS, EPS, geluk of medewerkerstevredenheid.

Laat je niet in de luren leggen

Dus, laat je niet te snel in de luren leggen als iemand komt aanzetten met ‘big data’, predictive analyses of briljante algoritmen. Onder de motorkap is het vaak minder briljant als de pitch doet voorkomen. De waarheid is dat het nog steeds de data zijn die small (simple, toegepast en basic) zijn die het verschil maken in recruitment.

Kom naar Werf& Live

De auteur van dit artikel, Geert-Jan Waasdorp, is een van de sprekers op 16 juni tijdens Werf& Live. Op dit jaarcongres is een programma samengesteld boordevol interessante recruitmentverhalen. Onder andere Glassdoor (voor het eerst in Nederland!), Sonos, Dura Vermeer en Lidl doen een boekje open over hun ervaringen.

>> Mis niets en schrijf je nu in!

Foto boven via Flickr.com

 

 

 

Ton Rodenburg: ‘Het gaat erom: wanneer gaan de oogjes fonkelen?’

Iedere organisatie kan zich onderscheiden op de arbeidsmarkt, zegt Ton Rodenburg. ‘Het slechte nieuws is alleen: het zit vaak wel erg verstopt.’

Ton Rodenburg is oprichter en strategy director en ARA, en donderdag 16 juni een van de sprekers op Werf& Live. Daaraan voorafgaand licht hij alvast een tipje van de sluier op.

> Je bijdrage op Werf& Live gaat over de ‘kern van het verhaal’. Hoe kom je als recruiter bij die kern?

‘Een (werkgevers)merk bouwen gaat om identiteit. Wat is de ziel van een merk? Wat is de geest in de fles? Waar gaat en staat de club voor? Hoe strakker en duidelijker je deze ‘merkcultuur’ weet vast te pakken en benoemen, hoe duidelijker je alle activiteiten kunt aansturen op wat ik altijd ‘merk-waardigheid’ noem. Merk-waardig werven en selecteren. Merk-waardig onboarden. En werken bij een merk-waardige organisatie.

Als recruiter ben je de voordeur voor talent. Het merk wordt gebouwd aan de ‘personeelsingang’ en daarmee zijn recruiters naar mijn mening de belangrijkste merkbouwers van de organisatie. Zij zijn ervoor verantwoordelijk de juiste ‘mede-merkers’ binnenboord te halen!

‘Als recruiter ben je de voordeur voor talent’

Wat mij betreft gaat het om het vinden van de collectieve energie van een kerngroep belangrijke cultuurdragers en verschilmakers in een organisatie. Wat hen inspireert en verbindt aan de organisatie, is ook de kern van het verhaal naar nieuw talent van buiten.’

> Is er wel altijd iets onderscheidends? Iedere laten we zeggen grote accountant zegt toch dynamisch te zijn, zonder 9-tot-5-cultuur, met ruimte voor eigen initiatief? Hoe is zo’n werkgeversmerk toch sterk en onderscheidend te maken?

‘Ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws: er is hoop, er is altijd iets onderscheidend te vinden, diep in de cultuur, historie, en ambities van een organisatie. Het slechte nieuws echter, is dat het in heel veel organisaties diep verstopt ligt. Verstopt onder dikke lagen ‘managementspeak’, slappe taal, gebrek aan keuzes, noem maar op.

Te veel organisaties hebben jarenlang geen keuzes gemaakt, en willen te veel voor iedereen tegelijk zijn; iedereen te vriend houden. Maar mijn stelling is: ben je te veel voor iedereen, dan ben je voor niemand. Sterke mensen kiezen naar mijn mening voor bedrijven die uitgesproken zijn, die ergens voor staan. Dit vraagt om positie kiezen, om scherpte in wat jou bijzonder maakt, de betekenis die je wilt hebben, waar de energie zit en wat je de komende jaren wilt bouwen. Deze elementen bij elkaar vormen de bouwstenen voor een goed en onderscheidend werkgeversverhaal.’

ton-job-en-chris-640x425

Silicon Valley

> Je coauteur Chris Kersbergen (rechts op de foto) stelt dat we qua employer branding veel kunnen leren van bedrijven in Silicon Valley. Wat dan, denk jij?

‘We praten over het centrum van de ‘war for talent’. Hier is het gevecht om verschilmakers het allergrootst. Bij deze bedrijven moeten ze heel diep om een echt extreem bijzondere en onderscheidende ‘employee experience’ te maken. Van binnenuit keihard werken aan superinspirerende culturen.

Dat gaat dieper dan ‘gewone’ attributen van aantrekkelijk werkgeverschap als arbeidsvoorwaarden, opleidingen of een funky kantoortuin. Attributen zijn kopieerbaar, maar een echte bijzondere cultuur is heel moeilijk te bouwen, laat staan te kopiëren. Coolblue is hiervan een goed voorbeeld, geïnspireerd op een voorbeeldbedrijf als Zappos.’

> Jullie pleiten voor het zoeken naar en ontwikkelen van een ‘shared personality’. Is die er altijd? En hoe vind je die? 

‘In essentie gaat het erom de sparkle van mensen in een bedrijf te vinden, wanneer gaan de oogjes fonkelen? En die te verbinden aan de cultuur van de organisatie. Daar waar mensen en organisaties gaan en staan voor hetzelfde, daar gaat het stromen en ontstaat flow. Dat je als talent datgene kunt doen in een bedrijf waar je zelf ook in geloofd. Daar ligt de shared personality: de sweet spot van branding.’

‘In essentie gaat het erom de sparkle van mensen in een bedrijf te vinden, wanneer gaan de oogjes fonkelen?’

> Steeds meer organisaties vrezen voor een monocultuur en pleiten ervoor ‘andersdenkenden’ aan te nemen. Botst je pleidooi voor een sterke merkcultuur met het diversiteitsstreven?

‘Als je op twee of drie hele belangrijke dingen, zoals ambitie en creativiteit, de nadruk legt, dan houd je alle andere kleurrijke verschillen intact. Dus, een hele sterke cultuur gaat wat mij betreft om een aantal belangrijke kernwaarden en gezamenlijke doelen, maar koestert daarnaast diversiteit. Dus het streven is het beste van twee werelden: maximale eigenheid én maximale verbondenheid.’

Passie = belofte

> Jullie pleiten ervoor de waarden van de medewerkers meer mee te nemen in het merkbeleid. In hoeverre zie je dat in de praktijk al gebeuren?

‘Dit is inderdaad een van de belangrijke stellingen van ons boek: kijk niet alleen naar wat het merk allemaal wil, kijk vooral naar wat mensen willen met hun organisatie. Bouw een organisatie liever op wat je belangrijke spelers echt ‘willen’, dan op een organisatie met te veel ‘moeten’. Dat levert te veel energieverlies.

Een van mijn favoriete motto’s is: ‘De passie van mensen is de belofte naar de markt’. Begin bij wat je mensen (kartrekkers, cultuurdragers en verschilmakers) écht willen, waar zij voor willen gaan en staan, en maak daarvan de belofte naar de business. Zo krijgen klanten altijd het beste: namelijk de pure passie van mede-merkers.

Dit is natuurlijk ook niet echt nieuw; elk bedrijf start met de passie van een ondernemer. Neem Jos de Blok. Hij startte Buurtzorg omdat hij helemaal moe werd van bureaucratie en beperkingen in de gezondheidszorg, en begon vanuit zijn eigen passie voor zelfsturing en professionele vrijheid.’

Ton-Rodenburg.620

Vrij bijzonder, bijzonder vrij

> Kun je nog meer goede voorbeelden noemen?

‘Ik kan een lange lijst bedrijven opnoemen die echt van binnenuit, in hun merkcultuur , bouwen aan duurzaam verschil. Ik vind zelf ING interessant. Het is razend knap om een megaconcern te migreren van traditionele bank naar een internetbedrijf. En daarmee innovatie echt te omarmen, inclusief de cultuur die daarbij hoort.

Een ander bijzonder voorbeeld uit mijn eigen praktijk is de Gemeente Den Bosch. Zij hebben op alle manieren ruimte en vrijheid geborgd n de systemen en cultuur, waardoor professionals echt zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen op resultaat. Onze slogan benadrukte de kernwaarde vrijheid die zo manifest was: ‘Werken voor Den Bosch: Vrij bijzonder, bijzonder vrij.’

Er zijn gelukkig heel veel bedrijven die snappen dat je talent vrijheid moet geven om op eigen-zinnige manier te ondernemen. Waar het bij een sterk merk vervolgens om gaat is dat je kristalhelder telkens weer vertelt waar het heen moet gaan, en hoe we de dingen in ons bedrijf doen: een superstrak kader van waarden en doelstellingen die de energie van talent kanaliseert en daarmee de eigenheid borgt van de organisatie.

Ik wil als klant voelen dat een PWC’er anders met je samenwerkt dan een KPMG’er of een Deloitter. Dit begint allemaal bij scherpere keuzes in wat je wel en niet wilt zijn, wat je bijzonder maakt en daar mensen op aannemen die dat ook zo beleven en uitingen en belevingen maken die dat merkgevoel tot leven brengen.’

‘Ik wil als klant voelen dat een PWC’er anders met je samenwerkt dan een KPMG’er of een Deloitter’

> Je hebt het over ‘aantrekkelijke’ werkgeversmerken. Nu is aantrekkelijk voor de één wat anders dan voor de ander. Hoe ‘selecterend’ moet volgens jou een sterk merk zijn?

‘Dat is de essentie van merken bouwen. De reden dat je een merk bouwt is eigenlijk om klanten/talent/mensen te helpen in hun keuzes. Koop ik dit nu wel of juist niet? En dus, hoe scherper en duidelijker je neerzet waar je voor gaat en staat, hoe duidelijker het is of dit wel of niet bij je past. We maken het vaker mee dat klanten ons vragen om een campagne die ‘minder sollicitanten, maar wel betere’ moet opleveren.’

merkcultuurOver Ton Rodenburg

Drs. Ton Rodenburg, (1963)  is strategy director en oprichter van ARA M/V, bureau voor arbeidsmarktcommunicatie en interne communicatie, onderdeel van het Rotterdams communicatiebureau ARA. Rodenburg schreef samen met Job Mensink en Chris Kersbergen het in mei 2015 verschenen boek ‘Merkcultuur’ wat gaat over het verbinden van mensen en merken. Hij was van 2008 tot 2014 voorzitter, en daarna bestuurslid van Recruiters United, netwerk van arbeidsmarktprofessionals. Rodenburg is ook initiatiefnemer en medeorganisator van het congres ‘Employer Branding Experience’.  Hij spreekt en doceert met passie over zijn vak.

Ton horen spreken over ‘mede-merkers’?

>> Kom naar Werf& Live!

>> Of lees het boek ‘Merkcultuur’

Sollicitanten betalen? Ja, goed idee!

Sollicitanten betalen? Dat zijn we in Nederland niet gewend. Toch kan het zeker helpen om aan betere kandidaten te komen. En zo flink geld besparen.

Er is eigenlijk geen betere selectiemethode dan mensen een proefopdracht geven, als waren ze al in dienst, stelt developer Amir Yasin, zelf ook vaak selecteur. Sollicitatiegesprekken hebben doorgaans weinig voorspellende waarde, en halen zelden de beste kandidaat naar boven, zegt hij, en assessments zijn aan de andere kant vaak niet toegespitst op de praktijk van alledag.

#1. Geef een betaalde opdracht

Volgens Yasin, die verwijst naar een artikel van Eric Elliott, laat een praktijkopdracht juist wel goed zien wat iemand in zijn mars heeft. Hij heeft het daarbij over programmeurs, maar zijn conclusie kan voor meer beroepen opgeld doen.

Maar… zo’n proefopdracht komt niet voor niets, stelt Yasin. Betaal die kandidaten dus wel een redelijk bedrag voor hun werk, zegt hij. ‘Zelfs het betalen van een kandidaat die met een verschrikkelijke oplossing komt (of zelfs helemaal niet met een oplossing) is nog veel goedkoper dan de verkeerde persoon aannemen, daarna drie maanden lang proberen er de goede persoon van te maken, om hem daarna toch te moeten ontslaan.’

#2. Bespreek de opdracht

Een andere succesfactor is niet alleen mensen een opdracht laten maken, maar die opdrachten daarna ook uitvoerig met de kandidaat te bespreken, stelt Yasin. ‘Laat de kandidaat over zijn beslissingen vertellen, en daag hem of haar uit, net zoals je met andere teamleden zou doen.’

De voordelen van betalen

Het is makkelijk een CV op te leuken, en een gesprek zegt ook niet alles, maar het is heel moeilijk om actuele vaardigheden te faken, zegt Yasin. Hij noemt zes voordelen van meer betaalde opdrachten tijdens sollicitaties:

Voor de werkgever

  • Omdat de kandidaat betaald wordt, zal hij (of zij) nog eerder zijn beste beentje voorzetten dan bij een opdracht zonder vergoeding, omdat hij betaald wordt, zal hij ook minder snel weigeren de opdracht te maken;
  • Je krijgt niet alleen een goed beeld van de kwaliteit van iemands werk, maar ook van zijn of haar omgangsvormen; hoe hij reageert op kritiek, hoe hij communiceert, en of ze een solide argumentatie onder hun keuzes kunnen leggen;
  • Je krijgt een goed inzicht in de keuzes van een kandidaat, keuzes die je eigen werk ook weer kunnen verbeteren.

Voor de kandidaat

  • Je krijgt een goed beeld van hoe het is om voor deze werkgever te werken;
  • Je kunt vaardigheden laten zien die je misschien niet makkelijk op je CV kunt zetten;
  • Je kunt laten zien wat je belangrijk vindt in je werk, en je werkt in elk geval niet voor niets.

Regels voor succes

Yasin geeft nog wel een aantal regels voor iedereen die deze selectiemethode overweegt:

#1. Geef ze het weekend

Stuur de opdracht op vrijdag en vraag of ze het maandag willen inleveren. Probeer de opdracht zo te maken dat ze er geen twee dagen over hoeven te doen, maar dat ze wel de tijd hebben om de voorgestelde oplossing te overdenken.

#2. Geef géén reëel probleem

Probeer een opdracht te geven die de kwaliteit van de kandidaten test, geen opdracht die toevallig op je eigen bordje ligt. Geef een probleem dat geïsoleerd is, zodat mensen niet alle finesses van je systemen hoeven te kennen.

#3. Laat hen op maandag presenteren

Veel mensen worden heel erg defensief als het gaat over hun werk. Een presentatie is een goed moment om te testen hoe iemand reageert op kritiek.

#4. Wees bereikbaar

Wees tijdens het weekeinde bereikbaar voor eventuele vragen. Het doel is niet mensen angstzweet te bezorgen, het doel is een omgeving te creëren waarin succes tot stand komt (net zoals je dat zou willen als de kandidaat je nieuwe werknemer wordt).

#5. Betaal hen meteen op maandag

Of je hen aanneemt of niet, het is het best als ze meteen een rekening kunnen sturen nadat ze hun voorstel hebben gepresenteerd. Dat is de beste manier om snel een relatie te kunnen starten of te beëindigen: je wilt niet maanden na de opdracht nog met binnenkomende facturen zitten.

Indicatoren

En tot slot heeft Yasin ook nog een paar handige indicatoren opgeschreven die helpen de juiste keuze te maken, ook na een betaalde proefopdracht:

Indicatoren om de kandidaat aan te nemen:

  • De kandidaat stelde veel vragen op de vrijdag
  • De vragen waren doordacht en maakten duidelijk dat de kandidaat geen misverstand wilde laten bestaan
  • De kandidaat voldeed aan de opdracht.

Indicatoren om de kandidaat af te wijzen:

  • De kandidaat weigert de opdracht, ‘anderen zullen me aannemen zonder zo’n opdracht’
  • De kandidaat had de opdracht niet af, of had het niet goed begrepen
  • De kandidaat kon de beslissingen die hij of zij maakte niet goed beargumenteren.
  • De kandidaat wordt defensief bij de presentatie van de oplossing. Verdedigend is goed (want rationeel), defensief is niet goed (want emotioneel).

Foto boven via Flickr.com