Recruitment in de zorg professionaliseert; bijna 30% wordt minstens eens per kwartaal gesourcet

In de zorg was het nooit zo gebruikelijk om mensen te hunten als bijvoorbeeld in de ICT of in de techniek. Maar daar lijkt inmiddels wel een kentering in gaande, blijkt uit de eerste analyses van Intelligence Group op de arbeidsmarktdata van zorgprofessionals in Nederland. Dit jaar zegt nog maar 56% nooit benaderd te worden door andere werkgevers of professionele sourcers, een behoorlijke daling ten opzichte van vorig jaar (60%). Tegelijk zeggen bijna 3 op de 10 professionals minimaal één keer per kwartaal een verzoek van een recruiter binnen te krijgen.

Bijna 3 op de 10 professionals zeggen minimaal eens per kwartaal een verzoek van een recruiter te krijgen.

Deze verzoeken leiden ook behoorlijk vaak tot een daadwerkelijke overstap, zo blijkt. Met 9% staat ‘gehunt zijn’ nu op de derde plek van redenen om van baan te veranderen, na ‘ontevreden in de huidige baan’ (40%), en ‘toe aan een nieuwe uitdaging’ (24%). De opkomst van sourcing in de zorg heeft er mogelijk ook mee te maken dat zorgprofessionals zelden (actief) op zoek zijn naar een andere baan. Zo zegt meer dan de helft (55%) niet open te staan om van werkgever te veranderen. Een handjevol (7%) zoekt actief een nieuwe baan, terwijl 12% daadwerkelijk van baan is veranderd in 2022 (tot en met Q3).

Webinar met alle data

De data over de arbeidsmarkt in de zorg worden 7 november verder uitgelegd in een webinar. Het geactualiseerde volledige rapport met de gegevens van alle geïnterviewde zorgprofessionals wordt in mei 2023 verwacht. Wel is nu al duidelijk dat bekenden en het eigen netwerk steeds belangrijker worden, ook in de zorg. Waar de zogeheten ‘referral‘ in 2021 nog voor 12% het belangrijkste kanaal was om een nieuwe baan te vinden, is dat dit jaar opgelopen tot maar liefst 17%. Hiermee scoort referral direct na vacaturesites als belangrijkste kanaal voor een nieuwe baan.

Waar de zorg jarenlang achterliep in haar recruitmentproces, wordt nu een inhaalslag gemaakt.’

Waar de zorg jarenlang achterliep in de inrichting van haar recruitmentproces, zien we dat hier nu een belangrijke inhaalslag wordt gemaakt’, aldus Frank Roders, directeur van Compagnon, die meewerkte aan het onderzoek en ook bij het webinar aanwezig zal zijn. ‘De inzet van recruiters, Recruitment Process Outsourcing, een referralstrategie, het actief benaderen van mensen en de inzet van social media zijn inmiddels ook in de zorg gemeengoed.’ Logisch, zegt hij. ‘Zo kunnen zorgorganisaties beter concurreren op de arbeidsmarkt.’

Binnen nog veel werk te doen

Recruitment in de zorg mag dan steeds verder professionaliseren, de grootste opgave voor verbetering ligt nog binnen de zorginstellingen zelf, zo blijkt uit het onderzoek. De interne mobiliteit blijft namelijk laag, met slechts 8% van de zorgprofessionals die in 2022 een nieuwe rol binnen de eigen organisatie heeft gekregen. Bovendien vertrekt nog steeds 40% vanwege ontevredenheid (vergelijkbaar met 2021). Parttime werken/werktijden, het uitblijven van een vast contract, de werkdruk en de werksfeer zijn typische motieven in de zorg om een andere baan te gaan zoeken, zo blijkt uit het onderzoek.

‘De war for talent wordt vooral bínnen zorgorganisaties verloren.’

De ‘war for talent’ wordt dan ook vooral bínnen zorgorganisaties verloren, aldus Geert-Jan Waasdorp, CEO van de Intelligence Group. ‘Met een verontrustend hoog ziekteverzuim, de vergrijzing, verdere flexibilisering en de aanhoudende ontevredenheid in de vorige baan als vertrekreden zouden de alarmbellen in de zorg steeds luider moeten klinken om de interne organisatie en de kwaliteit van het management en bestuur op orde te brengen. De toenemende krapte en werkdruk onder zorgprofessionals leiden ook in de zorg steeds meer leiden tot langere wachttijden, uitval van zorg en te voorkomen overlijdens.’

Meer weten?

Werk jij in de zorg en ben je benieuwd naar de recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hier? Dan is het zorgwebinar op maandag 7 november van 15:00 tot 16:00 zeker wat voor jou. Dit webinar, een samenwerking van Intelligence Group en Compagnon, legt aan de hand van data uit wat er gebeurt op deze specifieke arbeidsmarkt. Gastspreker is daarnaast Christiaan Kaminski, directeur van Variantzorg.

Webinar zorg

Lees ook

Dit is hoe je de responsratio bij jouw sourcing omhoog kunt krijgen

Anyone who approaches candidates themselves is mainly interested in the response rate . This number determines how many messages you have to send before there is a response from a potential candidate. The more responses you receive to your messages, the better, of course. And from the third Sourcing Benchmark that the specialized agency Cooble recently published, sourcers appear to be getting better at this on average. While the response rate was 51.7% in the second quarter of this year , it increased to 52.3% in the third quarter of this year .

‘An average response rate is between 35% and 45%, anything above that is excellent.’

An average response rate is between 35% and 45% , anything above that can be called excellent, says Cooble. And therefore a score of more than 52%. “More and more candidates are open to an introduction,” the researchers conclude, who advise others to increase the response rate by making messages more personal. ‘For example, research the candidate. This gives you 15% more chance of a response instead of a general message.’ They also recommend that you feel free to send reminders to candidates.

‘Do good research’

The number of candidates with whom Cooble spoke after a message has increased very slightly compared to the second quarter: they now speak to an average of 6.7% . Of all those candidates spoken to, an average of 57.9% are then presented to the hiring manager, which is a slight decrease compared to the previous quarter. Do you want to keep this percentage high? Then the Cooble researchers advise: ‘Do thorough research into matching candidates. You can lose a lot of time if you don’t handle this properly.’

response rate tips and tricks

Of the candidates who had an initial interview, 55.5% advanced to the second round.

The figures for candidates presented for a first interview are quite comparable to the previous quarter: 61.1% . It is important to keep this number high, says Cooble: ‘This ensures that the candidates approached better meet the needs of the hiring manager .’ Of the candidates who had an initial interview, 55.5% went on to a second round. More than half have been invited to a follow-up interview, which is also a considerable increase compared to the previous quarter.

Manage expectations

In the current tight labor market, it is important to respond quickly and guide candidates through the process smoothly, the researchers say. ‘Manage your candidates’ expectations and respond quickly if a follow-up interview needs to be scheduled.’ And that speed is also important for the final part of the sourcing process: the hiring process.

response rate tips
Some sourcers from Cooble at work

The Benchmark shows that in the third quarter 42.2% of candidates received an offer, after which 26.1% did not accept this offer, an increase compared to the previous quarter. Ultimately, 84.7% of all candidates accepted the employment conditions offer, which was a significant increase compared to the second quarter (when this was still 78% ).

‘Salary plays a very important role at the moment.’

In addition to the figures , the Benchmark also offers some more general findings. For example, the sourcers note that the sourcing instrument is becoming increasingly effective, even in professions where it was not used much before. In other words: everything outside the difficult IT and technical functions. ‘We are now also seeing better performance for the more operational roles.’ They also notice that inflation is taking its toll. ‘Salary plays a very important role at the moment. Candidates who have really improved their employment conditions are now more likely to take on another job.’

Knowing more?

Download the entire Benchmark, with all figures and findings:

The entire Benchmark

Also read

Steeds minder vraag naar Frans en Duits in vacatures, Engels rukt juist op

Het aantal vacatures waar werkgevers stellen dat meerdere talen spreken een vereiste is of een wens, is in de afgelopen 2 jaar geleden met 6 procent toegenomen. ‘Denk daarbij aan teksten als: Engels spreken is een pre’, zegt Kelly Oude Veldhuis van Indeed, dat de vacatureteksten op zijn eigen site van de laatste jaren onder de loep nam.

‘Naar Frans en Duits sprekend personeel wordt 18% minder gezocht dan 2 jaar geleden.’

Maar, zo ziet ze ook, Nederlands en Engels blijken steeds vaker voldoende, polyglotten zijn zelden gewenst. Zo is de vraag naar Duitssprekende werknemers de afgelopen 2 jaar met 18% afgenomen. Ook voor mensen die de Franse taal machtig zijn is de daling 18%. Engelstalig personeel is met een stijging van 6% juist populairder. ‘De arbeidsmarkt lijkt tweetalig te worden en te verengelsen’, aldus Oude Veldhuis. ‘Bij alle talen is een afname zichtbaar, behalve bij het Nederlands en Engels. Daarnaast is in absolute aantallen het Nederlands nog steeds het meest gebruikelijk, maar het Engels komt steeds dichterbij.’

Pools grootste stijger

De grootste stijger is het Pools, waarnaar de vraag de afgelopen 2 jaar met 18% toenam. Het Pools behoort echter niet tot populairste talen. Wel wordt kennis van de Poolse taal vaker gevraagd dan bijvoorbeeld Italiaans, Portugees, Chinees en Arabisch. Oude Veldhuis: ‘Dit heeft waarschijnlijk te maken met de grote hoeveelheid Poolse arbeiders en seizoensarbeiders in Nederland. De bouwsector is in de afgelopen 2,5 jaar bijna uitsluitend gegroeid en zit al langer met de handen in de haren om aan voldoende mensen te komen. Om alles toch draaiende te houden wordt daarom vaak gebruikt gemaakt van arbeidskrachten uit Polen.’

De vraag naar Russisch sprekende sollicitanten nam begin dit jaar even toe.

De vraag naar Russisch sprekende sollicitanten nam begin dit jaar nog even toe, inmiddels neemt dit weer af. ‘Die korte opleving heeft waarschijnlijk te maken met de oorlog in Oekraïne’, aldus Oude Veldhuis. ‘Voor veel Oekraïners is de eerste taal Russisch. Om vluchtelingen vanuit Oekraïne hier naar behoren op te vangen, zijn vacatures geplaatst waarbij Russisch spreken een van de vereisten was. Wel valt het in aantallen mee.’

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

Hoe stress het personeelstekort steeds verder aan het vergroten is

Heb je al te maken met flinke personeelstekorten, krijg je er ook nog eens een stijgend ziekteverzuim overheen. Het ziekteverzuim loopt de laatste weken over de hele linie weer op en dat zet nóg meer druk op de arbeidsmarkt. En die staat al onder hoogspanning. Het slechte nieuws: het verzuim heeft niet alleen te maken met seizoensgriepjes, maar ook met een ander hardnekkig fenomeen: stress. Een vicieuze cirkel ligt op de loer: de tekorten zorgen voor meer werkdruk bij het overgebleven personeel, wat leidt tot meer uitval door stress, en daardoor weer: meer tekorten. En nóg meer stress.

stress

Het is bepaald niet alleen een Nederlands fenomeen. Zo schrijft de bekende Britse econoom Umair Haque zelfs over ‘The Age of Regress‘. Hij haalt een grafiek aan van de American Psychological Association, en noemt die ‘niet verrassend, wel shockerend’. ‘Meer dan een kwart van de mensen zegt dat ze niet meer kunnen functioneren door de stress. Meer dan een kwart! Dat is een verschrikkelijk cijfer.’

Onder jongeren en vrouwen is het probleem veruit het ergst. Maar liefst 62% van de vrouwen tussen de 18 en 34 jaar zegt meestal compleet overweldigd te zijn door de stress, en onder mannen van die leeftijd is dat 51%. Maar ook bij de groep tot 45 jaar zegt nog steeds 48% hier vrijwel dagelijks mee te kampen. ‘Er zullen altijd een aantal mensen in de samenleving zijn die het moeilijk hebben, en die worstelen met alles wat op hen afkomt. Maar méér dan een kwart? En in sommige groepen zelfs de helft? Dat is volstrekt onacceptabel’, aldus Haque. ‘Deze cijfers geven ons allen te denken.’

Mengelmoes van rampen

Het Amerikaanse onderzoek keek ook naar de oorzaken van al die stress. Daar bleek het volgende rijtje in naar voren te komen: inflatie, de economie, de kosten van levensonderhoud, de toekomst, het politieke klimaat, klimaatverandering. ‘De gebruikelijke mengelmoes van rampen waarmee we worden geconfronteerd op dit moment in de menselijke geschiedenis. En het is ook duidelijk te zien dat deze lasten onevenredig zwaar op de jongeren rusten’, merkt Haque op.

‘Op de een of andere manier zijn we niet echt gewend hierover te praten.’

Noem het calvinistisch, maar op de een of andere manier zijn we niet echt gewend hierover te praten, zegt hij ook. Wat een probleem is, want als de helft van de mensen in dagelijkse stress zit, zal volgens hem niet alleen onze economie zijn productiviteit verliezen, maar zullen we ook sociaal en politiek de gevolgen merken. ‘Het is niet een willekeurig slap gevoel dat mensen zonder reden hebben. Ze zijn niet zwak of emotioneel of wat dan ook.’ Het heeft volgens hem ermee te maken dat veel dingen momenteel ook écht erop achteruitgaan. ‘Het Tijdperk van Vooruitgang is tot stilstand gekomen, en is een Tijdperk van Achteruitgang geworden.’

Stress over de toekomst

Vind je het gek dat dan veel mensen gestrest raken over hun toekomst? ‘We weten niet wat er gaat gebeuren. We weten alleen dat het niet goed zal zijn.’ Tijd dus om weer te gaan werken aan een tijdperk ‘dat het waard is om in te leven’, zegt hij. Hoewel een nogal Amerikaans verhaal, lijkt zijn oproep ook aan Nederland wel besteed. Ook hier is immers al jaren een stijging van het aantal psychische klachten te zien. Tijdens corona daalde het iets, maar de trendlijn loopt al sinds 2014 op.

Het verzuim door psychische klachten ligt nu zo’n 10% hoger dan voor corona. En door alle personeelstekorten ontstaat hierdoor op de werkvloer een domino-effect. Volgens onderzoek van TNO valt de groei vooral te verklaren uit onvrede over salaris, langdurig werk achter een scherm en gebrekkige autonomie op het werk. Maar ook een slechte werk/privébalans speelt een rol. ‘We gaan gewoon iets te hard met zijn allen’, vat gedragspsycholoog Chantal van der Leest het bij de NOS samen. ‘Het gevoel dat we aan een bepaald beeld moeten voldoen neemt heel erg toe. Zo’n 18% van de jongeren zegt dat ze daaronder lijden.’

Volgens Arboned zijn mensen met een burn-out gemiddeld 279 dagen uit de roulatie.

Volgens Arboned zijn mensen met een burn-out gemiddeld 279 dagen uit de roulatie. Daarom is het onder meer belangrijk om de prestatiedruk te verminderen, zegt Van der Leest. ‘Die druk zit in onze hele maatschappij, maar fouten maken hoort er nou eenmaal bij. Creëer een sfeer waarin niet alleen overwerken of successen worden uitgelicht, maar waar ook geleerd mag worden van fouten maken.’ En probeer de gaten die ontstaan niet volledig op te vullen met overwerk, omdat dat weer tot meer werkdruk kan leiden. ‘Stel dingen uit als het echt nodig is. Het werk dat het belangrijkst is, als eerste.’

Vaak in kantoorberoepen

Ongeveer een derde van het totale langdurend verzuim wordt veroorzaakt door psychische klachten. Van elke 1.000 werknemers krijgen er elk jaar 2 de diagnose burn-out van de bedrijfsarts. In sectoren met voornamelijk kantoorberoepen zien ArboNed en HumanCapitalCare relatief de grootste stijging tot 20%. Verzuim door stressgerelateerde klachten is nu vooral te vinden in de ICT-sector. Ook in het onderwijs, voor corona de sector met het meeste stressgerelateerde verzuim, steeg dit type verzuim in 2021 weer.

stress

Volgens Diana Blažaitienė, expert in remote werken en oprichter van het Litouwse recruitmentbureau Soprana Personnel International, moeten ook recruiters over de hele wereld hier meer rekening mee houden. ‘De nieuwe generatie heeft tijdens corona zijn waarden opnieuw tegen het licht gehouden. Ze hebben daarbij besloten carrièreambities in te ruilen voor het vermijden van onnodige stress, burn-out en meer tijd doorbrengen met de naasten. Daarom moeten werkgevers die jongeren willen aantrekken nu ook meer focus leggen op het emotionele welzijn van werknemers.’

‘Er is een heel nieuwe aanpak nodig om deze jongeren te binden, te inspireren en te verzorgen.’

Die nieuwe waarden verklaren volgens haar ook de trend van Quiet Quitting, en de roep om meer flexibele arbeidsvoorwaarden. ‘Er is een heel nieuwe aanpak nodig om deze jonge beroepsbevolking te binden, te inspireren en te verzorgen’, zegt ze. ‘De balans tussen werk en privé is cruciaal voor generatie Z, en bedrijven die flexibiliteit bieden, zullen ongetwijfeld aantrekkelijker voor hen zijn.’

Belonging

Volgens onderzoek van McKinsey zit er ook een grote aantrekkingskracht in wat wel wordt genoemd: belonging. Een gebrek aan zo’n gevoel erbij te horen kan bij werknemers zelfs meer stress veroorzaken dan intimidatie of ongewenste omgangsvormen. Het is dan ook een grote oorzaak van The Great Resignation, aldus McKinsey, en de volgende stap ná diversiteit, inclusiviteit en gelijke behandeling.

‘Het gaat erom: heeft de medewerker het gevoel dat hij of zij een stem heeft?’

‘Het gaat erom: heeft de medewerker het gevoel dat hij of zij een stem heeft? Voelen ze zich gezien en gewaardeerd? Kunnen ze als zichzelf op het werk komen en zich gesteund voelen? Er zijn veel factoren met betrekking tot een werkomgeving die je moet bekijken voordat werknemers een echt gevoel van belonging hebben’, aldus Adam Weber, senior vice president of community voor 15Five. Maar zul je niet ten onder willen gaan aan stress, dan zul je er volgens hem toch rekening mee moeten houden. Logisch ook, want een studie van BetterUp liet al zien dat belonging kan zorgen voor 56% betere prestaties, 50% minder verloop en 75% minder verzuimdagen. Genoeg reden dus om je daar ook als recruiter hard voor te maken.

Lees ook

 

Emoji’s gebruiken in je vacatures, kan dat eigenlijk wel?

Ze worden dagelijks gebruikt door bijna iedereen die een telefoon heeft. Meestal worden ze gebruikt op WhatsApp. Als je een appje stuurt naar je baas bijvoorbeeld dat er een taak is voltooid, doe je dat gauw met een duimpje omhoog. Maar op een of andere manier worden emoji’s nog niet als professioneel gezien, en daarom vind je ze vrijwel nooit in vacatures. Maar waarom zou dat eigenlijk niet kunnen?

Met een glimlach achter de ‘oké’ komt het ineens wél vriendelijk over.

Dat emoji’s ooit als onprofessioneel zijn betiteld is misschien wel onterecht geweest, zegt bijvoorbeeld ook recruiter Katrina Kibben. Want zijn emoji’s nou echt niet netjes? Of is dat alleen ooit een opinie geweest van iemand waar ineens iedereen het mee eens was? Het doel van emoji’s is juist om je bericht te versterken en meer levendig over te komen. Soms stuur je een berichtje dat helemaal uit context wordt gehaald. Er zijn namelijk geen ‘toon-indicators’ op WhatsApp. Dus een simpel ‘oké’ kan koud overkomen, terwijl iemand wel enthousiast is. Met een glimlach achter de ‘oké’ komt het dan ineens wél vriendelijk over.

Social media emoji in speech bubbles vector set

Onderzoek: het kán

Er is ook een onderzoek gedaan waaruit bleek dat berichten op sociale media mét emoji’s meer reacties kregen dan berichten zonder. Dit is natuurlijk niet meteen ook het geval op het gebied van werk. Maar dat heeft Adobe dan weer wél onderzocht. En daaruit blijkt dat 61% van de ondervraagden opmerkte op dat ze emoji’s (ook) gebruiken op het werk. En maar liefst 74% van deze mensen vindt dat emoji’s een positieve uitdrukking opleveren. Als het gaat om sympathie en geloofwaardigheid zijn 78% en 63% van mening dat emoji’s een positieve invloed hebben op de werkplek.

Emoji’s zijn een goede manier om als bedrijf je persoonlijkheid een beetje te laten zien.

Hoewel emoji’s dus vaak als positief worden opgevat, zijn er ook een aantal do’s en don’ts. Als je werkt in een heel serieus bedrijf, geeft het misschien de verkeerde impressie. Maar als je bedrijf meer casual is, zou het best kunnen. Ook emoji’s in een vacature dus. Het is een goede manier om je persoonlijkheid een beetje te laten zien als bedrijf.

Het is een goede manier om je persoonlijkheid een beetje te laten zien als bedrijf. vacatures emoji's

Vacatures en emoji’s

Vacatures zijn vaak ook zo lang en saai om te lezen. Mensen haken af, of skippen door naar het belangrijke deel waardoor ze informatie kunnen missen. Natuurlijk is er een heel simpele oplossing hiervoor: vacatures korter en leuker maken. Maar dat laatste kan dan weer makkelijk door, je raadt het al: emoji’s! Vacatures met emoji’s worden ook eerder gelezen en beantwoord. The Undercover Recruiter geeft de tip om emoji’s ook niet alleen toe te voegen aan je vacatures, maar zelfs aan je wervingscampagnes en functietitels. Ze verhogen namelijk ook de klik- en leespercentages.

Vacatures met emoji’s worden eerder gelezen en beantwoord.

Pas wel op voor het overdadig gebruiken van emoji’s. Emoji’s kunnen wat toevoegen aan zinnen, maar ze kunnen niet altijd hele woorden vervangen. Houd ook in de gaten dat het aantal leestekens altijd hoger blijft dan het aantal emoji’s dat er in de tekst staat. Gebruik emoji’s daarom subtiel en bewust, niet overdreven en drastisch. Maar het kan dus wél, ook in vacatures, zo is tegenwoordig te algemene tendens.

Credit

Meer weten?

Meer weten over het schrijven van vacatureteksten? Op 23 februari 2023 start weer een nieuwe training bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. Via een e-learning gecombineerd met een workshop leer je hier hoe je doelgroepgerichte en wervende vacatureteksten kunt schrijven.

Nu inschrijven

Lees ook

Fotocredit foto boven: David Parry/PA Wire

Zo ziet de (heel andere) toekomst van de markt van Europese jobboards eruit

De Europese en wereldwijde markt van jobboards is aanbeland in de nadagen van haar hoogtijjaren. Dankzij de krapte op de arbeidsmarkt en de bestaande dominantie onder actief werkzoekenden, wordt er nu nog steeds goud geld verdiend. Maar zeker de Europese markt staat aan de vooravond van een grote transitie. Het gevecht met vooral Indeed – en in mindere mate: met LinkedIn en Google – is beslecht en daarin wordt alleen maar meer terrein verloren. Waar Indeed 3 jaar geleden in slechts één Europees land marktleider was, is de vacaturesite dat nu in 6, waaronder Duitsland, Engeland en Frankrijk.

Maar het is niet alleen Indeed dat het marktaandeel van de traditionele (en nog immer goed renderende) jobboards onder druk zet. Dat wordt nog eens versterkt door de ontwikkeling van programmatic, cost-per-click en cost-per-applicant (zie ook de recente keuze van Indeed). Tegelijkertijd doet een nieuw fenomeen steeds luider van zich spreken; fake applicants en fake clicks. Trollenlegers klikken en solliciteren erop los om extra te verdienen aan het programmatic-model.

Trollenlegers klikken erop los om extra te verdienen aan het programmatic-model.

Een ontwikkeling die volgens mij uiteindelijk zal leiden tot een uniform door blockchain ondersteund cv, waarvan de kandidaat/werknemer zelf eigenaar is. En, minstens zo interessant: een cv dat overdraagbaar (transferable) ingezet kan worden om te solliciteren en/of een arbeidsrelatie mee aan te gaan. Een soort employability-paspoort dus, waarvan SkillsCV in Nederland al een voorloper is.

RecBuzz en JobBoardsConnect

Het was de afgelopen maanden op conferenties als RecBuzz (Amsterdam) en JobBoardsConnect (Londen), waar dit soort ontwikkelingen volop besproken werden. Het zijn dagen waarop elk jaar de vele marktplaatsen bij elkaar komen die miljoenen clicks en – u leest het goed – honderdduizenden sollicitaties per dag met elkaar verhandelen. Een walhalla voor uitzend- en werving- en selectiebureaus, zou je zo zeggen, maar onbegrijpelijk genoeg zijn die hier nooit aanwezig.

Wel bleek ook hier (opnieuw) dat de opkomst van platformtechnologie een duidelijke bedreiging kan zijn voor de bestaande jobboardtechnologie. Deze technologie is immers sneller, slimmer, matcht beter, en zet de wensen van de kandidaat centraal, zoals tijd, betaling, duur van de opdracht, en flexibiliteit. Platforms als YoungOnes, jobandtalent.com, en Nowjobs (enkele van de reeds 500 actief in Europa) tekenen een nieuwe generatie ‘jobboards’ af, waarbij de oude het nakijken hebben.

Samenhangend hiermee zie je ook een aantal andere (nieuwe) partijen die (snel) terrein winnen in de markt van Europese jobboards. Denk hierbij aan:

  • Staffing agencies, zoals Randstad en Adecco. Maar ook gespecialiseerde, data driven en automated bureaus, al dan niet in meerdere landen actief.
  • Onderwijsinstellingen die, uitgaande van het steeds grotere tekort aan skills, steeds grotere skills gaps, en de afstand tussen onderwijs en arbeidsmarkt zelf regie nemen om dit gat te dichten. Daarbij is het voor (commerciële) opleiders ook een interessant businessmodel waarbij carrière en employability voor een duurzamere verbinding zorgen in plaats van de enkelvoudige transactie tussen werkgever/kandidaat.
  • Gigs, digital nomads, freelancers en dergelijke worden een steeds groter onderdeel van de arbeidsmarkt. De ‘Upworks’ en andere soortgelijke platforms snoepen steeds meer markt af van de traditionele partijen.

Wie begrijpt de kandidaat?

Wie naar de huidige Europese markt van jobboards kijkt ziet een markt die al bijna 20 jaar grotendeels onveranderd is. De focus ligt op de werkgever die nog steeds zijn banen ‘verkoopt’ met behulp van slechte vacatureteksten, onvolledige informatie (ontbreken salaris, standplaats, etc.) en een discriminerend en intransparant proces. Terwijl arbeid enorm schaars is, neemt de jobboard-industrie de kandidaat nog steeds niet serieus. Dit in tegenstelling tot – op zekere hoogte – Indeed, platforms, agencies, of andere nieuwkomers in de markt.

Bij EarnHire krijgt het cv letterlijk waarde voor de kandidaat.

Daarin laat EarnHire misschien wel de nieuwe generatie zien… Uitgaande van de waarde van een match voor bemiddelaars en werkgevers (enkele duizenden tot tienduizenden euro’s), kiest de OnlyFans voor sollicitanten ervoor om de eigenaars van een cv te betalen als hun cv wordt bekeken. Dat brengt niet alleen het eigenaarschap waar het hoort, bij de kandidaat dus, maar ook de waarde. Dit platform neemt eindelijk de kandidaat serieus, het cv krijgt letterlijk waarde. Als je daaraan vervolgens waarde kunt toevoegen voor de kandidaat, zoals vacatures, skills, opleidingsadvies, echte adviseurs, verzekeringen of betalingscondities, dan ben je de nieuwe generatie jobboards ingestapt. Een partij als verloning.nl, vanuit het gig-werken, is daarin in Nederland een pionier om in de gaten te houden.

Europese Jobboards beleven gouden tijden. Maar hoe lang kan dit dikke konijn nog in de koplampen blijven kijken, terwijl de markt in sneltreinvaart aan het veranderen is, vraagt Geert-Jan Waasdorp zich af. 'We staan aan de vooravond van een grote transitie.'

De nieuwe winnaar

Het is eigenlijk heel raar dat een industrie van honderden miljarden euro’s in Europa zo traditioneel en conventioneel omgaat met kandidaten, terwijl diezelfde kandidaten het schaarse goed zijn. De Europese jobboards zijn daar overigens slechts een illustratie van. Het echte probleem ligt niet alleen bij hen, maar ook bij werkgevers, opdrachtgevers en bureaus. Het kan niet anders dan dat een game changer de komende jaren die markt gaat vernieuwen. De data zijn er. Het geld is er. En kandidaten snakken ernaar. De enige vraag is nog:… wie wordt die nieuwe winnaar?

Lees ook

Waarom lukt het maar niet de productiviteit omhoog te krijgen?

Het heeft natuurlijk iets tegenstrijdigs. Enerzijds hebben we steeds meer apps en tools tot onze beschikking om ons in ons werk te ondersteunen, zeggen we dat alles tegenwoordig veel sneller gaat, vergaderen we tegenwoordig steevast online, en krijgen we bijna elke week wel nieuwe automatisering om onze oren. Maar anderzijds blijkt dat dus nauwelijks te leiden tot een hogere productiviteit.

In de drie jaren voor 2021 werden we zelfs steeds iets mínder productief.

Sterker nog, de groei van de arbeidsproductiviteit ligt eigenlijk al jaren extreem laag. Waar in de jaren 70 de groei nog gemiddeld op zo’n 4% lag, is dat daarna in een vrij rechte lijn omlaag gegaan, en is het gemiddelde groeicijfer het afgelopen decennium gekrompen tot een schamele 0,3%, liet bijvoorbeeld Mathijs Bouman al eerder zien. En nu mag volgens het CBS 2021 een voorzichtige schwung omhoog hebben laten zien, dat laat onverlet dat de drie jaren ervoor de groei zelfs negatief (!) was, en we in die jaren per gewerkt uur steeds gemiddeld mínder productief werden. Ondanks dus alle investeringen in automatisering en robotisering.

Domme groei

Vervelend, want was de productiviteit wél omhoog gegaan, dan hadden we nu waarschijnlijk minder mensen aan het werk gehad dan het huidige recordaantal van 11,4 miljoen, maar ook een stuk minder last van structurele krapte. Dan hadden organisaties per medewerker een hogere omzet kunnen boeken, in plaats van steeds maar weer hun recruiters moeten inzetten om nieuwe mensen te vinden om evenveel werk gedaan te krijgen. ‘Domme groei’, zoals Bouman het al noemde.

Meestal worden 4 oorzaken en oplossingen hiervoor benoemd.

Over de oorzaken van die haperende productiviteit is al veel geschreven, net als over de mogelijke oplossingen. Daarbij worden meestal vier richtingen genoemd: meer en beter onderwijs, zowel voor als tijdens de carrière, net als meer diepte-investeringen in technologie, meer uitgaven aan R&D en betere matches op de arbeidsmarkt. Maar als beter onderwijs de oplossing zou zijn, hoe kan het dan dat er steeds meer hoogopgeleiden zijn, maar toch de productiviteit maar niet stijgt?

Bestelzuilen en bezorgdrones

Innovatie en investeringen in technologie gebeuren natuurlijk wel. In de horeca wordt bijvoorbeeld volop geëxperimenteerd met bezorgrobots en geautomatiseerde bestelprocessen, al dan niet via QR-codes. En in de retail zijn winkeliers aan de slag met zelfscankassa’s, bezorgdrones, bestelzuilen, en robots die klanten in de winkel verwelkomen en wegwijs maken. Maar tot vervangen van menselijke functies leiden ook dat soort investeringen nog niet veel, noch tot een écht structureel hogere productiviteit.

‘Met het oog op morgen moeten we het juist hebben van uitgaven aan R&D.’

De derde mogelijke oplossing dan, meer uitgeven aan R&D? Dat kan inderdaad wel eens een belangrijke factor zijn, zei bijvoorbeeld econoom Edin Mujagic recent nog op BNR. ‘Als streefpercentage is ooit afgesproken dat 3% van het bbp geïnvesteerd moet worden in onderzoek en ontwikkeling, en doorgaans blijven heel veel landen – waaronder Nederland – daarin achter. En dat is ongewenst, zeker met het oog op morgen, als we het juist daarvan moeten hebben.’

Maar ook: beter matchen

Over dan naar de vierde mogelijke oplossing: what about betere matches op de arbeidsmarkt? Het is natuurlijk dáár dat het recruitmentvak ook het meeste invloed heeft. Als we met z’n allen erin zouden slagen mensen beter op hun plek te zetten, zouden ze meer tot hun recht komen, en productiever kunnen worden, zo is de gedachte. We zouden mensen meer kunnen laten groeien, en daarmee ook hun output per uur. Geen quiet quitting meer, maar juist slimmer werken, in productieve sectoren. Sociale innovatie, zoals hoogleraar Henk Volberda dat ooit muntte.

Het is natuurlijk hier dat recruiters het meeste invloed hebben.

Brits onderzoek liet vorig jaar al zien dat betere matches de economie en de productiviteit zouden kunnen boosten. Maar helaas helpt de structuur van de huidige arbeidsmarkt ons niet echt bij deze strategie, schreef econoom Alfred Kleinknecht onder meer in ESB, het Cambridge Journal of Economics en op economensite Me Judice. Arbeid is in Nederland namelijk nog steeds relatief goedkoop, zegt hij, als gevolg van langdurige loonmatiging en de opmars van flexbanen.

Enorme flexibele schil

De enorme flexibele schil in Nederland zorgt er inderdaad niet bepaald voor dat de productiviteit wordt aangejaagd, tekende ook het CBS al op. Van houthandel tot de IT, en van de voedingsindustrie tot de waterbedrijven: meer zelfstandigen betekent volgens de rekenmeesters steeds een lagere groei in productiviteit. Zelfstandigen blijken over het algemeen namelijk minder bereid te investeren in scholing, training, of in (betere) machines, en lopen bovendien schaalvoordelen mis.

‘Deze tijd helpt om lekker op te ruimen aan de onderkant.’

Gelukkig helpt de krappe arbeidsmarkt nu een paar van die problemen aan te pakken, aldus Kleinknecht. ‘Laat ons de krappe arbeidsmarkt koesteren’, zegt hij zelfs. Dat de horeca of Schiphol nauwelijks aan mensen kunnen komen? Helemaal niet erg. Met het oog op de vergrijzing moeten we het toch niet van dat soort sectoren hebben, denkt hij. ‘Zo corrigeert de krappe arbeidsmarkt automatisch een onvoordelige sectorstructuur.’ De krapte helpt ons ‘lekker op te ruimen aan de onderkant’, in Kleinknechts woorden. ‘Daar houden we op den duur een meer veerkrachtige economie aan over.’

Vinger op de zere plek

Een vinger op de zere plek, schreef Peter de Waard al in de Volkskrant. De afgelopen jaren mogen we met een steeds minder rigide arbeidsmarkt veel mensen aan (vooral laagbetaald) werk geholpen, het heeft ook de productiviteitsgroei ondermijnd. Daardoor groeit de koek die we jaarlijks extra kunnen verdelen intussen nauwelijks meer. ‘Het ouderwetse model met een starre arbeidsmarkt, meer regels en minder marktwerking is beter voor de innovatie’, aldus De Waard. ‘Tijd om daar serieus over na te denken.’

‘Het model met een starre arbeidsmarkt is beter voor innovatie.’

En ook: tijd om als recruiters nóg beter in te zetten op passende, langdurige verbintenissen met onze kandidaten. Want dat is toch een factor die in alle analyses tot nu toe een beetje onderbelicht blijft. De mismatch tussen vraag en aanbod wordt vaak wel genoemd als oorzaak van achterblijvende productiviteit, maar hij krijgt als oplossingsrichting een stuk minder aandacht. Terwijl juist hier de echte specialisten zich kunnen onderscheiden, en zo hun organisaties echt vooruit kunnen helpen. Niet door ‘even snel’ vacatures te vullen, maar door een visie te ontwikkelen die op langere termijn de productiviteit als geheel aanjaagt. Wie durft die handschoen op te pakken?

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Mathijs Bouman zal hier de openingskeynote geven. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

15 pijnlijke cijfers waarvan elke recruiter zou moeten schrikken

Het is oktober, en dat is altijd het seizoen waarin we elkaar graag schrik aanjagen. Dit jaar doet Dr. John Sullivan ook een duit in het zakje, en komt de Amerikaanse recruitmentgoeroe met een verhaal waaruit blijkt dat er weinig is waarvan CEO’s tegenwoordig zo wakker liggen als hun werving en selectie. Het is volgens hen zelfs de belangrijkste belemmering voor groei van hun organisatie, en werd net zo vaak genoemd als de volgende 4 categorieën samen: verkoop, marketing, uitvoering en financiën.

‘Velen beslissen nog steeds op basis van intuïtie, valse veronderstellingen en verouderde praktijken in plaats van data.’

Schokkend, aldus Sullivan, want het onderstreept volgens hem aan hoe slecht op dit moment veel organisaties ervoor staan als het gaat om recruitment. Terwijl het zoveel beter kan. ‘Wervingsbeslissingen worden nog steeds gedreven door intuïtie, valse veronderstellingen en verouderde praktijken in plaats van door data.’ Hij noemt maar liefst 15 ‘pijnlijke cijfers’ die volgens hem elke recruiter schrik zouden moeten aanjagen.

#1. Falende aannames: 46%

Zo kent recruitment bijvoorbeeld een ‘beschamend’ hoog percentage mislukkingen. aldus Sullivan. ‘De meeste recruitment leaders zijn geschokt als ze horen dat baanbrekend Leaderschap IQ-onderzoek heeft uitgewezen dat 46% van alle nieuw geworven werknemers binnen 18 maanden als ‘mislukt’ wordt beschouwd. Uit ditzelfde onderzoek bleek ook dat slechts een schamele 19% van de nieuwe medewerkers als ‘ondubbelzinnig succes’ wordt gezien.’

#2. Doelen niet gehaald: 50%

De helft van alle recruitmentafdelingen bereikt bovendien zijn doelen niet, laat hij zien. ‘En op het steeds belangrijker wordende diversiteitsgebied zei minder dan 2% van de werkgevers dat ze er zeker van waren dat ze hun DEI-doelen bereikten. Dit falen van het diversiteitsdoel heeft gevolgen voor álle sollicitaties, omdat 76% van de werkzoekenden aangeeft dat een divers personeelsbestand een belangrijke factor is bij het evalueren van bedrijven en hun vacatures.’

#3. Afhakende sollicitanten: 74%

Een langzame of pijnlijke sollicitatieprocedure jaagt de meeste sollicitanten weg, dat is geen nieuws. Maar schokkend is het wel dat maar liefst 74% van de kandidaten die aan de sollicitatieprocedure van een bedrijf beginnen, afvalt voordat ze deze hebben afgerond, aldus Sullivan. ‘Helaas betekent dit dat je misschien wel je kandidatenpool met driekwart vermindert, terwijl je nooit weet dat deze mensen nooit hun aanvraag hebben ingediend.’

#4. Zwak werkgeversmerk: 75%

Een zwak employer brand zal sollicitaties ontmoedigen. Als kandidaten merken dat een werkgever zijn werkgeversmerk actief beheert, zegt 75% van de actieve werkzoekenden eerder naar een baan bij dat bedrijf te solliciteren. En organisaties die een merk opbouwen dat invloed heeft op de beste kandidaten om te solliciteren, terwijl ze anderen juist ontmoedigen, kunnen de kwaliteit van hun sollicitanten met 54% verbeteren en de uiteindelijke quality-of-hire met 9%.

#5. Negatieve reviews: 55%

Een zwak imago op social media heeft een negatieve invloed op het aantal sollicitaties dat je zult kunnen verwachten. Zo zegt 55% van degenen die een negatieve bedrijfsreview hebben gelezen, te hebben besloten niet te solliciteren naar een functie bij dat bedrijf. En 98% van de sollicitanten zegt proactief sociale media te bezoeken ‘om te zien wat anderen zeggen over hun wervingservaring en werken bij jouw organisatie.’

#6. Zwakke vacatures: 75%

Let ook op je vacatureteksten. Volgens 75% van de kandidaten is het ‘uiterlijk van je vacature’ immers rechtstreeks van invloed op hun beslissing om al dan niet te solliciteren. En natuurlijk, als je je vacatures plaatst op sites die je beoogde kandidaten niet bezoeken, zal je totaalaantal mogelijke sollicitaties natuurlijk ook drastisch achterblijven bij wat het had kunnen zijn, als je wel eerst onderzoek had gedaan.

#7. Langzaam proces: 82%

Een langzaam recruitmentproces betekent dat je topkandidaten misschien al verdwenen zijn tegen de tijd dat je een beslissing neemt. SHRM heeft vastgesteld dat de gemiddelde tijd om een ​​vacature te vervullen 41 dagen is. Maar veel sollicitanten zijn dan allang niet meer beschikbaar. Zo verwacht 82% van hen dat het wervingsproces niet langer dan 2 weken duurt. Zo’n 66% wacht dus ook niet langer dan 2 weken om iets van een werkgever te horen voordat hij doorgaat naar een andere mogelijkheid. Voor de allerbeste kandidaten in zeer competitieve banen geldt dat ze al weg zijn voordat er zelfs maar 10 dagen zijn verstreken.

#8. Onduidelijk proces: 76%

Details over je wervingsproces niet onthullen? Het frustreert kandidaten. Bereid ze dus voor door de details bekend te maken van het proces waarmee ze te maken krijgen. Het is immers ook een probleem dat 76% van de kandidaten zegt dat de hiring manager nooit de volgende stappen in het proces heeft uitgelegd.

#9. Geen vriendelijk proces: 30%

Heb je een voor de kandidaat pijnlijk sollicitatieproces? Dat zal de uitval vergroten: 30% van de geïnterviewden zegt een potentiële werkgever al tijdens de sollicitatiefase te verlaten als ze het proces niet kandidaatvriendelijk vinden.

#10. Onnodige assessments: 47%

Nog zo’n frustratie voor veel kandidaten: onnodige assessments. Maar liefst 47% van de kandidaten zegt niet te houden van pre-hire assessments. Ze duren hen te lang ofwel het is onduidelijk waarom ze ze moeten maken. Ook dat zal leiden tot hogere afhaakpercentages bij kandidaten.

#11. Negatieve interviews: 45%

Slechte sollicitatiegesprekken kunnen ook zorgen voor veel uitval: 75% van de sollicitanten zegt dat ze een baanaanbod waarschijnlijk niet accepteren als ze tijdens het hele wervingsproces slecht worden behandeld. En 45% van de finalisten zegt een jobaanbod daadwerkelijk te hebben afgewezen na een negatieve interviewervaring.

#12. Lange background screenings: 31%

Langzame screenings zorgen ook voor meer uitval van finalisten – helaas verliest 31% van de werkgevers wel eens kandidaten tijdens achtergrondchecks omdat deze voor hen te lang duren.

#13. Zwakke onboarding: 30%

En dan zijn we er nog niet, want héb je eenmaal iemand aangenomen, dan stuit je weer op het probleem van onboarding. Zo verlaat 30% van de nieuwe medewerkers alweer hun baan binnen 90 dagen. En maar liefst 88% van de werknemers zegt dat hun bedrijf de onboarding niet goed doet. Een verrassende 29% van de nieuwe medewerkers zegt bovendien zich niet volledig voorbereid en ondersteund te voelen. En dit heeft impact op zowel hun eerste optreden als hun bereidheid om te blijven.

#14. Misleid gevoel: 72%

Nog meer pijnlijke cijfers: maar liefst 72% van de nieuwe medewerkers zegt het gevoel te hebben dat ze zijn misleid tijdens het wervingsproces. Omdat ze na hun start ontdekten dat de functie of het bedrijf ‘heel anders’ was dan ze tijdens de werving werden verondersteld te geloven. En voel je je misleid, dan doet dit dramatisch afbreuk aan wat je nieuwe medewerkers hun collega’s over je bedrijf vertellen.

#15. Minder klanten: 56%

Dat kan dus zelfs impact hebben op je klandizie. Een slechte kandidaatervaring kan namelijk ook de productverkoop schaden. Zo’n 56% van de kandidaten die huidige klanten zijn, geeft aan dat het onwaarschijnlijk is dat ze dat zullen blijven na een slechte ervaring. En voor degenen die momenteel geen klant zijn, is het ook hoogst onwaarschijnlijk dat ze een nieuwe klant worden na een slechte ervaring.

Au!

Veel pijnlijke cijfers dus, al met al, aldus Sullivan. En dat voor een functie die zoveel CEO’s als cruciaal voor hun organisatie beschouwen. Ergens gaat er dan ook nog steeds iets niet helemaal goed met de wereld van recruitment, schrijft hij. Terwijl er aan de andere kant ook genoeg organisaties zijn die dit soort problemen veel minder kennen. Zoals Google en IBM, die beide vorig jaar maar liefst 3 miljoen sollicitanten mochten verwelkomen. Of Amazon, dat in het moeilijke recruitmentjaar 2020 nog steeds maar liefst 30 miljoen sollicitaties ontving.

‘De meeste van de hier genoemde pijnlijke cijfers komen waarschijnlijk ook in jouw organisatie voor.’

‘Dus als je een eind wil maken aan je voortdurende recruitmentprobleem, is het naar mijn idee tijd om de realiteit onder ogen te zien. Analyseer waarom je jouw wervingsdoelen niet haalt. Kijk naar de data, en stap over naar een datagedreven model dat alle andere bedrijfsfuncties allang hebben omarmd. De meeste van de hier genoemde pijnlijke cijfers komen waarschijnlijk ook in jouw organisatie voor. Tijd om te leren hoe ze te voorkomen.’

Lees ook

Een voltijdsbonus gaat niet werken. Wat nodig is, is een ‘tijdelijk-meer-werken’-bonus

schaarste bestaat niet scpEen van de belangrijkste oplossingen om krapte tegen te gaan is: mensen meer uren laten maken (er zijn er nog veel meer). In de huidige arbeidsmarkt is dat geen slecht idee, aangezien het gevoel van ‘Waar zijn al die mensen gebleven’ niet alleen gevoed wordt door het gebrek aan sollicitanten, maar nog meer door het gebrek aan beschikbare uren op de arbeidsmarkt.

Meer uren werken lijkt een goede remedie tegen schaarste.

Door het gigantische ziekteverzuim, gecombineerd met de wens van kandidaten en werknemers om vooral mínder te werken staat het aantal beschikbare uren sterk onder druk. Daarbij is de hoop natuurlijk dat het verzuim een tijdelijke piek is (al lijkt de trend daar niet op). Vandaar dat je beter niet kunt inzetten op een voltijdsbonus, maar liever op een tijdelijke oplossing voor mensen die extra willen werken.

Mensen willen vooral: mínder werken

De voltijdsbonus die nu op tafel ligt in de Tweede Kamer gaat immers voorbij aan de status van de arbeidsmarkt. Die laat zien dat het nu een kandidatenmarkt is, waarin werknemers de richting bepalen. En die richting is vooral: minder werken. Nederland is al deeltijdkampioen, en deze trend gaat door. Steeds meer fulltimers (en dus ook: steeds meer mannen) willen deeltijd werken, en de instroom op de arbeidsmarkt gaat ook steeds meer naar deeltijd. Combineer dit met trends als Quiet Quitting, FIRE, en minimalisme van werk (minimaal werken, maximaal leven en verdienen), dan is duidelijk: mensen willen minder werken, in uren en jaren.

De arbeidsmarkt laat zich sinds de opkomst van internet niet meer zo makkelijk reguleren.

Anderzijds gaat het voorstel van de voltijdsbonus uit van een maakbaarheid van de arbeidsmarkt. Alsof we nog in de jaren 80 leven, waarbij overheid en werkgevers aan knoppen kunnen draaien en dat problemen zich dan vanzelf oplossen. Maar de arbeidsmarkt laat zich sinds de opkomst van internet niet meer op die manier reguleren. Toch klopt het dat er honderdduizenden mensen zijn die méér willen werken (vaak gehinderd door systemen, cao’s, werkgevers, of richtlijnen) én miljoenen mensen bereid zijn om tijdelijk meer te werken om hun werkgever uit de brand te helpen. Er is dus meer dan voldoende restcapaciteit om bij te schalen.

Beeld via: Banksy

Olifant in de kamer

Hoe dit probleem dan op te lossen? Elke expert is het eigenlijk wel erover eens: arbeid moet lonen. En als het gaat om een bonus, dan zou arbeid zelfs boven-proportioneel moeten lonen. In Nederland hebben we zo’n 1,5 miljoen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (onbenut potentieel of talent noemen we dat!). Veel van deze mensen gaan niet werken, omdat werken simpelweg voor hen niet voldoende loont en te veel risico met zich meebrengt in de reductie van opgebouwde rechten, zoals subsidies en toeslagen.

Als iedereen het erover eens is dat extra arbeid extra moet lonen…? Let’s do it!

Hier wordt echter niets aan gedaan – en met de huidige energieprijzen/inflatie wordt het nog lastiger om deze groep naar de arbeidsmarkt te brengen. Daardoor wordt nu de oplossing bij de werkende populatie gezocht. Maar daar speelt exact hetzelfde probleem dat extra arbeid óók extra moet lonen. Maar wacht even, als iedereen het erover eens is dat extra arbeid extra moet lonen…? Let’s do it!

Tijdelijke maatregelen

Hoe zou dat kunnen? Mijn voorstel zou zijn om een aantal tijdelijke maatregelen te nemen (bijvoorbeeld tot eind 2023) en dan alleen op basis van vrijwilligheid. Om meer werken extra aantrekkelijk te maken voor iedereen in de Nederlandse beroepsbevolking zouden we bijvoorbeeld:

  • Voor mensen die tijdelijk 4 of 8 uur extra boven op hun huidige contracturen willen werken (met een maximum van 48 uur per week), hun brutoloon nettoloon kunnen maken voor deze overuren. Dat maakt het voor iedereen financieel aantrekkelijk om extra te werken.
  • Iedereen in een uitkeringssituatie of anderszins behorend tot het onbenutte arbeidspotentieel 4 of 8 uur kunnen laten werken, zonder dat het consequenties heeft voor hun rechten en plichten. Deze maatregel kan ook de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen.
  • Het uitkeren van vakantie-uren niet extra belasten, maar juist mínder, zodat tijd-voor-tijd minder aantrekkelijk wordt.
  • Werkgevers die het mogelijk maken dat mensen extra werken, daarvoor maar beperkt belasten (vanwege extra administratieve kosten).
  • Het fiscaal/administratief makkelijker kunnen maken om tijdelijk voor meerdere werkgevers te werken in loondienst. Nu is het administratief vaak makkelijker om dit via (uitzend)bureaus te regelen.

Nu het leven een stuk duurder is geworden, denk ik dat veel mensen het interessant vinden om tijdelijk extra uren te maken als ze daarvoor bovengemiddeld beloond worden en de extra uren dus ook daadwerkelijk lonen. Werknemers blij, werkgevers blij, samenleving blij. Daarbij zal het de arbeidsmarkt ook flexibeler maken en nieuwe ruimtes geven in cao’s en gesprekken tussen werkgevers, werknemers en overheid om tot een oplossing te komen in het vastlopen van de arbeidsmarkt. Misschien dat we uit de huidige crisis dan toch nog iets positiefs kunnen halen voor de arbeidsmarkt.

Over de auteur

Geert-Jan Waasdorp is directeur van Intelligence Group en uitgever van Werf-en.nl.

Lees ook

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Is 1 op 10 Nederlanders in 2030 IT’er?

Steeds meer IT-vraagstukken, steeds meer roep om IT’ers. Zo kun je de situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt wel omschrijven. En dus is het niet zo gek dat de schaarste groot is. Op dit moment mag al zo’n 6 procent, ofwel 1 op de 17 personen op de arbeidsmarkt, zich een IT’er noemen. Dit is ongeveer een verdubbeling in 10 jaar tijd.

De sourcingsdruk is bij IT’ers met bijna 65 procent ongekend hoog.

Het groeitempo van de roep om IT’ers is de afgelopen jaren steeds zo’n 7 procent per jaar. Mocht dit groeitempo doorzetten, dan zou dit betekenen dat in 2030 maar liefst 1 op de 10 Nederlanders zichzelf als IT’er zou kunnen kwalificeren. De vraag is echter ook nog steeds heel groot. De strijd om IT’ers in loondienst en tijdelijke IT’ers, zelfstandig en in dienst van detacheerders, is in volle gang. De sourcingsdruk – het percentage dat minimaal eens per kwartaal wordt benaderd – is met bijna 65 procent ongekend hoog, zeker vergeleken met het gemiddelde van 38 procent voor de hele beroepsbevolking.

IT’er mainstream geworden

Uit analyse van HR-techdienstverlener HeadFirst Group en arbeidsmarktdataspecialist Intelligence Group blijkt dat de vraag naar IT’ers in loondienst (25.000) in september 2022 bijna acht keer zo groot is als de vraag naar tijdelijke IT-professionals (3.000). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, hierover: ‘IT’ers zijn hun speciale plek op de arbeidsmarkt kwijt. Niet omdat ze niet speciaal of relevant zijn. Integendeel. Het vakgebied is alleen geen niche meer, maar een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Om IT-kennis goed ingebed te hebben in de organisatie, zijn meer IT’ers in vaste dienst nodig. Aangevuld met tijdelijke IT-professionals, die specifieke IT-kennis meebrengen.’

Naar IT’ers in vaste dienst is 8 keer zoveel vraag als naar interimmers.

Als gevolg van deze stijgende vraag wordt de beroepsgroep in de spanningsindicator van het UWV – het aantal openstaande vacatures, gedeeld door het aantal mensen dat korter dan zes maanden WW ontvangt – geclassificeerd als de meest krappe. Ondanks dat het aantal IT’ers in Nederland jaar op jaar met 6,9 procent stijgt.

Werven blijft moeilijk

Op dit moment werken zo’n 580.000 mensen binnen een IT-beroep. Het deel dat werkzaam is in loondienst kent een uitermate lage arbeidsmarktactiviteit, namelijk 6,8 procent. In vergelijking met de gehele Nederlandse beroepsbevolking is dat ongeveer de helft (11,5 procent). Het aandeel IT’ers met een vaste baan dat in het tweede kwartaal van 2022 helemaal niet op zoek is naar nieuw werk, is 42,7 procent. Net iets meer dan de helft (50,5 procent) is latent – oftewel niet actief – op zoek en slechts 6,8 procent is dus actief op zoek. Interim IT-professionals zijn bewegelijker op de arbeidsmarkt: het aantal actieve opdrachtzoekers is 22,4 procent, 46,9 procent is latent op zoek en 30,7 procent helemaal niet.

‘De inhoud en relevantie van het werk zijn nu de kritische wervingsfactoren.’

Marion van Happen, CEO HeadFirst Group: ‘Er is steeds meer concurrentie tussen organisaties om de aandacht te krijgen van latente baan- en opdrachtzoekers. Met arbeidsmarktcommunicatie wordt de nadruk gelegd op het verkopen van de vacature of opdracht en de werk- of opdrachtgever. Salaris en andere arbeidsvoorwaarden zijn hygiënefactoren geworden, de inhoud en relevantie van het werk zijn nu de kritische wervingsfactoren.’

Meer weten?

Op dinsdag 18 oktober om 10.00 uur worden de bevindingen van het onderzoek gedeeld in een webinar. Aanmelden kan via de website van Intelligence Group. Daarna wordt de volledige Talent Monitor beschikbaar gesteld op headfirst.group.

3 opvallende dingen die we leerden tijdens de recente Webinar Week

De Webinar Week van Werf& en ZiPconomy kun je inmiddels wel een begrip noemen. Al een paar jaar organiseren beide contactplatformen gezamenlijk een week waarin je in 25 webinars weer helemaal op de hoogte bent van alles dat er speelt op het gebied van recruitment van vast én flex. Welke 3 webinars vielen ons dit keer op? Een korte terugblik:

Les 1: Solliciteren net zo simpel als ticket boeken

Voor het webinar van ‘no code recruitment platform’ Minggo was Jaron Schaillée vanuit België overkomen, om te vertellen hoe je solliciteren zo makkelijk...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.