Hoe Europa’s eerste masterclass diversiteit je leven leuker kan maken

Wendy Broersen had er de televisie niet voor aangezet, maar natuurlijk kreeg ze het mee. Afgelopen maand werd in de Verenigde Staten een nieuwe vicepresident beëdigd. ‘Eentje die past bij het multiculturele Amerika’, aldus Broersen.

‘Eigenlijk is het jammer dat we haar in een vakje moeten plaatsen.’

Het verhaal van Kamala Harris is inmiddels bekend. Haar 48 voorgangers weken alleen qua politieke kleur van elkaar af. Zonder uitzondering waren het witte mannen. Als nieuwe vicepresident breekt Harris met die traditie. ‘Ze vinkt drie vakjes aan’, vertelt Broersen. ‘Ze is vrouw, Afro-Amerikaans én Aziatisch. Maar eigenlijk is het jammer dat we haar in een vakje moeten plaatsen.’

Achterlopen op Amerika

‘Dat de VS eindelijk klaar zijn voor hun eerste vrouwelijke leider, komt deels omdat de Amerikaanse maatschappij aandacht besteedt aan inclusiviteit’, stelt Broersen. ‘Vooraanstaande universiteiten doen er veel onderzoek naar. Vervolgens adviseren ze organisaties en vertellen hen wat zij kunnen doen om hun personeelsbestand te spiegelen aan het bevolkingsregister. En dan niet alleen op de HR- en de communicatieafdeling, maar ook op de bovenste verdieping van hun wolkenkrabber. Daar waar de directie zit.’

‘Het is beter om te zeggen: wij lopen achter op de VS.’

‘Wat dat betreft lopen ze in de VS op ons voor’, benadrukt ze. ‘Of misschien is het beter om te zeggen: wij lopen achter op hen.’

De eerste Diversity & Inclusion-opleiding van Europa

En dus gaat Broersen nu iets doen dat in Amerika al wel, maar in Europa nog niet bestaat. Met haar bedrijf, Superwomen Academy, heeft ze samen met de Universiteit van Amsterdam een heuse D&I-opleiding opgezet. De ‘D’ staat daarbij allicht voor Diversity, de ‘I’ voor Inclusion. De opleiding is bedoeld voor CEO’s en HR-professionals. ‘Heel kort door de bocht: we combineren het consultancywerk dat we met de Superwomen Academy doen met de best practices van grote bedrijven en vooraanstaande wetenschappers.’

‘Alle deelnemers krijgen ook 20 coachingsuren om tot een goede diversiteitsstrategie te komen.’

De opleiding, die 29 maart van start gaat, wordt ‘een cursus op masterclass-niveau’, belooft Broersen. Tijdens 18 sessies, 2,5 uur per stuk, leren deelnemers alles over vooroordelen, diversiteitsstrategieën en wat daarin wel en niet werkt. Maar daarbij blijft het niet. Broersen: ‘Alle deelnemers krijgen ook 20 coachingsuren. Daarin worden ze begeleid om – door middel van een actieplan – voor hun eigen organisatie tot een goede diversiteitsstrategie te komen.’

Veel meer dan anders recruiten

Die diversiteitsstrategie gaat natuurlijk deels over recruitment, vertelt Broersen. ‘Ieder mens heeft vooroordelen, daar ontkom je niet aan. Maar bij het aannemen van personeel kun je dingen doen waardoor die vooroordelen een minder grote rol spelen.’ Maar Broersen weet ook dat, wil je een organisatie echt divers en inclusief maken, er veel meer nodig is dan alleen een nieuwe recruitmentstrategie. ‘Je moet een cultuuromslag maken, eentje die je niet binnen een jaar hebt afgerond.’

‘Zet er een bordje bij: is het halal of niet?’

Soms kan zo’n cultuuromslag met een kleine ingreep worden bevorderd, legt ze uit. ‘Zorg bijvoorbeeld ervoor dat je in de kantine niet steeds dezelfde Hollandse hap serveert. Het is echt heel simpel: als er soms iets uit de Surinaamse keuken op het lunchmenu staat, voelen alle buitenlandse medewerkers zich sneller onderdeel van je organisatie. En zet er ook een bordje bij: is het halal of niet?’

Cultuuromslag niet zomaar gedaan

Met een kleine ingreep rond het middageten, ben je er nog niet. Die verwachtingen moet Broersen temperen. ‘Een bedrijf dat een cultuuromslag wil maken, moet daarvoor allerlei processen aanpassen. En je moet durven investeren. Bijvoorbeeld door ook partners verlof te geven rond de geboorte of adoptie van een kind. Daardoor hebben vrouwen – zij zijn normaal gesproken de enigen die verlof krijgen rond een zwangerschap – het gevoel dat hun tijd bij een bedrijf net zo gewaardeerd wordt als die van hun mannelijke collega’s.’

‘Een bedrijf dat een cultuuromslag wil maken, moet durven investeren.’

‘En zelfs als je dat allemaal doet, is het soms niet genoeg.’ Broersen moet er bijna om lachen als ze het zegt. ‘Een organisatie die een echte cultuuromslag teweeg wil brengen, moet zelf het goede voorbeeld geven. Ik ken bijvoorbeeld een groot bedrijf waar een verlof voor partners met een nieuwe baby werd ingesteld. Maar bijna niemand maakte er gebruik van, tot de CEO van het bedrijf – een jonge vent – drie maanden wegbleef om voor z’n pasgeboren kind te zorgen. Pas toen zag je bij dat bedrijf echt dingen veranderen.’

Schoolvoorbeeld van kapitaalvernietiging

Diversiteit aanbrengen in je personeelsbestand is, om een lang verhaal kort te maken, niet makkelijk. Vervolgens een echt inclusieve organisatie worden is helemaal een uitdaging. De hamvraag is daarom: waarom zou je? Broersen heeft daar een kort antwoord op. ‘Omdat ik een hekel heb aan ongelijkheid. Ik vind het belachelijk dat je iets niet kan worden, puur vanwege de manier waarop je bent geboren.’

‘Waarom? Omdat ik een hekel heb aan ongelijkheid.’

wendy broersen leven leuker met diversiteitOrganisaties die inzetten op inclusiviteit, houden daar echter veel meer dan een goed gevoel aan over, zegt ze ook. ‘Onderzoek na onderzoek toont aan dat bedrijven met een divers personeelsbestand betere beslissingen nemen. Dat levert je op de lange termijn geld op. Door inclusiviteit op de werkvloer verlies je ook minder. Ooit gedacht aan al die mensen in wie je duizenden euro’s investeerde aan salarissen, inwerktrajecten en bijscholingen? En die je bedrijf toen opeens verlieten, omdat ze er geen toekomst voor zichzelf zagen? Een schoolvoorbeeld van kapitaalvernietiging, als je het mij vraagt.’

Leuker leven

Broersen slaakt een diepe zucht. ‘Waarom een bedrijf diversiteit nastreeft, maakt me eigenlijk geen donder uit. Zolang ze het maar doen, daar gaat het me om. En als je eenmaal in een inclusieve organisatie werkt, wil je nooit meer terug’, zo belooft ze. ‘Het leven is gewoon leuker met mensen om je heen die anders zijn dan jij. Dus: investeer dan ook in diversiteit! Dat is geen nieuwe trend die uit Amerika is komen overwaaien. Het is innovatie, en dat is wat mij betreft juist heel Nederlands.’

Meer weten?

Zelf ook inclusiever werken? Download hier de whitepaper van Broersen.

Of kom op 6 april naar het Werf& Seminar over Diversiteit. Daar delen onder meer Marieken Westerink en Jowieke Lourens van de Politie hun ervaringen hoe je D&I op de agenda krijgt en houdt en hoe zaken als motivatie, streefgetallen en een businesscase hieraan kunnen bijdragen.

Seminar Diversiteit

De auteur van dit verhaal is Joost de Ruiter.

Hoe Undutchables in 25 jaar internationaal recruitment in Nederland op de kaart zette

Het was nog de tijd van pen en papier, van faxen en van de vuistdikke Intermediairs en Gouden Gidsen. Toen Ilse Visser en Judith van der Klundert een kwart eeuw geleden een gat in de markt zagen voor een internationaal recruitmentbureau in Nederland, zag werving en selectie er heel anders uit dan nu. Maar wat op een zolderkamertje in Amstelveen begon, bestaat nog steeds, en deze week viert Undutchables dan ook zijn zilveren jubileum.

‘Het product was catchy, de naam was catchy, het was een gewoon een goed idee’, blikt Nick van der Dussen terug. ‘Dus zo gek was het niet dat het sindsdien best snel ging.’

Een warm welkom

Het was de tijd van de grote internationalisering. Steeds meer buitenlanders kwamen naar Nederland, al dan niet voor de liefde, en bij Undutchables vonden zij een warm welkom. Talent dat het Nederlands niet als moedertaal had wist het bureau in die tijd goed te koppelen aan tal van bedrijven die juist naar meertalige medewerkers op zoek waren.

Er is nu zelfs een vestiging van Undutchables in Stockholm, Zweden.

Wat begon in Amstelveen, breidde de jaren daarna dan ook gestaag uit, met nu vestigingen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam en Eindhoven erbij. En zelfs een vestiging in Stockholm, Zweden. Oók onder de naam Undutchables. ‘Een Zweedse collega ging op een gegeven moment terug naar Zweden en is daar een franchise begonnen’, legt Van der Dussen uit. ‘Zij bemiddelt nu in internationals die naar Zweden gaan.’

De overdracht van Ilse Visser en Nick van der Dussen in 2018

Faxen met tipp-ex

Zelf werkt hij er sinds de eeuwwisseling, dus ook alweer een mooie 21 jaar. Van der Dussen begon er als recruitment consultant, en is sinds 2018 general manager van het bedrijf, toen hij Paula Verstappen in die rol afloste. In die tijd zag hij het bedrijf enorm veranderen. ‘Toen ik hier begon, stond er al wel een computer op mijn bureau. Maar dat was om een fax te kunnen typen in Word. Als ik een cv had van een kandidaat, maakte ik met tipp-ex bepaalde gegevens blanco, en faxte dat dan naar de opdrachtgever, samen met een getypt voorstel.’

‘De wereld is letterlijk kleiner geworden, dankzij internet.’

Hij wil maar zeggen: in een kwart eeuw is écht veel veranderd. Tegenwoordig gaat het matchen bijna volautomatisch, en staat van vele kandidaten in de database welke talen ze beheersen, maar ook over welke vaardigheden ze beschikken. En het kandidatenbestand is ook enorm gegroeid. Waar het in de begindagen vooral ging om anderstaligen die om een of andere reden al in Nederland woonden, tegenwoordig is de hele wereld het werkveld. ‘De wereld is letterlijk kleiner geworden, dankzij internet’, aldus Van der Dussen.

De kandidaten ‘laten landen’

In de begindagen waren vooral callcenters klant. Zij zochten mensen die thuis waren in een bepaalde taal en cultuur, en Undutchables had zulke kandidaten, of zocht ze. Maar tegenwoordig maken bijvoorbeeld kennismigranten een steeds groter deel uit van het bestand. ‘We hebben vorige week nog een kennismigrant uit Zuid-Afrika hier in Nederland weten te plaatsen’, legt Van der Dussen uit. ‘Dan regelen wij alles rondom de werkvergunning en zo.’

‘Het is niet zo dat we iemand uit Zuid-Afrika halen en dan zeggen: zoek het maar uit.’

Die dienstverlening gaat ver, zegt hij. ‘We zorgen er ook voor dat iemand hier “landt”. Het is niet zo dat we iemand uit Zuid-Afrika halen en dan zeggen: zoek het maar uit. Alleen huisvesting doen we niet. Daar zijn weer andere partijen beter in. En daarvan zeggen wij: schoenmaker, blijf bij je leest.’ En die leest is: arbeidsbemiddeling. ‘Nederland heeft van zichzelf een talentschaarste. Zeker in bijvoorbeeld hightech bedrijven. Daar kunnen wij van toegevoegde waarde zijn.’

Duits en Frans als hoofdmoot

De meeste kandidaten in het bestand zijn hoogopgeleid, en de aanwas is nog steeds uitstekend, aldus de general manager. ‘We doen er ook heel veel aan om ervoor te zorgen dat, zodra ze in Nederland aan het werk willen, Undutchables het eerste is dat in hen opkomt.’ Momenteel bestaat de ‘hoofdmoot’ volgens hem vooral vooral uit kandidaten die Duits of Frans als moedertaal hebben. Handig, want Duitsland is toch ‘de economische motor van de EU’. En ook met Frankrijk is er veel handelsverkeer. Dan is het makkelijk als je als organisatie mensen hebt die de taal spreken en – minstens zo belangrijk: de cultuur snappen.

‘We willen letterlijk de energie voelen, zodat we een goede match kunnen maken.’

‘Er zijn in Nederland bijvoorbeeld best veel mensen die redelijk goed Duits spreken. Maar het verschil in handel en wandel blijft. Zaken doen, dingen aanvoelen, dat werkt dan toch vaak beter met iemand die Duits als moedertaal heeft meegekregen.’ Het is ook daarom dat de recruiters van Undutchables graag naar klanten toe gaan. Ook al is dat nu in coronatijd vaak niet mogelijk. ‘Maar in gesprek met de opdrachtgever merk je pas echt hoe het eraan toe gaat in zo’n bedrijf. Hoe wordt er gemanaged? Wat voor mensen werken er? We willen letterlijk de energie voelen, zodat we een goede match kunnen maken.’

undutchables Team 2021
Het team van Undutchables, in 2021

Vier kernwaarden

Langsgaan bij een opdrachtgever, ook als die verder weg gevestigd is, dat lijkt een grote tijdsinvestering. ‘Maar we doen het graag’, aldus Van der Dussen. ‘Omdat we denken dat de match er beter van wordt. Net zoals we na de inwerkperiode ook gráág evalueren bij de kandidaat en bij de opdrachtgever: hoe gaat het nu? Wat kan er nog beter? We stoppen daar wel veel tijd en liefde in, in die persoonlijke aandacht. Onze vier kernwaarden zijn ook niet voor niets: persoonlijk, ondernemend, partner en expertise. Dat proberen we zo breed mogelijk in te vullen.’

‘We stoppen veel tijd en liefde in die persoonlijke aandacht.’

Dat betekent dus aandacht naar twee kanten, benadrukt hij. ‘De kandidaat is net zo goed een klant. Zeker in het spectrum waarin wij zitten. Wij kunnen het ons niet veroorloven ons als cowboys te gedragen. De internationale gemeenschappen zijn hecht. Ze weten elkaar snel te vinden via online fora. Dat dwingt je ook met een oog voor kwaliteit zaken te blijven doen. Maar goed, anders houd je het natuurlijk ook geen 25 jaar vol…’

nick van der dussen undutchables
General manager Nick van der Dussen: ‘De kandidaat is net zo goed een klant.’

Smeerolie in de internationale machine

Wat in al die jaren niet is veranderd is dat het nog steeds vaak de liefde is waarvoor de Undutchables-kandidaten in eerste instantie naar Nederland komen. Hun binding met het land van herkomst raken ze echter ook niet zomaar kwijt. ‘Daarom organiseren wij ook veel events voor onze kandidaten. Nu vooral online natuurlijk. Maar dan zie je dat we in die zin ook wel als de smeerolie in de machine van de internationale gemeenschap fungeren.’

‘We willen echt het go-to-portal worden voor die internationale kandidaat in Nederland.’

Een rol die Van der Dussen de komende jaren nog wel verder wil uitbouwen. ‘We willen echt het go-to-portal worden voor die internationale kandidaat in Nederland, de community of choice. Daar zetten we momenteel al aardige stappen, maar dat kunnen we nog verdiepen. Ik vind het een mooie uitdaging om de verbindende factor voor al die groepen te kunnen zijn. Dus: meer dan alleen werk bieden, maar een plek waar een meertalige kandidaat alles kan vinden over hoe het nou is om in Nederland te wonen en te werken.’

Alle resources for grabs

Nu de wereld kleiner is geworden, zou je kunnen denken dat veel bedrijven ook zelf makkelijker kunnen zoeken naar talent over de landsgrenzen heen. Maar in de praktijk blijkt dat toch nog niet zo eenvoudig, aldus Van der Dussen. Dan is kennis van de lokale cultuur bijvoorbeeld echt handig. ‘Daarin kunnen we ons gelukkig nog steeds goed onderscheiden.’

‘Ik weet nog goed dat LinkedIn opkwam, en iedereen zei: dit wordt het einde van de uitzendbureaus.’

Het is trouwens ook niet de eerste keer dat Undutchables met bedreigingen te kampen kreeg, zegt hij. Hij herinnert zich bijvoorbeeld de kredietcrisis nog goed. ‘En ik weet ook nog goed dat LinkedIn opkwam, en iedereen zei: dit wordt het einde van de uitzendbureaus. Want alle resources zijn nu for grabs. Maar de grap is: er zijn sinds die tijd nog nooit zoveel bureaus bijgekomen.’

vondel 3 undutchables 1997
Een foto uit de oude doos, uit 1997, dus 1 jaar na oprichting.

Geen speciale sector

De klanten van Undutchabels variëren sterk, zegt Van der Dussen. Van het hoofdkantoor van Nike in Hilversum tot ‘de ondernemer op de hoek, die zijn producten wil verkopen in Italië, en erachter komt dat het handig is om iemand te hebben die de tal spreekt.’ Het bureau is niet gespecialiseerd in één bepaalde sector. ‘En gelukkig maar. Dat is ook fijn in tijden van crisis. Nu veel gebeurt in e-commerce en logistiek kun je zo een beetje compenseren wat er niet gebeurt in de horeca en het toerisme.’

‘We komen overal vandaan, van Tsjechië tot de VS. Maar op kantoor is de voertaal Nederlands.’

Wie niet beter zou weten, zou verwachten dat de voertaal op al die vestigingen van Undutchables Engels is. Maar zo is het dus niet. ‘We komen overal vandaan, van Tsjechië tot de VS. Maar onze voertaal is Nederlands. Al onze documentatie is in het Nederlands. En we willen bijvoorbeeld ook dat onze mensen goed een Nederlandse cao kunnen interpreteren. Ze weten ook allemaal hoe het is om naar Nederland te komen, spreken de taal meestal ook gewoon goed. Daardoor kunnen ze goed de vertaalslag maken tussen meerdere culturen. Dat is voor ons erg belangrijk.’

undutchables den haag
En een foto van nu, van de vestiging in Den Haag..

Taal en cultuur eerste match

Voor de match van kandidaat en opdrachtgever is taalvaardigheid en kennis van een bepaalde cultuur doorslaggevend, zegt hij. Daar komt de klant meestal in eerste instantie voor, zegt Van der Dussen. ‘Een taal leren is meestal ook lastiger dan bijvoorbeeld logistieke kennis oppikken. Een rondje langs de nonnen van Vught is dan niet genoeg.’

‘In gesprek gaan blijft toch het allerleukste van recruitment.’

Gelukkig zijn algoritmes steeds beter in staat die match te ‘vangen’ en een goede voorselectie te maken. Daardoor kan de recruiter zich bezighouden met wat Van der Dussen noemt ‘het leuke deel’. Oftewel: ‘in gesprek gaan. Oké, ik heb nu een stukje papier. Maar wie ben je echt? Wat is de rol precies? Dat blijft toch het allerleukste van recruiten. En al die automatisering om je heen maakt dat ook alleen maar makkelijker, en dus leuker.’

De ongrijpbare factor

Video-interviews, persoonlijkheidsanalyses met micro-expressies, Van der Dussen noemt het ‘heel mooie ontwikkelingen’. Maar, zegt hij ook: ‘In the end denk ik wel dat mensen met mensen zaken blijven doen. En diegene wil je toch in de ogen gekeken hebben. Je wil de energie gevoeld hebben. Dat is de ongrijpbare factor, die je nooit 100% in software zult kunnen vangen. Die beleving, dat was 25 jaar geleden al belangrijk. En dat is nog zo. En ik denk dat het over 25 jaar nog steeds het geval zal zijn.’

Een online verjaardagsfeest

Vandaag, op 5 februari, vindt officieel het zilveren jubileum-feest van Undutchables plaats. Er is voor de gelegenheid een speciale jubileum-pagina ingericht. Daar zijn nog veel meer foto’s en verhalen over de rijke geschiedenis te vinden, van Songfestival-feestjes tot uitjes in Cannes, Nice en Kitzbühel.

Naar de jubileum-pagina

Hoe je van elke medewerker een marketeer én een recruiter maakt

‘Eigenlijk is het heel simpel’, zegt Patrick De Pauw, oprichter en CEO van Social Seeder. ‘Als je medewerkers vraagt om het verhaal van je organisatie te doen, is de impact daarvan heel groot. De impact van wat mensen andere mensen vertellen is wereldwijd veel groter dan de impact van welke advertentiecampagne dan ook. Maar op een of andere manier lijken veel organisaties dat idee wel verloren.’

‘Mensen zijn nu meer dan ooit bereid om iets te delen over hun organisatie.’

En precies in dat gat stapt hij in met zijn bedrijf. Op maandag 8 februari zal hij erover vertellen, tijdens de Webinar Week van Werf&. In zijn webinar wil hij laten zien hoe je het zo makkelijk mogelijk kunt maken om medewerkers te betrekken bij ‘het verhaal van de organisatie’. Zodat je niet alleen je merk versterkt, maar het ook makkelijker dan ooit maakt om nieuwe medewerkers aan te trekken en vacatures te vervullen. Iets waar juist in coronatijd veel resultaat uit te verwachten is, benadrukt hij. ‘Mensen zitten nu immers meer dan ooit achter hun pc, en op sociale media. En mensen zijn nóg meer bereid om iets te delen over hun organisatie.’

‘Mensen zijn best fier’

Veel medewerkers zijn gemiddeld genomen namelijk ‘best fier’ op de organisatie waarvoor ze werken, aldus De Pauw. ‘Maar heel weinig mensen tonen die fierheid uit zichzelf. Dat is waar wij organisaties mee kunnen helpen.’ Inmiddels meer dan 250 klanten gebruiken daarvoor de Social Seeder-software, waaronder bijvoorbeeld ook veel universiteiten, ziekenhuizen, gemeentes, en ngo’s. Zij kunnen met een paar drukken op de knop hun medewerkers vragen content te delen,op het sociale platform dat ze zelf willen.

‘Medewerkers zijn geen wandelende reclamezuilen.’

Voor veel van de organisaties blijkt de kracht van sociale media een soort ‘verborgen goudmijn’. ‘Je moet medewerkers nooit zien als wandelende reclamezuilen. Maar ze willen best naar buiten met een goed verhaal. En we zien ook hoe goed dat werkt. Hoe meer authentiek je verhaal, hoe meer het gedeeld wordt. Dat blijkt universeel wel een factor 10 verschil te maken ten opzichte van een commercieel verhaal, in zowel mensen die het delen als mensen die het lezen. En voor bedrijven die het helemaal snappen, loopt dat wel op tot een factor 50.’

Met Branson en Obama

Zelf ontdekte hij ooit de kracht van sociale connecties op een lunch op het Google-hoofdkantoor, waarvoor hij was uitgenodigd als marketeer in de reiswereld. Enkele andere gasten? De toenmalige president Barack Obama en Richard Branson, om er een paar te noemen. Op de vlucht terug bedacht hij dat menselijke connecties veel invloedrijker zijn dan welke andere marketingtools ook. En besloot vervolgens een bedrijf te bouwen om die kracht ook beter te leren benutten.

‘Als jouw vrienden zeggen dat iets mooi werk is, dan zal dat wel kloppen toch?’

‘Veel medewerkers zijn van goede wil, maar weten niet wat te delen, of zeggen er geen tijd voor te hebben. Daarom moet je hen dat makkelijk maken’, zegt hij. Juist voor recruitment kan dat volgens hem van grote waarde zijn. Niet alleen omdat jouw medewerkers waarschijnlijk veel mensen kennen die bij je organisatie kunnen passen. Maar ook omdat commerciële campagnes aan geloofwaardigheid hebben ingeboet. Maar als je vrienden zeggen dat iets mooi werk is, zal dat wel kloppen toch? ‘Als je op een goede manier employee advocacy inzet, heb je veel minder kosten aan marketing, sales en employer branding-campagnes’, aldus De Pauw.

Databedrijf

Door veel klanten te faciliteren in het vertellen van hun verhaal, heeft Social Seeder de laatste jaren een schat aan data opgebouwd, vertelt De Pauw. ‘Daardoor kunnen wij het effect van employee advocacy op sales en recruitment ook steeds beter meetbaar maken. Met Social Seeder worden we steeds meer de brug tussen interne en externe communicatie. We kunnen bijvoorbeeld benchmarken hoe goed jouw boodschappen ten opzichte van die van de concurrentie.’

Alles wat op het platform gebeurt, gebeurt via ‘intrinsieke goesting’.

In die data zit de meeste waarde, denkt hij. ‘We hebben rigoureus ervoor gekozen ons platform in te richten zónder gamification. Dat wil dus zeggen dat organisaties geen rechtstreekse beloningen geven als hun medewerkers iets delen via sociale media.’ Alles wat gebeurt, gebeurt dus via ‘intrinsieke goesting’, zoals De Pauw mooi op z’n Vlaams zegt. En juist dát maakt het ook wetenschappelijk interessant, vertelt hij. ‘We werken daarom nu ook samen met UGent om naar de effecten te kijken. Als je er gamification aan zou verbinden, zou je nooit zulke conclusies kunnen trekken.’

Conversietracker

Mensen delen content dus niet omdat ze er een beloning voor krijgen, maar omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn om het te delen, omdat ze trots zijn op wat ze anderen kunnen vertellen. Daarvoor is dus wel een authentiek verhaal essentieel, zegt De Pauw. ‘Wij zijn geen contentbedrijf. Maar we zien wel dat als bedrijven onze software gebruiken om een commercieel verhaal te vertellen, dat mensen daar doorheen prikken.’

‘Als bedrijven onze software gebruiken om een commercieel verhaal te vertellen, prikken mensen daar doorheen.’

Sinds oktober vorig jaar heeft het bedrijf in het Belgische Vilvoorde zelfs een tool om dat te bewijzen: een zogenoemde ‘conversietracker’. ‘Daarmee kunnen we bijvoorbeeld zien hoeveel mensen je bereikt, maar ook hoeveel daarvan zich inschrijven voor een nieuwsbrief, en hoeveel mensen hun cv achterlaten.’

Gepensioneerden en alumni

Social Seeder bouwt als het ware ‘virtuele cafés’ waar mensen met andere mensen spreken over jouw bedrijf, zoals hij het noemt. In die cafés is trouwens voor velen plaats, zegt hij: ‘We zien de laatste tijd bijvoorbeeld dat ook gepensioneerden en ex-medewerkers best graag content van je organisatie willen delen. Bedrijven vergeten vaak deze grote groepen ambassadeurs. Maar het gaat vaak om mensen met een groot netwerk. En als je verhaal goed is, is er in feite geen limiet aan wie jouw ambassadeurs zijn.’

In het virtuele café is voor iedereen plaats. En de toegang is er gratis.

Oftewel: in het virtuele café is voor iedereen plaats. En de toegang is er gratis. Je moet alleen nog even zorgen dat mensen een mooi verhaal hebben om over te praten.

webinar week beeld

Meer weten?

Tijdens de Webinar Week van Werf& op maandag 8 februari geeft Patrick De Pauw een webinar onder het motto: ‘Elke medewerker is marketeer én recruiter’. Hij deelt dan niet alleen talloze tips en tricks, maar geeft ook inzicht in de meest recente onderzoeksresultaten. Schrijf je dus nu in:

Marketeer én recruiter

Waar worden recruiters nou precies blij van? (En waarvan niet?)

Hoeveel cv’s bekijken recruiters per dag? Hoe bereiden ze zich voor op een sollicitatiegesprek? En waar worden ze nu blij van, en waar niet? Bij de collega’s van sollicitatiedokter spraken ze de afgelopen weken hierover met een groot aantal recruiters. Wat bleken daarbij de grootste joys of life? En waar werden ze een stuk minder gelukkig van? Wat raden ze hun kandidaten aan om te doen? Een beknopt overzicht.

Waar worden jullie blij van?

Annelies Brouwer-Kraaijeveld, eigenaar recruitmentbureau Match!
  • ‘Een fris, helder en compact cv waarin je in een oogopslag foto, werkervaring én persoonsinformatie ziet.’
  • ‘Een kandidaat die zichzelf met oprecht enthousiasme voor een functie onderscheidt.’
  • ‘Mensen die van tevoren bellen met een inhoudelijke vraag over de functie.’
  • ‘Een bedank-appje van een kandidaat die de baan uiteindelijk gekregen heeft.’
Eva Kuijer, talent acquisition partner Ahold Delhaize

‘Wat mij opvalt is dat de ambitieuze sollicitanten mij altijd goed weten te vinden. Als zij interesse hebben in een vacature dienen zij niet alleen hun sollicitatie bij mij in, maar sturen ze me ook een e-mail of een LinkedIn-bericht. Of ze bellen me op. Heb jij gesolliciteerd op jouw droomfunctie? Wacht niet af totdat je iets hoort, maar neem zelf contact op met de betreffende recruiter. Benut deze kans om nogmaals jouw enthousiasme voor de functie toe te lichten. De kandidaten die dit doen, zijn voor mij persoonlijk altijd degenen die het langste in mijn herinnering blijven.’

Rens Niehe, recruiter technisch uitzendbureau Maintec
  • ‘Ik word blij van een kandidaat die in zijn of haar cv duidelijk is. Van iemand die alleen opschrijft dat hij werkervaring heeft als monteur word ik niets wijzer. Van iemand die uitlegt welke dingen hij precies deed op een dag, kan ik me wel een beeld vormen.’
  • ‘Een goede motivatiebrief die specifiek op de functie is gericht. Voor mij kan zo’n brief zomaar doorslaggevend zijn.’
  • ‘Iemand die in een gesprek kan aangeven waar hij of zij blij van wordt.’
Samira Bouhadou, corporate recruiter Mobilee management & advies

‘Ik word blij van kandidaten die zich goed hebben voorbereid. Kandidaten die inhoudelijk weten waarover ze het hebben en de aansluiting kunnen maken naar onze openstaande positie zijn altijd welkom. Daarnaast is voor ons de culture fit erg belangrijk: past iemand in onze organisatie? Daar stel ik dus ook vragen over. Voor ons staat bijvoorbeeld mensgerichtheid erg hoog in het vaandel.’

Maureen Ensink, talent acquisition partner Data Science & Analytics Ahold Delhaize

‘De sollicitanten die ik bijvoorbeeld vandaag sprak waren goed voorbereid, daar word ik blij van. Ze hadden sterke vragen voor mij en mijn collega’s en ze wisten zichzelf prettig te introduceren. Tip van mij: jezelf introduceren is handig om voor te bereiden. Denk na over wat je wel en wat je niet over jezelf wil delen. Als je van je introductie een duidelijk verhaal maakt, maak je meteen een goede eerste indruk.’

‘De sollicitanten die ik bijvoorbeeld vandaag sprak waren goed voorbereid, daar word ik blij van.’

“Over het maken van een goede eerste indruk gesproken: een van de kandidaten vroeg vandaag naar de dresscode voor het gesprek. Slim, je wilt natuurlijk niet over– of underdressed zijn. Bij Ahold Delhaize hoort soms nog het imago dat iedereen in een pak en kokerrok rondloopt, terwijl dat helemaal niet het geval is.’

Anneke van Laar-Dijkstra, Eigenaar recruitmentbureau voor hoogopgeleide managers ALD Selectie
  • ‘Kandidaten die proactief zijn: een cv op het bureau van een recruiter neerleggen is niet genoeg.’
  • ‘Gesprekken met mensen die initiatief nemen en zelf vol vragen zitten.’
  • ‘Mensen die een videosollicitatie sturen, in plaats van een cv en een brief.’
Larissa Oosterbaan, senior talent acquisition specialist PwC

“Ik word blij als iemand zichzelf laat zien tijdens een sollicitatie. Dit kan zijn in de manier waarop het cv opgemaakt is, in de motivatiebrief of bijvoorbeeld tijdens het sollicitatiegesprek. Zo krijg ik echt een goed beeld of iemand bij het team en de organisatie past. Uiteindelijk is het belangrijk dat de potentiële nieuwe collega op zijn plek zal zijn en zich gelukkig voelt. Niet alleen met het inhoudelijke werk, maar ook binnen het team en de organisatie.’

Stèphanie Springer-Hendriksen, recruiter bij Fokker Aerostructures/GKN Aerospace
  • ‘Authentieke motivatiebrieven. Ik neem iemand niet alleen aan op basis van het cv, maar vind het ook belangrijk dat een kandidaat past binnen het team, de bedrijfscultuur en de leidinggevende. Met een motivatiebrief die iets zegt over de persoonlijkheid van een kandidaat kan ik goed beoordelen of die culture fit er is.’
  • ‘Kandidaten die precies weten in wat voor bedrijfscultuur ze willen werken.’

En waar worden jullie níet blij van?

Eva Kuijer, talent acquisition partner Ahold Delhaize

‘Vanochtend ben ik tijdens de cv-selectie sommige sollicitaties tegengekomen zonder motivatiebrief, een algemene motivatiebrief of een motivatiebrief waarin veel spelfouten staan. Dat is jammer, want op deze manier wekt een kandidaat een warrige indruk en betwijfel ik of hij of zij wel goed past binnen onze organisatie. Mocht nauwkeurigheid niet jouw sterkste eigenschap zijn, laat jouw cv en motivatiebrief dan door iemand anders lezen voordat je hem indient. Zo ondervang je de ‘stomme’ foutjes waar je in een reguliere cv-selectie al snel op afgerekend wordt.’

Maureen Ensink, talent acquisition partner Data Science & Analytics Ahold Delhaize

‘Wat mij betreft kunnen sollicitanten geen echt grote fouten maken. De tijd en moeite die kandidaten in een sollicitatie steken moet je als recruiter gewoon waarderen. Toch kan het bij videosollicitaties onhandig zijn als je niet hebt gecheckt hoe de videotool werkt of als je webcam het niet doet. Denk bij videosollicitaties ook aan de ruimte waarin je werkt: die komt namelijk duidelijk in beeld.’

Ik krijg regelmatig uitgetypte versies van het cv als sollicitatiebrief, die voegen eigenlijk niks toe.’

‘In motivatiebrieven zie ik ook vaak ruimte voor verbetering. Ik krijg regelmatig uitgetypte versies van het cv als sollicitatiebrief, die voegen eigenlijk niks toe. Ik wil in een brief graag lezen waarom een kandidaat past bij deze baan. Welke eigenschappen maken jou de perfecte kandidaat? Waarom wil je werken bij Ahold Delhaize? Kortom: pitch jezelf in je motivatiebrief.’

Samira Bouhadou, corporate recruiter Mobilee management & advies

‘Veel mensen solliciteren op dit moment lukraak. Ik ontvang daardoor veel standaardsollicitaties. Daarin vergeten mensen in hun cv de verbinding te leggen met onze vacature. Ook denken mensen wel ‘makkelijk’ consultant te kunnen worden. Wij hebben verschillende functies openstaan. Dat is het mooie aan een groeiende organisatie. Check even onze website als je geïnteresseerd bent.’

Rens Niehe, recruiter technisch uitzendbureau Maintec
  • ‘Mensen die overal ‘ja’ op zeggen: eerlijkheid duurt het langst en de kans dat ‘ja’ overal het eerlijke antwoord op is, is niet zo groot.’
  • ‘Een cv waar eigenlijk niets in staat. Als ik opschrijf: ‘Rens Niehe, recruiter’, dan is dat niet mijn volledige verhaal.’

Monteurs in de techniek mogen mij altijd bellen.’

‘Sommige recruiters zeggen dat een sollicitant niet zoveel fout kan doen, ik ben het daar wel mee eens. Er is namelijk voor iedereen een baan, en het is aan ons als recruiters om te kijken waar diegene het beste past. Wat kan Maintec voor mij betekenen? Ik moet dat nu nog vaak zelf uitleggen, maar ik waardeer het als een kandidaat ernaar vraagt. Daarmee toont hij of zij interesse. Monteurs in de techniek mogen mij altijd bellen.’

Stèphanie Springer-Hendriksen, recruiter bij Fokker Aerostructures/GKN Aerospace

  • ‘Ik word niet zo blij van kandidaten die hun eigen ontwikkelpunten niet kennen. Tijdens een gesprek probeer ik mensen daarmee wel te helpen, niet iedereen is namelijk even vaardig in het voeren van een sollicitatiegesprek. Maar als er vervolgens niets uitkomt, is dat wel een afknapper.’
  • ‘En ik word ook niet zo blij van kandidaten die geen wedervragen stellen tijdens een sollicitatiegesprek.’
Rihaam Marraha, senior talent acquisition specialist PwC

‘Ik vind het erg zonde als kandidaten hun gesprek niet goed voorbereiden.  Alle kandidaten krijgen van de verantwoordelijke Talent Acquisition Specialist tools mee die zij kunnen gebruiken in hun voorbereiding. Als een kandidaat niet kan motiveren waarom hij of zij matcht met PwC of niet weet waar wij voor staan, dan is dat een gemiste kans.’

Annelies Brouwer-Kraaijeveld, eigenaar recruitmentbureau Match!
  • ‘Heel lange cv’s. Twee kantjes mag, maar als alle informatie op één A4’tje past is dat beter.’
  • ‘Mensen die niet to the point komen als je ze spreekt.’
  • ‘Kandidaten die als eerste naar het salaris vragen.’
  • ‘Mensen die negatief zijn over hun vorige werkgever. Hoe slecht die ook was, daar moet je nuance in aanbrengen. Het zegt veel over het karakter van een kandidaat als je dat niet kunt.’
Anneke van Laar-Dijkstra, Eigenaar recruitmentbureau voor hoogopgeleide managers ALD Selectie
  • ‘Mensen die een afspraak op het laatste moment afzeggen.’
  • ‘Mensen die op LinkedIn aangeven dat ze beschikbaar zijn, maar geen contactgegevens in hun profiel hebben staan. Als ik hen dan wil verblijden met een nieuwe uitdaging, wordt het heel lastig als ik ze niet kan bereiken.’

Ook meedoen?

Wil je ook over je werk als recruiter praten? Voor de rubriek op sollicitatiedokter.nl worden nog steeds nieuwe kandidaten gezocht. Meld je dus gerust aan, en wie weet word je binnenkort een half uurtje gebeld.

Nationale Dag van het cv

Werkzoekersplatform Sollicitatiedokter organiseert op 3 februari bovendien de Nationale Dag van het cv. Tijdens dit gratis bij te wonen evenement leren werkzoekenden zich met hun curriculum vitae te onderscheiden. Zo komt Imre Wessels (LinkedIn) uitleggen wat een LinkedIn-certificaat met je cv kan doen. Erik Lambooy (WerkenVoorElkaar) en Pieter Koevoets (Werk@Cetera) zijn ook van de partij, net als cv-experts Cees Bakker en Dorien Waasdorp. Bovendien zijn er tijdens de dag 25 loopbaanprofessionals die in de virtuele evenementenhal cv’s controleren en tips geven om die te verbeteren. Inschrijven kan hier

Dag van het cv

Lees ook

recruiters dag leergang recruitmentMeer weten?

Op 22 maart begint bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie weer de Leergang Recruitment, dé praktische recruitmentopleiding van Nederland, waar je alles leert om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Schrijf je hier in:

Leergang Recruitment

 

Maikel Neelen (Tigris): ‘In uitzendbranche blijft altijd persoonlijk contact nodig’

Maikel Neelen

Matching van kandidaten. En het hele proces van verloning. Dat zijn feitelijk de twee kernprocessen van elk flexbureau, of het nou een uitzender, een detacheerder of een werving- en selectiebureau is, zegt Maikel Neelen, mede-oprichter van Tigris. En als je die beide processen nu grotendeels weet te automatiseren, blijft er voor bureaus meteen over waar ze zelf het best in zijn: persoonlijk contact met de kandidaat enerzijds en de opdrachtgever anderzijds.

‘Zo blijft er steeds meer werk over waar de recruiter wél het verschil kan maken.’

‘En dan heb ik het niet alleen over het sollicitatietraject, maar bijvoorbeeld ook daarna. Hoe is het na twee weken op het werk? En hoe na een half jaar? Heeft hij of zij het nog naar zijn zin? Of wil-ie misschien overstappen? Daarin willen we met software steeds meer ondersteuning bieden. Door het eerder te kunnen signaleren en dan vervolgens de recruiter of bemiddelaar te attenderen. Zo blijft er steeds meer werk over waar de recruiter wél het verschil kan maken, denken wij.’

De platformgedachte

Tijdens het Bureaurecruitment Event op 28 januari gaat Neelen hierover in gesprek met Ronald van Driel, een van de drie oprichters van Recruitment Accelerator. Een paar weken later, op maandag 8 februari, is hij ook te gast bij de Webinar Week, waar hij zal ingaan op hoe data een flexbureau echt future proof kunnen maken.

Want nog lang niet alle bureaus zien de potentie van data, merkt Neelen in de praktijk. Dat heeft vaak te maken met de grote complexiteit in een bureau. Er wordt gewerkt met meerdere systemen, er is geen technische kennis in huis of er is gewoonweg geen tijd voor. Dat is op te lossen met de platformgedachte, zegt hij. Want Tigris mag dan ‘uitzendsoftware’ in zijn url voeren, de kracht zit hem volgens Neelen steeds minder in de software, maar juist in het platform.

‘Software alleen is niet voldoende. Het gaat om het totale platform.’

Door op Salesforce te ontwikkelen kan zo één integrale oplossing ontstaan voor jobmarketing, recruitment, operations en payrolling. ‘Software alleen is niet voldoende. Het gaat om het totale platform’, aldus Neelen. ‘Waar we juist naartoe werken is: wat is de toekomst van de uitzendbranche? We willen uitzendorganisaties meenemen die toekomst in.’

De basis staat

Als het gaat om die toekomst, zegt hij: ‘De basis staat’. Oftewel: matching en cao-inschaling kunnen vanaf dit jaar volledig geautomatiseerd worden aangeboden. Van daaruit wil hij de platformgedachte doorontwikkelen. ‘We willen het contact tussen die drie partijen, bureau, opdrachtgever en kandidaat, zo efficiënt mogelijk maken. Want we zien de rol van het bureau ook in de komende jaren wel degelijk belangrijk blijven. Juist vanwege dat persoonlijk contact.’

‘Wat automatisering van het recruitmentproces betreft gaan we wel doorpakken dit jaar.’

En de rest, van sollicitatie tot aan loonstrook, wil hij als CTO van Tigris dus zoveel mogelijk automatiseren. Het hele recruitmentproces ‘sneller en slimmer’, zoals hij het noemt. ‘Wat dat betreft gaan we wel doorpakken dit jaar. Daar zijn bureaus ook het meest mee geholpen. Qua matching kunnen opdrachtgevers dan bijvoorbeeld de aanvraag uitzetten via de app, en dan krijgen ze vervolgens automatisch de best matchende kandidaten aangeboden. En kandidaten kunnen via de app of de mail automatisch passende vacatures aangeboden krijgen.’

Automatiseren aan de achterkant

En dat dan geïntegreerd met het hele proces aan de achterkant. Dus: waar gaat iemand werken? Voor hoeveel uur? Wat wordt het salaris? En wat te doen met het overwerk? ‘Als je dat allemaal goed kunt automatiseren, hoeft de intercedent er niet meer mee bezig te zijn. In dat soort processen gaat nu nog vaak heel veel tijd zitten. Maar als dat niet meer nodig is, kun je juist tijd vrij maken voor meer persoonlijk contact.’

‘Juist in het menselijke gedeelte kun je als bureau steeds meer het verschil maken.’

En dat is belangrijk, aldus Neelen. Helemaal zonder persoonlijk contact zal het bemiddelingsproces volgens hem niet snel komen te zitten. ‘We praten immers over werk, iets wat voor mensen heel belangrijk is in hun leven. Voor de kandidaat, maar net zo goed ook voor de opdrachtgever. Dat kun je nooit helemaal aan de automatisering overlaten.’ En juist in dat menselijke gedeelte, denkt hij, ‘daar ga je als bemiddelingsbureau straks ook steeds meer het verschil in maken’.

Meer weten?

Op zoek naar meer trends in technologie voor (bureau)recruiters? Op 28 januari 2021 vindt het Werf& Evenement voor Bureaurecruiters plaats. Hier zal niet alleen Maikel Neelen, maar zullen ook tal van andere sprekers ingaan op de recente digitale trends en ontwikkelingen in de wereld van de bureaurecruiter. Schrijf je dus nu in!

bureaurecruitment banner 2021

Of schrijf je in voor het webinar dat hij op 8 februari geeft tijdens de de Webinar Week, waar hij zal ingaan op hoe data een flexbureau echt future proof kunnen maken.

Lees ook

Hoe KPMG het cv naar de achtergrond in zijn recruitmentproces verdrijft

Meer diversiteit en inclusiviteit. Minder bias. Een leuker proces voor de kandidaat. En ook nog eens: meer efficiëntie voor de organisatie. Het zijn nogal wat doelen die KPMG zichzelf heeft opgelegd, bij zijn nieuwe assessmentprocedure. Voortaan krijgt iedere starter op de arbeidsmarkt ermee te maken, zodra hij of zij op de KPMG-site aan een sollicitatie begint.

‘We doen er alles aan om een zo objectief mogelijk selectietraject in te richten.’

‘Bij KPMG is diversiteit al langer een belangrijk speerpunt’, vertelt Frank van Moort, teamlead recruitment. ‘Wij streven ernaar dat onze young professionals een afspiegeling zijn van het talent dat zich op dit moment in de studiebanken en samenleving bevindt. Daarom doen wij er alles aan om een zo objectief mogelijk selectietraject in te richten, waarbij we kandidaten eerlijk op basis van hun talent beoordelen.’

Best spannend

Een mooi doel natuurlijk. Maar ja, hoe geef je dat vervolgens handen en voeten? ‘We wisten: een cv en motivatiebrief zeggen eigenlijk niet zoveel’, aldus Van Moort. ‘Die zijn nogal aan interpretatie onderhevig en daarmee gevoelig voor onbewuste bias. Zeker bij de enorme groep jonge mensen die wij aannemen, waar we relatief weinig harde eisen aan werkervaring kunnen stellen.’ En dus ging zijn team op zoek naar een laagdrempelig online assessment, dat én voorspellend voor prestaties kan zijn, én een betere ervaring aan kandidaten kan bieden. Dat werd uiteindelijk gevonden bij Harver, in Nederland bekend van de Talent Pitch, die we vooral kennen van volumerecruitment, maar tegenwoordig – mede dankzij een samenwerking met NOA – ook voor het testen van hoger opgeleiden geschikt.

‘Het is best een risico, beseffen we, om zo vroeg zoveel tijd van de kandidaat te vragen.’

frank van moort kpmg‘We dachten: nu hebben we momentum, we gaan het gewoon doen’, zegt Van Moort. ‘Het is best een risico, dat beseffen we. Helemaal aan de voorkant van het sollicitatieproces vragen we nu meteen best veel tijd van de kandidaat. De kandidaat is wel een uur bezig met de verschillende testen uit het assessment. Dat verhoogt de drempel om te solliciteren natuurlijk, en dat is best spannend voor ons. Maar we denken dat we aan de andere kant hierdoor de meest gemotiveerde kandidaten overhouden. En dit proces stelt ons in staat om echt aandacht te geven aan de kandidaten die tijd hebben geïnvesteerd. Niet alleen in de vorm van feedback op hun sollicitatie, maar ook in een eventueel sollicitatiegesprek kunnen we direct de diepte in.’

‘Feedback op ons selectieproces kunnen we real time inzien in ons dashboard.’

Het is ook spannend omdat KPMG elke kandidaat vraagt om feedback te geven op zijn selectieproces, zegt hij. ‘Deze feedback kunnen we real time inzien in ons dashboard. Hier leren we van en passen we ook ons assessment op aan. Uiteindelijk is voor ons het allerbelangrijkste dat kandidaten met plezier bij ons blijven solliciteren.‘

Maar één assessment

Het assessment dat elke kandidaat nu op de site van KPMG krijgt voorgelegd bevat een flink aantal capaciteits- en persoonlijkheidstesten en Situational Judgment Tests. ‘Zo krijgt iedereen een gelijke kans om zijn of haar talent te laten zien’, aldus Van Moort. ‘En kunnen wij elke sollicitatie zo eerlijk mogelijk beoordelen, zonder vooroordelen of bias.’ Pas aan het eind van de procedure krijgt de kandidaat de optie om een video op te nemen (‘Alleen als ze dat willen’), en wordt nog gevraagd om een cv en korte motivatie. ‘Maar dit is meer ter interpretatie, als aanvulling op de al beschikbare informatie uit de testen’, legt Van Moort uit.

‘Zo krijgt iedereen een gelijke kans om zijn of haar talent te laten zien.’

Je hoeft bij KPMG maar één keer het assessment te maken, ongeacht op hoeveel en op welke (starters)vacatures je als kandidaat vervolgens ook wil solliciteren. ‘We hebben hier zowel voor- als nadelen van ervaren’, zegt Van Moort eerlijk. ‘Enerzijds is het natuurlijk fantastisch dat je na afronding van dit assessment je bij verschillende afdelingen kunt solliciteren, anderzijds is je prestatie tijdens het assessment dan natuurlijk weer erg bepalend voor jouw carrièrestap bij KPMG.’

‘We leren elkáár kennen’

De Talent Pitch van KPMG is niet alleen bedoeld om kandidaten goed te leren kennen, de adviesorganisatie laat ermee ook veel van zichzelf zien, vooral in korte filmpjes. ‘We leren elkáár kennen’, vertelt Van Moort. Het systeem is aan de achterkant ook gekoppeld aan het ATS en de HR-systemen van KPMG. Daardoor kan straks ook de link worden gelegd met prestaties van de medewerkers die ermee zijn aangenomen. En het assessment kan daar vervolgens weer op worden aangepast.

‘Dat idee van een typische KPMG’er, daar willen we juist vanaf.’

De resultaten van de assessments vergelijkt KPMG met een benchmark. Deze is enerzijds opgebouwd uit een steekproef uit de eigen organisatie, en anderzijds uit een grote externe groep starters in dezelfde opleidingscategorie. Voor de cognitieve capaciteitentesten wordt een norm gehanteerd, die voortkomt uit de benchmark. Naar competenties en persoonlijkheid kijkt KPMG echter op een heel andere manier, vertelt Van Moort. ‘Daar gaat het juist erom dat de profielen complementair aan elkaar zijn en leveren de resultaten vooral een kwalitatief sollicitatiegesprek op, We kijken naar de potentie van een kandidaat voor het interessegebied waarbinnen hij of zij graag wil werken en testen dus níet of je bij KPMG past of niet. Dat idee van een typische KPMG’er, daar willen we juist vanaf. Al zou ik wel graag nog meer alledaagse functiespecifieke vraagstukken in het assessment willen verwerken.’

Eerst alleen voor de starters

Dat zou ook aansluiten bij de recruitmentsite die een jaar geleden is geïntroduceerd, en waar ook zulke dagelijkse bezigheden centraal staan. De Talent Pitch is nu volledig geïntegreerd in de site. Iedereen die er op een (starters)functie solliciteert, krijgt meteen de test voorgeschoteld. Voor niet-startersfuncties wordt de test nog niet gebruikt, vertelt Van Moort. ‘Daar ervaren we enerzijds meer schaarste, en dus is het risico groter. Anderzijds heeft werkervaring in deze doelgroep ook een grotere voorspellende waarde. Maar als de assessment experience helemaal is geoptimaliseerd, wil ik ook zeker de mogelijkheden voor meer ervaren professionals onderzoeken.’

‘De resultaten uit deze test kunnen we gebruiken in het sollicitatiegesprek.’

In één keer afronden van het assessment hoeft niet. Kandidaten mogen er in totaal 5 dagen over doen, en kunnen hem tussentijds afsluiten, om op een volgend moment weer verder te gaan waar ze gebleven waren. Elk onderdeel duurt zo’n 15 tot 20 minuten en bestaat uit een mix van vragen en interactie. Denk aan stellingen zo uiteenlopend als: ‘Ik heb liever een baan die vraagt om een routine te volgen dan een waar creativiteit wordt gevraagd’ en ‘Ik vermijd het liefst small talk met mensen’, tot vragen als ‘Wat zou jij doen met de mogelijkheid om, zonder ooit gepakt te worden, 1 miljoen dollar te stelen?’ ‘Dit zijn voorbeeldvragen uit de persoonlijkheidstest’, vertelt Van Moort. ‘Daar beoordelen we niet op, maar de resultaten uit deze test kunnen we bijvoorbeeld wel gebruiken in het gesprek.’

Meteen de diepte in

De recruiter komt in principe pas in beeld als de kandidaat de Talent Pitch heeft afgerond. ‘De  reden dat we hiermee zijn begonnen is – naast diversiteit – vooral om betere interviews te krijgen’, vertelt Van Moort. ‘Het geeft veel meer input, je kunt meteen de diepte in.’ Dit is belangrijk, want zo krijg je de kans om kandidaten écht te leren kennen en zie je op welke manier de kandidaat jouw team kan complementeren. Of, zoals hij het uitdrukt: ‘Je moet niet kijken naar wat je hebt, maar naar wat je mist. We zien het vooral als een manier om je team te verrijken, niet als een manier om meer van hetzelfde aan te nemen.’

‘Je moet niet kijken naar wat je hebt, maar naar wat je mist.’

Wanneer het project geslaagd is? ‘Voor mij persoonlijk als we feedback krijgen van kandidaten dat ze zich op een eerlijke manier gewaardeerd en beoordeeld voelen. En vanuit KPMG zijn efficiëntie en diversiteit natuurlijk belangrijke doelen.’

Bewust van bias

En dan moet ook de ‘business’ goed meewerken, zegt hij. ‘Dit project is alleen succesvol als iedereen aan boord is. We trainen daarom ook onze hiring managers in het interpreteren van de uitkomsten van de assessment en in hoe je hiermee betere sollicitatiegesprekken kunt voeren. Ook maken we onze hiring managers bewust van hun eigen bias en proberen we deze uit te sluiten tijdens een selectieprocedure. Daar heb je als recruitmentafdeling ook verantwoordelijkheid in, vinden wij.’

‘Dit project kan alleen succes worden als iedereen aan boord is.’

Maar wat hij zelf het allerliefst zou zien? ‘Dat alle organisaties in Nederland het zo gaan doen. Waarom heeft elke organisatie überhaupt nog zijn eigen assessment? Als nu iemand solliciteert, en zegt: “Ik heb vorige week ook al een assessment gemaakt, mag ik die niet toesturen?”, zeggen veel organisaties: “dat is heel leuk, maar wij hebben een eigen assessment en die moet je ook maken”. Toegegeven: wij doen dat ook. Zou het niet mooi zijn als dat niet meer hoeft? Dat je heel breed één goed assessment gebruikt voor young professionals, eventueel per functiegroep, en dat je dan op basis van je eigen normcriteria een selectie kunt maken? Dat zou het solliciteren voor onze kandidaten in elk geval een stuk plezieriger maken!’

Meer matchen op feiten

Daar gaat het wel steeds meer naartoe, denkt hij. ‘Meer matchen op feiten, minder op onbewuste bias. Deze transitie is niet makkelijk, ook niet voor KPMG. Het is ook bij ons al met al behoorlijk complex geworden. Onder meer door alle technische koppelingen met verschillende systemen. Dat maakt me extra trots dat het toch gelukt is.’

‘Het was al met al behoorlijk complex. Dat maakt me extra trots dat het toch gelukt is.’

Maar het is óók complex ‘omdat er zoveel knoppen zijn om aan te draaien en er veel variabelen meewegen’, zegt hij. ‘Je wilt aan de ene kant efficiëntie, maar aan de andere kant moet het assessment een bepaalde voorspellende waarde hebben, en je wilt natuurlijk ook een goede candidate experience blijven bieden. Om over alle technische complicaties maar niet te spreken. Toch is het uiteindelijk allemaal de moeite waard, denken we, en zetten we zo een mooie stap naar een eerlijkere arbeidsmarkt.’

Lees meer

Jan Beekman (Mysolution): ‘Met alleen een kaal ATS red je het nu niet meer’

Als het gaat om bureaurecruitment, dan waren automatiseerders voorheen altijd erg gefocust op de registratie van de kandidaat: zorgen dat zij goed in het systeem staan, en op tijd hun loon krijgen uitbetaald. Maar dat is tegenwoordig niet meer genoeg, constateert Jan Beekman, een van de drie oprichters van Mysolution. Tegenwoordig speelt ook efficiënte communicatie met potentiële kandidaten een steeds grotere rol. ‘Met alleen een kaal ATS ga je nu de markt niet meer veroveren’, zegt hij.

‘Met alleen een kaal ATS ga je nu de markt niet meer veroveren.’

Op 28 januari zal Jan Beekman meer over zijn visie op Recruitment Process Automation vertellen, tijdens het Werf& Event voor Bureaurecruiters, waar hij in gesprek gaat met Dennis Denekamp (Covebo). Hij gaat daar specifiek in op de automatiseringsvraagstukken van uitzenders en detacheerders, maar ook van gespecialiseerde werving- en selectiebureaus. Want die hebben allemaal een andere vraag, ziet hij. En als automatiseerder maak je dan het verschil door precies die vraag te begrijpen. Een voorproefje.

> Wat is je takeaway voor het event?

‘Zeker in het pure bureaurecruitment zie je dat alleen een ATS niet meer genoeg is. Daarmee ga je de markt nu niet veroveren. De focus ligt steeds meer op een stukje (job) marketing automation en employer branding. In de uitzend- en detacheringsbranche ligt het misschien nog wat anders, maar voor werving- en selectiebureaus wordt het steeds belangrijker goed de juiste kandidaten te kunnen vinden. Als je die marketing automation weet te integreren en zo de focus kan leggen op de candidate journey dan kun je nu het verschil maken.’

Als je marketing automation weet te integreren met je mediakanalen en je ATS kun je nu het verschil maken.’

‘Bij Mysolution hebben we ons de afgelopen jaren sterk gefocust op de bouw van een stevig basis-ATS. De laatste tijd zijn daar steeds meer tools bijgekomen geïntegreerd met de Salesforce-technologie, zoals VONQ, InGoedeBanen, Jobdigger en OnRecruit. Wij proberen door nieuwe producten en partners te integreren een heel nieuwe oplossing voor de markt te bieden. Dat hele programmatic-stuk is bijvoorbeeld heel boeiend. Als je precies weet waar te adverteren voor het meeste (relevante) traffic, scheelt dat natuurlijk enorm. Daarom is dat voor ons ook een belangrijk speerpunt voor 2021.’

> Mag ik dat vertalen als: meer gericht op de frontoffice?

‘Een reden voor ons om recent OTYS over te nemen, is inderdaad dat we af willen van ons imago als pure backoffice-leverancier van detacheerders en uitzenders. Daar komen we natuurlijk wel vandaan, maar we doen tegenwoordig veel meer dan dat. Niet voor niets hebben we 3,5 jaar geleden Tangram al overgenomen. En om een extra boost te geven hebben we vorig jaar gezegd: het is goed om een ATS over te nemen met een goede naam in de markt. Dat is dus OTYS geworden.’

‘De voorkant goed weten te verbinden met de mid- en backoffice, dat ís ook complex.’

‘Wij hebben nogal wat klanten die het systeem gebruiken aan de voorkant, puur voor de werving en selectie. Er zijn relatief weinig leveranciers die die voorkant goed weten te verbinden met de midoffice én backoffice. Daar zie je veel partijen mee worstelen. En dat ís ook complex. Zeker in deze branche. Voor een uitzender zijn de vraagstukken weer net anders dan voor een detacheerder of een werving- en selectiebureau. Dat betekent dat je deze branche echt moet begrijpen. Je moet bijvoorbeeld echt weten wat een ‘fasesysteem’ is om het te kunnen aansluiten. Anders werkt het niet. En daar ligt ook echt ons onderscheidend vermogen, hebben we gezien.’

jan beekman mysolution nog eens
Jan Beekman: ‘Voor ons geldt: hoe complexer, hoe leuker we het vinden.’

> Hoezo?

‘Het hele traject heeft een zekere complexiteit in zich, van hoe je iemand selecteert totdat je hem of haar een loonstrookje stuurt. Wij vinden dat leuk. Sterker nog: hoe complexer, hoe leuker. We hebben een behoorlijk aantal klanten voor front-, mid- en backoffice, waar we het hele proces automatiseren, van de werving tot aan de facturatie en verloning. Van de meer op ongestructureerde data gebaseerde frontoffice op Salesforce, tot de meer op transactie georiënteerde backoffice op Microsoft.’

‘Als je dingen in twee systemen moet doen, kost dat altijd tijd en energie.’

‘Iedereen begrijpt dat het superhandig is als je die twee werelden dicht bij elkaar brengt. Als je dingen in twee systemen moet doen, kost dat altijd heel veel tijd en energie. De foutkans is groot als je dingen moet overtikken van systeem a naar systeem b, en het corrigeren van die fouten kost ook nog eens veel extra tijd. Daar is vaak nog een groot stuk efficiency te winnen. En daar ligt echt onze expertise: de front-, mid- en backoffice bij elkaar brengen.’

> Hoe groot is die winst nog, ongeveer?

‘Wat precies de winst is, de ROI, dat is natuurlijk moeilijk hard te maken. Als ik dat exact zou kunnen duiden, zou mijn salesproces ook een stuk makkelijker zijn. Maar het hangt altijd af van heel veel factoren. Dus ik ga geen getal noemen. Ik durf je wel te zeggen: de mate van automatisering voor een bedrijf dat mensen bemiddelt, selecteert, plaatst, detacheert of uitzendt, dat ga je niet met een ander systeem hoger ervaren dan met Mysolution.’

‘Dat de besparing zó groot kon zijn, dat heeft zelfs mij verrast.’

Als voorbeeld: we hebben de afgelopen jaren een project gedraaid bij een grote uitzender. Die hadden eerst nog drie systemen. Eentje voor de werving , eentje voor de verloning en urenregistratie, en een apart systeem voor de financiële administratie. Dat hebben we allemaal geïntegreerd. Het is echt ongelooflijk wat je dan voor besparing ziet: hun running cost is nu nog maar 20 procent van wat het een aantal jaar geleden was. Ik wist dat de besparing groot kon zijn, maar dat het zó groot is, dat heeft zelfs mij verrast.’

Meer weten?

Meer weten over de visie van Jan Beekman? Of op zoek naar meer trends in technologie voor (bureau)recruiters? Op 28 januari 2021 vindt het Werf& Evenement voor Bureaurecruiters plaats. Hier zullen tal van sprekers ingaan op de recente digitale trends en ontwikkelingen in de wereld van de bureaurecruiter. Schrijf je dus nu in!

bureaurecruitment banner 2021

Lees ook

Waarom Google for Jobs (nog) nauwelijks impact heeft op regionale vacaturesites

Recruiters en eigenaren van vacaturesites hebben er lange tijd met spanning op gewacht: de officiële lancering van Google for Jobs in Nederland op 25 augustus 2020. Via deze nieuwe zoekfunctie kunnen werkzoekenden direct via Google vacatures vinden. Veel regionale vacaturesites hielden hun hart vast. Zou Google for Jobs zo’n impact hebben dat het verkeer naar hun sites zou afnemen?

‘In totaal zorgt Google for Jobs momenteel voor nog geen 2% van het verkeer naar onze sites.’

Ook Luc Vaessen, eigenaar van regionale (Brabantse) vacaturesites als WerkinUden.nl, WerkinBernheze, WerkinBoxtel en WerkinMeierijstad.nl, had aanvankelijk zo zijn zorgen. Maar bijna een half jaar later concludeert hij dat die impact tot nu toe heel beperkt is gebleken. ‘We zagen dat Google for Jobs in andere landen als Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk veel andere vacaturesites naar beneden drukte in de zoekresultaten. Daarom gingen we zelf ook uit van grote negatieve impact op het organische verkeer naar onze site. Maar het organisch verkeer op onze sites is stabiel gebleven. En in totaal is Google for Jobs op dit moment verantwoordelijk voor nog geen 2% verkeer naar onze sites.’

Voorbeeld van een van de regionale vacaturesites van Vaessen

Wel kwalitatief goed verkeer

Via Google for Jobs kunnen werkzoekenden al direct in de Google-zoekresultaten vacatures te zien krijgen die bij hun zoekopdracht passen. Voor regionale vacaturesites zou dat wel eens nadelig kunnen zijn voor het bezoekersverkeer, dacht hij. Maar die vrees werd dus geen werkelijkheid. ‘Het gaat dus maar om een heel klein percentage. Wel zien we dat de kwaliteit van het verkeer via Google for Jobs naar onze site goed is. Dat blijkt onder andere uit een lage bounce rate (het percentage mensen dat na één pagina wegklikt), de relatief lange tijd die mensen op een pagina doorbrengen en het aantal bezochte pagina’s per sitebezoek. In die zin kan de impact van Google for Jobs ook iets positiefs teweegbrengen.’

‘Google for Jobs kan ook iets positiefs teweegbrengen.’

Vaessen verwacht dat het aantal bezoekers dat via Google for Jobs naar regionale vacaturesites komt de komende tijd nog wel toeneemt. ‘Voor de werkzoekende is Google for Jobs ook nieuw. Een werkzoekende komt er pas mee in aanraking als hij of zij zoekt op zoekwoorden gerelateerd aan vacatures. Daardoor hebben veel Google-gebruikers deze nieuwe tool nog niet eens gezien. Zij maken er pas kennis mee zodra ze gericht op zoek gaan naar een nieuwe baan. Als meer mensen met de tool hebben kennisgemaakt, kan dat alsnog veel impact hebben op het verkeer naar regionale vacaturesites. We wachten dus nog vol spanning af.’

Lees ook

How deep is your love? Of: hoe matchen op interesses de volgende fase ingaat

Dat cv’s een slecht instrument zijn om mensen aan nieuwe banen te matchen, dat weten we inmiddels. Geef me een baan die bij me past, en ik hoef nooit meer een dag te werken, een uitdrukking van Confucius, dat is ook zo’n bekende. Maar hoe zorg je dan voor zo’n baan die bij je past? En hoe maak je als werkgever inzichtelijk bij wie de banen passen die jij aanbiedt? Dat is al jaren onderwerp van nauwgezet onderzoek.

Hoe maak je als werkgever inzichtelijk bij wie de banen die jij aanbiedt echt goed passen?

Recent is daar weer een volgende stap in gezet, met een zogeheten next generation’ interessetest. Uniek voor Nederland, en ontwikkeld door LDC, samen met testpsycholoog Sjoerd Dingemanse en een team wetenschappers van de Universiteit Gent. Met deze test meet je iemands interesses op een verfijnde manier. Dat kun je vervolgens koppelen aan een (aangepaste) beroependatabase, zodat je beter dan ooit kunt voorspellen of iemand in een bepaald beroep op zijn plek zal zitten. Echte interesse meer verfijnd meten, noemt Maurice Vermunt (LDC) dat. Of zoals Dingemanse het noemt: ‘How Deep Is Your Love?’

  • Nu al nieuwsgierig naar de test? Vraag hier een proefcode aan.

LINC 3

Tijdens de aanstaande Webinar Week zal Vermunt meer uitleg geven over de werking van LINC 3, zoals de nieuwe interessetest gedoopt is. Dat de ontwikkeling ervan een grote klus is geweest, dat moge alvast wel duidelijk zijn. Onder andere alle 4.000 beroepen in de eigen beroepsdatabase zijn erop nagelopen, met bijna 100 aspecten per beroep. Maar uiteindelijk kent elk beroep in de database nu wel 16 componenten, , als extra verdieping onder de meer generieke en bekende 6.

‘Het interesseprofiel dat de test geeft toont veel meer details dan vorige versies.’

De test is ontwikkeld ‘voor iedereen met een interesse- of oriëntatievraag richting beroep, studie of arbeidsmarkt’, aldus Vermunt. ‘Het interesseprofiel dat de test geeft toont veel meer details dan vorige versies. Dat levert een boel extra informatie op en bespaart veel tijd. De test is in elk geval voor ons land uniek, en volgens deskundigen ook daarbuiten.’

Het basisprincipe: de Holland-theorie

Het principe achter LINC 3 laat zich overigens vrij eenvoudig uitleggen. De basis is te vinden in het model van psycholoog John L. Holland (1919-2008), wiens ideeën nog steeds zijn terug te vinden in de vormgeving van vaktijdschrift the Journal of Vocational Behaviour. Volgens Holland zijn er zes typen werkomgevingen en zes typen mensen die daarbij passen. Hij verdeelt ze in: Praktisch, Analytisch, Kunstzinnig, Sociaal, Ondernemend en Conventioneel.

Werkomgevingen en individuen zijn altijd samengesteld uit een mix van zes standaardtypen.

Daarnaast, stelt hij, zijn echte werkomgevingen en echte individuen altijd samengesteld uit een mix van deze zes standaardtypen. Deze mix noemen we ook wel ‘PAKSOC’-profiel (of: Holland-profiel). En hoe beter het profiel van het individu aansluit op het profiel van de werkomgeving, hoe plezieriger, effectiever en gemotiveerder het individu in die specifieke omgeving zal kunnen werken.

De verdiepingsslag

Het ‘eenvoudige’ hexagonale model van Holland heeft in LINC 3 nu een verdiepingsslag gekregen. In plaats van 6 archetypen zijn er nu 16 ‘interessecomponenten’ geformuleerd. Daarbij gaat het onder meer om elementen als ‘doorleefde interesse’, veranderbereidheid en het tegenwoordig erg in zwang zijnde begrip ‘Learning Agility’. De originele 6 hoofdtypen van Holland zijn vervolgens daarmee gespecificeerd, naar 2, 3 of 4 componenten. ‘Meer weten, beter meten’, vat Vermunt het samen.

In de praktijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat zowel Jan als Marie goed scoorden op ‘Kunstzinnig’; een van de 6 originele hoofdtypen van Holland. Maar wat betekent dat dan precies? Houden ze allebei van opera? Zijn ze goede knutselaars? Of juist heel creatief in vormgeving? En hoe kun je zo’n score vervolgens meenemen in een loopbaanadvies? Of is het gewoon iemand met een creatieve hobby?

Wat betekent een goede score op ‘Kunstzinnig’? Dat je hoe dan ook van opera houdt?

De nieuwe test voegt daarom een verdiepingsslag toe, en verdeelt het basistype ‘kunstzinnig’ nu in scores op enerzijds toegepaste, alledaagse creativiteit en anderzijds een score op ‘kunstzinnigheid’, wat meer verwijst naar Kunst met een hoofdletter K.

Doorleefde interesse

De uitkomsten van LINC 3 hebben ‘een hoog realiteitsgehalte’, stelt Vermunt. ‘Dat komt door het gebruik van wat wij “doorleefde interesse” noemen. Een tipje van de sluier, als je bijvoorbeeld zegt: “Ik houd van sport”, wat betekent dat dan? Dat je vijf keer in de week in de sportschool hangt? Of dat je met chips en bier op de bank naar Formule 1 kijkt? Daarom werken we nu met anders geformuleerde stellingen. Als je zegt “ik sport minstens twee keer per week” is dat veel specifieker. Dit noemen wij daarom een doorleefde interessestelling.’

Als je graag met chips en bier naar de Formule 1 kijkt, kun je dan zeggen dat je van sport houdt?

Met – onder meer – deze techniek in het achterhoofd zijn de stellingen in LINC 3 allemaal specifiek en selectief gemaakt. Zo doet de test meteen een reality check als iemand aangeeft ergens interesse in te hebben. Is dat wel écht zo? Daarnaast brengt de nieuwe test ook in kaart hoe graag iemand wil veranderen. Is het een vaag “ik wil wel eens iets anders”, of is het een soort ‘cry for help’, waarbij iemand liever vandaag dan morgen aan een nieuwe uitdaging begint?

Learning Agility

Het laatste element dat nieuw en anders is, heeft te maken met hoe flexibel, leerbaar en veranderbaar mensen zijn. Learning agility (iets wat in het Nederlands zoiets als ‘leerlenigheid’ zou moeten zijn) staat voor het vermogen om op basis van nieuwe ervaringen snel en flexibel nieuw effectief gedrag te ontwikkelen. De totaalscore op Learning agility in de test is opgebouwd uit vijf sub-scores: People Agility, Results Agility, Change Agility, Mental Agility en Self-awareness. De totaalscore geeft aan in hoeverre iemand van nature vlot en soepel zal veranderen en ontwikkelen.

De totaalscore op Learning agility geeft aan in hoeverre iemand van nature vlot zal veranderen.

Al met al een meer verdiept beeld van de kandidaat, geeft Vermunt aan. En dus hopelijk de volgende stap naar een arbeidsmarkt waar meer mensen vooral kunnen doen waar ze zichzelf écht gelukkig bij voelen. Want als je doet wat je leuk vindt, hoef je niet alleen nooit meer te werken, daarmee blijf je ook nog eens het langst gezond, zo vat hij het grote doel van deze nieuwe generatie interessetest samen.

Meer weten?

Meer weten over het Holland-model, en de nieuwe LINC 3-test? Maurice Vermunt vertelt er alles over op vrijdag 12 februari, tijdens de Webinar Week van Werf&, in een webinar met de titel ‘Ga ff lekker doen wat je leuk vindt!’ Schrijf je hier dus nu in. Of vraag hier een proefcode voor de test aan.

Lees ook

Ineke Kooistra (YoungCapital): ‘Corona heeft bewezen hoe nodig uitzendbureaus zijn’

Het is voor een deel ‘gewoon geluk’ geweest, geeft ze meteen toe. Door in te zetten op een specialistische doelgroep – jongeren -, maar tegelijk zich op de bréde arbeidsmarkt te richten, heeft YoungCapital in 2020 nog niet eens zo’n slecht jaar gedraaid. Waar andere uitzendbureaus, die zich bijvoorbeeld specialiseerden in horeca of toerisme, ineens stil kwamen te liggen, ging YoungCapital dóór, blikt CEO Ineke Kooistra terug. ‘Want jongeren kunnen overal werken.’

‘Niemand heeft corona zien aankomen. Dat kun je dus ook geen enkel bureau kwalijk nemen.’

‘Niemand heeft corona natuurlijk zien aankomen’, zegt ze. ‘Dat kun je dus ook geen enkel specialistisch bureau kwalijk nemen, je had gewoon niet kunnen voorzien dat de impact op bijvoorbeeld horeca en doorstroomlocaties zó groot zou zijn. Voor ons helpt het mee dat we een aantal jaar geleden al als missie hebben gekozen om zoveel mogelijk jongeren aan het werk te krijgen. En dan maakt het dus ook niet uit wáár ze werken. Dus daar heeft het mee te maken dat we het afgelopen jaar gered hebben, zelfs zonder gebruik te maken van de NOW-regelingen van de overheid.’

Alles op eigen kracht

Ineke Kooistra is deze maand precies 8 jaar CEO van het nog altijd groeiende uitzendbureau, dat een stevige plek in de top-5 van Nederland inneemt. En met haar 50 jaar is ze ‘nog altijd de oudste in het bedrijf’, zegt ze lachend. Op 28 januari spreekt ze tijdens Werf& Bureaurecruitment Live, over de recente ontwikkelingen en de impact die corona heeft. ‘Elk uitzendbureau heeft afgelopen jaar natuurlijk anders ervaren’, zegt ze. ‘Er is niet één peil op te trekken. Maar voor onszelf ben ik behoorlijk positief. Vooral omdat we alles op eigen kracht hebben weten te doen, dus zonder miljoenen aan overheidssteun.’

‘Bij de eerste persconferentie hebben we per direct alle luxe uit het bedrijf gehaald.’

Waar dat succes aan te danken is? ‘We zijn een bedrijf dat altijd snel is’, zegt ze. ‘En dus hebben we nu ook snel ingegrepen. Bij de eerste persconferentie hebben we per direct alle luxe uit het bedrijf gehaald. We hebben bij alle contracten heel kritisch gekeken: kunnen we doorgaan, of moeten we stoppen? We zijn met minder mensen meer gaan doen, hebben minder uitgegeven aan stafafdelingen als Marketing en HR. Eigenlijk is alles op de rem gekomen.’

‘Hoe-overleef-ik’-scenario

Een harde ingreep, zegt ze, maar op dat moment nodig. ‘We hadden maar één doel: met zoveel mogelijk mensen het jaar doorkomen en het bedrijf in de tussentijd gezond houden. Dat heeft ons wel scherp doen staan. We zaten meteen in een ‘Hoe-overleef-ik’-scenario. Zo voelde het ook echt. Niet even relaxed kijken: wat zullen we eens gaan doen, maar echt: direct ingrijpen.’

‘Zo voor de zomer hadden we weer het gevoel: we zijn in control met elkaar.’

Dat duurde een paar maanden, zegt ze. ‘Zo voor de zomer hadden we weer het gevoel: we zijn in control met elkaar. We kunnen weer dingen. Na de zomer hebben we zelfs weer mensen aangenomen, de marketing weer opgestart, de salarissen verhoogd en de bonussen doorgevoerd. We vonden het belangrijk om ook het personeel meteen weer te belonen, om iets terug te geven aan de organisatie. Dan merk je: dan gaan mensen voor je lopen.’

Bij YoungCapital werd volop doorgewerkt tijdens de coronacrisis

‘Een pittige tijd’

Ook voor YoungCapital is het, met name in die eerste maanden, ‘een pittige tijd geweest’, wil ze best erkennen. ‘Maar gelukkig hebben veel klanten heel erg met ons meegedacht. Daar hebben we veel aan te danken. Ze hebben soms echt hun nek voor ons uitgestoken. En het hielp natuurlijk ook dat we een paar heel grote projecten hebben binnengehaald, zoals de callcenters van de GGD, die we samen met een ander bureau helemaal runnen.’

‘Zeker als ze een rijbewijs hebben, kunnen jongeren overal aan het werk.’

Bij KLM en de NS en in de bedrijfscatering had YoungCapital ook veel jongeren werken. Dat is vrijwel allemaal stilgevallen. Maar gelukkig stond daar extra werk in de logistiek, distributie en de callcenters tegenover. ‘Zeker als ze een rijbewijs hebben, kunnen jongeren overal aan het werk.’ En als er straks ook economisch licht aan het eind van de tunnel is, behoren uitzendbureaus altijd bij de eersten die het merken, zoals een bekende stelregel luidt. ‘Dat moeten we nog zien natuurlijk’, zegt Kooistra. ‘Maar we weten wel: we moeten klaarstaan.’

‘Heeft u nog vacatures?’

Daarom is de relatie met zowel je klant als je kandidaat zo belangrijk, zegt ze. ‘Je moet ervoor zorgen dat bedrijven voldoende vertrouwen blijven hebben om zaken met je te doen. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet meer elke maand je klanten moet bellen met de vraag: “Heeft u nog vacatures?” Maar je moet vragen hoe het met ze gaat, contact houden. Sommige klanten zijn sinds maart gehalveerd in omzet. Dat vereist wel een andere manier van sales, die veel meer relatiebeheer is geworden.’

‘Sommige klanten zijn sinds maart gehalveerd in omzet. Dat vereist wel een andere manier van sales.’

Als er één ding is dat corona bewezen heeft, dan is het wel dat uitzendbureaus hard nodig zijn in de huidige arbeidsmarkt, zegt Kooistra. ‘Bedrijven zijn voorzichtig. Dan is een uitzendcontract vaak een heel goede opstap gebleken naar een vaster contract.’ Daarom vindt ze het ook ‘heel spannend voor de hele branche’ om te zien hoe de politiek omgaat met de ideeën om uitzendwerk minder aantrekkelijk te maken. ‘Als ik kijk naar onze rol, dan denk ik dat we belangrijk zijn om jongeren te kunnen helpen bij het waarmaken van hun dromen. Maar als bedrijven hen meteen in dienst nemen, dan is dat natuurlijk ook goed, hè. Dan moet dat alleen wel gebeuren natuurlijk.’

Ineke Kooistra: ‘Vakmanschap, dat is nog steeds dé toekomst.’

’Daarnaast hebben we in de afgelopen maanden ook duizenden mensen, junior én senior, laten instromen bij diverse overheidsbedrijven in het kader van corona.  Wie had dit anders zo snel gekund?  Dit lukt geen enkele afdeling recruitment.  Hier moet je heel goede campagnes voor draaien, een dijk van een database hebben en grote aantallen recruiters die samen dit grote project kunnen oppakken.’

Mensen opleiden

Dat veel bedrijven voorzichtiger zijn geworden, merkt Kooistra ook bij het YoungCapital-label Next (voorheen de YoungCapital Academy). Hier leidt het uitzendbureau zelf mensen op voor sectoren waar grote schaarste is (verwacht), zoals techniek, ICT of finance. ‘Dit is afgelopen jaar stabiel gebleven in omzet’, zegt ze. ‘Maar we hadden hier wel harder willen groeien. Het is moeilijk. Hoe je het ook wendt of keert, je weet dat je bijvoorbeeld in de techniek de komende jaren heel veel mensen nodig hebt. Denk aan operatorsfuncties of in de energiesector. Maar veel bedrijven durven het toch niet aan daar nu in te investeren.’

‘Je weet dat je in de techniek de komende jaren héél veel mensen nodig hebt.’

Hoe pakt YoungCapital zijn rol dan daarin? ‘We voeren die gesprekken natuurlijk wel met bedrijven, dat het verstandig is om nu al wat verder vooruit te kijken’, zegt ze. ‘Maar soms gaat het over zóveel schijven. En soms zeggen ze ook gewoon: we wachten wel even met investeren, we zoeken eerst mensen met ervaring. Maar die mensen met ervaring, die zijn er écht niet. Of ze willen niet zomaar overstappen. Vakmanschap, dat is nog steeds echt dé toekomst. Dat is echt wel een les die we de afgelopen tijd geleerd hebben.’

Kantoren open

Maar dan kun je daar als uitzendbureau toch ook op instappen? ‘En dat doen we dus ook’, benadrukt de CEO. ‘We hebben van wel 80 mensen hun opleiding voorgefinancierd, zonder dat we wisten of we hen zouden kunnen plaatsen of niet. En soms lukte dat dus ook niet. Maar daarmee hebben we ook gewoon risico’s genomen. Dat hoort erbij, bij ondernemen. Maar het gaat om best veel geld natuurlijk. En veel subsidies zijn weggevallen. Daar moeten we dus ook gewoon een balans in vinden.’

‘We hebben van wel 80 mensen hun opleiding voorgefinancierd.’

Bij YoungCapital bleven de kantoren de afgelopen tijd overigens gewoon open. Oók tijdens de tweede lockdown. Bewust, zegt Kooistra. ‘We hebben in ons bedrijf veel jonge mensen. Die wonen vaak nog op een studentenkamer. Werken vanuit huis is niet voor iedereen mogelijk, dat wordt nog steeds behoorlijk onderschat door de overheid. Ik heb gezegd: kom maar op kantoor als het daar beter of veiliger is dan thuis. We hebben goede routings, veel ruimte, alles goed ingericht, goede luchtbehandeling. We gaan mee met alle RIVM-adviezen, maar in deze leeftijdsfase is het op kantoor vaak beter dan eenzaam op een klein kamertje ergens in de stad.’

Genoeg ruimte op kantoor YoungCapital in Hoofddorp

Ook mooie dingen

De hele coronacrisis heeft trouwens ook wel voor mooie dingen gezorgd, zegt ze. ‘Er is bijvoorbeeld veel callcenterwerk bijgekomen. En dat kan vanuit huis gebeuren. Daardoor zie je bijvoorbeeld nu dat we een hele groep bijstandsmoeders aan werk hebben kunnen helpen, die dat eerst veel moeilijker konden. Dat is zo fijn om daar een rol in te kunnen spelen, dat voelt eigenlijk heel goed.’

‘Het afgelopen jaar hebben we dagelijks 25.000 jongeren bemiddeld.’

ineke kooistra 2
‘We zitten weer in de groeimodus.’

Wat ze voorziet voor 2021? ‘Groei’, antwoordt Kooistra resoluut. ‘We zitten weer in een groeimodus. Het is onze missie om zoveel mogelijk jongeren aan het werk te krijgen. Het afgelopen jaar hebben we dagelijks 25.000 jongeren bemiddeld. Dat aantal willen we dit jaar vergroten. Onder meer door steeds meer uit te breiden in West-Europa. Al zullen we dit jaar wel wat specifiekere keuzes maken. Minder maar van alles uitproberen, meer hocuspocus-focus, iets meer rust ook.’

Uitzenden op platformbasis

Als het gaat om zulke keuzes, wat staat er op digitaal gebied nog op de planning? ‘We gaan binnenkort ook live met een nieuwe dienst, waarbij we gaan uitzenden op  platformbasis. Klant en kandidaat kunnen elkaar dan helemaal via het platform vinden, zonder dat er nog een recruiter aan te pas komt. Alleen bij de onboarding, maar dat is wel echt anders dan nu. Het maakt het ook mogelijk om 2 of 4 uurtjes uitzendwerk in te plannen, en daarvoor een uitzendcontract af te sluiten, iets wat nu voor uitzendbureaus qua administratie nog veel te kostbaar is.’

‘Dit jaar gaan we het eerste uitzendbureau op platformbasis uitrollen.’

Op zzp-basis werkte YoungCapital al met het platform YoungOnes, maar ‘niet iedereen wil zzp’er zijn’, zegt Kooistra. Met de nieuwe dienst bereikt de platformeconomie dus ook de uitzendwereld. ‘Binnenkort zullen we hier meer over vertellen. Maar we verwachten er in elk geval veel van. Het kan heel groot worden, denken we. We gaan het integreren in de business, en samen aanbieden aan onze klanten. Nu hebben we de eerste klanten in de pilot, maar dit jaar willen we het naar de hele markt uitrollen.’

Meer weten?

Meer weten over de visie van Ineke Kooistra? Of op zoek naar meer trends in technologie voor (bureau)recruiters? Op 28 januari 2021 vindt het Werf& Evenement voor Bureaurecruiters plaats. Hier zullen tal van sprekers ingaan op de recente digitale trends en ontwikkelingen in de wereld van de bureaurecruiter. Schrijf je dus nu in!

bureaurecruitment banner 2021

Lees ook

 

Joram Timmerman (Byner): ‘Elke detacheerder wil een integraal beeld, van lead tot alumnus’

Niet één partij in de hele markt van arbeidsbemiddelaars kan overleven zonder slimme automatisering van processen. En dat geldt dus ook voor detacheerders. Maar veel specifieke oplossingen zijn er nog niet voor die branche, en front- en backoffice worden er vaak als gescheiden processen behandeld.

Front- en backoffice worden bij detacheerders nog vaak als gescheiden processen behandeld.

Met de innovatieve app Byner wil Joram Timmerman daar iets aan doen, en het kernproces van detacheerders optimaliseren – van lead tot factuur, en tot aan de medewerker als alumnus. Met die app wil hij voor detacheerders een integraal beeld creëren, waarin je niet alleen inzichtelijk hebt wie waar aan het werk is, maar ook wie welke ontwikkeling doormaakt, wie in welke mate engaged is, en wanneer bijvoorbeeld bepaalde projecten aflopen.

Samen met Jobrock

Op het Werf& Event voor Bureaurecruiters zal hij verder op deze ontwikkeling ingaan, samen met Rob Boersma, directeur van Jobrock, het platform dat zich richt op op de professionele recruitmentmarketeer, voor maximaal bereik van kandidaten en zo hoog mogelijke conversie. Hier alvast een voorproefje.

> Wat wil je de luisteraars op het event meegeven? 

De term Recruitment Automation is hot in de detacheringsbranche. Net als het automatiseren van de kernprocessen. Natuurlijk is dat belangrijk, maar wat gebeurt er als het contract met klant en gedetacheerde er eenmaal is? Mensen binnenhálen is één. Mensen binnenhóúden is een tweede. De boodschap die ik wil meegeven: je wilt als detacheerder aan de ene kant totaalinzicht in de productiviteit, de beschikbaarheid en inzet van je medewerkers. Natuurlijk moet ook alle documentatie op orde zijn en wil je zeker weten dat je compliant aan het werk bent.’

‘Mensen binnenhálen is één. Mensen binnenhóúden is een tweede.’

‘Maar aan de andere kant is het ook belangrijk te bouwen aan een goede relatie met de werkenden, vanaf de start tot iemand uit dienst gaat, en zelfs nog daarna – als alumnus. Niet statisch sturen op ‘de bank’, maar ook op ambities. Daarvoor moet je jouw professionals van haver tot gort kennen. Niet alleen de ‘harde feiten’, maar juist ook de softe kant inzichtelijk maken. Zo kun je proactief sturen op de hele journey die een professional met jou aflegt, zodat je mensen duurzaam aan je bindt. Om dat schaalbaar te kunnen doen en toch die persoonlijke touch te borgen, is er behoefte aan systemen om die processen optimaal te ondersteunen.’

> Een persoonlijke relatie met de professional, hoe werkt dat?

‘Byner werkt in combinatie met Jobrock met het zogeheten ‘continuous profiling’. Daarbij verzamelen wij zoveel mogelijk relevante informatie over ‘harde’ én ‘zachte’ kenmerken van onze professionals. Profiling begint tijdens het recruitmentmarketingproces, maar als je het goed inzet, stopt het daar niet. Je talent leren kennen is immers een doorlopend proces. En dat automatiseren wij.’

‘Je talent leren kennen is een doorlopend proces. En dat automatiseren wij.’

‘Wat vinden mensen leuk? Waar zijn ze goed in? Welke kant willen ze zich op ontwikkelen? Hoe kun je ze engagen? Het gaat niet om cv’s en sollicitatieformulieren, het gaat om continu engagen en meten. Daar zit volgens ons immers de echte toegevoegde waarde voor detacheerders.’

> Waarom is zo’n totaalbeeld zo belangrijk? 

‘Als salesmedewerker van een detacheerder moet je niet alleen inzicht hebben in hoe warm bepaalde leads zijn, je wil ook weten hoe tevreden je klant én je professional zijn, of wanneer bijvoorbeeld bepaalde opdrachten aflopen, zodat je daarop kunt inspelen. Het gaat niet alleen om recruitment-informatie, maar bijvoorbeeld ook om vragen als: hoe rendeert iemand? Hoe laten we hem of haar groeien? Wat ziet hij of zij zelf als de volgende stap?

Een ATS gekoppeld aan een backoffice-systeem voldoet vaak niet aan de hele informatiebehoefte van een detacheerder.’

Nu kiezen veel organisaties voor een ATS gekoppeld aan een backoffice-systeem. Dat voldoet vaak niet aan de totale informatiebehoefte van een detacheerder. We zien behoefte aan een completer plaatje, en proberen met Byner in combinatie met Jobrock daarop in te spelen. We zorgen voor synergie tussen marketing, sales, recruitment en service aan de ene kant en finance en payroll aan de andere kant. Daarbij helpt het dat we op het Salesforce Cloud-platform zijn gebaseerd. Zo kunnen we enorm profiteren van alle apps die daarop al beschikbaar zijn, en bijvoorbeeld slimme extra toepassingen aanbieden zoals e-signing, of kvk-integratie.’

> Wat is daar nu het grote voordeel van?

‘Dat je als detacheerder, contractmanager of consultant geen lappendeken aan tools meer nodig hebt. In één applandschap kun je van contract tot factuur alles managen rondom professionals, projecten én klanten, in één omgeving. Daardoor ben je snel en accuraat, compliant, schaalbaar en kun je een persoonlijke relatie opbouwen aan beide kanten, dus zowel met de klant als de professional.’

> Maar organisaties hebben vaak toch al een CRM?

‘Wij gaan verder waar het CRM en de recruitmentsystemen ophouden. Onze app vormt een naadloze verbinding met de finance en payroll. Hierdoor krijg je optimale controle over de beschikbaarheid, inzet en performance van professionals en grip op alle afspraken en relevante documenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om contractmanagement, resource planning, urenregistratie en facturatie, allemaal in één app.’

‘Het grote doel van deze app is het kernproces van detacheerders te structureren.’

‘Detacheerders kunnen daardoor snelheid maken in hun dagelijks werk en duurzame, consistente en persoonlijke relaties opbouwen. Het grote doel van deze app is het kernproces van detacheerders te structureren, van contract tot factuur, van de eerste lead met een professional tot het laatste contactmoment. Detacheerders hoeven dan daaraan niet te veel tijd meer te besteden en kunnen zich weer bezighouden met waar ze het best in zijn: de juiste mensen aan passende projecten koppelen.’

> Wat kunnen we nog verwachten?

‘We willen de komende tijd nog meer functionaliteiten toevoegen. Met de focus op uitbreiding van standaardintegraties met toonaangevende payroll- en finance pakketten. Waar we nu al koppelingen hebben met AFAS en Exact gaan we binnenkort voorzien in soepele integraties met veel meer relevante pakketten.’

Meer weten?

Op zoek naar meer trends in technologie voor (bureau)recruiters? Op 28 januari 2021 vindt het Werf& Evenement voor Bureaurecruiters plaats. Hier zullen tal van sprekers ingaan op de recente digitale trends en ontwikkelingen in de wereld van de bureaurecruiter. Schrijf je dus nu in!

bureaurecruitment banner 2021

Lees ook

Hoe je werving en selectie eigenlijk zou willen afrekenen: op het succes van de kandidaat

Van oudsher gaat het bij werving- en selectiebureaus om één ding: het vervullen van de vacature. Job done? Dan wordt de factuur verstuurd. Meestal een percentage van het jaarsalaris van de nieuwe kandidaat. Of die vervolgens slaagt in de functie of niet. En dan werken veel bureaus ook nog eens op basis van no cure, no pay. Oftewel: geen kandidaat = geen inkomen. Maar ook een ondergraving van het vertrouwen van opdrachtgevers in de recruitmentbranche.

Kun je recruiters niet belonen naar hoeveel waarde ze toevoegen bij hun opdrachtgevers?

Zou dat niet anders kunnen? Kun je recruiters niet belonen naar hoe succesvol ze uiteindelijk zijn? Oftewel: naar hoeveel waarde ze toevoegen bij hun opdrachtgevers? Met andere woorden: echt op basis van de waarde die hun kandidaten leveren, en hoe die kandidaten hun nieuwe werkgevers verder helpen? In plaats van op de uren die de recruiters maken?

Businessmodel op zijn kop

‘Het businessmodel van bureaus moet op z’n kop’, stelde Olympia-directeur Steven Gudde vorig jaar al op het Werf& Jaarcongres voor Bureaurecruiters. Dat uurtje-factuurtje, of dat ‘percentage van een jaarsalaris’, dat is eigenlijk een achterhaalde gedachte, zei hij. Net zoals de marge op betaalde uren, bij een uitzendbureau. Zou het niet veel mooier zijn om te kijken naar welke waarde je voor die opdrachtgever toevoegt?

Een bureau dat al een tijd in die richting bezig is, is Velde. ‘Mijn droom is om uiteindelijk afgerekend te worden op de ontwikkeling die onze opdrachtgever doormaakt, dankzij onze kandidaat’, vertelt directeur Paul Bettonviel. ‘Dat is nu nog een brug te ver. Het is ook moeilijk te concretiseren natuurlijk. Het zou mooi zijn, maar zover is het nog niet.’

Rekening ná eerste jaar

Maar tot die tijd heeft zijn bureau wel een second best bedacht. Dat heeft geresulteerd in een verdienmodel waarbij de opdrachtgever niet alleen een bedrag verschuldigd is op het moment dat een kandidaat een contract tekent. Daar stopt de dienstverlening immers niet. De finale rekening volgt daarom pas na een jaar, als opdrachtgever én kandidaat tevreden zijn over de nieuwe verbintenis. ‘Het is voor opdrachtgevers wel even wennen. Het is anders dan ze gewoon zijn’, aldus Bettonviels collega, senior consultant Peter van Geel. ‘Maar we zijn er hartstikke succesvol mee, ondanks deze tijden van corona.’

Waarom leidt nog steeds zeker de helft van de traditionele w&s-trajecten tot een bad hire?

Het nieuwe businessmodel van Velde is ontstaan na een grondige evaluatie van ‘normale’ werving- en selectietrajecten, en de vele frustraties die daar vaak mee gepaard gaan. Want waarom leidt nog steeds zeker de helft van die trajecten tot een bad hire? Waarom lukt het maar niet om dat te verbeteren, en van werving en selectie wél een succes te maken? Volgens Velde heeft het met een aantal dingen te maken. Bijvoorbeeld met dat vacatures zelden toekomstgericht zijn. Of dat iemands opdracht vooraf niet voldoende duidelijk is, en verwachtingen niet goed worden gemanaged.

Garantie op de kandidaat

Maar een andere oorzaak zien ze dus ook in het verdienmodel. Zolang je dat blijft richten op het vullen van vacatures, blijft het ook daarom gaan. ‘Zeker als je werkt op basis van no cure no pay, wat veel voorkomt in onze branche, geldt maar één belang: dat van de plaatsing’, aldus Bettonviel. ‘Wij proberen daar een uitweg uit te bieden. Dat is niet altijd makkelijk, hoor. We moeten onszelf af en toe ook dwingen om in die langetermijngedachte te blijven. En af en toe zeggen collega’s intern ook: leuk bedacht, maar die opdrachtgever maakt er zelf een zootje van. Moeten wij daar last van hebben?’

‘We geven geen garantie op de kandidaat. Wel op het proces.’

Maar juist dan wil hij doorzetten, om het idee hoog te houden. ‘We geven geen garantie op de kandidaat. Maar wel op het proces en op het feit dat we uiteindelijk met die opdrachtgever aan de toekomst werken. Daarom hebben we ook ons honorarium verdeeld over 1 jaar, en sturen we nu pas de laatste factuur sturen als het eerste jaar succesvol is afgerond.’ Van Geel vult aan: ‘Zo geven we indirect natuurlijk wel een soort garantie op de kandidaat.’

Vroeg genoeg aan tafel

Door je zo aan het succes van een kandidaat in een bepaalde organisatie te verbinden, krijg je vanzelf een ander businessmodel, denken beiden. Het wordt bijvoorbeeld belangrijker om éérder aan tafel bij de opdrachtgever te zitten. ‘Vaak komt een werving- en selectiebureau pas aan tafel als de vacature al geschetst is’, weet Van Geel. ‘Die vacature is dan intern al een aantal schijven door geweest, en de opdrachtgever zegt: we hebben erover nagedacht. Ga jij nu maar zoeken. Succes!’

Maar in de praktijk werkt dat vaak niet optimaal, zegt hij ook. ‘Deze week had ik bijvoorbeeld een bedrijf dat zei een operationeel directeur te zoeken. Na een aantal gesprekken kwam ik echter erachter dat ze eigenlijk een heel andere rol zochten. Ik zei toen: “Als je zo de markt ingaat, dikke kans dat je dan niet met de goede kandidaat aankomt. En dat je dan binnenkort opnieuw op zoek moet.” Als je vroeg genoeg aan tafel zit, kun je zoiets dus voorkomen.’

Geen rapporten in een la

Het is misschien minder traditionele werving en selectie, en meer consultancy. ‘Maar dan niet de consultancy met lijvige rapporten die in een la verdwijnen’, benadrukt Bettonviel. ‘Daar zitten wij helemaal niet op te wachten. Waar het ons om gaat is die 50% mislukte werkrelaties. Dat is een soort never ending story, daar willen we nu eindelijk eens vanaf.’

En dus vraagt het bureau eerst altijd aan de opdrachtgever naar diens bestaansrecht, ‘waarom ze op aarde zijn’. Van daaruit komen vervolgens doelstellingen naar voren, en een speciale opdracht. Daarvoor vindt dan een vertaalslag plaats naar de vacature. ‘Dan is de boodschap ook duidelijk’, aldus Bettonviel. ‘Als je over een jaar daar wil staan, kun je bedenken: wat moet er gebeuren? En wie heb je daarvoor nodig? Hoe ziet diegene dan eruit?’

Het moet blijven lopen

En als de procedure eenmaal is afgerond, en na twee gesprekken, een assessment én een mini-businesscase de ideale kandidaat is gevonden? ‘Dan zit voor ons eigenlijk pas de helft van de dienstverlening erop’, zegt hij. ‘Dan leggen we vast: hoe kunnen we over 6 maanden bepalen of je op koers zit? En hoe over een jaar? Om te zorgen dat het lekker blijft lopen, begeleiden we ook het eerste jaar zowel de opdrachtgever als de kandidaat. Wij zijn pas geslaagd als na een jaar beide tevreden zijn, en niet als de handtekening onder het contract gezet is.’

‘Onze ambitie is natuurlijk dat onze opdrachtgevers beter van ons worden, en dat onze professionals op lange termijn bij hen waarde toevoegen’, zegt Bettonviel. Maar wat als het met een bepaalde kandidaat toch níet blijkt te werken? ‘Dat hopen we natuurlijk niet. Maar het zou kunnen dat het anders loopt dan gepland. Het voordeel is nu: daar zijn we dus zelf bij. En dan kunnen we met elkaar in gesprek en kijken of we kunnen bijsturen. En anders kunnen we zeggen: oké, dit werkte niet. Maar wat hebben we ervan geleerd? En daar kun je dan mee verder.’

Geen kandidaten schuiven

Het gaat er in zo’n geval niet om een kandidaat te ‘redden’, benadrukt hij. ‘We zijn geïnteresseerd in de doelstelling van de opdrachtgever, dat willen we halen. En we kijken wat daarvoor nodig is. Vooral voor nieuwe klanten is dat soms best even wennen. Maar hun reacties zijn tot nu toe behoorlijk positief. We horen vaak: “jullie schuiven geen kandidaat naar binnen, maar jullie gaan me echt helpen om ons leiderschap op een ander niveau te brengen.” Dat maakt me altijd trots.’

‘Ik ben oprecht ervan overtuigd: het kan echt veel beter dan het tot nu toe vaak het geval is.’

paul bettonviel velde
Paul Bettonviel

Niet dat hij ook maar denkt de sleutel te hebben gevonden om bad hires helemaal te voorkomen. ‘Ik ben niet van mening dat wij dit hele probleem gaan oplossen’, zegt Bettonviel. ‘Maar ik ben oprecht ervan overtuigd: het kan echt veel beter dan het tot nu toe vaak het geval is. Ik denk ook wel dat wij de zaak wat beter kunnen duiden, en kunnen helpen om te laten zien waarom zaken lopen zoals ze lopen. En van daaruit kan het alleen maar verbeteren.’

Gratis tweede kopje koffie

Hij verwijst naar het ‘gratis tweede kopje koffie’, dat IKEA een jaar of 20 geleden introduceerde. ‘Veel deskundigen zeiden toen: dat moet je niet doen, dan gaan mensen sloten koffie drinken. Maar IKEA heeft het toch doorgezet. En moet je kijken met wat een succes. Ze hebben het bestaande model omgedraaid door vertrouwen te geven aan hun klanten.’

‘Vertrouwen naar opdrachtgevers, maar óók naar kandidaten.’

Zo’n wisselwerking zegt hij ook met het nieuwe verdienmodel voor werving en selectie te zoeken. ‘Vertrouwen naar opdrachtgevers, maar óók naar kandidaten. Ik durf echt te stellen dat kandidaten bij ons ook een heel positieve ervaring hebben. En als je weet waarvoor je het doet, en mag doen waar je drijfveer en je echte motivatie zit, nogal wiedes dat uiteindelijk iedereen daar beter van wordt.’

Lees meer:

Dit is het derde deel in een korte serie over hoe de succesratio van traditionele werving en selectie is te verhogen. Het tweede deel is gisteren verschenen en ging over het managen van verwachtingen. Het eerste deel ging over het afscheid nemen van matching, en in plaats daarvan kijken naar ambities.