De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in augustus

Boris Johnson zette het Britse parlement buitenspel, in Italië was het ook weer eens politieke hommeles, en in Brazilië stond ondertussen de Amazone in brand, terwijl Florida zich opmaakte voor de eerste serieuze orkaan van het seizoen. En dan kwam – na 13 (!) jaar wachten – ook rockband Tool nog eens met een nieuw album. Kortom: verhitte taferelen all over the place. Maar wat gebeurde er de afgelopen maand allemaal op de (Nederlandse) arbeidsmarkt?

#1. Europese Commissie onderzoekt Google for Jobs

De klacht die 23 jobboards hebben ingediend tegen Google for Jobs krijgt een vervolg. Eurocommissaris Margrethe Vestager (foto boven) neemt de uitdaging aan om een (voor)onderzoek in te stellen. De Europese Commissie wil daarbij onder meer nagaan of de Amerikaanse techgigant met Google for Jobs zijn dominante marktpositie misbruikt.

Eurocommissaris Margrethe Vestager neemt de uitdaging aan om een (voor)onderzoek in te stellen naar Google for Jobs.

Google for Jobs werd 2 jaar geleden gelanceerd. Het werd sindsdien al in enkele Europese landen uitgerold, maar nog niet in Nederland. Vacaturesites als StepStone klaagden daarna bij de Commissie dat zij moeten betalen om bovenaan in de resultatenlijst te komen, terwijl Google die kosten zelf niet hoeft te maken. Dat is oneerlijke concurrentie, vinden de 23. Komt het na het vooronderzoek tot een groter onderzoek, dan kan Google voor de vierde keer beboet worden door de Europese Commissie. Eerder werd het bedrijf al drie veroordeeld voor oneerlijk concurrentiegedrag, wat resulteerde in boetes die samen opliepen tot bijna 8,5 miljard euro. In alle drie de gevallen (AdSense, Android en Shopping) creëerde Google een oneerlijke voorrangspositie voor zichzelf, aldus de Commissie.

#2. Veel ophef over verlaging zelfstandigenaftrek

Ook deze maand was er veel nieuws te horen over zzp’ers. Zoals de ellende rond (aanvankelijk) niet-betaalde freelancers bij ING, toen flexbedrijf TCP Direct in de financiële problemen kwam. Of de ‘onredelijke’ bepalingen die BAM zou stellen aan zijn zzp’ers, die via Brainnet worden ingehuurd. Om nog maar te zwijgen over Deliveroo, dat nu toch met pensioenpremies over de brug moet komen, al ging het daarbij strikt genomen niet om de freelancers die het bedrijf nu inzet.

Veel zelfstandigenplatforms bereiden voor de komende tijd acties voor.

Maar het meest in het oog sprong natuurlijk de aankondiging van het kabinet om het mes te gaan zetten in de zelfstandigenaftrek. Van de 7.000 euro belastingvoordeel die een zelfstandig ondernemer nu nog mag aftrekken van zijn aanslag, blijft over 10 jaar nog maar 5.000 euro, zo is het plan. Het voelde voor veel zzp’ers als ‘de zoveelste aanval’, nadat ze eerder dit jaar al over een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering hoorden besluiten, een soort bijproduct van een pensioenakkoord waarop ze zelf amper invloed hadden. Veel zelfstandigenplatforms bereiden voor de komende tijd dan ook acties voor, om te proberen de politiek nog op andere gedachten te brengen.

augustus

#3. Lerarentekort ‘nationale ramp’

De scholen zijn weer begonnen, en dat betekent volop aandacht voor het lerarentekort. ‘Bijna een nationale ramp’, noemde hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt Frank Cörvers het in het NRC.  En in Amsterdam is zelfs sprake van een heuse ‘onderwijscrisis‘, aldus de verantwoordelijk wethouder Marjolein Moorman. Maar het is allang niet meer alleen een probleem voor de grote steden alleen, zo blijkt uit andere verhalen. Ook in kleinere dorpen als Den Hoorn, Lansingerland, Pijnacker en Nootdorp schijnt het tegenwoordig al een groot probleem te zijn om nog voldoende mensen voor de klas te krijgen.

‘Alle schoolbesturen vissen in dezelfde vijver. Het probleem is dat er nauwelijks vissen zijn.’

‘Alle schoolbesturen vissen in dezelfde vijver. Het probleem is dat er nauwelijks vissen zijn. Het aantal afgestudeerden van de Pabo is bij lange niet voldoende om aan de vraag te kunnen voldoen’, zegt bijvoorbeeld Ton Christophersen namens het college van bestuur van Laurentius, de stichting voor katholiek primair onderwijs in Delft en omgeving in het AD.

#4. Statushouders klaargestoomd voor arbeidsmarkt

Om de ergste nood op de arbeidsmarkt te verzachten, wordt ook wel gekeken naar welke kansen statushouders bieden. Maar bij hen speelt bijvoorbeeld vaak nog wel een taalprobleem. Reden waarom de gemeenten Gorinchem, Vijfheerenlanden en Molenlanden vanaf oktober statushouders intensief gaan klaarstomen voor een plek op de arbeidsmarkt. Het ministerie van Sociale Zaken heeft 275.000 euro beschikbaar gesteld voor de proef ‘Taalsnelweg naar Werk’.

‘Bedrijven uit de regio hebben al aangegeven graag aan de slag te willen met de deelnemers.’

Binnen dit project krijgen in totaal 36 deelnemers 18 weken lang 4 dagen per week taalles en 1 dag per week les over ‘participatie’. In de tweede fase van het project wordt daarbij met name besteed aan de arbeidsmarkt. ‘Het unieke is dat verschillende maatregelen worden gecombineerd, vanuit de overtuiging dat taal de snelste en beste weg is naar een goede inburgering’, stellen de gemeenten over de proef, waarbij ze samenwerken met Avres en VluchtelingenWerk. ‘Het ultieme doel is dat de deelnemer een aantrekkelijke arbeidskracht wordt en een vaste baan krijgt. Bedrijven uit de regio hebben al aangegeven graag aan de slag te willen gaan met deelnemers aan de proef.’

#5. Wie is per provincie het meest populair?

Voor de meeste gemeenten is het tegenwoordig niet makkelijk om talent te werven: liefst 85% van de gemeenten zegt problemen ermee te ondervinden vanwege de schaarste. Maar dan zouden ze misschien eens hun vizier naar Drenthe moeten verleggen, want daar blijken gemeentes juist héél populaire werkgevers. Gevraagd naar hun meest favoriete werkgevers staan hier de grootste gemeentes van de provincie, Assen en Emmen, op plek 1 en 2. En zelfs op nummer 3 staat onder Drentenaren een gemeente: Groningen.

Ook in Noord-Holland, Overijssel en Flevoland gooien de grootste gemeentes hoge ogen als potentieel werkgever, zo meldt onderzoek van de Intelligence Group. Terwijl in Zeeland de verder niet heel bekende zorgorganisatie SVRZ als winnaar uit de bus komt. Ook in andere provincies blijken ziekenhuizen en zorgorganisaties overigens relatief vaak genoemd te worden, zo blijkt uit analyses onder ruim 40.000 respondenten tussen 2017 en 2019. En ook de populariteit van de Politie is opvallend. In drie provincies staan ze zelfs op nummer 1: in Friesland, Overijssel en Utrecht.

#6. Ook cv’s staan tjokvol clichés

We mogen op deze site vaak uitvaren tegen werkgevers die hun vacatureteksten vol met clichés en buzzwords zetten, ‘de andere kant van de tafel’ kan er ook wat van. ‘Ik ben sociaal’, ‘een teamplayer’, of ‘ik kan goed zelfstandig werken’: het zijn meestal nogal holle termen, die toch nog op verrassend veel cv’s te vinden zijn, aldus onderzoek van dienstverlener CVster, dat hiervoor tienduizenden cv’s uit 39 landen wereldwijd analyseerde.

Wat bij Nederlandse werkzoekenden vooral opvalt is dat zij zichzelf, in tegenstelling tot in andere landen, bovengemiddeld vaak als ‘leergierig’ en ‘behulpzaam’ omschrijven. In andere landen afficheren werkzoekenden zich daarentegen vaker als ‘klantgericht’ en ‘professioneel’. Dit zijn competenties die bij Nederlandse werkzoekenden juist buiten de top-10 vallen.

#7. Nog volop vooroordelen over ouders

Nog meer leuk onderzoek, en wel naar de vooroordelen en stereotypen waar ouders mee te maken krijgen als ze zich op de arbeidsmarkt begeven. Die blijken niet misselijk, aldus Indeed. De gedachte ‘Ouders nemen vaker vrij’ en ‘Ouders hebben minder tijd om te werken’ zijn daarbij het meest hardnekkig, stellen de onderzoekers.

Een kwart van de vrouwen verwacht dat haar leidinggevende het ouderschap als nadeel ziet.

Verder blijkt dat een kwart van de vrouwen verwacht dat haar leidinggevende het ouderschap als nadeel ziet. Bij mannen ligt dat percentage op 16 procent. Als het gaat om hoe ze zelf functioneren nu ze vader of moeder geworden zijn, zijn de respondenten wat positiever. Ruim 60 procent geeft aan dat het functioneren niet is veranderd nadat hij of zij een kind heeft gekregen. Bijna een kwart zegt zelfs béter te zijn gaan presteren, tegenover 11 procent die het naar eigen zeggen nu slechter doet op de werkvloer.

#8. Cartoon van de maand

Bron: van9tot5

De maand in werving

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we de belangrijkste trends en ontwikkelingen die voor iedereen actief in de wereld van werving en selectie van belang zijn. Iets gemist? Meld het ons!

Credit Foto Margrethe Vestager

Lees ook:

Bastiaan Post: Interim Recruiter

Oude situatie

Oude functie: Interim Sr Talent Acquisition Consultant
Oude werkgever: Philips

Nieuwe situatie

Nieuwe functie: Interim Recruiter
Nieuwe werkgever: NDC Mediagroep

Ingangsdatum: 15-08-2019

Vanuit zijn eigen bedrijf Post (interim) Recruitment, mag Bastiaan bij de NDC Mediagroep recruitment verder gaan opzetten en inrichten en uiteraard diverse (lastig in te vullen) vacatures invullen.

De rubriek ‘Baanwisselaars’ wordt mogelijk gemaakt door de Leergang Recruitment Basic en Leergang Recruitment Advanced van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie

Funny Friday: waarom organiseer je thuis niet ook een keer een banenbeurs?

Je kunt ze natuurlijk gewoon zo hun zakgeld geven. Je kunt ze natuurlijk ook vragen of ze willen meehelpen in het huishouden. Alhoewel je daar meestal het antwoord wel op weet…

‘Waarom zou ik de kinderen niet eens wat laten doen voor het geld?’

Maar waarom de twee niet eens combineren, vroeg een moeder in het Amerikaanse Atlanta zich recent af. Waarom zou ik de kinderen niet eens wat laten doen voor het geld? En waarom zou ik dat dan niet tegelijk leuk én een soort van officieel maken?

Een heuse ‘job fair

Zo gezegd, zo gedaan. En dus organiseerde Shaketha Marion McGregor begin augustus in haar eigen huis een heuse ‘job fair‘. Ze zette drie functies vacant: laundry supervisor, lead housekeeper en kitchen manager, en hing daarvoor in huis speciale briefjes op. En wie een van die functies wilde, kon solliciteren. De kandidaten? Haar drie kinderen: Jahkeem, 13 jaar oud; de 10-jarige Takeia en Serinity van 6.

Moeder hield ook ‘echte’ sollicitatiegesprekken met de drie.

De alleenstaande moeder hield vervolgens ook ‘echte’ sollicitatiegesprekken met de drie. Leuk, maar ook leerzaam, zegt ze. Niet dat de kinderen daarvoor niets deden in het huishouden trouwens, maar dat verliep zelden zonder ruzie. Nu ze een duidelijke functiebeschrijving hebben, hoopt Shaketha Marion McGregor daar vanaf te zijn.

Typisch internetsuccesverhaal

Wat er gebeurde na haar aanvankelijk onschuldige Facebook-post, is weer zo’n typisch internetsuccesverhaal. Nadat de eerste post binnen de kortste keren 100.000 shares had gehaald, kregen ook de Amerikaanse media er lucht van. Van USA Today tot Fox News en vele andere, tot ver over de grenzen aan toe. Inmiddels staat de teller op ruim 200.000 likes en 35.000 opmerkingen. Shaketha Marion McGregor heeft er nu zelfs een apart ‘bedrijfje’ voor opgericht: This Mom Means Business, dat andere Amerikaanse gezinnen wil helpen met de family planning.

Inmiddels staat de teller op ruim 200.000 likes en 35.000 opmerkingen.

Op haar site deelt ze overigens nog veel meer wetenswaardigheden over haar ‘banenbeurs’. Zoals de soms hilarische sollicitatieformulieren die de kinderen invulden:

En ook is daar goed te volgen hoe het idee inmiddels volop navolging krijgt:

‘Hoeft niet saai te zijn’

Volgens Shaketha Marion McGregor laat haar viral post zien dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met kinderen leren te solliciteren, en dat dat helemaal niet saai hoeft te zijn. Ze richtte zelfs een ‘mom’s credit union’ op, waarmee de kinderen ook krediet kunnen verdienen, ‘en tegelijk karakter kunnen bouwen’. De kinderen moeten zelfs naambordjes dragen en ‘inklokken’ voor hun werkzaamheden. Ze hing bovendien een bord op waarop de kinderen zelf nieuwe taken kunnen toevoegen, waarmee ze dan eventueel weer meer geld kunnen verdienen.

De sollicitaties bleken overigens nog geen gelopen race.

De sollicitaties bleken overigens nog geen gelopen race. Zowel Serenity als Jakheem bleken bijvoorbeeld kandidaat voor de functie van lead housekeeper. Maar op de vraag: ‘wanneer kun je beginnen?’ antwoordde de 13-jarige Jakheem dat hij graag eerst nog een paar dagen met z’n vrienden wilde rondhangen. En de 6-jarige Serenity zei dat ze meteen beschikbaar was. En tja, dat antwoord gaf voor de recruitende moeder al snel de doorslag: ‘Serenity bleek de meest professionele.’

Zelf een leuk idee voor Funny Friday?

Elke vrijdag eindigen we met lichte voet op Werf& met de rubriek Funny Friday. Heb jij een leuk idee? Laat het ons weten!

Wat Johan Cruijff ons nog kan leren over strategisch recruitment

Dagelijks kom ik functieprofielen tegen met hetzelfde probleem. De vacaturetekst klopt helemaal met het ideaalbeeld en tegelijkertijd weet je als recruiter direct dat de vacature onvervulbaar is. Want: als velen al maanden zoeken en ook steeds nul op het rekest krijgen, kun je er gevoeglijk vanuit gaan dat jou een niet veel betere score staat te wachten. Op zo’n moment kun je twee dingen doen: óf je gaat je tijd verdoen met een onmogelijke missie, óf je gaat je vak als recruiter (beter) verstaan.

Als recruiter kun je twee dingen doen. Of: je tijd verdoen met een onmogelijke missie, of: je vak (beter) verstaan.

Afgelopen week ontving ik weer eens zo’n vacature. Een nieuwe opdrachtgever, maar zeker geen nieuw profiel. Dit functieprofiel doet mijn postvak met de titel ‘wishful thinking’ namelijk al maanden uitpuilen. Het zijn functieprofielen die bij mij zijn uitgezet door wat ik noem ‘Wannabe-klanten’. Die klanten hebben één ding met elkaar gemeen: ze zijn al geruime tijd naarstig op zoek naar dezelfde speld in de hooiberg. Het liefst meerdere.

Een tikkeltje naïef

Ik snap goed wat ze zoeken. Been there, done that. Als ik ze – in eerste instantie voorzichtig- vertel dat het gestelde profiel en daarmee de zoekopdracht niet realistisch is, vinden ze dat ik eerst maar een poosje mijn best moet gaan doen. Tegelijkertijd heb ik ook best een zwak voor deze groep hiring managers. Want dat honderden concullega’s dezelfde problematiek ervaren bij het werven voor dit profiel maakt het rotsvaste vertrouwen en geloof op succes dat zij hebben ook wel weer aandoenlijk. Het maakt ze aaibaar. Maar natuurlijk ook… een tikkeltje naïef.

Ze willen wel, maar snappen het niet. Is het hen kwalijk te nemen?

Een gevleugelde uitspraak van Johan Cruijff is: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ En dát is precies de reden waarom sommige hiring managers in mijn ‘Wannabe-vakje’ zitten. Ze willen wel, maar ze snappen het niet. Is het hen kwalijk te nemen? Zeker niet. Zij zijn immers niet diegene die dag in dag uit naarstig op zoek zijn naar die speld in de hooiberg. Daar hebben ze jou voor, de recruiter

Een mooi een-tweetje

Het is dan ook aan jou om van die wannabe een groupie te maken. Oftewel: vertel dat het beter kan, laat zien dat het anders moet. Begin direct met het scheppen van een stuk verwachtingsmanagement. Voldoet het profiel aan ‘de wishful thinking’-criteria laat de hiring manager dan niet in de waan dat het je gaat lukken de positie te vervullen. Wees een recruitmentpartner die van meerwaarde is, in plaats van de leverancier die niet kan leveren.

Wees een recruitmentpartner die van meerwaarde is, in plaats van een leverancier die niet kan leveren.

Als recruiter citeer ik regelmatig Johan Cruijff. Mijn metaforen doen misschien abusievelijk suggereren dat ik verstand heb van voetbal. Maar nee, dat is niet het geval. Maar dat Cruijffs wijsheden een mooie pass zijn naar de recruitmentwereld is wat mij betreft wel een ‘een-tweetje’. Laten we bovenstaande uitspraak even op onszelf projecteren: we kunnen 24/7 searchen naar kandidaten op basis van het gestelde profiel, maar het inhoudelijke profiel bepaalt de snelheid en het succes van de procedure. Liever laat ik dan ook het ideale profiel voor wat het is en kijk ik kritisch en strategisch naar het spel om zo mijn scoringskans te vergroten.

Geef je mening zonder vleierij

Het fluitsignaal voor competentiegericht werven is allang gegeven. Recruiters worden gelukkig meestal niet meer gezien als cv-schuivers maar als specialisten. De toekomstige gedrags-en beroepscode voor recruiters zal dit alleen maar kracht bij zetten Als recruiter neem ik mijzelf, mijn vak, mede-vakidioten, de hulpvraag van mijn opdrachtgever en de ambitie van de kandidaat uiterst serieus. Dit betekent ook dat ik mijn mening geef zonder vleierij.

Hoe zetten we de rest buitenspel?

Is het een schot voor open doel om te concluderen dat de vacature vrijwel onvervulbaar is door de gestelde eisen in het profiel? Moeten we onze strategie aanpassen en het profiel deels of volledig herschrijven? Welke positie nemen we in? Waar liggen onze kansen? Hoe staat de verdediging opgesteld en hoe zetten we de rest buitenspel?

Claim de aanvoerdersband

Het werven van nieuwe medewerkers is een teamsport. Maar er kan er maar één de aanvoerdersband dragen. De recruiter is de speler die als eerste het veld betreedt en kop of munt kiest en besluit links of rechts te gaan spelen. Belangrijke beslissingen, die hij of zij baseert op kennis, inzicht en ervaring. Zo kan de hiring manager rustig genieten van de wedstrijd vanuit de skybox, tegenover het wannabe-vak.

‘Vind de zwakke plek van je tegenstander en je hebt gewonnen. Da’s natuurlijk logisch.’

Oftewel: ‘Vind de zwakke plek van je tegenstander en je hebt gewonnen.’ Da’s natuurlijk logisch.

Over de auteur

Jessica Grauerholz is blogger en recruiter bij Greywoods, strategic recruitment services. Ze werft al sinds jaar en dag personeel voor alle uiteenlopende functies en blogt hier zo af en toe op eigen titel, over alles wat ze in haar praktijk meemaakt en wat het recruiterleven zo boeiend maakt.

Lees ook

 

 

Deze 5 valkuilen moet je sowieso vermijden in vacatureteksten

#1. Spelfouten

Het klinkt als een dooddoener, maar het komt toch nog steeds maar al te vaak voor: spel- en grammaticale fouten in vacatureteksten. De meest voorkomende? ‘Opzoek’ in plaats van ‘op zoek’. Maar ook ‘CV’ in plaats van ‘cv’ en overbodige spaties komen veelvuldig voor.

#2. Geen salaris vermelden

Praten over salarissen is nog steeds taboe, maar zou het niet moeten zijn. Zoals Nicol Tadema al zei, is het een manier om je te onderscheiden in deze krappe arbeidsmarkt en hebben kandidaten ook behoefte aan de informatie. Bovendien gaat Google for Jobs er ook om vragen, en anders gaan ze zelf een salaris bij jouw functie verzinnen.

#3. Een oude vacaturetekst gebruiken

Functies vernieuwen. Een vacaturetekst hergebruiken is daarom not done. Bovendien is het maar de vraag of de functie nog wel exact hetzelfde is en wat voor kandidaat je wilt bereiken. Lees daarom altijd je vacaturetekst nog eens goed door, pas aan waar nodig en vermijd dezelfde teksten.

Namen als ‘praatjesmaker’ zijn misschien grappig, maar niet duidelijk

#4. Gebruik van clichés

De salestijger die een hands-on-aanpak en geen 9-tot-5-mentaliteit heeft en flexibel moet zijn, dat kennen we inmiddels wel. Vermijd de clichéwoorden dan ook en omschrijf gewoon duidelijk wat de functie inhoudt. Daar heeft de kandidaat het meest aan.

#5. Een interne functienaam inzetten

Denk aan namen als ‘chef praatjesmaker’, ‘social samurai’ en ‘verloningskoning’: ze klinken misschien grappig, maar de kandidaat heeft geen idee wat hij zich erbij voor moet stellen. Bovendien wordt je vacature minder snel gevonden op Google als je zo’n naam gebruikt: niemand zoekt er namelijk op.

Meer weten?

Volg dan de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie vanaf 7 oktober 2019. In deze praktische recruitmentopleiding leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Dorien Waasdorp, auteur van dit artikel, is een van de docenten. Schrijf je uiterlijk 29 juli in en ontvang een vrijkaart voor het Werf& Selectie Jaarcongres op 15 oktober 2019. Meer informatie vind je hier.

Op zoek naar goede softwaretesters? Bij Carapax IT wisten ze een bijzondere groep te vinden…

Een bijzonder bedrijf. Met bijzondere werknemers. Zo zou je Carapax IT het best kunnen omschrijven. Als je hun pand in Gouda binnenloopt, valt je meteen op: dit is geen doorsnee IT-consultancybedrijf. Geen snelle pakken, gelikte scrum-ruimtes of glimmende leasebolides voor de deur. Nee, het is bijna stoffig, alsof je de jaren 80 inloopt. Geen kunst aan de muur, fris gekleurde ruimtes of inspirerende teksten op de muur geverfd. Het straalt hier eenvoud uit. Geen hippe coffee corner, maar een eenvoudig keukentje met een waterkoker en koffiezetapparaat.

Hier geen hippe coffee corner, maar een eenvoudig koffiezetapparaat.

Carapax IT is in 2014 opgericht, door Ronald van Vliet (op de foto rechts). In 2009 was hij ook al betrokken bij de oprichting van Specialisterren, destijds het eerste IT-bedrijf voor autistische softwaretesters. Hij werd daarbij geïnspireerd door zijn zoon, die autisme heeft en daardoor niet echt welkom bleek op de middelbare school. Van Vliet vroeg zich af: als het op school al niet lukt, hoe moet dat dan straks op de arbeidsmarkt? En dus besloot hij het heft in eigen hand te nemen.

carapax ronald van vliet legt uit

Kan de klok van de muur?

Het begrip ‘blauwe oceaan‘ kennen we van Chan Kim en Renée Mauborgne. Zij betoogden dat als het (héél) druk is in je eigen markt (een zogenoemde ‘rode oceaan’), dat je dan op zoek moet naar een bijzondere plek, waar je minder last van concurrentie en strijd die alleen maar tot bloedvergieten leidt. Carapax IT lijkt zo’n blauwe oceaan gevonden te hebben. Bij het bedrijf werken autistische professionals in teams aan complexe IT-projecten van gerenommeerde opdrachtgevers. De mensen die hier werken hechten vooral waarde aan herkenbaarheid, veiligheid en weinig afleiding. ‘Laatst vroeg een van onze medewerkers of de klok van de muur kon. Overgevoelig voor het getik’, zegt Van Vliet.

‘Sommige medewerkers willen hier per se met hun gezicht naar de muur zitten.’

Hij gaat er even goed voor zitten. Ook zelf is hij geen doorsnee IT-ondernemer. Hij zit gewoon in spijkerbroek met polo. Geen gedoe voor de buitenwereld, just one of the guys. ‘Iedere medewerker mag zijn bureau neerzetten zoals hij wil, wij verplichten niks. Zo willen sommige medewerkers per se met hun gezicht naar de muur zitten en sommigen juist met hun gezicht naar het spoor, waar treinen voorbij komen.’ Sommige ruimtes zijn zelfs helemaal afgesloten en geblindeerd. Telefoons zijn er niet of nauwelijks. Alles om een bijzondere doelgroep te faciliteren, die bij andere bedrijven niet aan de bak kon komen.

Van praten naar doen

Hoe ontstond dat? ‘Tja, veel bedrijven praten over inclusie en maatschappelijk impact, maar doen er weinig mee. Met mijn compagnon en ondernemer Addy Borst, die bij mij in de straat woont, hadden we daar leuke gesprekken over. Ook zijn dochter is autistisch. Toen dachten we: laten we de stap zetten. Dat was in 2014. Het was gewoon gaaf om te doen en het gaf veel voldoening om die stap te nemen!’

‘Wij hebben geen leaseauto’s, maar jobcoaches om onze mensen te ondersteunen.’

Wat velen denken besloten zij dus gewoon om te zetten in daden. Maar wat was het uitgangspunt? ‘Ach, het is gewoon de kunst van het eerlijk delen en niet gedreven worden door financiële groeiambities. Geen poespas, geen dure hobby’s. Wij hebben geen leaseauto’s, maar jobcoaches om de professionals zo goed mogelijk te ondersteunen. Daar leggen we dus op toe, maar het is noodzakelijk.’

Zonder subsidie

En dat zonder een cent subsidie. ‘We willen gewoon financieel rendabel kunnen zijn, een voorwaarde om continuïteit te garanderen. We bereikten 9 maanden na de oprichting al het breakevenpoint en sindsdien staat we alleen maar in de plus. Sinds 2015 verdubbelt onze omzet en het aantal medewerkers. Inmiddels werken er 49 professionals, van wie 41 met autisme.’

‘Inclusie is een begrip waarvoor je veel applaus krijgt – vanaf de zijlijn.’

Dat zijn dus mensen die reguliere bedrijven zelf niet willen hebben. Hoe lukt het Carapax IT om hen voor diezelfde bedrijven toch aan het werk te krijgen? ‘In het begin vooral leuren. Inclusie is een begrip waarvoor je veel applaus krijgt vanaf de zijlijn, maar zelf iets ermee doen is voor veel bedrijven iets anders. Dus moet je investeren in relaties om dingen voor elkaar te krijgen en vervolgens je beloften waarmaken.’

No cure no pay

‘Om een plek in de markt te veroveren hanteerden wij een no cure no pay-principe bij klanten’, blikt Van Vliet terug. ‘Als ze niet tevreden zijn over de kwaliteit van het werk, geld terug. Daarover gaan we niet in discussie. Dat verlaagt de drempel. Klanttevredenheid en kwaliteit staan namelijk voorop. En het mooie is, het is nog nooit voorgekomen dat ze geld terugvroegen.’

‘Het is nog nooit voorgekomen dat klanten geld terugvroegen.’

‘Het tweede principe is dat onze professionals niet bij de klanten over de vloer komen. Alles is erop gericht om onze mensen in hun vakgebied te laten uitblinken. Ze voeren de IT projecten samen met (niet-autistische) projectmanagers uit vanuit de thuisbasis in Gouda en onze tweede vestiging in Eindhoven. Dat verlaagt de drempel ook.’

Aanpassen aan een doelgroep die anders is

Wat de cultuur van Carapax IT bijzonder maakt, is dat een serene rust je tegemoetkomt als je er binnenstapt. De professionals zeggen je netjes gedag, maar kijken je net niet aan. ‘We creëren een veilige omgeving voor hen. Gewoon alles zo transparant en eerlijk mogelijk maken én toegankelijk management: altijd de deur open. We kennen geen conflicten, daar hoeven we niet eens moeite voor te doen. Mensen voelen zich vrij en benutten die ruimte. Als ze op hun sokken willen lopen, kan dat. Willen ze parttime werken? Dat kan. Soms hebben deze professionals gewoon een dag extra vrij nodig om bij te komen van de week werken. De prikkels komen bij deze doelgroep nu eenmaal iets harder binnen.’

‘Snel en dynamisch, een bonuscultuur? Dat hebben we hier allemaal niet.’

Werken met mensen uit deze doelgroep is anders en daar moet je rekening mee houden, stelt Van Vliet. ‘IT is snel en dynamisch, vaak met een bonuscultuur: dat hebben we hier allemaal niet. Het is gewoon samen de klus goed uitvoeren. Klanten zijn onze beste ambassadeurs, zijn enthousiast, blijven trouw, komen met nieuwe opdrachten en dragen nieuwe klanten aan. Dat bewijst dat onze mensen goed zijn.’

Hier geen overwerk

En wordt er onverhoopt een deadline niet gehaald? ‘Dan laten we onze mensen niet even een avondje overwerken. Want dan hebben we de dag erop helemaal niemand aan het werk. Dan bellen we de opdrachtgever en zeggen we: het spijt ons enorm, maar morgen ben je de eerste. De klant baalt dan, maar heeft er begrip voor. Daar bereiden we hen op voor. Gelukkig komt het sporadisch voor.’

‘Ze komen vaak met oplossingen die klanten een wow-gevoel geven.’

De IT’ers bij Carapax zijn inmiddels van vele markten thuis, vertelt Van Vliet trots. ‘We zijn begonnen met software development. Later kwam daar data-analyse bij, en nu werken er teams aan complexe data science-oplossingen voor bijvoorbeeld e-health en productieomgevingen. Ze komen vaak met oplossingen waar juist die mainstream IT’ers niet aan denken en die daarom klanten een wow-gevoel geven. Hoe mooi is dat?’

‘Durf eens anders te kijken’

Eigenlijk is er iets heel geks aan de hand, zegt Van Vliet ten slotte. ‘Er is een enorme krapte aan goede IT’ers. Toch zitten veel potentiële en goed opgeleide IT’ers thuis. Ze krijgen geen kans omdat er een labeltje aanhangt van: ‘niet-mainstream genoeg’. Ze willen dolgraag aan de slag. Als je daarin durft en wil investeren, dan krijg je het driedubbel-en-dwars terug!’

‘Heel soms moeten ook wij mensen laten gaan. Wij zijn net een gewoon bedrijf.’

Zijn hoofdboodschap voor bedrijven die naarstig op zoek zijn naar IT-talent? ‘Durf eens anders te kijken. Zie inclusie niet als een quotum dat je moet halen. Het doelgroepenregister is bij ons niet eens een selectie-eis. Wij hebben de deur open staan voor iedere professional met autisme, die aannemelijk kan maken dat hij of zij een afstand heeft tot de arbeidsmarkt.’ En nee, het lukt heus niet altíjd met deze doelgroep, dat geeft hij ook best toe. ‘Heel soms moeten ook wij mensen laten gaan. Wat dat betreft zijn we net een gewoon bedrijf’, zegt hij met een glimlach.

Meer weten?

Carapax IT sponsort het seminar Imperfectie op de Arbeidsmarkt op 25 september 2019 in Nieuwegein. Vind jij als recruitment- of HR-professional ook dat te veel talenten miskend en onderschat worden? Dat het echt tijd wordt voor een andere aanpak? Check dan hier het programma en bestel je ticket. Alle opbrengsten gaan naar Stichting Morris, dat medische dolfijntherapie op Curaçao wil realiseren voor de 9-jarige Morris.

Of lees ook:

ATS’en halen opgelucht adem nu Google zich uit hun markt terugtrekt

Of er taart is aangerukt, de slingers uithingen, of de champagne is ontkurkt? Dat is waarschijnlijk wat overdreven. Maar toch zullen veel leveranciers van ATS-systemen (aangenaam) verrast zijn geweest door het aangekondigde stoppen van Google Hire per 1 september volgend jaar.

Een grote verrassing kan het stoppen van Hire toch ook weer niet zijn.

Aan de andere kant: een grote verrassing kan het voor velen ook weer niet zijn. In de twee jaar van zijn bestaan is Googles ATS en vacaturezoekmachine in één er in elk geval niet in geslaagd bij veel bedrijven de standaard te worden. In Nederland zijn de gebruikers sowieso op één hand te tellen. En zoals dat dan gaat bij Google: dan gaat onherroepelijk de stekker eruit.

Niet alles wordt goud

Dat niet alles dat Google aanraakt in goud verandert, dat wisten we natuurlijk al langer. Denk aan Google Hangouts, of erger nog: het met veel bombarie gelanceerde Google+, het gesneefde sociale netwerk dat vrijwel niemand gebruikte. Maar ook diensten als het overgekochte Picasa, of whatsapp-tegenhanger Allo, bleken geen lang leven beschoren, of in elk geval niet het gedroomde succesnummer.

Misschien verdient de angst voor Google for Jobs ook wel wat nuance.

In die zin moet de grote angst voor Google for Jobs misschien ook wel wat genuanceerd worden. Ondanks de grote kracht van de zoekmachine zal het hen mogelijk nog niet meevallen om de gevestigde recruitmentmarkt op zijn kop te zetten. Bovendien richt ook Google for Jobs zich met name op de actief werkzoekende, en elke recruiter weet dat dit niet altijd de meest interessante groep is. En dan is er natuurlijk ook nog de antitrustzaak die 23 Europese jobboards tegen de zoekgigant hebben aangespannen, en waarvan de afloop ongewis is.

Waar blijft GfJ eigenlijk?

Aan de andere kant: je kunt natuurlijk ook denken dat Google door het snelle stoppen met Hire natuurlijk alle ruimte heeft om zich te focussen op Google for Jobs. Maar dat gezegd hebbende, hoe komt het dan dat de komst van Google for Jobs naar Nederland al minstens anderhalf jaar op zich laat wachten?

‘Hoe Google met z’n eigen diensten omgaat laat zien dat je nergens echt op kunt rekenen.’

Het stoppen van Hire komt de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van het bedrijf natuurlijk niet ten goede, klaagt bijvoorbeeld ook het Belgische Techzine. ‘De manier waarop Google met z’n eigen diensten omgaat illustreert vooral dat je als zakelijke gebruiker nergens echt op kunt rekenen.’ En daarin kunnen traditionele ATS-leveranciers zich natuurlijk wel weer onderscheiden. Veel van die traditionele ATS-systemen staan overigens ook al klaar om de gegevens uit Google Hire zo te integreren in hun eigen systeem.

Het is snel gegaan met Google Hire

Het is al met al snel gegaan met het in 2017 gelanceerde Google Hire. De dienst is ontwikkeld na de overname van start-up Bebop in 2015, voor een onbekend bedrag. Mede-oprichter van dat bedrijf Diane Greene werd vervolgens binnengehaald om de cloud-divisie van Google te gaan leiden, maar vertrok zelf alweer begin 2019. Niet lang daarna maakte Google overigens de eerste expansie van Google Hire over de Amerikaanse grenzen bekend: naar Canada en Groot-Brittannië.

Klanten kunnen tot 1 september 2020 Google Hire gratis blijven gebruiken,

Voor bedrijven die Hire gebruiken komt op 1 september 2020 dus een officieel einde aan het product. Klanten kunnen tot die tijd de dienst gratis blijven gebruiken, of tot wanneer hun contract afloopt, afhankelijk van wat eerst komt. Hire wordt onderhouden tot de einddatum, maar er zullen geen nieuwe functionaliteiten meer worden toegevoegd. Bedrijven die Hire gebruiken kunnen ook tot 1 september 2020, of tot wanneer hun contract afloopt, gratis hun data exporteren.

Lees ook:

Zéér zomerse terugblik op allereerste Festival ‘Recruitment in de zon’

Het was op het Rotterdamse terrein Weelde op 27 augustus soms broeien van de hitte. Maar de gezellig relaxte sfeer, de ijsjes en de prachtige, inspirerende locatie maakte veel goed voor de allereerste editie van het festival ‘Recruitment in de zon’. Soms in oude stallen, maar vaak ook gewoon buiten, deden ruim 150 bezoekers actuele kennis op, uit het programma dat was samengesteld door de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie (in samenwerking met Werf&). Hieronder een korte foto-impressie.

Een echte festivalsfeer

Wim Thielemans was helemaal uit België gekomen, om zijn bijzondere kijk op betere sollicitatiegesprekken nog eens met het Nederlandse publiek te delen.

Buiten legde Liesbeth Gouda uit hoe je ook als recruiter aan je personal brand kunt werken (en wat een flamingo daarmee van doen heeft…).

Voor Edwin Vlems was het de eerste keer in zijn leven dat hij in korte broek presenteerde. Het maakte zijn verhaal over ‘inbound recruitment’ er zeker niet minder om.

Bij gecertificeerd yoga-lerares én recruitmenttrainer Ellen van Dieren konden de bezoekers terecht voor een stukje lichamelijke ontspanning.

Maar ook buiten de yoga-les was er af en toe ruimte om lekker ontspannen met elkaar van gedachten te wisselen…

Zo net na de zomer is het natuurlijk ook een mooi moment om weer eens met iedereen bij te praten. En wat helpt daar beter bij dan een divers samengesteld festival?

Monique de Jong liep samen met haar toehoorders door alle stappen van de Candidate Journey heen, en liet met mooie voorbeelden zien hoe ze daar bij verschillende werkgevers op inspeelt.

Oude tijden herbeleven

Ronald van Driel en Peer Goudsmit lieten de oude tijden van Martin Brozius herleven. Hoe groot is het verloop in je organisatie? En hoeveel vacatures heb je dan per jaar? A, B of C? Rèèèn… je rot!

Peer Goudsmit legt tegelijk nog één keer uit waarom de vacature-intake volgens hem zo belangrijk is en nóóit vergeten mag worden.

Marion de Vries had disruptie als onderwerp gekozen en riep haar gehoor op eens wat vaker te breken met conventies. Als je durft…

Carerix’ Bo Stevens leidde samen met Nicol Tadema de bezoekers rond in de wondere wereld van Google for Jobs.

Inge Vuik (Intelligence Group) vertelde – aanvankelijk nog zonder ventilator aan – hoe je kandidaten kunt verrassen in je proces, en zo de concurrentie kunt voorblijven.

Met letterlijke workshops

Het begrip ‘workshop’ was op dit festival eindelijk zo af en toe weer eens letterlijk genomen. En dat ondanks de hitte!

Martijn Hemminga in actie, in een sessie over de balans tussen robot en recruiter: wie gaat er uiteindelijk bepalen wie jouw volgende werknemer wordt?

Suzanne van Triest wist ondertussen de luisteraars buiten te boeien met haar leuke praktijkvoorbeelden van strategische employer branding.

Ook aan de inwendige mens was gelukkig gedacht. Een flinke rij voor de lunch, in de brandende zon, maar de kwaliteit van de catering maakte gelukkig veel goed.

festival recruitment in de zon

Heleen Stoevelaar liet vervolgens haar publiek ook stevig zweten, maar opende ook heel wat ogen met haar verhaal over het belang van referral, en daarbij ook een aantal verrassende tips over hoe je dat dus vooral níet moet aanpakken.

festival recruitment in de zon

Gözde Yilmaz, de ‘vloggende IT-recruiter’, had aan het begin van de dag nog wat technische problemen, maar kreeg gelukkig later nog een keer de kans om haar verhaal over het belang van video nog eens goed onder de aandacht te brengen.

festival recruitment in de zon

Het zonnigste festival in recruitment ooit

De setting mocht ongedwongen zijn, de interesse en de leergierigheid was er zeker niet minder om. festival recruitment in de zon

Uw verslaggever mocht tot twee keer toe uitleggen wat in zijn ogen nu een goed blog maakt. Belangrijkste boodschap: niet te veel overleggen, maar gewoon beginnen. Dan leer je het snelst.

festival recruitment in de zon

Mees van Velzen (MrWork) speelde in Rotterdam een thuiswedstrijd. Zijn verhaal over ‘de Gouden Eeuw van Recruitment’ ging er overigens ook goed in bij het grote aantal aanwezigen.

festival recruitment in de zon

Een zonnige dag, dat was dit festival, voor iedereen… Zeer waarschijnlijk het zonnigste festival in de wereld van recruitment óóit.

festival recruitment in de zon

En dat op een – het mag gezegd – heel bijzondere festivallocatie.

Dus rest maar één conclusie: op naar volgend jaar!

festival recruitment in de zon

Lees ook:

fotografie: Jannike Huisman (Intelligence Group)

Waarom de groep niet altijd gelijk heeft over een kandidaat

Twee ogen zien meer dan één, toch? En dus lijkt het logisch dat groepen betere selectiebeslissingen maken dan eenlingen. Zelfs als die enkeling een ervaren selecteur is, of zelfs de oprichter van het bedrijf, is de wisdom of the crowd toch nog vaak beter.

Door groepsdenken kunnen ook groepen slechte beslissingen maken.

Toch kunnen ook groepen slechte beslissingen maken. Hoe dat komt? Door groepsdenken. Oftewel: in niet-gestructureerde gesprekken beïnvloedt degene met de grootste mond de uiteindelijke beslissing het meest. Dit is vaak degene met de hoogste status of iemand die wordt gezien als een goede gesprekspartner.

Populair

Het onderzoek van Google laat al zien dat bijna geen enkele recruiter het vaker bij het rechte eind heeft dan een echte groepsbeslissing: slecht een uit de tienduizenden interviewers wist succes pertinent beter te voorspellen dan groepen. Toch is een echte groepsbeslissing nemen in de praktijk nog vaak lastig. Veel organisaties geloven erin dat ze het goed doen, maar begaan een veelgemaakte fout: in niet-gestructureerde gesprekken hebben mensen de neiging op te schuiven naar de meest populaire mening, hoe goed de gespreksleider ook is.

Laat recruiters hun mening niet delen, voordat je alles verzameld hebt.

Hoe kun je dit als hiring manager voorkomen?

Hoe kun je dit als vacaturehouder of recruiter voorkomen? Atta Tarki, de CEO van bureau ECA en auteur van het te verschijnen boek Evidence Based Recruiting, geeft op Harvard Business Review enkele tips. Zoals:

  • Zorg dat mensen hun ervaringen niet met elkaar delen, voordat de groep bij elkaar komt. Ze kunnen wel zeggen aan welk onderwerp ze niet toekwamen in het gesprek, zodat de volgende interviewer daarover kan beginnen. Maar waak er daarbij voor dat ze niets laten doorschemeren van hun mening over de kandidaat.
  • Laat recruiters de gesprekken beoordelen op een schaal van 1 tot 10.
  • Laat hen daarbij de belangrijkste voor- en tegenargumenten op een rij zetten voor het aannemen van de kandidaat. Laat ze dit aan jou persoonlijk mailen, niet aan de hele groep. En leg dit actief uit aan iedereen in het proces, zodat het niet ‘stiekem’ toch gebeurt.

Het is vervolgens de taak van de hiring manager om naar de gemiddelde score van elke kandidaat en de argumenten te kijken. Zorg ervoor dat je daarbij ook speciale aandacht hebt voor cijfers die afwijken van het gemiddelde en de argumenten die daarbij horen. Hierna kun je zonder zorgen een gesprek met de hele groep aangaan over wie er aangenomen moet worden.

‘Geen optelsom’

‘Ik zeg niet dat het een optelsom moet zijn van alle individuele meningen, of een soort verkiezing’, aldus Tarki. ‘Het gaat erom dat je rijkere, minder bevooroordeelde en minder gecensureerde discussies kunt krijgen die beslissers kunnen helpen informatie te zien die ze anders misschien gemist zouden hebben.’

‘Het gaat erom dat je rijkere, minder bevooroordeelde en minder gecensureerde discussies krijgt.’

De meeste managers met wie hij heeft gewerkt, noemt hij integer. Ze geloven echt dat ze naar iedereen luisteren en niet negatief beïnvloed worden door elkaar. ‘Maar ik heb nog geen bewijs gezien dat ze immuun ervoor zijn dat de groep of één charismatisch persoon hen beïnvloedt. Als ze het geschetste proces volgen, heb ik zelf in elk geval gezondere discussies gezien.’

Algoritmes zijn niet neutraal: op deze 5 gebieden kan het misgaan

Een jaar geleden bleek het algoritme dat Amazon gebruikt om personeel te selecteren, gevoelig voor discriminatie. Maar al in 2011 waarschuwden onderzoekers Solon Barocas en Andrew Selbst hiervoor. In het artikel Big data’s disparate impact schrijven ze over de gevaren die data mining, AI, machine learning en algoritmes in werving en selectie kunnen vormen. Dit leidt volgens hen tot 5 mogelijke vormen van bias en potentiële bronnen van discriminatie.

In een recente artikelenreeks behandelt de NSvP (Nederlandse Stichting voor Psychotechniek) al die 5 vormen nog eens uitgebreid:

  1. De ‘target variable’ en ‘class labels’
  2. Trainingsdata 
  3. Feature selection,
  4. Proxies, en
  5. Masking

Omdat het ook voor recruiters zo’n relevant onderwerp is, hierbij nog eens een samenvatting daarvan:

Bias #1: De doelvariabele

Stel, een organisatie wil bepalen wie je uit een grote groep kandidaten moet selecteren. Dan kun je in een grote dataset aangeven wie in de afgelopen tijd beviel als hoogproductieve, ‘goede werknemer’, om vervolgens het algoritme op zoek te laten gaan naar een nieuw succesverhaal.

Maar meteen dienen zich dan vragen aan. Belangrijk daarbij zijn de begrippen ‘target variables’ (doelvariabelen) en ‘class labels(klassenlabels). De doelvariabele slaat op de gewenste uitkomst, in dit voorbeeld: een ‘goede’ werknemer. De klassenlabels verdelen alle mogelijke eigenschappen van de doelvariabele in categorieën. Maar hoe dat begrip van ‘een goede werknemer’ te vertalen naar een programmeerbare probleemstelling? Dat is een subjectieve stap, die gevoelig kan zijn voor discriminatie.

Wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme insluipen.

Zo kun je bijvoorbeeld ervoor kiezen om de arbeidsduur bij je organisatie als variabele te nemen. Maar wat als vrouwen gemiddeld korter bij je werken, omdat ze er eerder voor kiezen een aantal jaar voor de kinderen te zorgen? Dat zou hen systematisch benadelen in het algoritme. Of, ander voorbeeld: wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme ‘insluipen’, als bijvoorbeeld armere mensen over het algemeen verder blijken te moeten reizen.

Bias #2: De trainingsdata

Het gaat bij algoritmes niet alleen om wat je als doelvariabele benoemt, maar ook om hoe je het algoritme traint. Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn, aldus de auteur.

Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn.

De data waarmee een algoritme zich voedt, vallen uiteen in twee categorieën: labelling examples’ en data collection’. Bij ‘labelling examples’ draait het erom hoe voorheen keuzes zijn gemaakt  – als eerder foutieve of onbetrouwbare data zijn gebruikt, zal het algoritme de vooroordelen hiervan immers reproduceren. ‘Data collection‘ is waar het misging in het eerdergenoemde Amazon-voorbeeld: het bedrijf wilde werknemers aannemen die dezelfde kwaliteiten bezaten als hun meest succesvolle werknemers van de afgelopen 10 jaar. Maar omdat in die periode de meeste sollicitaties van mannen kwamen, werden dankzij het selectie-algoritme ook vooral mannen aangenomen. Een helder voorbeeld van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de dataset. Op basis hiervan leerde het algoritme zichzelf dat het mannelijk geslacht vele malen succesvoller was. Het besloot daarom mannen de voorkeur te geven.

Pas op voor ondervertegenwoordiging

Ondervertegenwoordiging is iets waarover veel onderzoekers zich zorgen maken. Het systematische uitsluiten van mensen die leven op de rand van de ‘big data’-samenleving, zorgt ervoor dat hun leven minder ‘datafied’ is – er worden simpelweg systematisch minder gegevens over hen verzameld. Met als gevolg dat ze ook minder komen bovendrijven bij een zoektocht. Bij analyse van zulke slecht samengestelde datasets liggen foutieve conclusies en discriminatie op de loer.

Bij analyse van slecht samengestelde datasets ligt discriminatie continu op de loer.

Het onderwerp ‘trainingsdata’ biedt ontzettend veel voorbeelden wat betreft (onbedoelde) discriminatie. Bekend is ook het Britse St. George’s ziekenhuis, dat een computerprogramma ontwikkelde om aanmeldingen voor hun medische school te sorteren op basis van eerdere toelatingsbeslissingen. Die eerdere (menselijke) beslissingen bleken echter systematisch aanmeldingen afgekeurd te hebben van vrouwen en etnische minderheden, terwijl zij op papier even geschikt waren. Hierdoor leerde het computerprogramma zichzelf dezelfde ‘regels’ aan: door het toelatingsproces te automatiseren werden de oude vooroordelen dus systematisch herhaald, wat de carrièrevooruitzichten voor vrouwen en etnische minderheden systematisch negatief beïnvloedde. Een klassiek voorbeeld dus van ‘garbage in = garbage out’. LinkedIn maakt zich hier overigens op een soortgelijke manier schuldig aan, met zijn Talent Match-functie, aldus de auteur.

Bias #3: Feature selection

Feature selection gaat om de kenmerken die een organisatie selecteert om het algoritme te laten uitzoeken. Denk: ‘wil je een slimme kandidaat – neem dan iemand met een universitair diploma’. Je kunt een algoritme immers niet ieders IQ laten achterhalen. Maar is dat kenmerk wel het beste om de eigenschap vast te stellen?

In de fase van ‘feature selection´ kiezen bedrijven vaak voor kenmerken die redelijk (goedkoop) voor het grijpen liggen. Maar door slechts een paar indicatoren te selecteren kan een bias ontstaan. Laten we even bij het voorbeeld van opleidingsniveau blijven. Met name in Amerika is de reputatie van de universiteit waar je hebt gezeten heel belangrijk. Maar toegelaten worden tot zulke universiteiten vereist vaak een flinke portemonnee en zegt lang niet altijd iets over iemands werkelijke kwaliteiten. Dat kan dus leiden tot indirecte discriminatie.

Waar je bent afgestudeerd, zegt lang niet alles over je kwaliteiten.

Bedrijven hebben dus goede redenen om naar méér eigenschappen te kijken dan alleen academische kwalificaties, maar deze informatie is nu eenmaal gratis beschikbaar, en daarom nemen ze er toch genoegen mee. Dat ze hiermee veel (en mogelijk zelfs veel betere) kandidaten buitensluiten is een rationele keus: het bespaart geld, en ze weten dat de overwogen kandidaten toch uitstekende capaciteiten en kennis hebben ontwikkeld.

Bias #4: Proxies

Een vierde bias in algoritmes kan ontstaan bij ‘de ‘zelfstandige’ beslissingsprocessen van algoritmes, oftewel de ‘proxies’. Proxies zijn cijfers die correlaties aanduiden tussen bepaalde concepten, zodat ze kunnen dienen als een soort voorspellers. Denk: blond haar als een proxy voor een blank huidtype. Aan de hand van zulke correlaties delen algoritmes mensen in groepen in. En ook dit kan weer tot bias en (onbewuste) discriminatie leiden.

‘Uit iemands Facebook-vrienden kan al diens geaardheid worden afgeleid.’

Het probleem komt voort uit wat onderzoekers ‘redundant encodings’ noemen, of: overtollige coderingen. Hiervan is sprake als relevante informatie voor een bepaalde keuze onverwacht zo gecodeerd is dat deze ook lidmaatschap van bepaalde groepen kan aanduiden. Zo stelde een onderzoek al eens dat uit iemands Facebook-vriendschappen diens seksuele geaardheid zou kunnen worden afgeleid, zonder dat de gebruikers dit expliciet vermeldden.

Wat zit er in de black box?

Algoritmes blijken dus in staat patronen te herkennen, en conclusies te trekken, zonder dat de dataset daar expliciete informatie over bevat. Dat kan er vervolgens in resulteren dat het algoritme – geheel onbedoeld – de nieuw verzamelde informatie meeneemt in het keuzeproces. Waar dit kan misgaan, maakte bijvoorbeeld Cathy O’Neil duidelijk in haar boek ‘Weapons of Math Destruction’: een Engels bedrijf gebruikte een recruitment-algoritme op basis van eerdere aannamedata. In het verleden waren echter steeds kandidaten met mindere bekwaamheid in het Engels afgewezen; meestal mensen met een buitenlandse achtergrond. Dit resulteerde erin dat het algoritme ‘leerde’ dat ‘Engelse’ namen geassocieerd werden met betere kwalificaties dan ‘buitenlandse’ namen. Zulke namen werden zo een proxy voor: slechte bekwaamheid in het Engels. Discriminatie op naam blijkt dus ook niet zomaar te voorkomen door – op voorhand neutrale – algoritmes in te zetten.

‘De ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving.’

Het proxy-probleem blijkt lastig op te lossen. Want door eenvoudigweg deze variabelen uit de datamining-oefening te verwijderen, worden ook vaak de criteria verwijderd die aantoonbare en gerechtvaardigde relevantie hebben. Maar verwijder je ze niet? Dan zullen de algoritmes keer op keer nieuwe patronen blijven ontdekken. Vaak wordt hierbij gesproken van ‘the black box’. Deze ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving. Hoe meer we willen weten, hoe minder we nog kunnen volgen hoe kennis tot stand komt. We worden daarmee steeds afhankelijker van het systeem. Dat maakt het des te lastiger biases te voorkomen.

Bias #5: Masking

Het laatste gebied waarop het gebruik van algoritmes onbewust discriminatie in de hand kan werken, gaat om handvatten om juist bewúst te discrimineren. Dit wordt aangeduid met de term: masking. Algoritmes kunnen traditionele vormen van opzettelijke discriminatie namelijk makkelijker maskeren. Simpel gezegd: elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.

‘Elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.’

Ten eerste kan men bijvoorbeeld knoeien met de dataverzameling. Denk: met opzet de verzameling van gegevens beïnvloeden om ervoor te zorgen dat data mining patronen onthult die minder gunstig zijn voor leden van bepaalde groepen. Ten tweede kunnen besluitvormers er voor kiezen om beperkte algoritmes in te zetten die alleen ‘kort door de bocht’ redenaties mogelijk maken – met als resultaat meer beslissingen op basis van foutieve aannames. Of ze maken juist gebruik van de overmatige nauwkeurigheid van algoritmes. Met andere woorden: datamining kan werkgevers de kans bieden leden van bepaalde groepen te onderscheiden (en te benadelen), zelfs als ze niet expliciet weten tot welke groep iemand behoort. En bewijzen dat een bedrijf met zulke intenties handelt blijkt bijzonder moeilijk. Dit geeft ze bijna vrij spel om opzettelijk te discrimineren.

Puur hypothetisch voorbeeld

Een puur hypothetisch voorbeeld: een organisatie zou zwangere vrouwen kunnen discrimineren, terwijl die discriminatie moeilijk te ontdekken zou zijn. Zo heeft de Amerikaanse winkel Target naar verluidt een ‘zwangerschaps voorspelling’-score opgesteld, door het winkelgedrag van klanten te analyseren op basis van ongeveer 25 producten. Koopt een vrouw een paar van die producten, dan kan Target redelijk nauwkeurig voorspellen dat ze zwanger is. Target gebruikte deze voorspelling voor gerichte marketing, maar een organisatie zou een dergelijke voorspelling natuurlijk ook kunnen gebruiken voor uitsluiting van deze groep bij sollicitaties.

Conclusie: het gebeurt nu ook al

Gelukkig zijn er redenen om ons niet al te druk te maken over deze laatste vorm van variatie, aldus de auteur. Want dit soort discriminatie is natuurlijk niet voorbehouden aan algoritmes. De meeste gevallen van discriminatie op de arbeidsmarkt zijn nu al moeilijk genoeg om te bewijzen; en werkgevers die echt willen handelen naar hun vooroordelen hebben er weinig baat om zulke complexe en kostbare mechanismen te ontwikkelen om hun bedoelingen verder te maskeren.

Algoritmes kunnen discriminatie in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand ongeschikt.

En zo is het natuurlijk maar net. Algoritmes kunnen discriminatie op allerlei manieren in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand minder geschikt voor werving en selectie dan het menselijke oordeel. Zoals Bas van de Haterd hier al eerder stelde: ‘Als mij wordt gevraagd wordt waarom ik zo positief ben over het gebruik van algoritmes in selectiek, dan is dat omdat het algoritme dat we nu gebruiken – het algoritme in ons hoofd – kapot is. Omdat ik geloof dat we de lat niet heel hoog hoeven te leggen als we het beter willen doen dan we het nu doen.’

Doe mee aan de challenge

De organisatie achter de oorspronkelijke artikelenreeks, de NSvP, stelt 3x 10.000 euro aan subsidie ter beschikking voor innovatieve plannen die laten zien wat de meerwaarde is van AI in werving en selectie en die demonstreren dat de bijdrage van AI een betere en meer inclusieve arbeidswerking genereert ten opzichte van traditionele recruitmentprocessen.

Wil je meedoen aan deze AI x Recruitment Challenge? Of de informatie over de Challenge nog eens rustig nalezen? Kijk dan op de speciale Challenge-pagina. Op 4 september sluit de inschrijving.

Of kijk eerst eens rond in het dossier Algoritmisering van de Arbeidsmarkt, waar ook de artikelen van Céline Blom te vinden zijn.

Lees ook:

Campagne van de week: hoe Topaz het hele leven laat tellen – en medewerkers zelfs onderdak biedt

Eens was ze een van de eerste vrouwelijke autocoureurs van Nederland. Nu is mevrouw Van Dieten een van de cliënten van de Leidse zorgorganisatie Topaz, en een van de vele gezichten die centraal staan in de in juni gestarte wervingscampagne. Naast onder meer een profvoetballer, kok, winkelvrouw, drogist, bibliothecaris, gemeenteambtenaar en conciërge.

‘We zoeken mensen die willen helpen het leven dat ze nog vóór zich hebben zo mooi mogelijk te maken.’

Al in februari werd ervoor gefilmd, en in juni ging hij al live. ‘We beseffen dat iemand voor wie we zorgen al een heel leven achter de rug heeft en dat leven naar ons meeneemt’, aldus de initiatiefnemers. ‘Zo vinden we het bijvoorbeeld belangrijk om te weten wat voor werk iemand vroeger gedaan heeft. De voormalige beroepen van bewoners vormen dan ook het uitgangspunt van de campagne. En we zoeken verzorgenden en verpleegkundigen die willen helpen om het leven dat ze nog vóór zich hebben zo mooi mogelijk te maken.’

Het hele leven telt

Centrale thema van de wervingscampagne is: ‘het hele leven telt’, niet toevallig ook het nieuwe motto van de hele zorgorganisatie. De afgelopen maanden waren op verschillende plekken in de regio Leiden al posters te zien rondom de campagne, waaraan zowel bewoners als medewerkers hebben meegewerkt (zoals op de foto hieronder het weekendteam van revalidatiehotel Topaz Revitel). Op de posters stonden niet de bewoners centraal, maar werd gewerkt met spitsvondige teksten.

topaz

Nu ook een studio erbij

De komende tijd kan de zorgorganisatie nog iets extra’s in de wervingsstrijd gooien. En niet iets onbelangrijks, namelijk: een woning in het centrum van Leiden. Topaz beschikt over voormalig verzorgingshuis Groenhoven, dat al enige tijd leeg stond. Toen het tegelijk zo moeilijk bleek om voldoende personeel te werven, ontstond het idee van ‘Bed & Baan‘, waarbij verzorgenden en verpleegkundigen dus niet alleen een baan krijgen aangeboden, maar tegelijk een betaalbare studio.

De verhuur van de studio’s start per oktober 2019, en huren variëren van 300 tot 420 euro.

De verhuur van de studio’s start per oktober 2019, en is toegankelijk voor iedereen die door de proeftijd heen komt. Huren variëren van 300 tot 420 euro, waar nog wel servicekosten bij komen. Topaz gaat eerst de volledige tweede en derde etage verhuren aan medewerkers, de begane grond en eerste etage zijn (voorlopig) nog bedoeld voor bewoners, als wissellocatie tijdens de verbouwing van andere locaties. Een aantal studio’s is ook gereserveerd voor studenten vanuit de opleiding Radicale Vernieuwing Waarde-vol onderwijs, het vernieuwende leer-werktraject waarin Topaz samenwerkt met ActiVite, DSV Verzorgd Leven, mboRijnland en LOI Hogeschool. Op de langere termijn is het de bedoeling om alle 87 appartementen van Groenhoven voor medewerkerhuisvesting in te zetten.

En o ja, ze zoeken trouwens ook nog een recruiter

Een paar van de posters die in (de omgeving van) Leiden te zien waren:

En in de bushokjes:

Of deze:

Lees ook:

Voor de laatste keer: kap in je vacatures nou eens met het jargon

Toegegeven, op Indeed komt momenteel maar twee keer een vacature voor een ‘ninja’ voor, en nog beide bij hetzelfde bedrijf ook. Maar zoek je op ‘growth hacker’, dan duiken al veel meer vacatures op. En wat te denken van een ‘laser-focused‘ ‘zelfstarter’ met een ‘entrepreneurial mindset’ die niet bang is voor ‘de C-suite’?

Bijna 7 op de 10 net afgestudeeerden vragen werkgevers om helderder vacatureteksten te schrijven.

Als je even zoekt, ontdek je dat vacatureteksten nog steeds veel termen bevatten die bij veel werkzoekenden twijfel oproepen: wat wordt er precies bedoeld? Ruim drie kwart van de recent afgestudeerden blijkt zelfs te vinden dat vacatureteksten onduidelijk zijn, 60 procent zegt het jargon erin niet te begrijpen, en daarom niet erop te willen solliciteren, en bijna 7 op de 10 roepen werkgevers op om nu eens eindelijk helderder vacatureteksten te schrijven.

Jeukwoorden en acroniemen

Jeukwoorden, holle frasen, clichés, ze komen nog veel voor in vacatureteksten, bleek al eerder. Maar ook acroniemen als SLA, CRM, CTR of B2B duiken veelvuldig op, meestal zonder nadere uitleg. Net als jargon uit een specifieke branche (zoals: front-to-back), of uitdrukkingen als ‘laaghangend fruit’.

‘Jargon schrikt goede kandidaten af, en leidt bij hen tot onnodige frustratie.’

Niet meer doen, adviseert Milkround, dat niet alleen uitgebreid onderzoek hiernaar deed, maar zelfs een (Engelstalige) ‘jargon decoder’ ontwierp, waarmee kandidaten makkelijk verwarrende vacatureteksten kunnen ontcijferen. Volgens de onderzoekers schrikken de jargon-termen goede kandidaten af, en leidt het bij hen tot onnodige frustratie.

Cryptisch communiceren

Dat jargon voor veel mensen ergerlijk is, bleek al vaker. Het werkt ook niet als vorm van preselectie, zo merkte eerder onderzoek op. Maar door ‘cryptisch te communiceren’ in je vacatureteksten ligt er wel een groot risico op de loer: dat je verwachtingen over en weer onduidelijk zijn. In het Milkround-onderzoek geeft zelfs 47 procent van de respondenten aan wel eens door sollicitatiegesprekken heen te zijn gegaan zonder exact te begrijpen wat de functie inhield.

‘Bijna de helft zegt door sollicitatiegesprekken heen te zijn gegaan zonder de functie te begrijpen.’

Vooral vrouwen geven aan hier last van te hebben. Van hen zegt 59 procent (tegenover 46 procent van de mannen) dat ze nerveus en gestresst zijn tijdens een sollicitatiegesprek, vanwege het vele gebruikte jargon, ‘waarschijnlijk omdat veel van dat jargon ook gestoeld is op ‘mannelijke metaforen’, die verwijzen naar strijd en dominantie’, stellen de onderzoekers.

75%: ‘Het gebeurt met opzet’

In het onderzoek zegt 75 procent te geloven dat werkgevers de vacaturetekst met opzet vaag of ambigu houden, om te vermijden te zeggen wat ze precies nodig hebben. Net afgestudeerden in allerlei richtingen kregen ook allerlei werkelijke teksten voorgelegd. Van de best presterende groepen begreep slechts tussen de 58 en 64 procent al het jargon dat ze te zien kregen. Accountants en marketeers scoorden gemiddeld ook best redelijk, waarschijnlijk omdat ze tijdens hun studie al met wat jargon en afkortingen in aanmerking gekomen zijn. Maar ook zij begrepen nog steeds meer dan de helft van de vacatures niet (helemaal).

Het aantal gebruikte jargonwoorden in vacatures blijkt in 2 jaar met 21 procent gestegen.

Voor de studie werden ook 40.000 vacatures van de laatste 2 jaar gescand, en die tegenover een lijst van 83 jargontermen gelegd. Hieruit bleek dat de gemiddelde vacaturetekst in die tijd 4,1 voorbeelden van jargon telde, met de PR-branche als kwalijke uitschieter (met 4,7 jargontermen per vacature), en de bouw als lichtpuntje.

Een groeiend probleem blijkt het ook: het aantal gebruikte jargonwoorden en acroniemen in vacatures blijkt de afgelopen twee jaar met 21 procent gestegen, van 3,5 naar 4,3 jargonwoorden per vacature.

Per branche uitgesplitst:

Jargon in vacatureteksten blijkt vooral veel voor te komen in de PR-branche. Maar ook IT en sales lusten ze er wel pap van. Accountancy, de bouw en industrie, en logistiek en catering zijn hier de opvallend gunstige uitzonderingen.

Termen die specifiek zijn voor de eigen business vind je vooral veel in de accountancy en ook in de industrie, zo blijkt. Hier is de PR-branche juist weer een lichtpuntje, net als de retail en de horeca trouwens.

Acroniemen behoren – niet verwonderlijk – tot het jargon dat het minst begrepen wordt door de ondervraagde net afgestudeerden. Toch komen ze veelvuldig voor in vacatureteksten. Milkround telde er vooral veel in vacatures voor salesfuncties en banen in de media. In de accountancy, de retail- en de verzekeringsbranche bleken daarentegen nauwelijks (tot verwarring leidende) afkortingen te worden gebruikt. In de bouw zelfs helemaal geen.

Conclusie: stop ermee

Wat zijn de lessen hieruit? Volgens de onderzoekers laat het oprukkende jargon in vacatureteksten in de eerste plaats zien dat het gaat om ‘een wapenwedloop die uiteindelijk iedereen zal verliezen’. In de tweede plaats leidt het jargon ertoe dat kandidaten zullen gaan bluffen in sollicitatiegesprekken, ‘zeker als recruiters de termen zelf eigenlijk ook niet zo goed snappen.’

‘Zeg liever gewoon wat je bedoelt. Dat zou pas echt disruptief zijn…’

Het beste is dan ook om er maar zoveel mogelijk mee te stoppen, adviseren ze. ‘In plaats van mensen het gevoel te geven dat ze onwetend en ongeschikt zijn, nog vóórdat ze het sollicitatiegesprek ingaan, kun je beter proberen hen enthousiast te maken om te solliciteren. Zeg dus liever gewoon wat je bedoelt. Dat zou pas echt disruptief zijn…’

Wat was precies jargon?

Voor het onderzoek werd jargon omschreven als ‘algemeen werkgerelateerde woorden, zinnen en acroniemen, die enkel worden gebruikt in een bepaalde zakelijke context, zodat jonge mensen die er niet eerder van gehoord hebben ze niet zullen begrijpen zonder uitleg’. Vervolgens is met linguïstisch expert Steven Poole een lijst opgesteld van 83 van de meest gebruikte jargonwoorden. Deze lijst is langs 40.000 vacatures gehouden.

Dat onderzoek is daarna aangevuld met een enquête onder ruim 2.000 Britse recent afgestudeerden, en een steekproef onder nog eens 2.000 Britse volwassenen. Het meest gehate jargon bleek overigens de zinsnede: ‘Open the kimono’, IT-jargon voor het onderling zoveel mogelijk delen van data.

Lees ook: